Report plenary meeting
Voorstel van decreet houdende instelling van een kader voor het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten tussen de gemeenten en de Vlaamse Gemeenschap met het oog op de organisatie van inburgeringstrajecten voor nieuwkomers
Report
Algemene bespreking
Aan de orde zijn het ontwerp van decreet betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid en het voorstel van decreet van de heer Lauwers houdende instelling van een kader voor het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten tussen de gemeenten en de Vlaamse Gemeenschap met het oog op de organisatie van inburgeringstrajecten voor nieuwkomers, die door de commissie in samenhang zijn behandeld met dien verstande dat het ontwerp van decreet als basis voor de bespreking werd genomen. Wij volgen hier dezelfde werkwijze.
De algemene bespreking is geopend.
, verslaggever : Dit ontwerp en voorstel van decreet behandelen één van de drie aspecten van het Vlaamse minderhedenbeleid, het onthaalbeleid voor nieuwkomers. Beide documenten kennen een lange ontstaansgeschiedenis en zijn op drie pijlers gebaseerd. Er is zowel in de regering als in het Vlaams Parlement heel wat werk aan deze bespreking vooraf gegaan. Maar de echte basis van deze documenten is de expertise die door alle betrokkenen uit de praktijk is opgebouwd.
Op basis van het regeerakkoord stelde de Vlaamse regering in juni 2000 een afsprakennota op. Daarin werd de term inburgering ingevoerd. Deze afsprakennota heeft tot dit ontwerp van decreet geleid. Het Vlaams Parlement is met zijn werkzaamheden begonnen op basis van het voorstel van decreet van de heer Lauwers, dat hij vorige legislatuur al had ingediend. Op 4 mei 2000 heeft hij dit voorstel toegelicht.
Dit voorstel van decreet moet een kader vormen dat de Vlaamse Gemeenschap en de gemeenten toelaat een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten dat een onthaaltraject mogelijk maakt. De indiener schatte dat er in Vlaanderen zo'n 24.000 nieuwkomers zijn, waaronder heel wat Nederlanders. Nieuwkomers moeten zich snel kunnen integreren om goed van start te kunnen gaan. Voor dit voorstel van decreet zou zo'n 2 miljard frank volstaan. De heer Lauwers opperde dat een verplichting aangewezen is, zij het binnen een gefaseerde invoer. Het aanbod moet immers groot genoeg zijn. De commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen is vervolgens op werkbezoek geweest in Limburg, Antwerpen en Amsterdam.
Op 15 oktober 2002 lichtte minister Vogels haar ontwerp van decreet toe. Vooraf werd in de commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen een discussie gevoerd om de bespreking van deze documenten uit te stellen. De heer Dewinter wou eerst het Vlaamse minderhedenbeleid laten evalueren. CD&V wou dat eveneens, maar benadrukte de bespreking niet te willen vertragen. Daarnaast wou CD&V de bespreking van beide documenten koppelen aan het ontwerp van inwerkingsdecreet van minister Landuyt. Alle fracties zagen de gelijkenis tussen de documenten, maar wensten toch zo snel mogelijk van start te gaan.
In haar toelichting pleitte miniser Vogels ervoor snel werk te maken van een inburgeringsbeleid. Ze wees nadrukkelijk op de noodzaak daarvan.
In de hoorzittingen hebben verschillende betrokkenen het ontwerp becommentarieerd. Op basis daarvan is het ontwerp van decreet aangepast.
Ik zal nu trachten de meningen van de verschillende fracties tijdens de algemene bespreking kort weer te geven. De heer Lauwers trekt het debat open naar het integratiebeleid, warvan inburgering slechts een klein onderdeel vormt. Hij herhaalt voornoemde accenten en pleit voor een snel en krachtig decreet.
CD&V vindt het ontwerp onvoldragen en wil liever over onthaal dan over inburgering spreken. De fractie acht het mogelijk het onthaalbeleid te regelen in het bestaande decreet over de etnisch-culturele minderheden. Zij wil inburgering koppelen aan het inwerkingdecreet. Voorts benadrukt ze de rol van de plaatselijke overheid. Alle nieuwkomers moeten de inburgering doorlopen en krijgen dan een bewijs van deelname. Zij pleit voor aanmoedigende sancties.
