Report plenary meeting
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004. Tweede aanpassing
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2004. Tweede aanpassing
Report
Aan de orde is het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004.
De algemene bespreking is geopend.
De uitgangspunten bij de begrotingscontrole 2004 en de begroting 2005 zijn: het voeren van een gezond financieel beleid en het behoud van het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. De begroting 2005 werd aangekondigd als een moeilijke begroting.
De tweede aanpassing van de begroting 2004 geeft een begrotingssaldo van 586 miljoen euro, voor 2005 is dit 582 miljoen euro.
Qua ondernemersvertrouwen is er een positieve stabilisering. Het consumentenvertrouwen is boven het niveau van 2003. De recordprijzen voor de olie hebben wel een impact op de Vlaamse groeicijfers. Dat vertaalt zich in een vermindering van het consumenten- en ondernemersvertrouwen. Ook de groeiverwachtingen moeten daardoor worden bijgesteld. De inflatie is gestegen boven 2 procent, ook wegens de duurdere olie. Deze stijging van de inflatie wordt voor een deel opgevangen door de sterke positie van de euro tegenover de dollar.
Voor 2004 wordt op dit moment een BNI-groei vooropgesteld van 2,2 procent. Voor 2005 zou het kunnen oplopen tot 2,4 percent. De inflatie bedroeg in 2003 1,59 procent. De verwachting is dat ze in 2004 zal oplopen tot 2,1 procent en zich in 2005 zal stabiliseren op 2 procent.
De begroting gaat uit van een stabiele economische groei van 2 procent. Het verschil tussen de reële groei en de vooropgestelde 2 procent wordt toegevoegd aan de conjunctuurprovisie. Voor de inflatie wordt rekening gehouden met een trendgroei van 1,5 procent. Voor 2004 en 2005 samen wordt zo een reserve in de begroting van ongeveer 167 miljoen euro gecreëerd. De Vlaamse Regering heeft beslist dat deze middelen volledig gebruikt worden voor het afbouwen van de spanning tussen beleids- en betalingskredieten. Daarnaast zal er op basis van het stabiliteitspact een afwijking van 1 procent worden aangevraagd met betrekking tot de norm.
Meer dan 70 procent van de middelen van de Vlaamse begroting bestaat uit federale dotaties. Die afhankelijkheid van de federale middelen moet worden afgebouwd. De federale dotatie stijgt, voornamelijk als gevolg van de doorstorting van de personenbelasting en de BTW. De denataliteitscoëfficiënt brengt meer op dan vorig jaar. De verdeelsleutel van de evolutie van het aantal leerlingen heeft een miniem negatief effect op de dotatie aan Vlaanderen. In 2004 bedragen de Lambermontmiddelen 309 miljoen euro, in 2005 544 miljoen euro.
De eigen gewestbelastingen, de eigen toegewezen ontvangsten en de eigen niet-fiscale ontvangsten bedragen ongeveer 20 procent van de middelen van de Vlaamse begroting. De gewestbelastingen zijn de voorbije 2 jaar gegroeid. Voor 2005 worden de middelen op ongeveer 3,389 miljard euro geraamd.De eigen niet-fiscale ontvangsten waren in 2004 heel belangrijk. Zo was er de eenmalige maatregel met betrekking tot de activering en verkoop van patrimonium voor circa 195 miljoen euro. Het Vlaams Parlement heeft aan de Vlaamse Regering opgedragen Gimvindus te vereffenen. Op dit ogenblik is Vlaams minister Peeters, bevoegd voor Leefmilieu, bezig met de verkoop van de aandelen van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW). De ontvangen biedingen laten toe de opbrengstraming bij te stellen tot 120 miljoen euro. Daartegenover staat een belangrijke bijkomende inspanning in de Rio-dossiers, maar die blijven geblokkeerd tot de middelen effectief zijn ontvangen.
De Alesh-ontvangsten (Amortisatiefonds voor Leningen voor Sociale Huisvesting) bedragen 138,5 miljoen euro. De afspraak in het Overlegcomité is dat die middelen niet gebruikt worden voor het beleid, maar worden opgenomen in de normverplichting. Het geld kan enkel voor schuldafbouw worden aangewend.
Het dividend van de GIMV voor 2004 komt weer op het normale peil van de jaren 2000 tot 2002, zodat 24 miljoen euro in de begroting kan worden ingeschreven voor 2004 en wellicht ook voor 2005.
Veel eenmalige ontvangsten zijn er niet in 2005. Er is alleen nog een uitloper van de activering van het patrimonium voor een bedrag van circa 85 miljoen euro.
Om tot deze uitgavenbegroting te komen, heeft de Vlaamse Regering een strakke besparingsoperatie doorgevoerd. Vooreerst is er een gecorrigeerde lineaire 1/13-maatregel op alle niet-loonkredieten. Daarnaast is er een lineaire besparing van 5 percent op de werkingskredieten van zowel het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (MVG) als de VOI's. Een derde maatregel is een wervingsstop, met uitzondering van continudiensten en van die functies met een rechtstreekse maatschappelijke dienstverlening waarvan de vervangingsaanwervingen noodzakelijk zijn.
Verder zijn er een aantal zeer concrete besparingen, zoals de halvering van het krediet op het programma "Communicatie voor allerhande uitgaven in verband met informatie- ensensibiliseringscampagnes". Deze besparing moet aanleiding geven tot een meer overwogen communicatie.
De begroting Onderwijs stijgt. Het meeste geld gaat naar het basis- en secundair onderwijs. Maar ook de middelen voor de hogescholen nemen toe.
Binnen onderwijs is de indexering verantwoordelijk voor het grootste deel van de bijkomende loonuitgaven. In 2005 laat de impact van de CAO's zich verder voelen. De studietoelagen en jokerbeurzen stijgen, Ook de middelen voor schoolinfrastructuur stijgen, maar daarvoor moet er alternatieve financiering gevonden worden. Dankzij een bijsturing dalen de uitgaven van de vervangingspool.
Voor welzijn en gezondheid en het wegwerken van de wachtlijsten worden enorme budgettaire inspanningen geleverd. Alle beloftes over werkingssubsidies worden gehonoreerd.
Voor 2005 wordt de dotatie voor het Vlaams Fonds verhoogd en er zijn ook extra middelen voor het wegwerken van de wachtlijsten voor personen met een handicap. Voor de CAO 26 en de Vlaamse inschakelingpremies voor personen met een handicap alsook voor de individuele materiële bijstand zijn er bijkomende middelen. In de residentiële sector is er een daling door de eenmalige inspanning die de Vlaamse Regering heeft gedaan met een amendement op de begroting 2004.
Voor de financiering van de infrastructuur is er bij de begrotingscontrole 2004 een extra inspanning, maar ook de dotatie voor bijkomende plaatsen in de bijzondere jeugdbijstand stijgt. Voor het Vlaams intersectoraal akkoord voor de social-profitsector, stijgen de middelen. Er wordt een grote inspanning geleverd voor de welzijnssector. De dotatie aan het Vlaams Zorgfonds wordt opgetrokken.
De belangrijkste uitgavenpost voor de lokale overheden is het Gemeente- en Stedenfonds. Voortaan wordt gewerkt met een stijgingspercentage van 3,5 percent per jaar gedurende 5 jaar.
De daling van de opbrengst van de milieuheffingen wijst op dat het regulerende karakter ervan. Het gevolg daarvan is natuurlijk dat de inspanningen vanuit de algemene begroting voor de milieusector stijgen.
Dankzij het Vlaams Infrastructuurfonds en het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven samen, kan men de inspanningen inzake infrastructuur op peil te houden. Gevaarlijke punten kunnen verder worden weggewerkt. Daarnaast zijn er nog extra inspanningen voor bijvoorbeeld het Deurganckdok. Het decreet houdende basismobiliteit wordt trager doorgevoerd.
Vlaanderen kan met de middelen uit het FFEU naast de middelen van het Vlaams Infrastructuurfonds nog 177 miljoen euro vastleggen voor verkeersveilige voorzieningen. De regering heeft beslist om in 2005 50 miljoen euro van de laatste schijf aan FFEU-middelen te heroriënteren naar dringende baggerwerken. Het gaat hier over drie grote projecten : de verdiepingsbaggerwerken van het Kanaal Gent-Terneuzen, baggerwerken in de getijdendokken. wegbaggeren in en in de aanloopgeul van het Deurganckdok
Om voor de komende 3 jaar een gezonde financiële balans te kunnen waarborgen, heeft de Vlaamse Regering beslist om voor het overige de niet aangewende kredieten van de begroting 2004 exclusief aan te wenden voor schuldafbouw. Daardoor wordt een oververhitting vermeden.
In 2004 zal de Vlaamse schuld gehalveerd zijn. Bij gelijke inspanningen en uitvoering van het stabiliteitspact kan de schuld in Vlaanderen naar 0 euro evolueren in 2009-2010. Dit laat toe om eventueel te kiezen voor bijkomende provisionering in plaats van 100 percent schuldafbouw. De gemiddelde kost van de uitstaande Vlaamse schuld bedraagt 5,6 percent. Dat betekent dat elk miljard euro dat wordt bespaard of gereserveerd voor schuldafbouw, zich onmiddellijk vertaalt in reële beleidsruimte het jaar nadien.
Met betrekking tot de normnaleving door de Vlaamse overheid, wijst de minister erop dat in 2004-2005 voor het eerst gewerkt moest worden met een volledige consolidatie van het vorderingssaldo van zowel het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap als de Diensten met Afzonderlijk Beheer en de Vlaamse overheidsinstellingen. Conform artikel 8 maakt de Vlaamse overheid voor het jaar 2004 gebruik van de mogelijkheid om een vermindering van 1 procent op de geleverde inspanningen te vragen.
