Report plenary meeting
Voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 19 juli 2002 houdende de privaatrechtelijke culturele archiefwerking
Voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 7 mei 2004 houdende de organisatie en subsidiƫring van een cultureel-erfgoedbeleid
Report
Aan de orde zijn de voorstellen van decreet van de heren Caron, Van Dijck en Vanackere, mevrouw Van Nieuwenborgh en de heer Schueremans houdende wijziging van het decreet van 7 mei 2004 houdende de organisatie en subsidiëring van een cultureel-erfgoedbeleid, van de heren Caron, Van Dijck, Vanackere, Vandenbossche en Schueremans houdende wijziging van het decreet van 19 juli 2002 houdende de privaatrechtelijke culturele archiefwerking en van de heren Caron, Van Dijck en Vanackere, mevrouw Van Nieuwenborgh en de heer Schueremans houdende wijziging van het decreet van 27 oktober 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van de organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur.
De algemene bespreking is geopend.
(verslaggever)
De commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media behandelde op 16 juni het voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 7 mei 2004 houdende de organisatie en subsidiëring van een cultureel-erfgoedbeleid.
De heer Caron stelt dat de wijzigingen in het erfgoeddecreet haast identiek zijn aan de wijzigingen in het decreet betreffende de volkscultuur en het archiefdecreet. Het is de bedoeling om een aantal technische anomalieën recht te zetten. Er wordt een juridisch vacuüm opgelost. Artikel 5 van het voorstel vermijdt dat een aantal instellingen die op grond van het oude museumdecreet eind 2004 een aanvraag tot erkenning hebben ingediend, in een onduidelijke rechtspositie terechtkomen.
Er wordt rechtszekerheid gegeven aan de lopende procedures voor de erkenning en de subsidiëring van musea en voor de subsidiëring van overkoepelende samenwerkingsverbanden van minstens drie erkende musea. Op die manier kunnen de werkingssubsidies worden uitbetaald vanaf 1 januari 2006. Artikel 6 van het voorstel voorziet in een aanpassing van artikel 59 van het erfgoeddecreet zodat een sluitende juridische basis wordt gegeven aan de momenteel lopende procedures. Ook het probleem dat in het oude museumdecreet de inschaling gekoppeld is aan de erkenning van een museum en in het erfgoeddecreet aan de subsidiëring, wordt met dit voorstel opgelost.
Ook het feit dat de regeling inzake de reservevorming niet exact blijkt te zijn, wordt rechtgezet. Werkingsoverschotten die op het einde van de periode over zijn, kunnen nadien tot 20 procent worden aangewend als men opnieuw meerjarig wordt gesubsidieerd. Als men niet opnieuw wordt gesubsidieerd, wordt geregeld hoe de resterende subsidies moeten worden aangewend. Er is een licht aangepaste regeling voor de openbare musea, die niet kunnen spreken van reservevorming.
Verder is er een technische aanpassing van enkele termen. Voor de musea in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt dezelfde definitie genomen als in het kunstendecreet zodanig dat er geen andere interpretatie mogelijk is. De heer Vanackere verduidelijkt dat die wijziging, die betrekking heeft op Brussel, de voorwaarden harmoniseert om in aanmerking te komen voor het erfgoeddecreet.
Het voorstel van decreet werd eenparig aangenomen met negen stemmen.
Met betrekking tot het decreet over de volkscultuur en dat over de archiefwerking verwijs ik naar het schriftelijke verslag.
De voorstellen betekenen geen ommekeer, maar verfijnen een aantal bestaande regels en lossen enkele praktische problemen op. Ik vraag aandacht voor het erfgoed in Vlaanderen. Met deze voorstellen kan het erfgoedbeleid groeien.
Waardering voor de volkscultuur is essentieel. Het is zeldzaam dat daarover in deze vergadering wordt gesproken. Het erfgoeddecreet maakt het mogelijk om een aantal mankementen aan te pakken en zegt een aantal vernieuwingen voort. Erfgoed heeft een grote publieksparticipatie: erfgoedactiviteiten kunnen veel Vlamingen boeien. Het decreet doet een beroep op de verantwoordelijkheidszin van de betrokken instellingen en biedt de mogelijkheid om middelen voor grote activiteiten te reserveren. Verder biedt het decreet rechtszekerheid omdat het in een voorschotregeling voorziet.
Op artikel 5 van het decreet over de volkscultuur werd een amendement ingediend in verband met de vernieuwde definitie van de administratie die de dossiers behandelt, zodat de toepassing ingang kan vinden vanaf januari 2005.
De Vlaamse Regering onderschrijft de bepalingen van de drie voorstellen van decreet en is gelukkig met de wijzigingen.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Caron, Van Dijck en Vanackere, mevrouw Van Nieuwenborgh en de heer Schueremans houdende wijziging van het decreet van 7 mei 2004 houdende de organisatie en subsidiëring van een cultureel-erfgoedbeleid.
De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Caron, Van Dijck, Vanackere, Vandenbossche en Schueremans houdende wijziging van het decreet van 19 juli 2002 houdende de privaatrechtelijke culturele archiefwerking.
De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Caron, Van Dijck en Vanackere, mevrouw Van Nieuwenborgh en de heer Schueremans houdende wijziging van het decreet van 27 oktober 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van de organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur.
De stemmingen over het amendement op artikel 5 en over artikel 5 worden aangehouden.De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.