Report plenary meeting
Report
De heer Van den Brande heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, we staan morgen en overmorgen voor een heel belangrijke Europese Raad. Door de voorstellen van het Britse voorzitterschap, zoals die een kleine twee weken geleden werden geformuleerd, dreigen we in een impasse te geraken.
De vraag rijst in welke mate Europa zijn drievoudige ambitie kan waarmaken. Het gaat over een gemeenschap van waarden, een gemeenschap van veiligheid en zekerheid en, niet het minst, een kennisgedreven economie die aan de basis moet liggen van de creatie van nieuwe jobs en werkgelegenheid. Als we de voorstellen van het Britse voorzitterschap bekijken, kan die ambitie onmogelijk worden waargemaakt.
Een voorgangster van premier Blair zei ooit 'I want my Money back'. Waarschijnlijk staan we nu voor de situatie waarbij de uitspraak 'I want my country back' weerklinkt. We willen Europa laten verwateren en wat we gemeenschappelijk moeten aanpakken, behoort niet tot de kernzorg.
In die context is het van het grootste belang dat de prioriteiten voor Vlaanderen in de grootst mogelijk mate kunnen worden gewaarborgd. Concurrentiekrachtversterking, onderwijs, vorming, plattelandsontwikkeling en -beleid, om maar enkele domeinen te noemen, zijn essentieel om onze economie en ons draagvlak krachtig te houden en te versterken voor de toekomst.
Wat is in de afgelopen weken de houding geweest van de Vlaamse Regering in de context waarbij er een standpunt moet worden ingenomen door de federale premier op de Europese Raad? Is er gewerkt aan een alternatief scenario? Wat wilt u in ieder geval gewaarborgd zien in de voorstellen van het Britse voorzitterschap? Is er een Overlegcomité geweest waar overeenstemming is bereikt tussen de verschillende entiteiten? We weten dat er een discussie was die meebracht dat er vooral prioriteit werd gegeven aan een versterkte begrotingsinspanning ten aanzien van de structuurfondsen. Dat kan meegenomen zijn voor Wallonië, daar heb ik niet zoveel bezwaar tegen, maar het mag natuurlijk niet ten koste gaan van onze prioriteiten. Is er een nieuw beraad geweest als gevolg van de nieuwe voorstellen van het Britse voorzitterschap? Wat is uw houding en die van de Vlaamse Regering ten aanzien van de minimale middelen die Europa moet inzetten om de doelstellingen te kunnen waarmaken?
Het kan niet zijn dat we naar een mini-Europa gaan. Dat is niet goed omdat de doelstellingen niet kunnen worden bereikt. Het heeft geen enkel voordeel wanneer het erover gaat om onze economie, onze slagkracht, onze welvaart en onze jobcreatie een betere kans te bieden. Het is nuttig dat u daarover toelichting geeft. Voor mij is het van het grootste belang te weten in welke mate de Vlaamse Regering weegt op de Belgische standpuntbepaling. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Minister-president Leterme heeft het woord.
Ik wil in de eerste plaats de heer Van den Brande danken voor de vraag die past in zijn niet-aflatende inzet voor Europa en vooral voor een stem voor Vlaanderen in Europa, ook in dossiers die niet iedere dag de voorpagina's halen maar van cruciaal belang zijn voor de Vlaamse Gemeenschap, niet alleen op budgettair vlak maar in het algemeen.
Mijnheer Van den Brande, u hebt meer ervaring dan ikzelf. Het kan uiteraard niet de bedoeling zijn dat we alle details te grabbel gooien. Gelet op het openbare karakter van deze vergadering zal ik een aantal dingen op een voorzichtige manier formuleren en toch proberen zo duidelijk en precies mogelijk op uw vragen te antwoorden.
De Vlaamse Regering heeft zich op 9 december gebogen over de voorstellen van het Britse voorzitterschap voor de Europese Unie. De mogelijke gevolgen voor Vlaanderen voor een mogelijk akkoord op basis van de eerste voorstellen van het Britse voorzitterschap zijn geëvalueerd. Onze beslissing is ondertussen overgemaakt door de Vlaamse Regering aan de eerste minister en de minister van Buitenlandse Zaken die ons land op de algemene raad zullen vertegenwoordigen.
De inschatting van elkeen is dat de eerste voorstellen van het Britse voorzitterschap, zoals ze een tiental dagen geleden zijn beginnen circuleren, onmogelijk de ultieme voorstellen kunnen zijn. Ik meen trouwens te weten dat er ofwel al een nieuw voorstel circuleert ofwel dat dit zeer binnenkort het geval zal zijn en dat een nieuwe tekst de basis zal vormen voor de onderhandelingen. Ik heb gemerkt dat er op dat gebied heel wat diplomatieke activiteit is. Ik heb gisteravond laat, omwille van een ander voorval, de Nederlandse minister-president Balkenende nog gebeld. Hij was juist in Berlijn in het kader van een contact met bondskanselier Merkel. Hij vertelde dat hij met haar de problematiek van de Britse voorstellen had besproken.
De Vlaamse Regering heeft op 7 december bovendien deelgenomen aan een bijeenkomst, op initiatief van de federale eerste minister, van de regeringsleiders van de diverse deelregeringen in dit land. Daar is een evaluatie gemaakt en een verslag gegeven van de werkzaamheden in het gebruikelijke P11-kader, waarbij er technisch en op ambtelijk niveau wordt geprobeerd een gemeenschappelijk standpunt uit te werken voor ons land.