Het rendement van de Vlaamse inspanningen die in de begrotingen 2005 en 2006 worden geleverd, vertalen zichzelf vanaf 2007 en 2008 automatisch in een intertemporele neutraliteit, een term van de HRF. Daarvoor wordt er een bijkomende inspanning gevraagd van 95 miljoen euro.
Vlaanderen heeft hieraan wel drie voorwaarden verbonden: alle entiteiten moeten meedoen aan de verstrengde HRF-norm, er moet een bestraffingsysteem komen en de parameters moeten definitief vastgelegd worden. Gezien de bijkomende inspanning, vraagt de Vlaamse Regering bij de HRF ook voor 2005 de afwijking van 1 percent aan.
Kortom de Vlaamse begroting is gezond, zolang Vlaanderen een budgettair voorzichtig beleid voert met de vinger op de knip.
Bij de algemene bespreking stelt het Vlaams Belang de inkomsten te voorzichtig begroot worden. Eigenlijk zijn er middelen genoeg. Zelfs een eventuele splitsing van de gezondheidszorg kan geen reden zijn om nu de buikriem aan te halen. Waarom wordt die beleidsruimte vandaag niet gebruikt, onder meer voor de behoeften in het kader van het Zorgfonds?
CD&V juicht toe dat de techniek van de onderbenutting niet meer wordt toegepast en dat er wordt gestreefd naar een conjunctuurneutrale begroting. Voorts is het een begroting met discipline. Hopelijk wordt aan de drie voorwaarden die verbonden zijn aan die extra inspanning voor de HRF voldaan. Het vierde sterke punt is de schuldafbouw.
Sp·a-spirit is blij dat de begroting voldoet aan de strengste doelstellingen van de HRF. Maar de begroting is geen spiegel van het beleid. Het is inderdaad een moeilijk jaar.
Bij de bespreking werd veel aandacht besteed aan de verkoop of vererfpachting van de gebouwen van de Vlaamse gemeenschap. Het Vlaams Belang verwijt de regering de gebouwen te willen activeren om de schuld af te bouwen. Dat is niet het beleid waarop Vlamingen zitten te wachten. En kan het VHM gebouw, dat van de sociale huisvestingsmaatschappijen is, zomaar verkocht worden? Het Vlaams Belang denkt dat de middelen voor wederinhuring onderschat worden.
Ook Groen! vraagt of deze operatie nodig is en niet duurder is dan eigenaar te blijven. Groen! denkt ook dat het gaat om een debudgettering.
VLD vraagt of er wel rekening wordt gehouden met het onderhoud en herstellingen, en of het contract conform de wetgeving op erfpacht is. CD&V stelt dat het gebouw van de VHM een soort bankwaarborg is voor de sociale huisvestingssector. Algemeen zijn er ook opmerkingen over het verschil in fiscale behandeling tussen verkoop en overdracht in erfpacht.
De minister en het Rekenhof spreken tegen dat het gaat om een debudgettering. De transactie genereert inkomsten, en de huurkosten worden aangerekend op de uitgavenbegroting. Ze worden dan ook niet uit het budget gehaald.
Voor de VHM wordt het probleem opgelost door een correctie aan te brengen in de dotatie. De keuze voor erfpacht of verkoop is inderdaad ingegeven door fiscale verschillen: de registratierechten op erfpacht zijn beduidend lager dan bij verkoop.
Het is een politieke beslissing om geld te activeren en aan te wenden voor andere beleidskeuzes. Door de wil van de regering om het Stabiliteitspact uit te voeren, gaat de Vlaamse regering niet lenen. Als de activa niet worden gevaloriseerd door verkoop of vererfpachting, moest voor eenzelfde bedrag worden bespaard of de belastingen verhoogd.
De HRF-normering, het Stabiliteitspact, de schuldafbouw, en de conjunctuurprovisie kwamen ook ruim aan bod. Het Vlaams Belang is tegen de bijkomende inspanning voor het Stabiliteitspact, zolang niet voldaan is aan alle gestelde voorwaarden. Zij stellen ook dat de HRF-norm Vlaanderen belet de middelen vrij te besteden. Tot slot merkt het Vlaams Belang op dat het technisch rapport van de mensen van het Hoge Raad voor Financiën wonderwel overeenkomt met de wensen van de federale regering.
Sp·a-Spirit is van oordeel dat het toekomstig beleid gevrijwaard wordt door de inkomsten en uitgaven te beheersen. Elke entiteit in België moet verantwoordelijkheid daarvoor nemen. Sp·a-Spirit vraagt zich ook af hoe ver men in Vlaanderen moet gaan op het vlak van schuldafbouw.
Soms is het beter een schuld overeind te houden en de middelen op een andere manier te vrijwaren, zodat Vlaanderen wel de afspraken uit het stabiliteitspact naleeft, maar toch meer rendement krijgt voor het beleid. Toch is schuldafbouw nuttig, omdat ze beleidsruimte creëert doordat de interesten verminderen.
CD&V vindt dat Vlaanderen in 2009 geen schulden meer zou mogen hebben, en is voorstander van een meerjarenbegroting. Als er wordt geëist dat er meer bevoegdheden worden overgeheveld van het federale naar het Vlaamse niveau moet Vlaanderen zich daarop voorbereiden, ook budgettair.
Ook de sp·a-spirit dringt aan op een meerjarenbegroting omdat die duidelijker is op langere termijn.
Op de opmerking van het Vlaams Belang over de recente verhoging van de inspanningen van Vlaanderen met 95,6 miljoen euro in het kader van het Belgisch stabiliteitspact en de daaraan verbonden voorwaarden, antwoordt minister Van Mechelen dat dit niet zal worden uitgevoerd als het overleg met de federale overheid over het nieuwe stabiliteitspact voor 2006-2011 niets oplevert en er geen rekening wordt gehouden met de aanbeveling van de Hoge Raad voor Financiën inzake het principe van de intertemporele neutraliteit. Het kan niet zijn dat wat positief is voor de federale overheid tot een strakkere begroting voor Vlaanderen leidt. Er moet een consistente regeling zijn.
CD&V stelt dat er de voorbije maanden zowel van het Rekenhof als van de SERV en Abafim ramingen geweest zijn van de stijging van de impliciete schuld in de voorbije jaren. Er is sprake van 2 tot 2,5 miljard euro. De begroting is niet duidelijk over de wijze waarop de impliciete schuld zal afgebouwd worden. CD&V vindt dat de geconsolideerde impliciete schuld moet opgevolgd worden, ook al is dat niet altijd eenvoudig; een ernstige begrotingsanalyse maken is anders onmogelijk. Elke begrotingscontrole zou een duidelijk overzicht over het verloop van die schuld moeten inhouden.
Sp·a-spirit vindt dat de regering nu plotseling wel enige voorzichtigheid aan de dag legt, maar heeft er geen idee van hoe risicovol de situatie is.
Het Vlaams Belang verklaart dat de impliciete schuld volgens de commissie 2,3 miljard euro en volgens het Rekenhof 3,2 miljard
Euro bedraagt.
Minister Van Mechelen repliceert dat monitoring van de impliciete schulden niet gemakkelijk maar wel mogelijk is, maar stelt de relevantie ervan in vraag: niet iedere vastlegging leidt tot ordonnancering. Voor hemzelf is monitoring een soort zelfbescherming. De cijfers zijn vrijwel exact gekend door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het enige probleem zijn de VOI's.
Om de impliciete schuld beter in de hand te kunnen houden, worden drie maatregelen getroffen: beperking van de leningsmachtiging van VOI's, het niet-creëren van middelen voor het FFEU in 2005, en het tijdelijk cumuleren van de vastleggingskredieten met de beleidskredieten komen.
Het heeft geen zin vastleggingen te doen die men nadien niet kan betalen. Af en toe moet dus "neen" moeten gezegd worden of zal de regelgeving moeten worden aangepast. Het is duidelijk dat impliciete schuld onder controle moet zijn; ze is niet van die aard om de financiële positie in gevaar te brengen. Door de percentonderbenutting te schrappen is het volgens de minister mogelijk op korte termijn opnieuw een gezondere verhouding te creëren tussen beleids- en betaalkredieten.
De Vlaamse Regering besliste om de middelen maximaal aan te wenden om de betaalkredieten te versterken. Bij de initiële begroting van 2005 is de discrepantie tussen beleids- en betalingskredieten bijna tot nul herleid. Vlaanderen zal een substantiële inspanning kunnen doen om tijdens de 2 begrotingsjaren de impliciete schuld met 250 tot 300 miljoen euro af te bouwen. Aan de Hoge Raad van Financiën wordt toestemming gevraagd voor een afwijking van 1 percent zodat de conjunctuurprovisie kan gebruikt worden voor het versterken van de betalingskredieten.
Minister Van Mechelen verklaart dat de Vlaamse Regering haar verantwoordelijkheid opneemt, maar dat ze zeer sterk afhankelijk blijft van de dotatie van de federale regering. Vlaanderen zal rond 2007-2008 een keuze moeten maken tussen schuldafbouw of het aanleggen van provisies. De administratie heeft de opdracht gekregen te bekijken welke schuld zonder kosten kan worden afgelost in de volgende vijf jaar. Als Vlaanderen wederbeleggingsvergoedingen moet betalen om aan schuldafbouw te doen, verkiest de ministerprovisies aan te leggen. Op de vraag van de minister aan de Hoge Raad van Financiën om te adviseren, heeft hij tot op vandaag geen antwoord gekregen. Een nulschuld is een zeer merkwaardige schuldratio. Maar schuldafbouw blijft belangrijk omdat ze de financiële positie van Vlaanderen versterkt.