De heer Denys vindt dat medeburgerschap kennis van de taal impliceert. Het is een kwestie van rechten en plichten. Hij acht ook de kennis van het functioneren van de samenleving prioritair en heeft het over een gezamenlijke sokkel van waarden en normen. Een efficiënte organisatie op de juiste schaal is belangrijk. Hij pleit voor een koppeling aan het inwerkingdecreet.
Het Vlaams Blok vindt de bespreking bezigheidstherapie. Het integratie- en immigratiebeleid hebben volgens deze fractie gefaald. Gezinshereniging is een probleem en een rem op de noodzakelijke assimilatie. Voorts hekelt het Vlaams Blok de illegale immigratie, de onwil tot aanpassing en het zogenaamde knuffelbeleid. Zonder immigratiestop en strenge nationaliteitswet faalt elk beleid.
Sp·a wil een goed inburgeringstraject dat leidt tot volwaardige participatie en burgerschap. De fractie pleit voor maatwerk en aandacht voor de combinatie van cursus met werk en gezin. De reguliere voorzieningen van onderwijs en werkgelegenheid moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Alle nieuwkomers moeten inburgering volgen.
Agalev maakt een onderscheid tussen onthaal en integratie. De samenleving zal nooit meer monocultureel zijn. Integratie en maatwerk zijn noodzakelijk. De onthaalbureaus moeten een regiefunctie hebben. Er moet voldoende aanbod zijn vooraleer de trajecten verplicht worden. Onze fractie vraagt ook voldoende aandacht voor de vrouwelijke nieuwkomers.
N-VA beschouwt dit ontwerp van decreet als de basis voor gelijke kansen. Goede startcompetenties zijn nodig. Er is een onderscheid tussen private en publieke cultuur. Ook N-VA pleit voor maatwerk.
Nadien discussieerden de leden over de afbakening van de doelgroep. Er is beslist om de doelgroep van nieuwkomers en asielzoekers uit te breiden tot iedereen ouder dan 18 jaar die zich aanmeldt in Nederlandstalige gemeenten of gemeenten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Door het grote verschil in opleiding tussen de nieuwkomers is maatwerk aangewezen.
Dit ontwerp handelt over het primaire traject. Dat behelst 120 of 180 uur Nederlands, 60 uur maatschappelijke oriëntatie en 20 uur loopbaanoriëntatie. Er wordt vooraf getoetst of dat traject nuttig of nodig is. Momenteel kunnen niet alle nieuwkomers direct na een primair ook een secundair traject volgen. Er zijn wel al diverse secundaire trajecten. Een inwerkingtraject behoort tot die groep. De minister van onderwijs zal ook vervolgtrajecten uitwerken. De onthaalbureaus moeten voor een vlotte overgang tussen primaire en secundaire trajecten zorgen. Verschillende fracties betreuren de opsplitsing.
De gemeenten komen als eerste in contact met nieuwkomers. Zij verwijzen door naar onthaalbureaus, die de kandidaten screenen. De Vlaamse overheid zorgt onder meer in voor de informatica voor de registratie van de gegevens en de doorstroming van de informatie naar de onthaalbureaus. Als de nieuwkomers zich binnen de drie maanden na inschrijving in de gemeente niet melden bij het onthaalbureau of het traject voortijdig beëindigen, wordt dat aan de Vlaamse regering gemeld, die een straf kan opleggen. Het onthaalbureau heeft een regiefunctie en staat in voor onthaal en oriëntatie.
Er zullen cursuspakketten worden aangeboden in de centra voor basiseducatie en volwassenenonderwijs. Indien die succesvol worden volbracht, zal een attest van inburgering worden uitgereikt. Als men niet voldoet aan de verplichting tot inburgering, zullen er sancties mogelijk zijn voor zowel het onthaalbureau als de meerderjarige persoon, die een boete kan krijgen van 1 tot 25 euro.
