Report plenary meeting
Report
Dames en heren, aan de orde is de tweede lezing van de amendementen op de artikelen 61, 62 en 268 van het ontwerp van Provinciedecreet.
Bij de tweede lezing wordt alleen beraadslaagd en gestemd over de aangenomen amendementen en over de nieuwe amendementen die uit de aanneming voortvloeien en die tot doel hebben de tekst qua vorm en onderlinge samenhang van de artikelen te verbeteren. Over alle andere nieuwe amendementen kan niet worden beraadslaagd of gestemd.
De tweede lezing is geopend.
De heer Brouns, verslaggever, heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, de commissie heeft op 22 november 2005 opnieuw het ontwerp van Provinciedecreet besproken naar aanleiding van de verwijzing door de plenaire vergadering van 16 november 2005. We hebben van de zitting in de commissie gebruik gemaakt om het schrijven van het Rekenhof aan de voorzitter van het parlement te bespreken. Het verslag bestaat dan ook uit twee delen: enerzijds de tweede lezing van de amendementen 74, 75 en 106 en anderzijds de brief van het Rekenhof.
De bespreking begon met de bedenking van de heer Van Hauthem dat zijn fractie op amendement 75 in de plenaire vergadering een subamendement had ingediend om elk mogelijk interpretatieprobleem uit te sluiten in verband het feit dat de gouverneur geen enkel financieel voordeel kan verwerven uit zijn deelname aan raden van bestuur of andere vergaderingen van private vennootschappen of openbare instellingen.
Amendement 75 werd echter ongewijzigd aangenomen. De spreker veronderstelt dat de minister de interpretatie die hij daarover aan de plenaire vergadering meedeelde, handhaaft. De minister bevestigt dat dit de interpretatie is zoals geformuleerd. De commissie bevestigt eenparig, met 11 stemmen, de amendementen die in de plenaire vergadering van 16 november 2005 werden aangenomen.
In een tweede deel wordt de brief van het Rekenhof in verband met de taak van de externe auditor besproken. De heer Van Hauthem verwijst naar deze brief en vraagt of de minister hier enige uitleg over wil verschaffen. De heer Tavernier stelt vast dat het Rekenhof in zijn brief verwijst naar artikel 254, paragraaf 4 van het ontwerp van Provinciedecreet en dat het bij de uitwerking betrokken wil worden. Daarnaast is er echter het element van de verschillende rekenplichtigen. Het verontrust de spreker vooral dat het Rekenhof vragen stelt over de controlebevoegdheid van de rekenplichtigen van de autonome provinciebedrijven en allicht ook de extern verzelfstandigde agentschappen. De minister antwoordt dat de controle op de autonome provinciebedrijven een duidelijke bevoegdheid is van het gewestelijk korps van de externe audit. De extern verzelfstandigde agentschappen kunnen zelf bepalen of de controle wordt uitgeoefend door een bedrijfsrevisor dan wel door de externe audit.
Wat de tweede opmerking van het Rekenhof betreft, stelt de minister dat het Rekenhof vandaag al de financieel beheerder van de provincie controleert. Het decreet voorziet nu in een budgethouderschap en in rekenplichtigen. Het Rekenhof ziet dat als een uitbreiding van zijn opdracht. De minister voegt hieraan toe dat het niet zijn bedoeling is de controle te verminderen, maar wel om die doeltreffend te doen functioneren.
De heer Tavernier vraagt nog of de rapporteringsplicht en de openbaarheid van de controle door een bedrijfsrevisor op de EVA's van dezelfde orde is als de controle uitgaande van de externe audit of van het Rekenhof. De minister verwijst voor de controle door de bedrijfsrevisor naar de vennootschapswetgeving. De rapportering gebeurt ten aanzien van de bestuursorganen. Bij de controle wordt als het ware een röntgenfoto gemaakt van de onderneming. Het gaat dus geenszins om een vrijblijvend verslag. De vennootschapswetgeving legt daarvoor de inhoudelijke criteria op. (Applaus)
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik dank de verslaggever voor het correcte verslag. In de commissie heeft de minister gezegd dat hij de interpretatie van het parlement zou volgen. We zijn daar erg tevreden mee en we zullen erop toezien dat dit in de praktijk gebeurt.
De heer Tavernier heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, dit parlement probeert aan goed wetgevend werk te doen. Het is dan ook belangrijk dat bij de bespreking van dergelijk decreet voldoende aandacht wordt besteed aan bijkomende elementen, al zijn die natuurlijk nogal laattijdig toegestuurd door het Rekenhof. Het is belangrijk voldoende tijd te nemen voor besprekingen. Ik hoop dat dit zeker in de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden in de toekomst het geval zal zijn. We moeten de dingen grondig bespreken en de nodige adviezen moeten worden gegeven.
Ik ben tevreden met de interpretatie van de tekst, maar ik vind het altijd gemakkelijker als een tekst eigenlijk niet moet worden geïnterpreteerd. Het moet duidelijk zijn wat de bedoeling is. Jammer genoeg is hier nog altijd een beetje interpretatie nodig. Meer duidelijkheid in de tekst ware beter geweest.
De stemmingen over de amendementen op de artikelen 61, 62 en 268 en over deze artikelen worden aangehouden.
De tweede lezing is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.