Sp·a-spirit stelt dat deze regering de afspraken uit het verleden honoreert en dat de kritiek van Groen! onterecht is. De partij is wel bezorgd over de bodemsanering: het budget daarvoor is te klein. De minister antwoordt dat de minister van leefmilieu alternatieve financiering zoekt, en dat in de PMV een apart fonds zal opgericht worden. Zo wordt niet alleen gesaneerd, maar wordt de opbrengst van de valorisatie van de gesaneerde terreinen ook maximaal. Een goed voorbeeld is Boelwerf in Temse.
Het Vlaams Belang stelt dat het engagement om meer middelen te voorzien in opleiding van ambtenaren niet wordt ingelost. De minister repliceert dat er op de kredieten voor vorming van de ambtenaren altijd een onderbenutting is, en dat ook de kredieten moeten worden meegeteld die worden voorzien
voor omscholing van ambtenaren.
Het Vlaams Belang stelt dat er meer geld gaat naar de kabinetten, hoewel er geen beleidsdomeinen bijkwamen. Tevens telt het Vlaams Belang vast dat het Beter Bestuurlijk Beleid niet wordt uitgevoerd, hoewel het in het regeerakkoord staat. De minister antwoordt dat het BBB slechts wordt uitgevoerd indien het budgettair neutraal is en dat deze voorwaarde bij elk begrotingsakkoord werd meegenomen. De één-op-één benadering van de ministeries werd niet doorgevoerd waardoor opnieuw meer personeelsleden op de kabinetten zijn dan voorzien.
Al bij al is dit een begroting die getuigt van spaar- en daadkracht. Waar mogelijk werd gesnoeid, waar nodig kredieten bij voorzien, zelfs al moeten daar op het eerste zicht moeilijk verdedigbare maatregelen voor worden genomen.
De regering denkt duidelijk aan de toekomst en tracht via provisies en schuldafbouw de beleidsruimte voor de volgende jaren veilig te stellen.
Deze manier van werken werd geapprecieerd door de meerderheidspartijen, minder door de oppositiepartijen. (applaus)
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004.
De artikelsgewijze bespreking is geopend.
De stemmingen over de artikelen en amendementen worden aangehouden.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
Heeft dit begrotingsdebat echt zin, of is het enkel bedoeld om de democratische schijn op te houden? De nota "samenwerking tussen de vier meerderheidsfracties" ondertekend door de meerderheidspartijen laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het enige wat de meerderheidsparlementsleden in dit halfrond daardoor nog mogen doen, is op de juiste knop drukken tijdens stemmingen en applaudisseren voor de regering. Het cordon sanitaire wordt met deze nota niet alleen bestendigd, maar strakker dan ooit aangehaald. Met deze zwijgnota is het open en vrij debat in het Vlaams Parlement zo dood als een pier.
De Vlaams-Belangfractie wil praten en samenwerken met iedereen die een beter Vlaanderen wil enis bereid tot wisselmeerderheden en tot constructief overleg. Wij zullen de voorstellen van de andere fracties op inhoud en niet op basis van de partijaanhorigheid beoordelen.
Een jaar geleden bespraken we de laatste paarsgroene begroting. CD&V-fractieleiders Eric van Rompuy zei toen dat een nieuwe ploeg onder leiding van de CD&V het vanaf juni 2004 beter zou doen. Hij had toen een aantal specifieke eisen, onder meer de gelijke financiering van elke leerling in het
onderwijs, het wegwerken van de wachtlijsten, het diepte-investeringen in economie en werkgelegenheid en het versterken van het maatschappelijk draagvlak door onder andere een verdubbeling van het budget in verband met drugpreventie.
Intussen levert CD&V de minister-president. Deze begroting is het eerste grote wapenfeit van de nieuwe regering. We willen met u eens nagaan hoe CD&V haar verkiezingsbeloften heeft ingevuld in deze begroting.
Welke middelen werden er in deze begroting vrijgemaakt voor de gelijke financiering van elk kind in het onderwijs en met de kosteloosheid van het basisonderwijs?
Op de wachtlijsten voor een sociale woning staan er nu 76.000 mensen, nog meer dus dan in het verleden. Nochtans staan er meer dan 4.000 sociale woningen leeg. In deze begroting wordt ook geen enkele bijkomende inspanning gedaan om nieuwe sociale woningen of appartementen te creëren.
Hoe zit het met de extra plaatsen in de kinderopvang, een van de belangrijkste prioriteiten van CD&V tijdens haar oppositieperiode? De Vlaamse Regering wil een miljoen euro minder uitgeven aan de diensten voor opvanggezinnen, hoewel die vandaag 30.000 kinderopvangplaatsen realiseren. Volgend jaar zullen dus mensen moeten worden ontslaan, en dit ondanks de hoge werkdruk. Hoe wil de regering tegemoetkomen aan de eisen van de witte sector inzake lonen en werktijden? Hoe wil ze de wachtlijsten in de gehandicaptensector en de ouderensector wegwerken, het strijdpunt in de verkiezingsperiode? In de begroting zijn er weinig inspanningen in die richting.
Ik weet het wel, voor dit alles is er geen geld. Nochtans is er wel geld voor een uitbreiding van de ministeriële kabinetten, een fenomeen waartegen CD&V tijdens haar hele oppositieperiode had geprotesteerd. Terwijl in de Vlaamse administratie een wervingsstop werd aangekondigd, wordt het aantal personeelsleden in de kabinetten opgetrokken van 469 naar 490 en wordt er een extra bedrag van 5 miljoen euro ingeschreven in de begroting.
Minister-president Leterme zal straks wellicht komen vertellen dat hij niet beschikt over de nodige middelen om al die beloften in te vullen. Hij zal meedelen wat hij reeds heeft verteld in een interview aan Knack, namelijk dat hij vandaag de facturen van Groen! moet betalen. Dat is natuurlijk gemakkelijk, want Groen! is nu net de enige partij die geen deel meer uitmaakt van de Vlaamse Regering. Het is dus altijd de schuld van de anderen, nooit van CD&V.
Ik kan de minister-president niet helemaal ongelijk geven. De vorige regering heeft inderdaad allerlei ongecontroleerde uitgavenbeloftes gedaan, zonder in de nodige middelen te voorzien en zelfs zonder de budgettaire gevolgen van bepaalde beloftes te kunnen of willen inschatten. In de meest recente begrotingscontrole heeft de regering daarom niet alleen een paar eenmalige ontvangsten moeten inschrijven, ze heeft zelfs een aantal gebouwen in de verkoop moeten zetten.
De Vlaamse overschotten zijn inderdaad in grote mate gebaseerd op de verkoop van overheidsgebouwen volgens de zogenaamde sale and rent back formule, die 250 miljoen euro moet opbrengen. Het Rekenhof bestempelt dit als vastgoedoperaties met zekere risico's waarvan het aspect voordeligheid betwistbaar is. Vroeger stelde CD&V dat de federale regering haar kroonjuwelen uitverkocht om ze daarna weer te huren. De heer Leterme noemde dit twee jaar geleden in de Kamer een kortetermijnoplossing, een tijdbom onder het gebouwenpatrimonium van de overheid en een budgettaire tijdbom. De argumenten van toen zijn echter nog steeds geldig.
Wellicht zal de minister-president vertellen dat al deze maatregelen nodig zijn voor het halen van de strengste norm van de Hoge Raad voor Financiën (HRF). Hij wil namelijk absoluut de extra inspanning van 95 miljoen euro realiseren die het HRF bijkomend heeft opgelegd. Dat komt de federale regering goed uit, want die wil daarmee voor een stuk de putten vullen die het gevolg zijn van het ontsporen van de uitgaven voor de ziekteverzekering.
De extra inspanning wordt alleen aanvaard onder drie concrete voorwaarden. We weten nu echter al dat aan twee van die voorwaarden niet voldaan zal zijn, namelijk dat de andere deelstaten een gelijkaardige inspanning moeten doen en dat er sancties moeten worden vastgelegd voor de deelstaten die geen inspanningen doen. Minister Van Mechelen zal wellicht antwoorden dat hij vrijdag jongstleden met de andere begrotingsminister een princiepsakkoord heeft bereikt over de invoering van een budgettair correctiemechanisme. Ik zou straks graag vernemen wat dat precies inhoudt. Op basis van verklaringen in de krant door de woordvoerster van minister Vande Lanotte en van de heer Vanhengel, durf ik aan die mededeling echter te twijfelen.
Hoewel de Vlaamse Regering de enige is die loyaal een aantal zaken doet, bijvoorbeeld voor het halen van de strengste norm van de HRF, wordt ze daar niet echt voor beloond door de federale regering, integendeel. Er zullen nog een aantal bijkomende eenzijdige maatregelen worden doorgevoerd om onze begroting nog meer te bezwaren. De werkgeversbijdragen op de vakantiepremies van de Vlaamse ambtenaren moeten volgens de federale regering worden doorgestort aan de sociale zekerheid. Hetzelfde zou men willen doen voor de eindejaarspremies. Het inroepen van een belangenconflict zal dit allicht wat tegenhouden, maar of het dit ook zal kunnen afwenden is een andere kwestie.
De federale loyaliteit draait altijd op eenrichtingsverkeer uit. De beste leerling van de klas wordt gestraft in plaats van beloond en moet opdraaien voor de slechte prestaties van de anderen. Onze fractie is van mening dat Vlaanderen niet aan de strengste norm moet beantwoorden en dat de 95,6 miljoen euro niet als dusdanig moet worden ingeschreven in de begroting, maar dat die wordt gebruikt om een aantal uitgaven te betalen.