Wij hebben een lange discussie gevoerd over de verplichting en de sancties en de meerderheidsfracties hebben de Raad van State om advies gevraagd. De regering heeft het debat over de verplichting tot inburgering overgelaten aan het parlement, waar dit ten volle is behandeld. Het is echter belangrijk het advies van de Raad van State op te volgen. Die stelt dat het inburgeringsproces slechts verplicht kan worden als er een voldoende aanbod is. We zijn wel bevoegd om de verplichting in te schrijven. De Raad van State uitte ook enkele bekommernissen. Vooreerst mag er geen tegenstelling zijn tussen de verplichting tot inburgering en het recht op de eerbiediging van het privé-leven. Ook mag de inburgering niet eenzijdig gericht zijn op de assimilatie van een cultuur. Tot slot kan de verplichte inburgering niet opgelegd worden als voorwaarde tot het verwerven van de nationaliteit.
CD&V stelde voor het decreet te koppelen aan de federale bevoegdheden en daarover een samenwerkingsakkoord te sluiten. Zij stelde positieve sancties voor - zo wil zij het bewijs van inburgering opleggen als voorwaarde voor het verlengen van een verblijfsvergunning - maar ook negatieve sancties, zoals het schrappen van mogelijke tegemoetkomingen.
Het Vlaams Blok beschouwt de verplichte inburgering als een voorwaarde voor de verwerving van de nationaliteit. De meerderheid is in haar standpunt ter zake echter bijgetreden door de Raad van State en heeft de verplichting uitgebouwd naar analogie van de leerplicht.
Er is nog enige discussie over het tijdstip wanneer dit decreet kan ingaan. De meerderheid had graag gezien dat dit onmiddellijk het geval zou zijn, maar dit is geen goede zaak aangezien op dit moment het aanbod onvoldoende groot is.
Hoe kunnen we het aanbod efficiënter maken, hervormen of uitbreiden? De minister heeft hiervoor een stappenplan klaar. We zullen dan ook aan de regering overlaten om te beslissen wanneer dit decreet in voege kan treden.
Er is hard aan dit decreet gewerkt, door zowel meerderheid als oppositie en de integratiesector, die de nodige expertise op het terrein heeft. Nu rekenen we op de minister om het parlement op de hoogte te houden van de stand van zaken.
In de commissie is dit decreet aangenomen met 8 stemmen voor, 3 tegen en 3 onthoudingen.
Ik vraag nu het woord om mijn inbreng in de besprekingen te leveren namens mijn fractie.
Is het noodzakelijk dat Agalev als eerste haar standpunt vertolkt?
Het is de gewoonte dat de verslaggever meteen na het verslag ook het standpunt van zijn of haar eiegn fractie uiteen zet. Nadien zal ik het woord geven aan de indiener, de heer Lauwers.
Ik zou willen dat wij een democratische regeling treffen voor de verslaggeving. Omdat de Vlaams Blok-fractie daarvan altijd wordt uitgesloten, kunnen wij nooit als eerste het woord voeren.
Dat is een terechte opmerking : misschien moeten we er naar streven de verslaggeving te scheiden van de standpunten van de fracties.
De spreker heeft in dit geval echter duidelijk het onderscheid aangegeven tussen haar verslag en het standpunt van haar fractie.
Het is een gelukkig toeval dat we dit ontwerp en voorstel decreet behandelen in de week van de diversiteit. Ik ben er van overtuigd dat we ondubbelzinnig de diversiteit van de samenleving moeten aanvaarden. Groepen migranten zoeken heil in België, wat versterkt wordt door een toegenomen mobiliteit en de globalisering. In de volgende decennia zal hierin geen verandering komen en zullen er zowel ongevraagd als gevraagd vele migranten zich aanbieden. Wij moeten deze mensen goed onthalen om de kans op integratie te laten toenemen. De samenleving staat voor een grote opdracht om geen achterstand in deze situatie op te lopen. Vroeger werden de gastarbeiders niet goed onthaald, wat nu voor problemen zorgt.Het enorm gestegen budget bewijst dat deze regering het inburgeringsbeleid ernstig neemt..
Ik wil nog een aantal bezorgdheden inbrengen. Wanneer zal men een voldoende groot aanbod kunnen verzekeren? Om het onthaal van nieuwkomers goed te laten verlopen, zijn er jaarlijks 12.000 tot 13.000 nieuwe trajecten nodig. Hoe zullen diee georganiseerd worden? Wij zullen hiervoor verschillende hervormingen moeten doorvoeren en bijkomende middelen vrijmaken, hoewel we geen verschuiving van budgetten zullen toelaten van nieuwkomers naar 'oudkomers'.