Er wordt geprobeerd wat nu voorligt in te schatten. De voorstellen met betrekking tot de rubriek 1A, inzake concurrentie, de rubriek 1B, inzake cohesie, en doelstelling 2, inzake plattelandsbeleid, zijn prioritair voor de Vlaamse Regering. We hebben vastgesteld dat er inzake de rubrieken 1A en 1B geen wezenlijk verschil is in impact tussen de voorstellen van het Luxemburgse voorzitterschap, op basis waarvan de heer Juncker heeft geprobeerd een consensus te vinden, en de voorstellen van het Britse voorzitterschap zoals die een tiental dagen geleden werden bekendgemaakt. Terzake zijn er geen ingrijpende wijzigingen voor Vlaanderen. Toch blijft waakzaamheid geboden met betrekking tot wat uiteindelijk zal voorliggen.
Wel hebben we vastgesteld dat de Britse voorstellen met betrekking tot plattelandsontwikkeling de Vlaamse belangen wel op het spel zetten. Er bestaat daar het risico op een aanzienlijke daling, die weliswaar deels kan worden gecompenseerd door het mechanisme van de modulatie binnen de eerste pijler, maar alleszins zijn de Britse voorstellen een stap achteruit, ook budgettair, ten opzichte van de Luxemburgse.
De regeringen die tijdens die bijeenkomst rond de tafel zaten, hebben - in overleg met de Belgische onderhandelaars, die de vergadering voorzaten - afspraken gemaakt met betrekking tot de aan te nemen houding. Uiteraard is vastgesteld, trouwens mee op mijn voorstel, dat we heel wat ruimte moeten laten aan de federale collega's om tijdens de Europese Raad in te schatten wanneer er namens ons land akkoord kan worden gegaan. Wel is het algemene referentiekader inzake concurrentievermogen, cohesie en plattelandsbeleid vastgelegd. Bovendien is er een passus toegevoegd. U verwees er al naar: de 1,026 percent waarover men het nu heeft, waarbij men het verbloemend over 1,03 percent heeft, is toch wel het minimum minimorum om de Europese Unie gewoon te kunnen laten functioneren. Ons land toont zich daar erg bezorgd over. De eerste minister heeft die bezorgdheid in andere omstandigheden trouwens enkele dagen voordien al verwoord.
Verder hebben de regeringen van de gefedereerde entiteiten de wens herhaald dat, wanneer een vermindering van de uitgaven ook zou leiden tot verminderde uitgaven vanwege de federale overheid, het effect van die uitgavenvermindering ook zou worden gedeeld. Dat is natuurlijk iets intern Belgisch. Het is niet zozeer van belang voor de standpuntbepaling op de Europese Raad zelf. Mocht er sprake zijn van minder Europees geld, bijvoorbeeld op het vlak van het plattelandsbeleid, zou er wel eens een evenredige meeruitgave kunnen zijn door het Vlaamse Gewest en het Waalse Gewest of de Franse Gemeenschapsregering. Daar is geen eindoordeel over geveld, maar we hebben het probleem heel duidelijk op tafel gelegd en verklaard dat we bij dat punt zullen blijven.
Er is dus heel stevig overlegd, in een goede sfeer, met een zorg voor de verhouding tussen het uitgavenplafond en de Europese ambities en uitdagingen. Er is een goede vergelijking gemaakt tussen de voorstellen van het Luxemburgse voorzitterschap en die van het Britse inzake concurrentievermogen, cohesie en plattelandsbeleid. Zeker inzake plattelandsbeleid zijn de eerste Britse voorstellen een stap achteruit. We zijn er echter van uitgegaan dat dit niet het voorstel zal zijn op basis waarvan er zal worden onderhandeld. Ik meen te weten dat er vandaag al een nieuw voorstel circuleert. Indien het de bedoeling is dat er een akkoord wordt bereikt, laten we dan hopen dat dit gebeurt op een betere basis wat de financiële perspectieven betreft.
Mijnheer de minister-president, ik stel met genoegen vast dat u heel goede contacten onderhoudt met premier Balkenende en kanselier Merkel. Dat is belangrijk, want beiden voeren een heel verantwoord beleid, dat zeker ook toekomstgericht is. Ze nemen moedige beslissingen, die helemaal niet asociaal zijn. Ze doen wat ze moeten doen. Ik neem aan dat u niet samen naar de foto's van de Belgische federale regering hebt gekeken, en dat u daar dan ook geen commentaar op hebt gegeven.
Uw antwoord is heel bevredigend. U hebt aangetoond heel alert te zijn en te proberen maximale waarborgen te creëren voor uw prioriteiten. Het is ook nuttig dat, mocht er hier of daar toch een verschuiving zijn, het gesprek met de federale regering alvast geopend is, zodat er ook rekening mee kan worden gehouden, al bedoel ik dat niet in termen van compensaties of zo.
De Vlaamse ambitie past heel duidelijk in de Europese ambitie om bezig te zijn met de dingen waar het echt om gaat, namelijk de creatie van werkgelegenheid en van een toekomstperspectief voor mensen. (Applaus bij CD&V)
Het incident is gesloten.