De interministeriële conferentie heeft vrijdag plaatsgevonden. Op de agenda stonden twee punten. Zo werden de begrotingsdoelstellingen voor 2004 definitief vastgelegd. Vlaanderen is in 2004 vertrokken van een norm van 609,8 miljoen euro. Er is beslist om de EBA-realisatie niet in de norm op te nemen. Dat wil zeggen min 39,3 miljoen euro. Er is ook een akkoord gesloten over de parameters, waarbij Vlaanderen een negatieve correctie krijgt van min 40,6. Men heeft ook akte genomen van het feit dat de Hoge Raad van Financiën Vlaanderen de mogelijkheid geeft om de 1-procentafwijking te vragen waardoor de norm 2004 is voor Vlaanderen is vastgelegd op 373,3 miljoen euro.
Het tweede punt was het vastleggen van de begrotingsdoelstelling voor het begrotingsjaar 2005 en 2006-2011. Er zijn een aantal afspraken over hoe men het normeringstraject gaat berekenen en over de invoering van een correctiemechanisme.
Ten slotte was er ook een discussie over de gewestbelastingen en over het boekhoudplan. De afspraak is om in de loop van januari opnieuw samen te komen en om tegen de begrotingscontrole van 2005 een definitief akkoord te bereiken. Minister Vanhengel was niet aanwezig.
Ik bedank de minister voor de uitleg, maar we wachten het akkoord kritisch af. Extra middelen zouden dringend noodzakelijk kunnen worden aangewend in de eigen begroting. Vlaanderen telde in november 2004 233.575 werkzoekenden, 11 procent meer dan een jaar geleden. Tijdens de verkiezingscampagne stelde de CD&V terecht vast dat sedert juni 1999 het aantal werklozen in Vlaanderen met 18 procent was gestegen. Dit jaar is het aantal langdurige werklozen met ruim 12 procent gestegen. De werkgelegenheidsgraad blijft ook nu nog in Vlaanderen onder de 65 procent. Hoe zit het met het toekennen van meer fiscale hefbomen aan Vlaanderen? Wanneer zal Vlaanderen bevoegd zijn om zelf de vennootschapbelastingen te verlagen? Waarom wordt de oprichting van een talentenbank niet uitgevoerd? Ondanks de toenemende werkloosheid stellen we vast dat er bezuinigd wordt op de economische expansiesteun en dat de inkomensgarantie voor het eerste jaar als zelfstandige evenmin in 2005 een feit zal zijn.
Er wordt bespaard. De meerderheid voert allerlei kunstgrepen uit om de inkomsten te verhogen, bijvoorbeeld door de invoering van de rioolbelasting, waartegen CD&V zich een jaar geleden nog hevig verzette. Nu is de rioolbelasting een feit dankzij een CD&V-minister. Opnieuw wordt het programmadecreet misbruikt om via een amendement een nieuwe belasting aan de bevolking op te dringen. De fameuze rioolbelasting die elk Vlaams gezin tussen 100 en 150 euro per jaar zal kosten, is het gevolg van het feit dat de Vlaamse overheid blijkbaar niet van plan is om zelf zijn verantwoordelijkheid te nemen in verband met de waterzuivering, maar die doorschuift naar de gemeenten. Dat is totaal onverantwoord. In december 2003 verspreidde de heer Matthijs een perscommuniqué waarin duidelijk staat dat CD&V het er niet mee eens is dat de gemeenten nog maar eens via het gemeentelijk rioolrecht de belastingen moeten verhogen. Hij stelde dat de Vlaamse regering zelf een oplossing moest zoeken en niet alles afschuiven op de gemeenten.
In de vorige regeerperiode was er nog veel beleidsruimte. In 1999 was er 4 miljard euro beleidsruimte die gestegen is tot 6,8 miljard bij de Lambermontakkoorden. Ik heb toen altijd gezegd dat er meer geld moest gaan naar de waterzuiveringsproblematiek en dat er verkeerde keuzes zijn gemaakt. Ik heb gepleit voor een andere oriëntering van de middelen. De situatie is nu totaal anders. De middelen zijn krap. Iedereen moet een inspanning doen: de Vlaamse regering, de steden en gemeenten en ook de bedrijven en de burgers.
De fameuze ommekeer van CD&V moet letterlijk worden genomen: men doet het omgekeerde van wat men heeft beloofd. Dit is het tweede voorbeeld waarin men net het omgekeerde doet van datgene wat men in de oppositie heeft bepleit.
De laatste vijf jaar is er niets gedaan aan het probleem. Het contract met Aquafin is opgezegd. Er is nog niet onderhandeld over een nieuwe beheersovereenkomst. Het is de verdienste van minister Peeters dat hij op een paar maanden een oplossing heeft uitgewerkt voor de BTW die we al die jaren te veel hebben betaald.
Minister Peeters heeft letterlijk gekopieerd wat de vorige regering van plan was: de lasten naar de gemeenten doorschuiven; die schuiven ze op hun beurt door naar de gebruiker.
Verder herinner ik de minister-president nog even aan de andere belofte die hij en zeker minister Bourgeois gedaan hebben bij het aantreden van deze regering, onder meer dat de kieskring Brussel-Halle- Vilvoorde moet worden gesplitst en dat men daarover niet meer gaat onderhandelen. Eerder reeds stelde minister-president Leterme in verschillende televisie-interviews dat het slechts vijf minuten zou duren om de splitsing in het parlement te realiseren, nu is dat al tegen het einde van het jaar. Premier Verhofstadt stelt dat er in het dossier geen verliezer of winnaar is. De commissie Binnenlandse Zaken van het federaal parlement heeft beslist om de bespreking van de voorstellen over de splitsing met minstens een maand uit te stellen. Ondertussen wordt de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde begraven in een interministeriële conferentie. Er moet echter helemaal niet worden onderhandeld over een akkoord. De enige winnaar moet de rechtstaat zijn. Het arrest van het Arbitragehof moet gewoon worden uitgevoerd. Ik stel voor dat CD&V en N-VA voor een keer hard op tafel slaan en niet over de splitsing zullen onderhandelen en niet naar de interministeriële conferentie gaan.
De N-VA-jongeren herinneren sp·a-spirit en VLD aan hun belofte om voor 31 december te zorgen voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Maar deze partijen plegen woordbreuk en maken het belang van de Vlamingen ondergeschikt aan het partijbelang. De deelname van de N-VA aan de regering wordt daarom openlijk door haar jongerenafdeling in vraag gesteld. Hoe lang nog zal de N-VA-fractie de blokkering van de splitsing op het federale niveau door de Franstalige partijen, en de collaboratie van sp·a-spirit en VLD tolereren? Is de fractie bereid tot de ultieme consequentie en stapt zij uit de meerderheid tegen een bepaalde datum? Durft zij zeggen wat haar achterban vraagt: tot hier en niet verder?
Het is niet de gewoonte dat parlementsleden worden ondervraagd tijdens een bespreking.
Het eerste tussentijdse rapport van rooms-paars bis is allesbehalve positief. Er is geen geld en het is een zwak argument om dat aan de onbetaalde facturen van paars-groen te wijten. De beloofde ommekeer, waar CD&V zo vurig voor pleitte, is er niet gekomen. Ik wil er in dit verband op wijzen dat zijn minister-president hier afwezig is bij deze belangrijke begrotingsbespreking.
Ik onderschrijf die kritiek. Het is voor het eerst dat een minister-president niet aanwezig is bij de plenaire bespreking van zijn begroting. Er is echter wel een verontschuldiging: de minister-president neemt deel aan een belangrijke ministerconferentie. Ik neem aan dat hij het nodige doet om daarna zo snel mogelijk hier te zijn om de rest van de dag en ook morgen de werkzaamheden bij te wonen.
De Europese ministers van Visserij vergaderen vandaag. De minister-president heeft ook die bevoegdheid in zijn portefeuille. Ik vraag begrip voor zijn afwezigheid. Het gaat tenslotte om de belangen van de Vlaamse vissers. Hij legde dit ook aan iedereen van tevoren uit.
CD&V lijdt aan het Stockholmsyndroom. Gijzelaars krijgen na verloop van tijd sympathie voor hun gijzelnemers. De minister-president is veeleer een testamentuitvoerder dan een regeringsleider, en hij legt zich daar ootmoedig bij neer. De beloofde trendbreuk kwam er niet, integendeel. Vlaams Belang zal deze begroting niet goedkeuren. (Applaus bij Vlaams Belang)
De tijden lijken onzeker. Velen maken zich zorgen over de duurzaamheid van onze welvaart. De sociale verworvenheden staan onder druk. Een belangrijk deel van die onzekerheid wordt veroorzaakt door een dubbele demografische uitdaging: de vergrijzing en de ontgroening bij ons en de bevolkingsexplosie op wereldschaal. Maar die problemen zijn niet onoplosbaar.
De eerste mogelijke oplossing is het uitstellen van wat moeilijk is. Maar dan offert men de lange termijn op aan de korte en worden de problemen nog groter. De tweede aanpak is dramatiseren. Men stelt dan de problemen erger voor dan ze zijn, wat leidt tot wantrouwen, verzuring en uiteindelijk verlamming. Maar er is een derde weg: niet negeren, niet dramatiseren, maar aanpakken. Concreet betekent dit: de gezondheidsuitgaven onder controle houden, nu al zorgen voor een overschot op de begroting, en veel meer mensen aan het werk zetten. Maar Vlaanderen beschikt nog niet over alle hefbomen. Wat wij wel al kunnen doen, is vertrouwen te wekken door een overschot op de begroting.