Verder moeten er voldoende kwalitatieve lesgevers komen. De huidige lesgevers leveren puik werk. Er moet echter bijkomend personeel opgeleid worden zodat er een gedifferentieerd aanbod kan gecreëerd worden en maatwerk mogelijk wordt.
Men moet men ook voor voldoende omkadering zorgen. Vele nieuwkomers haken immers na verloop van tijd af en voltooien het traject niet omdat ze de cursus niet kunnen combineren met een job, geen gepaste kinderopvang vinden of niet ter plaatse kunnen raken.
Tevens is er nood aan een naadloze overgang tussen het primaire en het secundaire traject. Een nieuwkomer kan onze taal, na 180 lesuren, immers onmogelijk beheersen. Ook de oriëntering op de arbeidsmarkt en de samenleving moeten verder uitgebouwd worden.
Men debatteerde hier al veel en lang over het al dan niet verplichte karakter van het inburgeringstraject. De Agalev-fractie volgt de visie van de Raad van State wanneer die stelt dat 'het aanbieden van een inburgeringsprogramma kan beschouwd worden als een vorm van invoering van de verplichting van de overheid om te zorgen voor het welzijn van de personen die verblijven op het grondgebied waarvoor zij verantwoordelijk is'.
Verder stelt de Raad van State ook dat 'inburgering ervoor moet zorgen dat een nieuwkomer zich kan aanpassen aan zijn nieuwe sociale omgeving. De samenleving zelf moet deze nieuwkomers, na verloop van tijd, als volwaardige burgers erkennen.' Nieuwkomers en samenleving hebben dus wederzijdse verplichtingen.
Indien men met elkaar wil samenleven, is de kennis van het Nederlands als streektaal onontbeerlijk. Verplichte inburgering mag echter niet eenzijdig gericht zijn op de assimilatie van de dominante cultuur. De cursus 'maatschappelijke oriëntatie' kan ervoor zorgen dat dit niet gebeurt. De samenleving moet immers ook respect opbrengen voor de eigen identiteit van de vreemdelingen en aanvaarden dat de migrantensamenleving ook een aantal kwaliteiten bezit.
Vlaanderen zal voortaan voortdurend in evolutie zijn. Het monoculturele Vlaanderen heeft definitief plaats gemaakt voor de interculturele, kleurrijke samenleving. Nieuwkomers moeten, ter realisatie van deze samenleving, ingeburgerd worden.
De mogelijkheid om te sanctioneren werd in het decreet enkel ingeschreven om duidelijk te maken dat er van iedere nieuwkomer wel degelijk verwacht wordt dat hij of zij een onthaaltraject volgt. We gaan er echter van uit dat er niet zal moeten gesanctioneerd worden. De vraag naar lessen en opleidingen is immers groter dan het aanbod.
De Agalev-fractie rekent erop dat de ministers van Welzijn, Onderwijs en Werkgelgenheid de inwerkingtreding van dit decreet zo snel mogelijk zullen weten te realiseren. Met dit decreet kan immers belangrijk, toekomstgericht werk gerealiseerd worden. (Applaus)
Ik heb het voorstel van decreet een eerste keer ingediend in 1998 en daarna opnieuw in 1999. Als gevolg daarvan werd onder meer een studiereis naar Amsterdam ingericht. In december 2000 werd in Boom ook een studiedag met de betrokken sector georganiseerd. Uit dit alles heb ik veel geleerd. Het heeft geleid tot een grondige discussie en onderzoek.
De vroegere knelpunten zijn nog steeds niet opgelost. Wat houdt inburgering precies in? Hoe zit het verder met de verplichting tot inburgering en de sancties? Wat is haalbaar?
Ik geef toe dat ik zekere reserves koester ten opzichte van het woord 'inburgering'. Het klinkt zo kleinburgerlijk. In feite impliceert het een systematisch onthaalbeleid.
Discussies over inburgering monden echter vaak uit in een politiek-ideologisch geïnspireerde discours. In plaats van duidelijkheid krijgt men een babylonische spraakverwarring.
