Report plenary meeting
Report
Vogelpest
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Wymeersch tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over het overleg met de federale regering betreffende de vogelpest in Vlaanderen en de eventuele ondersteunende maatregelen voor de getroffen bedrijven.
Ik stel vast dat verkiezingen en pluimvee in ons land iets met elkaar te maken hebben. Vier jaar na de dioxinekippen en de federale verkiezingen worden we ook nu weer geconfronteerd met een crisis in de pluimveesector. Het zou overigens correcter zijn om te spreken van vogelgriep in de plaats van vogelpest. Het gaat immers om aviaire influenza. De term vogelpest komt wel afschrikwekkender over.
Eerst het economische aspect. Landbouwbedrijven worden geruimd, hetzij preventief, hetzij nadat er effectief vogelpest is uitgebroken. Is het echter nodig dat er zo vaak preventief wordt opgetreden? Bepaalde ruimingen gebeuren misschien iets te voorbarig. Men moet immers goed voor ogen houden dat deze ruimingen opnieuw een drama betekenen voor de Vlaamse landbouw.
In hoeverre is minister Dua betrokken bij alle beslissingen? In hoeverre is er overleg met de federale minister en het federale voedselagentschap? Bestaat er binnen de Vlaamse regering al een plan voor compenserende of begeleidende maatregelen voor de landbouwers? Alhoewel men beloofde om de vergoedingen binnen 2 maanden uit te betalen, weet iedereen dat de betalingen in de praktijk veel langer op zich kunnen laten wachten.
Er is eveneens een recreatief aspect. Ook de particuliere pluimveehouders worden immers getroffen. Is het wel nodig dat er ook bij particulieren ruimingen gebeuren? Is het niet voldoende dat men daar er enkel voor zorgt dat het pluimvee opgesloten blijft?
Het is overigens zo dat sommige dieren in Nederland bijvoorbeeld als vogels worden beschouwd en hier als pluimvee, duiven bijvoorbeeld. Dit heeft tot gevolg dat men in Vlaanderen allerlei maatregelen is gaan nemen die elke wetenschappelijke onderbouw missen. Vogels waarvan wetenschappelijk aangetoond werd dat ze niet vatbaar kunnen zijn voor of geen drager kunnen zijn van de vogelpest, worden toch preventief geruimd. Diverse wetenschappers zoals dr. Meuleman en de voorzitter van de Vlaamse Orde van Dierenartsen bevestigden me dat er niet lukraak maatregelen mogen genomen worden.
Wat moet er trouwens gebeuren met alle in het wild levende vogels zoals meeuwen of eksters? Kan men de nodige maatregelen uitvaardigen om ook deze dieren te vernietigen?
De afgelopen dagen en weken vond er intens overleg plaats tussen de verschillende niveaus. Niet alleen was er dagelijks contact met de federale collega's maar bovendien was er op elke vergadering van de betrokken diensten een vertegenwoordiger van mijn kabinet aanwezig. Ikzelf was deze morgen ook nog aanwezig op een vergadering. Minister Tavernier is er zich overigens terdege van bewust dat landbouw een Vlaamse bevoegdheid is.
Alle maatregelen zijn gebaseerd op het koninklijk besluit van 1970 ter bescherming tegen dierenziektes. Gezien de ernst van de situatie en in de overtuiging dat men al het mogelijke moet doen om de ziekte een halt toe te roepen, vraag ik momenteel geen enkele versoepeling van de uitgevaardigde maatregelen. Omdat er nog steeds enorme risico's bestaan, besliste minister Tavernier zelfs om de schutkring voor ruimingen uit te breiden van 3 naar 10 kilometer. Dit alles gebeurt in overleg met de Vlaamse landbouwsector.
Op federaal niveau werden al een aantal compenserende maatregelen uitgevaardigd. Zo werd het liquiditeitsprobleem van het Sanitair Fonds opgelost, waardoor de landbouwers onmiddellijk vergoed kunnen worden voor de vernietigde dieren. Alle functionele kosten die een ruiming met zich meebrengt, worden betaald door de federale overheid. De Europese Commissie heeft overigens toegezegd dat de Europese Gemeenschap de helft daarvan voor haar rekening zal nemen. Verder verlenen ook de lokale overheden en het federale voedselagenschap zoveel mogelijk steun.
Momenteel weet niemand hoe lang de geruimde stallen nog leeg zullen moeten blijven staan. Lege stallen betekenen uiteraard dat de boeren geen inkomsten hebben. De Europese Commissie beschouwt echter alle steun ter compensatie van lege stallen als staatssteun. Op dit vlak ben ik dus allesbehalve optimistisch.
Op Vlaams niveau kan er misschien wel gedacht worden aan maatregelen zoals het verlenen van overbruggingskredieten en verlenen van uitstel tot terugbetaling van leningen.
Ik moet daar wel aan toevoegen dat het succes van de overbruggingskredieten nogal beperkt is.
Er is voorlopig nog geen oplossing voor de socio-economische problemen want ook de sector dringt erop aan om eerst en vooral de crisis drastisch aan te pakken.
Ik stel vast dat de Vlaamse overheid maar weinig middelen heeft voor tegemoetkomingen en voorlopig afwacht. Minister Dua verwijst naar wetenschappelijk onderbouwde maatregelen, maar ook de recente studie waar ik naar verwijs moet ernstig genomen worden.
Is het niet mogelijk om voor mest uit gemengde bedrijven een uitzondering te maken op het uitrijverbod?
Op advies van ettelijke specialisten probeer ik uit voorzichtigheid de risico's zo veel mogelijk te beperken. Ik mag er niet aan denken dat er een grote crisis uitbreekt vlak nadat we maatregelen versoepeld hebben.
In overleg met het federale voedselagentschap hebben we maatregelen genomen om het risico op infectie door mest te vermijden. In bufferzones, toezichtsgebieden en beschermingsgebieden mag geen mest vervoerd worden, geïmporteerd uit of geëxporteerd naar Nederland. Omdat er op korte termijn problemen dreigen, zoeken we naar een oplossing om toch van het mest af te raken. Zo zou het kunnen dat het gevaar op infectie daalt door mest met kalk te vermengen.
Het incident is gesloten.