Er is met de nieuwe regering ook een nieuwe stijl gekomen. Er wordt nu nog alleen gecommuniceerd over beslissingen en de uitvoering daarvan, terwijl vroeger ideeën werden aangekondigd, die voor ontgoocheling zorgden als ze niet werden uitgevoerd.
Betekent dit dat de opmerking van minister Peeters over de windenergiehype en de terugkeer naar kernenergie, geen proefballonnetje was, maar wel degelijk het officiële standpunt van de regering?
Het is duidelijk dat over het energieprobleem verder moet gedebatteerd worden. Maar als u het heeft over ballonnen, dan geldt dit eerder voor de aankondiging destijds dat men kernenergie probleemloos kon afschaffen.
De kernuitstap is verankerd in het federale regeerakkoord. Het standpunt van bepaalde meerderheidspartijen is op Vlaams niveau anders dan op federaal niveau. Is dat het standpunt van de Vlaamse regering of van CD&V?
In een interview geeft een adviseur van voormalig federaal staatssecretaris Olivier Deleuze toe dat de kernuitstap een kolossale vergissing was.
Deze beslissing zal wel op gewestelijk niveau uitgevoerd moeten worden. Kerncentrales overbodig maken houdt bijvoorbeeld in dat het energieverbruik moet dalen. Daarnaast moet het gebruik van vernieuwbare energie gestimuleerd worden.
De uitspraak van de adviseur bewijst dat het debat daarover ferm zal zijn.
Deze begroting is realistisch, voorzichtig en vooruitziend. Als Vlaanderen deze begroting voortzet, zal het in 2009 geen schulden meer hebben.
Ik moet toegeven dat niet alles perfect is. De aanpassing van de begroting voor 2004 bevat heel wat eenmalige maatregelen. Toen deze regering aantrad, bleek de budgettaire toestand nog erger dan voorspeld door de heer Van Rompuy tijdens de vorige begrotingsbespreking, eind 2003. Het structurele tekort was te groot om het in een keer weg te werken. Er was geen alternatief voor de verkoop van overheidsgebouwen. Maar op deze manier vermijdt de Vlaamse regering openstaande rekeningen.
In tegenstelling tot de federale programmawet hebben de twee ontwerpen van programmadecreet een strikte band met de begroting. Het amendement over de waterfactuur is een schoonheidsfout. Maar ook hier was er geen alternatief. Wij wilden niet nog een jaar te veel BTW betalen op Aquafin-investeringen. Bedrijven moeten hun milieuheffingen opnieuw fiscaal kunnen aftrekken. Wij willen de Europese waterzuiveringsverplichtingen nakomen. Minister Peeters lost in een half jaar de problemen op die Groen! jaren heeft laten liggen.
Deze begroting legt enkele belangrijke accenten. De Vlaamse regering investeert in de welzijnssector om de wachtlijsten weg te werken. De heer Dewinter vindt dat allemaal veel te weinig, maar weigert ook maar één alternatief naar voren te schuiven.
De heer Van Rompuy heeft de vorige regering vijf jaar lang gevraagd andere prioriteiten naar voren te schuiven. Nu CD&V in de regering zit, zie ik nauwelijks accentverschuivingen. Bovendien wil de regering absoluut de strengste HRF-norm halen waardoor 95,6 miljoen euro beleidsruimte verloren gaat. Wij dienen een dertigtal amendementen in om die 95,6 miljoen euro te investeren in onze prioriteiten.
Het Vlaams Belang wil minder sober begroten, streeft geen overschotten na en bereidt de toekomst niet voor om de vergrijzing aan te kunnen. Op die manier is er geen ruimte om nieuwe federale bevoegdheden over te nemen.
Het Stabiliteitspact dient niet om de gevolgen van de vergrijzing tegen te gaan, maar om de gezondheidszorg te betalen en om de federale tekorten te vergoeden. Dat zijn overigens niet mijn woorden, maar die van minister Vandenbroucke. Ik ben het volledig eens met de analyse die hij gemaakt heeft in zijn vrije tribune. Vlaanderen is niet ondergeschikt aan het federale niveau. Wallonië weigert dat ook te zijn.
Desalniettemin stijgt Welzijn het meest van alle departementen. Het Gemeentefonds stijgt. Onderwijs krijgt voldoende middelen om zijn hoge niveau te behouden en zelfs te verbeteren. Minister Vandenbroucke had zelfs de moed om toe te geven dat veel vragen niet beantwoord kunnen worden. Hij vroeg alle uitgaven te beoordelen.
Een aantal evoluties mogen ons niet ontgaan. Minister Van Mechelen wees erop dat de dotatie aan De Lijn de voorbije 5 jaar van 310 miljoen euro verdubbelde tot 657 miljoen euro. Ondanks de goede prestaties van De Lijn, moeten we ons durven afvragen of een aantal bijsturingen niet aangewezen zijn.
De regering-Leterme draagt bij tot het oplossen van problemen, maar op het federale vlak blijft het bij mooie woorden. De laksheid daar sterkt mij in de overtuiging dat Vlaanderen zelf, zeker inzake werk en gezondheidszorg, over meer eigen bevoegdheden moet beschikken.
We willen daarover praten met de federale overheid en de Franstaligen, maar totnogtoe blijft het bij een openingszitting van het daarvoor opgerichte Forum. De opdracht van dat Forum is te beperkt, de echte problemen, werk, gezondheid en het voorbereiden van de toekomst, moeten er aangepakt worden. Daarvoor hebben de deelgebieden behoefte aan aparte oplossingen. Een staatshervorming kost Vlaanderen traditioneel op korte termijn geld. Deze begroting bereidt Vlaanderen daarop voor en is een troefkaart voor onderhandelingen. De nul euro staatsschuld in 2009 maakt dat Vlaanderen, ook met wat minder middelen, bevoegdheden kan overnemen. Dat is een van de vele redenen waarop CD&V de begroting enthousiast zal goedkeuren. (Applaus bij CD&V)
Begrotingsbesprekingen bieden niet alleen de kans om over de herkomst en besteding van de middelen te debatteren, maar ook over het politieke project voor deze regeerperiode.
De politieke keuzes achter de begroting zijn voldoende liberaal. Vooreerst wordt, onder meer omdat de minister van Financiën en begroting op post blijft, de continuïteit gegarandeerd. De begroting is in overeenstemming met de strengste norm van de Hoge Raad voor Financiën en er is een ruim overschot. Daarenboven plegen we geen contractbreuk met de sectoren Onderwijs en Welzijn. Vlaanderen is zelfs bereid om op vraag van de Hoge Raad voor Financiën een extra inspanning te leveren als ook de andere entiteiten dat doen en er een bestraffingmechanisme komt.
De schuld wordt gehalveerd en een voortzetting van het huidige beleid zal resulteren in een nul-schuld in 2009. Een schuldenvrij Vlaanderen is van politiek-strategisch belang voor het aanpakken van de vergrijzing en de verdere regionalisering. Daardoor kan Vlaanderen immers bevoegdheden verwerven zonder middelenoverdracht. Kortom, de opbouw van overschotten moet voortgezet worden.
Ook worden de middelen voorzichtig berekend. De Vlaamse Regering hanteert voorzichtige prognoses voor de groei en inflatie van 2004 en 2005. Daardoor is het mogelijk om een conjunctuurprovisie van 167 miljoen euro aan te leggen. Terecht spreekt minister Van Mechelen van een toekomstnorm. Bij een aanhoudende gunstige conjunctuur zullen die middelen kunnen gebruikt worden voor een versterking van de betaalkredieten: een toonbeeld van een voorzichtige en toekomstgerichte begroting.
Een derde opvallend kenmerk is de zuinigheid, solidair toegepast door de bestuursploeg. Op de niet-loonkredieten werd lineair een eendertiende maatregel toegepast en er werd een lineaire besparing van 5 procent op de werkingsmiddelen doorgevoerd. Tenslotte werd een wervingsstop uitgeroepen. Die moet voor onze fractie behouden blijven. Het kan echter niet dat ambtenaren steeds meer taken moeten uitvoeren met steeds minder mensen. Er moet dus gesaneerd worden in overheidstaken. Een echt kerntakendebat is hier nog nodig.
Een vierde kenmerk zijn de extra investeringen in innovatie en werkgelegenheid. De onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten worden meer gesteund en er komt een risicokapitaalfonds voor investeringen in innovatieve activiteiten. Om de activiteitsgraad te verhogen komen er middelen voor een nieuw Vlaams werkgelegenheidsakkoord. Ook de VDAB krijgt meer middelen voor een sluitende begeleidingsaanpak voor werkzoekenden in samenwerking met private inschakelingsbedrijven.
De stijging van de inkomsten uit de gewestbelastingen bewijst dat belastingen verlagen meer inkomsten kan genereren. Zo komt er meer beleidsruimte.
De vele beleidsintenties en de beleidsnota's zijn als project van de Vlaamse regering goed maar nog niet voldoende. Slechts 26 procent van de Vlamingen heeft vertrouwen in de Vlaamse Regering, dat is minder dan in de federale regering. De regering zit in principe stevig in het zadel, dus niets let haar om een project op lange termijn te formuleren. Daar heeft Vlaanderen behoefte aan.
Vlaanderen moet nog een hele weg afleggen om de Lissabon-doelstellingen tegen 2010 te bereiken.
Vlaanderen is vandaag ongetwijfeld een van de welvarendste regio's in de wereld, maar welvaart is geen blijvende verworvenheid, zeker niet in het licht van de uitdagingen van globalisering en vergrijzing. In een geglobaliseerde wereld zijn delokalisaties altijd mogelijk. De vergrijzing hypothekeert de betaalbaarheid van onze welvaartsvoorzieningen.