Wat is het doel van de inburgeringsbeleid? Vlaanderen wil een gecontroleerde instroom van immigranten goed opvangen. De kennis van het Nederlands is echter een strikte voorwaarde. Verder moeten allochtonen zich willen inschakelen in een Vlaamse variant van de Europese cultuur.
Europa is getekend door christelijke en Arabische invloeden. Verder heeft ook de Franse revolutie een grote invloed gehad. Zaken zoals de scheiding tussen kerk en staat zijn onmiskenbaar het gevolg van deze revolutie. Europa kende ook de mei '68-beweging. Die zorgde onder andere voor een emancipatie van de vrouw en de homobeweging. Dat zijn dus recente verschuivingen die erop duiden dat de Europese cultuur geen statische cultuur is en snel evolueert.
Deze ontwikkelingen vormen trouwens ook een nieuwe breuklijn in de politiek : volgens sommigen gaan ze te snel, volgens anderen niet snel genoeg. In elk geval is Vlaanderen nooit een monocultuur geweest. Wij kennen het onderscheid tussen arbeiders- en burgerlijke cultuur. Sinds de jaren vijftig erkent de wetenschap ook het verschil tussen jeugd- en volwassenencultuur.
Wat betekent inburgering in heel deze optiek? Doel is nieuwe migranten in te schakelen in de veelvormige Vlaams-Europese cultuur. Dat houdt in dat ze zich aanpassen aan Europese basiswaarden als de scheiding van kerk en staat en de gelijkheid van man en vrouw. Voorts moeten ze zich ook houden aan de bestaande wetgeving, onder meer voor wat betreft de rechten en plichten in de sociale zekerheid, de leerplicht, de selectieve afvalophaling en het slachten van dieren. Dat alles betekent evenwel niet dat ze zich van hun wortels moeten ontdoen of dat ze afstand moeten doen van hun historische identiteit. Zij hebben net als anderen recht op hun eigen subcultuur inzake religiositeit, kleding en voeding, zij het steeds binnen de Europese verworvenheden en rechten. Op termijn zal die subcultuur net als de andere ook de Vlaams-Europese cultuur zelf beïnvloeden.
We moeten niet de illusie koesteren dat we dit alles met dit ontwerp en voorstel gaan bereiken. Inburgering betreft alleen het onthaalbeleid voor nieuwkomers. Er is veel meer nodig dan dat alleen. Er moet ook een beleid voor de reeds aanwezige migranten worden gevoerd. Bovendien is 120 uur te weinig om een geheel andere taal te leren. In het onderwijs weet men inmiddels wat het betekent om met voortdurende wisselende klasgroepen te werken. Ook op het vlak van werkgelegenheid zijn maatregelen nodig. Voorts moet ook de ontwikkeling van een Europese variant van de islam gestimuleerd worden naar analogie met het Afrikaanse christendom. Dat betekent dat we inspraak moeten krijgen in de benoeming van imams en islamleraren en dat ook een Europese theorie moet ontwikkeld worden. Dit alles kan dus niet in één decreet.
Ik pleit ervoor om in de volgende regering een minister voor Migratie en Integratie te benoemen. Ik ben zelf overigens geen kandidaat voor dat ambt. Wij leggen de lat voor regering en sector heel hoog. Er wordt vaak lichtzinnig gepraat over inburgering, maar men moet bedenken dat het niet evident is voor een analfabeet die voor het eerst kennismaakt met de westerse cultuur, een hoogtechnologische samenleving en een sterk gereglementeerde staat, om in enkele maanden een totaal vreemde taal te leren. Precies daarom stellen wij geen algemene programma's voor, maar trajecten op maat. Daarvoor is niet alleen geld, maar vooral veel ervaren personeel nodig. De specifieke methodiek die dit vereist, werd inmiddels door ervaringsdeskundigen opgebouwd. Aangezien het primaire traject niet volstaat voor zelfredzaamheid, zijn de vervolgcursussen erg belangrijk. Dat geldt ook voor de rol van de VDAB, het inwerkingsdecreet en het volwassenenonderwijs.
Men moet vooral niet ongeduldig zijn. Het zou niet fair zijn om na een jaar al op de regering te gaan schieeten. Een snelle implementatie is wenselijk, maar vraagt veel tijd en geld. Maar, gesteld dat dit alles lukt, moeten we er dan een verplichting van maken? Spirit antwoordt daar bevestigend op, net als de meeste migrantenverenigingen. Het gaat hier immers om een kwestie van algemeen belang.
Moet er ook een straf verbonden worden voor wie de verplichting niet nakomt? Dat is een moeilijke zaak, waar lang is over nagedacht en gediscussieerd. Ik vind dat het principieel niet kan om straffen te verbinden aan sociale grondrechten. Administratieve boetes hebben dan weer het nadeel dat ze niet werken. Ofwel koopt men ze gewoon af, als men bemiddel genoeg is, ofwel draait het OCMW op. Uiteindelijk stelde mevrouw Ceysens het leerplichtmodel voor en daar zijn wij heel blij mee. Het is juridisch, moreel en maatschappelijk een perfect instrument. Men vermijdt er de procedures mee, waar alleen advocaten rijk van worden. Bij verzuim heeft de gemeentelijke overheid de mogelijkheid om de betrokkene aan te manen. Bij herhaald verzuim kan men een juridische procedure beginnen. Wij zijn ervan overtuigd dat een of twee veroordelingen na flagrante weigeringen ook voor de koppigaards zullen volstaan. Een dergelijke negatieve voorbeeldfunctie is voldoende, dat bewijst ook de leerplicht elke dag. Het is echter evident dat dit alles slechts kan van zodra de overheid een behoeftedekkend aanbod op maat weet aan te bieden.
De commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen heeft goed werk geleverd. Het Vlaams Parlement heeft van de regering enerzijds de kans gekregen om het ontwerp te wijzigen en anderzijds de opdracht om enkele knopen door te hakken. Ik besef heel goed dat ons nog heel wat uitvoerend werk wacht. Ik vraag om een commissie ad hoc op te richten om het integratiebeleid door te lichten. Maar dit ontwerp van decreet is een eerste stap.
We hebben bewezen dat zelfs een vierpartijencoalitie in staat is door parlementair overleg en zonder druk van de regering belangrijke beslissingen te nemen over een gevoelig onderwerp. Ik dank iedereen daarvoor. Ik weet dat dit niet nodig is, maar toch trek ik mijn voorstel van decreet symbolisch in.
Ik dank mevrouw Van Den Heuvel voor haar verslag, maar wil er één zinnetje aan wijzigen : CD&V wil niet alle tegemoetkomingen schrappen, enkel de niet verplichte. Wij hebben voorts enige tijd terug al voorgesteld om een commissie ad hoc op te richten omdat het onthaalbeleid eigenlijk maar een deel is van het integratiebeleid. De heer Lauwers heeft toen tegen dat voorstel gestemd.
Ik denk niet dat er één ontwerp van decreet is waaraan regering en parlement zoveel aandacht besteed hebben. Logisch dat iedereen dan een ontwerp verwacht dat zelfs voor de democratische oppositie aanvaardbaar is. Maar dit ontwerp van decreet roept alleen maar vragen op. Het is een opsomming van allerhande zaken die nog onderzocht moeten worden. Terwijl vorig jaar al in een motie gevraagd werd om met die onderzoeken te starten. Komt dit decreet te vroeg? Is het uitvoerbaar? Is het eigenlijk niet overbodig?
Er worden al inburgeringstrajecten georganiseerd. De huidige regeling is gebaseerd op een visietekst en meerjarenplannen van de vorige regering. Paars-groen splitste de onthaaltrajecten evenwel in een primair en een secundair traject zonder iemand te horen. De zogenaamde oudkomers werden uitgesloten. Het onthaaltraject werd inburgersingstraject waardoor nieuwkomers verkeerdelijk de indruk kregen dat ze achteraf ingeburgerd waren. Bovendien werd het thema door de meerderheid in de media misbruikt om zich te profileren.