Het project van de Vlaamse Regering moet beide uitdagingen te lijf gaan door zowel de activiteitsgraad als de creativiteitsgraad te verhogen. Het verhogen van de activiteitsgraad in de private sector moet de eerste beleidsprioriteit zijn. Werkgelegenheid is een afgeleide van economische activiteit. Vlaanderen heeft nood aan een economische groei-impuls. In het verleden konden we daarvoor rekenen op onze gunstige geografische ligging en op onze enorme arbeidsproductiviteit. Deze twee concurrentiële voordelen slinken echter stilaan weg. Door de uitbreiding van de Europese Unie verschuift het zwaartepunt oostwaarts. Het productiviteitsvoordeel neemt af. In vergelijking met de vier Europese topregio's is er zelfs sprake van een licht productiviteitsnadeel.
De Vlaamse economie is nog te veel gespecialiseerd in sectoren met een lage toegevoegde waarde waar er te sterk op prijs moet worden geconcurreerd. Voor het upgraden van onze economie moeten we nieuwe bronnen van economische groei aanboren. Vandaag zijn dat informatie, kennis, innovatie en vooral creativiteit. Tegenover onze nieuwe concurrenten die een belangrijk kostenvoordeel hebben, wordt concurreren op lage prijzen steeds minder evident. Vlaanderen moet groeien in superieure producten en diensten met een hogere toegevoegde waarde. Die kunnen op de wereldmarkt vaak in niches tegen een hogere winstmarge worden verkocht. Alle creatieve en innovatieve vermogens in Vlaanderen moeten aangeboord worden, en dat in alle sectoren. Het verhogen van de creativiteitsgraad in Vlaanderen moet dus de tweede beleidsprioriteit zijn. De ondernemingsdrang van de Vlamingen mag niet worden gefnuikt met een veelheid aan lasten en regels als we in 2010 de Lissabondoelstellingen willen halen.
Actief en creatief, minder regels en minder lasten. Dat zijn voor de VLD de ijkpunten voor de beoordeling van het werk van deze regering in 2005. (Applaus bij CD&V, VLD, sp·a-Spirit en N-VA)
De begrotingscontrole voor 2004 en vooral de opmaak van de begroting voor 2005 is voor de regering een eerste grote test. Volgens ons is de regering in die test geslaagd, maar niet altijd cum laude.
In deze regering zijn alle democratische politieke families vertegenwoordigd. Daarom moet ze bouwen aan een brede Vlaamse consensus die volgens ons ernstig en rechtvaardig moet zijn en die moet bouwen aan de toekomst.
Vlaanderen is een financieel gezonde regio. We hebben de luxe dat we kunnen discussiëren over de omvang van ons begrotingsoverschot. Een strikt begrotingsbeleid waarbij de norm van de HRF wordt nageleefd, is vooral goed voor Vlaanderen zelf. We hoeven dus niet voortdurend te benadrukken dat de begrotingsdiscipline ons door anderen is opgedrongen. Door het respecteren van de HRF-normen kan ruimte worden gecreëerd voor toekomstige maatschappelijke behoeften.
Als we tegen 2009 echt geen schuld meer willen hebben, zullen we ook de komende jaren op koers moeten blijven. Daarom betreuren we het dat de regering afwijkt van de traditie om aan het begin van de regeerperiode een meerjarenbegroting in te dienen. Zo krijgen we geen zicht op de beleidsruimte voor de hele regeerperiode. nochtans is politiek de kunst om met schaarse middelen creatieve keuzes te maken waar alle Vlamingen beter van worden.
Sp·a-spirit wil een rechtvaardige begroting. We screenen de begroting dan ook vooral op haar sociale en ecologische merites.
Een eerste vraag is of onze senioren en gehandicapten de zorg krijgen die ze verdienen. Wij steunen de verhoging van het budget voor het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH). Wachtlijsten lost men echter niet op met middelen alleen. Wij willen een zorg die vertrekt van de noden van de zorgbehoevenden en niet van die van de welzijnsinstellingen. We willen een evenwichtige zorg die zowel van de vraag als van het aanbod vertrekt. De welzijnsbegroting voor 2005 getuigt volgens ons te weinig van een evenwichtige visie. Daarom vragen we dat ook de eerder besliste flankerende maatregelen in de zorgtrajectbegeleiding en in de zorgregie zouden worden uitgevoerd. We vinden dat minister Vervotte een beetje ten onrechte heeft gecommuniceerd dat alle afspraken zullen worden gehonoreerd. De verhoogde financiële inspanningen voor de afbouw van de wachtlijsten in de gehandicaptensector stoppen op 1 september 2005.
Mensen worden ouder en hebben nood aan zorg op maat. De senioren willen zo lang mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving wonen en zelfstandig zijn. Gelukkig leeft slechts zes procent van onze senioren in een rust- of verzorgingstehuis. We menen echter dat de zelfredzaamheid van senioren iets te weinig aandacht krijgt in deze begroting. De uitvoering van het decreet op de ouderenparticipatie dreigt door de besparingen te worden gehypothekeerd. In de begroting Welzijn is er absoluut geen aandacht voor de woonzorggedachte. We vragen dat de ministers van Wonen en van Welzijn eindelijk eens gaan samenzitten om daar werk van te maken.
De beslissing over het inschrijven van een nieuwe opstap op 1 september is ook in de vorige regeerperiode telkens beslist bij de budgetcontrole. Het is de ambitie van de regering om ook op dat vlak alle afspraken te honoreren.
Dat stemt ons tevreden.
De minister van Welzijn moet niet evenwel niet allen de status quo beheren, maar ook nieuw beleid faciliteren, en dat in overleg met de sector.
Straks zal ik systematisch vertellen hoeveel plaatsen er bijkomen in de gehandicaptensector, de bijzondere jeugdzorg en andere sectoren van het welzijnsbeleid. Ook in de budgetten voor de infrastructuur van rust- en verzorgingstehuizen is er voor het eerst sinds jaren niet bespaard.
Er zijn ook extra middelen uitgetrokken voor bijkomende initiatieven in de zorgvernieuwing. We hebben inderdaad prioriteit gegeven aan rechtszekerheid en betalingszekerheid, maar daarnaast is er ook ruimte voor zorgvernieuwing.
Wij missen nog andere investeringen. In het VIPA werden volgens ons zeker te weinig inspanningen geleverd. We juichen toe dat er in een aantal sectoren middelen worden uitgetrokken voor een begin van oplossing voor de wachtlijsten. In de begroting is er geen aandacht voor experimentele en dynamiserende nieuwe projecten. Over het algemeen is het plaatje niet buitengewoon positief.
Voor de zorgvernieuwing is er een budget van 640.000 euro.
Ik denk dat de experimentele en dynamiserende projecten allemaal geschrapt worden. Het is oneerlijk een begroting op te stellen in de hoop dat er inkomsten uit de Nationale Loterij zullen volgen.
Voor die 640.000 euro rekenen we niet op de Nationale Loterij. Dit bedrag is het gevolg van een overeenkomst met de federale regering. (Applaus bij CD&V)
Ook wonen is voor ons zeer belangrijk. Wij zijn blij dat minister Keulen de eigendomsverwerving blijft stimuleren: de verlaging van de registratie leidt tot meer inkomsten en een grotere mobiliteit.
De financiële situatie van de sociale huisvestingsmaatschappij moet drastisch verbeteren teneinde de sociale koop- en huurmarkt niet te verzwakken. Meer dan 10 procent van de huisvestingsmaatschappijen is virtueel bankroet; in de meeste gevallen gaat het om maatschappijen die in de huisvesting van de laagste inkomens moeten voorzien. Een injectie in de sociale huisvestingsmaatschappijen is ESR-conform en kost niets: waarop wacht minister Keulen dan nog? De komende jaren moeten ook het huursubsidiestelsel en de automatische toekenning van de subsidie aan alle rechthebbenden uitgewerkt worden.
De duurzaamheid van deze begroting is onze grote zorg. De kwaliteit van het milieu moet erop vooruit gaan. Volgens ons heeft de beleidsnota milieu te veel van een restauratie van het ancien régime. Tijdens de vorige regeerperiode werd reeds gesnoeid in het budget voor de aankoop van bossen. Dat is nu helaas niet anders. Gelukkig is het budget voor bosbeheer dan weer hoger dan in 2003.
Sp·a-spirit wil een drastische verhoging van het bodemsaneringsfonds: dankzij de sanering van brownfields zorgen ecologische ingrepen voor economische mogelijkheden.
Ook de mobiliteit kan bijdragen tot een verbetering van het leefmilieu. Het verkeer heeft immers een nefaste invloed op het ecosysteem en onze gezondheid. De mobiliteitsmaatregelen die deze regering op het vlak van milieu neemt zijn in gegeven door Europa, maar volstaan geenszins om het energieverbruik te doen dalen. Daarom willen wij een verdere uitbouw van het openbaar vervoer en een betere verkeersveiligheid voor de zwakke weggebruikers in de vorm van meer fietspaden en een optimalisering van de wegcode. Hiervoor is een goede samenwerking tussen de lokale overheden en de ministers van Mobiliteit en Openbare Werken nodig.
Sp·a-spirit hoopt dat de Vlaamse regering haar reputatie eer aandoet door de overheid klantvriendelijk te houden. Wij begrijpen de voorzichtigheid ten aanzien van het personeelsbeleid, maar de administratie en de dienstverlening mag hierdoor niet in het gedrang komen. Wij vragen een permanente evaluatie van de wervingsstop voor Vlaamse ambtenaren.