In de Septemberverklaring van 2000 kondigde minister-president Dewael aan dat 750 miloen frank zou uitgetrokken worden voor inburgering. Hij gooide evenwel alles op één hoop om de indruk te wekken dat deze regering heel wat deed. In zijn Septemberverklaring van 2001 benadrukte minister-president Dewael dat in 2000 een half miljard frank extra was uitgetrokken voor inburgering. Hij kondigde tegelijk het ontwerp van inburgeringsdecreet aan. In 2002 zou het budget hoog genoeg zijn om de helft van alle nieuwkomers een basistraject aan te bieden. Men haalt nauwelijks 20 procent. In de laatste Septemberverklaring verklaarde minister-president Dewael dat de geplande inburgeringstrajecten tegen het einde van deze regeerperiode afgestemd moeten zijn op de vraag. Iedereen weet dat jarenlang alleen maar gefantaseerd werd over het inburgeringsbeleid. Men zal nu bovendien nog een tandje moeten bijsteken want de SIF-middelen zijn verdwenen.
Waarom moeten we stemmen over deze lege doos? De meerderheid kiest voor een getrapt traject. Alles wordt ingewikkeld en de bevoegdheden versplinterd. Na 120/180 uur Nederlands wil men bovendien al een bewijs van inburgering uitreiken waarna elke verplichting wegvalt. Niemand garandeert een vervolgtraject.
CD&V wil één traject op maat van elke nieuwkomer met een aantal onderdelen die contractueel vastliggen. Daarna volgt een bewijs van integratie dat nodig is om een naturalisatieprocedure te starten.
De meerderheid wil het traject terecht verplichten om bepaalde doelgroepen te bereiken. Wij vrezen dat ze het omgekeerde zullen bereiken want alle nieuwkomers uit landen waarmee België een internationaal samenwerkingsverband heeft, worden niet verplicht. Minister Vogels kon niet exact vertellen over welke landen het precies gaat. Maar als het om Marrokko, Tunesië, Algerije, Egypte en Turkije gaat, over wie zijn we dan nog bezig. Ook de Raad van State vindt dat de doelgroep beter gedefinieerd moet worden. Minister Vogels heeft een studie besteld en ondertussen keurt de meerderheid dit ontwerp goed zonder te weten op wie het precies slaat.
De Nederlandse inburgeringswet zegt duidelijk op wie de maatregel van toepassing is. De inburgeringsverplichting geldt niet voor de Amerikanen en voor de Polen die zich als zelfstandige vestigen en voor de Turken die hier slechts één jaar werken. Deze uitzonderingen zijn het gevolg van het vriendschapsverdrag met de VS en van de associatieverdragen met Polen en Turkije. Voor alle anderen vanaf 16 jaar geldt de verplichting wel, zelfs voor de Nederlanders van Antilliaanse en Arubaanse afkomst.
Wat in Nederland kan, moet in Vlaanderen ook kunnen. Dit zal verder onderzocht worden.
De Belgische situatie verschilt van de Nederlandse. We hebben andere wetten en we hebben met andere landen verdragen afgesloten.Als het zo eenvoudig is, waarom moeten we dan tot april op een antwoord wachten?
Het zou onverstandig zijn een opsomming van de relevante verdragen op te nemen in het akkoord. Bij iedere wijziging zouden we dan ook het decreet moeten wijzigen. Daarom zijn we niet ingegaan op deze opmerking van de Raad van State.
De Raad van State had in de eerste plaats om verduidelijking gevraagd. Het Vlaams Parlement laat de implementatie van het decreet te veel aan de regering over. Waarom werd nu pas de opdracht gegeven voor een wetenschappelijk onderzoek?
De meerderheid kan onvoldoende garanties geven voor een voldoende en een kwalitatief aanbod Nederlands Tweede Taal en begeleiding levensloopbaan. Er zijn geen garanties dat alle nieuwkomers snel een traject kunnen starten.
Er zijn onvoldoende middelen om dit decreet uit te voeren. Pas in de begroting 2004 zal in bijkomende middelen worden voorzien. Bij de bespreking in de commissie ging men er nochtans vanuit dat er reeds bij de begrotingswijziging extra middelen zouden worden uitgetrokken om een geleidelijk groeipad mogelijk te maken.
Dit inburgeringsdecreet is dus een lege doos. Vele elementen ervan blijven bovendien onduidelijk.
Voldoet het het bestaande systeem, met primaire en secundaire trajecten, aan de verwachtingen? Dit systeem vormt nochtans nu al de basis voor het inburgeringsdecreet, hoewel de evaluatie ervan pas voorzien voor dit najaar.