In het belang van de bevolking moet de begroting zeker rekening houden met de rol van de lokale besturen. Dat is niet altijd het geval.
Onze partij vindt dat de regering geslaagd is, maar verwacht van sommige ministers nog meer langetermijnvisie en toekomstperspectief.
De regering is nogal zelfingenomen over haar begroting 2005, maar volgens mij illustreert ze dat een financieel evenwicht geenszins een maatschappelijk evenwicht garandeert. De regering desinvesteert in milieu, natuur en verkeersveiligheid, en voert een restauratiepolitiek in de welzijns- en de landbouwsector.
Er wordt zwaar bespaard op milieu: er is minder geld voor aankoop van bossen, rioleringen en bodemsanering. Zelfs ten tijde van minister Kelchtermans werd meer geld voor sanering uitgetrokken. Bovendien neemt de regering veel te vaak haar toevlucht tot alternatieve financiering en PPS.
In de begroting worden middelen overgeheveld van fietspaden en veilige doortochten naar de baggerwerken van het Deurganckdok. Primeert zand dan op de verkeersveiligheid?
Er wordt niet gedesinvesteerd in milieu. Eind 2005 zullen we meer geïnvesteerd hebben in milieu dan de heer Tavernier kan vermoeden. Ik ben een voorstander van het aankoopbeleid inzake milieu. Maar aankoop vergt ook onderhoud. Op dit ogenblik gaat onze keuze tijdelijk uit naar de versterking van de beheermaatregelen.
In de vorige legislatuur werd het bodemsaneringsdecreet afgerond. Dat moet nu in 2005 operationeel worden. Er zal dan meer kunnen gedaan worden met minder overheidsgelden en met meer milieu-output. Dit gaat inderdaad via een PPS; op die manier gaat de meerwaarde niet naar projectontwikkelaars maar naar de Vlaamse overheid.
In de commissie begroting toonde ik aan hoe we de beschikbare middelen in het FFEU versneld kunnen aanwenden. Uit de FFEU middelen 2003-2004 rest nog een saldo van 177 miljoen niet-vastgelegde middelen die de ministers Peeters en Van Brempt morgen vastleggen.
Niet alleen de cijfers zijn belangrijk; er moet ook gekeken wat ermee gerealiseerd wordt.
Minister Peeters en ik zelf hebben de laatste dagen heel wat vastleggingsdossiers goedgekeurd in het kader van fietspaden en een veilige schoolomgeving. In 2004 is 50 miljoen euro vastgelegd waarvan 42 miljoen euro voor fietspaden. Dat is 7 miljoen euro meer dan in 2003. We zijn vastbesloten om in 2005 nog beter te doen.
Als we de rekeningen krijgen, zullen we kunnen nagaan of het klopt wat de minister van Begroting beweert.
Blijkbaar kiest de regering ervoor om in plaats van serieuze energiebesparingsmaatregelen in de eigen economie te nemen, middelen over te hevelen naar buitenlandse investeringen. Het REG-fonds dat bedoeld is om maatregelen te nemen een milieuvriendelijk energiebeleid mogelijk te maken, krijgt geen middelen en is een lege doos gebleven.
Ik wil minister Peeters een aantal goede punten geven. De BMW-operatie is goed en ligt volledig in de lijn van datgene wat in de vorige regeerperiode is voorbereid. Verder is het belangrijk dat er een en ander wordt gedaan rond Aquafin. De beheersovereenkomst moest absoluut worden aangepast. Ik hoop dat dit eindelijk wordt gerealiseerd. Ook de BTW-verlaging van 21 naar 6 procent is geen probleem. Het probleem is bekend is sinds 1996, maar het federale niveau heeft gedurende jaren gezegd dat het voor een oplossing zou zorgen.
Het BTW-probleem is bekend sinds 2001. Men is retro-actief teruggegaan naar 1996. Verder is de beheersovereenkomst niet meer belangrijk. Het probleem is de mededinging. In 2001 zijn er onderhandelingsteams samengesteld op papier, maar die zijn nooit samengekomen.
Dat is een goede zaak. De federale overheid had beloofd om het probleem op te lossen.
Een aantal zaken zijn heel wat minder positief. De minister van Milieu stelt zijn milieudoelstellingen naar beneden bij. Net in een dichtbevolkt land is het nodig om scherpe milieudoelstellingen te stellen. De gezondheid van mensen is belangrijk. Men kan de milieudoelstellingen niet verzwakken omdat dat te veel geld zou kosten. Men bekijkt de zaak te veel vanuit een economisch kortetermijnperspectief. Vandaar dat milieu in de begroting 2005 een verliezer is. De minister van Milieu brengt kernenergie opnieuw in de discussie en pleit ervoor. Tegelijkertijd noemt hij windenergie een hype. Hij voelt zich natuurlijk gesterkt door de uitspraken van de minister-president die de Kyotonormen in vraag stelt. Gelukkig heeft zijn woordvoerster enkele uren na zijn verklaring laten weten dat hij het zo niet heeft bedoeld. Door een aantal beleidsopties in vraag te stellen doet men de rechtsonzekerheid bij bedrijven die in milieu willen investeren, toenemen.
De minister van Milieu en Energie wordt niet alleen door de oppositie maar ook de federale minister van Milieu onder vuur genomen. Hij is te weinig ambitieus en te ouderwets, een kleine middenstander. Ook de sp·a-fractie heeft de beleidsnota afgebroken en ook het middenveld heeft slechte punten gegeven. De ideeën van de beleidsnota kunnen inderdaad positief worden bijgesteld. We stellen evenwel vast dat die ideeën al worden vertaald in de begroting 2005, onder meer de budgetten voor natuurverenigingen en bepaalde milieu-investeringen worden herzien.
Het is duidelijk dat dit geen langetermijnbeleid, dat dit ten koste gaat van de toekomst. De sp·a heeft een windplan gelanceerd, maar laat wel toe dat er in de begroting eerder wordt geïnvesteerd in energiebesparing in het buitenland in plaats van dat er maatregelen voor energiebesparing in het binnenland worden genomen. De minister-president staat toe dat een coalitiepartner de minister van Leefmilieu een kleine middenstander noemt. Dat is niet bevorderlijk voor de cohesie in de ploeg. Hij heeft een politiek en maatschappelijk probleem. Er wordt geen serieus beleid gevoerd en daarop zal men worden afgerekend.
Ook op de beleidsdomeinen Welzijn en Landbouw wordt een restauratiepolitiek gevoerd. De minister van Welzijn beperkt zich tot het uitvoeren van de beleidsbeslissingen van de vorige regering. Ze heeft in de sector heel wat ongerustheid veroorzaakt. In bepaalde interviews verklaarde ze dat er in de begroting 2005 geld was uitgetrokken voor bijkomende plaatsen en in andere interviews stelde ze dat er geen middelen waren voor nieuwe plaatsen. Tijdens de besprekingen in de commissie is gelukkig duidelijkheid gecreëerd: de bijkomende middelen voor het Vlaams Fonds zijn nodig om de uitvoering van het meerjarenplan 2004 te realiseren; de middelen om dit plan in 2005 uit te voeren, zijn in de begroting 2005 niet ingeschreven.
De opstap bedraagt op jaarbasis 7,5 en is goed voor vier maanden. Dat wil zeggen dat de opstap 2004 van vier maanden in de begroting 2005 wordt doorgerekend tot 12 maanden. Het budget stijgt tot 22 miljoen euro. De nieuwe opstap op 1 september 2005 wordt meegenomen bij de begrotingscontrole 2005. Dat vertaalt zich opnieuw in bijkomende middelen in de initiële begroting van 22 miljoen.
De redding komt van de begrotingscontrole. De versnelde afbouw van de wachtlijsten, zoals CD&V altijd heeft gevraagd, zit er duidelijk niet in. De begrotingscontrole zal de onrust moeten wegnemen. We vragen dat de minister-president de verbintenis van de Vlaamse regering in de plenaire vergadering zou herhalen, anders blijft de onduidelijkheid op het terrein bestaan.
Ook voor het persoonlijk assistentiebudget (PAB) bestaat een wachtlijst. Maar er worden geen middelen uitgetrokken om die weg te werken.
Er worden wel middelen uitgetrokken, en dat in dezelfde verhouding als elders. Voor PAB gaat het om 200 bijkomende personen.
Voor 2004 is er inderdaad sprake van een stijging in begroting voor de residentiële opvang en voor PAB. Maar voor 2005 niet.Wij vragen daarom een aanvulling bij de begrotingscontrole. En dan is er nog de aangekondigde evaluatie. Wat daarover staat in de beleidsnota wekt ongerustheid. Wordt de keuzevrijheid tussen residentiële opvang en PAB teruggeschroefd? Men heeft die indruk omdat helaas ook andere aspecten van de zorgvernieuwing op de evaluatielijst staan.
Evaluatie is iets anders dan afschaffing. Nieuwe systemen hebben sterktes en zwaktes. Voor PAB vroeg u zelf om een studie. Welnu, er werd geld voor uitgetrokken, professor Breda voerde die uit en de conclusies zijn er. Ik wil ze au sérieux nemen, zeker omdat de sector zelf zijn medewerking verleende. U zou juist blij moeten zijn, of wilt u liever dat ik er niets mee doe?
Als de evaluatie inderdaad al klaar is, ben ik benieuwd welke conclusies de minister eruit zal trekken.
Het is belangrijk voor de sector om te vernemen of Vlaanderen kiest voor een aanbod- dan wel een vraaggestuurd beleid. Spijtig genoeg worden in de kredieten voor experimenten in de jeugdzorg, de ouderenzorg en het algemeen welzijnswerk geschrapt of zwaar gesnoeid. De welzijnssector kleurt daardoor grijzer.
Wat wij wel waarderen zijn de beleidnota's voor Wonen en Inburgering. Daar wordt kleur bekend. De minister kiest voor een open dialoog met de Marokkaanse en de Turkse gemeenschap en maakt daardoor het verschil met wat Vlaams Belang voorstaat. Hij krijg terecht bijval in de commissie, al ontbreken de middelen wel wat.
Er is nooit zo veel geld naar Wonen gegaan als in de begroting 2005. De regering trekt 309 miljoen euro uit voor nieuwe huizen en appartementen in de sociale huisvesting, goed voor ongeveer 3500 woningen. Er worden er ook nog eens 5000 gerenoveerd.
We zitten wel met een historische erfenis, waardoor het aandeel van de sociale huisvesting in Vlaanderen slechts 6% bedraagt. Bovendien bevinden we ons op een scharniermoment door de vele daklozen en mensen die uit hun huis worden gezet omdat ze de huur op de privé-markt niet meer kunnen betalen. Het is vijf over twaalf. Er is dus misschien wel meer geld dan ooit, maar het is te weinig om het tij te doen keren.
Vlaanderen staat wel op de tweede plaats ter wereld voor het aandeel van woningeigenaars: 72,4% van de bevolking. De achterstand in de sociale huisvesting wordt deels verklaard door de keuze die men destijds maakte, om ook de minder gegoeden eigenaar te laten worden. Men moet ook bedenken dat er sinds het begin van de jaren negentig 85.000 eenoudergezinnen bijkwamen en 245.000 eenpersoonsgezinnen. Die hebben allemaal een woning nodig en tegelijk hebben ze minder bestedingsruimte. De vraag wordt nog groter door de gevoelig verbeterde kwaliteit van de sociale woningen zelf.
Omdat de overheid dat zelf niet volledig aankan, treden wij in overleg met de privé-sector met het oog op gemengde projecten.
Sommige aspecten van het beleid inzake biologische landbouw worden voortgezet, maar er gaat wel meer aandacht naar de economische aspecten.
We moeten in de eerste plaats de afkalving van het aantal bedrijven en van het areaal in de voorbije jaren, rechttrekken.
Er heeft inderdaad een bedrijfseconomische sanering plaatsgevonden. De regering lijkt verder die weg te willen opgaan. De afschaffing van het informatieblad over duurzame landbouw, Buitenkansen, is tekenend.
'Buitenkansen' wordt vervangen door een trimestrieel blad. Bovendien is de beleidsnota unaniem goedgekeurd in commissie.
Ik mag helaas niet stemmen. Het budget voor land- en natuurinrichtingsprojecten wordt teruggeschroefd. Dat verontrust me.
Deze regering kiest te eenzijdig voor de kortetermijneconomie en bespaart op maatschappelijke behoeften. Elke milieumaatregel wordt economisch gescreend. De milieu- of gezondheidseffecten van de economische maatregelen worden niet onderzocht. Het MIRA-T-rapport berekent de milieukosten van onze economie.
De Vlaamse regering zorgt wel voor ecologiesteun want bedrijven die verder willen gaan dan de heersende milieunormen krijgen een ecologiesubsidie.
Ik heb uiteraard geen probleem met die steun. Voor elke maatregel worden de economische gevolgen op korte termijn bestudeerd. Minister Peeters zegt zelf voortdurend dat we economie niet uit het oog mogen verliezen. Hij wil niet vooruitlopen ook al tonen buitenlandse voorbeelden aan dat milieu-innoverend werken op middellange termijn een concurrentieel voordeel oplevert.
Uit het MIRA-T-rapport blijkt dat we op een aantal vlakken vooruitgang hebben geboekt. Ik ontken uitdrukkelijk dat economie primeert op gezondheid.
We komen daarop terug tijdens de bespreking van de beleidsnota.
Wie Vlaanderen als distributieland wil promoten, moet vooraf het MIRA-T-rapport goed lezen om te vernemen wat de economische gevolgen zijn van milieuvervuiling als gevolg van het wegvervoer.
Voor ons zijn er grenzen aan de groei. Wij betreuren dat het innovatiekapitaalfonds en het innovatiefonds geen voorwaarden bevat. Wij zouden kiezen voor ecologische innovaties, en rekening houden met het voorzichtigheidsprincipe.
Ik heb daar uitgebreid op geantwoord in commissie, maar toen was de heer Tavernier er niet.
Ik was er wel. Minister Merman heeft duidelijk gezegd dat ze kiest voor een horizontaal beleid zonder voorwaarden.
Een horizontaal beleid betekent niet dat we alleen rekening houden met economische concepten.
Nog een geluk.
Groen! vindt de keuzes te eenzijdig en niet toekomstgericht. (Applaus bij GROEN!)
Dit is de eerste keer dat N-VA als erkende fractie een Vlaamse begroting mag bespreken. Wij beslisten aan deze regering deel te nemen omdat we ervan overtuigd waren dat we samen met de andere meerderheidspartijen een bijdrage kunnen leveren tot meer en een beter Vlaanderen.
Ondanks de weinig rooskleurige budgettaire situatie willen wij uitdrukkelijk dat inkomsten en uitgaven elkaar in evenwicht houden. Ik wil het in de eerste plaats hebben over ons gebrek aan financiële hefbomen aan inkomstenzijde.
Het kader waarin Vlaanderen werkt is op termijn nefast voor onze welvaart. Maar 18 procent van onze inkomsten zijn eigen middelen. Liefst 77 procent van onze middelen worden door de federale overheid gestort. Wij hebben niets te zeggen over de belastingen en de inning ervan. We moeten ons neerleggen bij de Financieringswet.
De huidige verdeelsleutels zorgen ervoor dat 1,32 miljard euro van Vlaanderen naar Wallonië vloeit. Langs de federale begroting vloeit nogmaals 1,52 miljard euro naar Wallonië, 3,74 miljard euro langs de sociale zekerheid en 4,72 miljard euro door de afbetaling van de staatsschuld.
Daarnaast horen we dat de belastingen - ook de Vlaamse - niet altijd naar behoren worden geïnd. De federale administratie zou de inning van de successierechten nauwelijks nog controleren. Door een gebrek aan fiscale autonomie verliest Vlaanderen jaarlijks miljoenen.
Wij zijn daar inderdaad niet voor bevoegd, maar zijn het niet dezelfde partijen en politici die ook deel uitmaken van de federale meerderheid? Ik roep de politieke wereld in zijn geheel op de belastingen beter te innen, en om ze op een eerlijke manier te verdelen. De slagkracht van de overheid hangt af van de geïnde belastingen. In Vlaanderen is de belastingdruk hoog.
Het is wraakroepend dat het beleid gehypothekeerd wordt door de transfers. Waarom wordt de studie daarover niet beter bekendgemaakt? De studie zal gelukkig geregeld geactualiseerd worden. Er is voldoende knowhow, nu nog de politieke wil. Kunnen de transfers nog met de mantel der solidariteit toegedekt worden? Met wie zijn we eigenlijk solidair. Vlaanderen heeft zelf een verpletterende verantwoordelijkheid.
Als enige entiteit is Vlaanderen er de laatste jaren in geslaagd om te voldoen aan de strengste HRF-norm en zijn er overschotten. Door de Vlaamse inspanningen kan België voldoen aan de normen van het Europese Stabiliteitspact. Vlaanderen wil zelfs een strengere norm respecteren op voorwaarde dat elke entiteit dat doet. NV-A wil daarop zeker niet toegeven. Vlaanderen kan als enige entiteit een positief saldo voorleggen maar krijgt toch kritiek van de federale begrotingsminister. Over de andere entiteiten zwijgt hij wegens geen gegevens.
Een voordeel van de strenge begrotingsbeleid is dat Vlaanderen tegen 2009 geen schuld meer zal hebben. Moeten we niet stilaan loskomen van dat voortdurende hoge begrotingsoverschot? De behoeften zijn immers groot. Een herziening van de inspanningen van Vlaanderen voor het Stabiliteitspact is nodig. Naast de prioriteiten van het regeerakkoord wil de N-VA ook kosteloos leerplichtonderwijs en het wegwerken van de wachtlijsten voor NT2 en inburgeringcursussen.
Nu wenden we eenmalige inkomsten, onder meer de verkoop van ons patrimonium, aan om aan die strenge normen te voldoen. Dat is geen structurele oplossing. Voorts moet ook de grote kloof tussen beleids- en betalingskredieten weggewerkt worden. Engagementen moeten zo snel mogelijk nagekomen worden. De techniek van het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven om niet-gebruikte begrotingskredieten opnieuw te beloven wordt gelukkig afgebouwd.
Verschillende culturen leven hier samen, Vlaanderen is ontvoogd op een democratische en pacifistische wijze, maar daarvoor hebben we een hoge prijs betaald, namelijk structureel immobilisme. Zo kunnen we de toekomst niet voorbereiden. Ik waarschuw tegen de aanhoudende besluitloosheid. Maatregelen zijn nodig. Over Brussel-Halle-Vilvoorde moeten we geen lessen krijgen, de enige norm is het resultaat en we zullen zelf oordelen of dat gehaald wordt.
De N-VA vraagt dat het Vlaams Parlement eensgezind zijn verantwoordelijkheid neemt voor de zes miljoen Vlamingen. Onze ambitie is een volwaardig beleid, conform onze eigen financiële draagkracht, solidair met de zwakkeren in Europa en op basis van klare afspraken. Transparantie, objectiviteit en doelmatigheid moeten daarbij de criteria zijn. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)