Klopt het dat het decreet niet van toepassing zal zijn op de burgers van landen waarmee verdragen zijn afgesloten, onder meer Marokko, Turkije en ex-Joegoslavië? Daardoor zou de verplichting wegvallen voor een groep met vrij veel migratie na gezinsvorming.
Ik begrijp de argumentatie van mevrouw Van Cleuvenbergen niet goed.
Iedereen is het ermee eens dat er onvoldoende middelen zijn voor de uitvoering van dit decreet, maar dat was zeker ook het geval bij het decreet op de zorgverzekering dat in april 1999 werd goedgekeurd en dat door minister Vogels moest worden geïmplementeerd. Bij het inburgeringsdecreet is er evenwel al meer voorbereidend werk verricht.
De voorbeelden van mevrouw Van Cleuvenbergen zijn betwistbaar. Daarom vraag ik dat ze kort en duidelijk zou zeggen waarom dit een slecht decreet is en waarom we de mensen die een dergelijk traject nodig hebben, niet zullen kunnen helpen.
Wanneer wordt dit decreet van kracht? Blijkbaar waren er zoveel onzekerheden dat de mogelijkheid moest worden opengelaten om alle artikelen afzonderlijk van toepassing te laten worden. Vanaf wanneer geldt de verplichting?
Tegen wanneer is er een voldoende en voldoende gediversifieerd aanbod NT2? Welke garantie heeft een nieuwkomer op een aanbod? Kan de nieuwkomer ook een aanbod opeisen? Is een taalaanbod van 120 of 180 uur een voldoende basis? Wanneer komt er een volwaardig aanbod levensloopbaan in de secundaire trajecten? Op dit ogenblik is er alleen een aanbod gericht op werkgelegenheid en de aspecten onderwijs, welzijn, cultuur en het functioneren in het gezin komen niet aan bod.
Hoe zullen de onthaalbureaus georganiseerd worden? Hoe zullen de gemeenten daarbij betrokken worden? Mogen de onthaalbureaus ook werken voor andere doelgroepen? Hoe zullen de huidige 26 onthaalbureaus vanaf 1 november opgaan in de grotere onthaalbureaus? Moet voor de zogenaamde oudkomers een heel andere organisatie opgezet worden?
Waarom wilde men niet duidelijk in het decreet opnemen dat een snellere erkenning van buitenlandse diploma's en van nuttige ervaring nodig is?
Er is ook geen duidelijkheid over de kinderopvang. Nochtans zijn er op dat vlak nu al te weinig mogelijkheden.
Hoe is dit decreet in Brussel toepasbaar? Hoe kan men daar de betrokkenheid van de gemeenten opleggen?
Waarom krijgen personen die vrijgesteld zijn van verplichtingen automatisch een attest van inburgering? Kan men met een dergelijk attest nog wel starten in een primaire fase? Worden onthaalbureaus ook gefinancierd voor de nieuwkomers die niet verplicht zijn het inburgeringstraject te volgen?
Dit decreet roept dus meer vragen op dan het antwoorden geeft. Wij menen daarom dat het beter ware geweest het huidige systeem nog één of twee jaar te behouden, het te evalueren en daarna een nieuw decreet te schrijven dat meteen ook concreet kan worden ingevuld.
Dit ontwerp van decreet is een gemiste kans. Daarom zullen wij het niet goedkeuren. (Applaus bij CD&V)
Dit ontwerp is ongetwijfeld de belangrijkste bijdrage aan kleurrijk Vlaanderen in deze regeerperiode. Het oorspronkelijke ontwerp voldeed niet maar het parlement kreeg van de regering de mogelijkheid om een en ander aan te passen.
Voor de VLD was het verplichte karakter van de inburgering een absolute voorwaarde. Na onze persconferentie over de sancties en het falend beleid, waren we in het defensief. Tegen het kerstreces was de stemming gekeerd, onder meer door de raakvlakken met de leerplicht en het emancipatorisch karakter van onze voorstellen.
Het betoog van mevrouw Van Cleuvenbergen houdt geen steek. CD&V vindt het ontwerp overbodig maar geeft wel een lijst van de onderwerpen die erin geregeld moeten worden.
Ik heb de indruk dat de uitvoering van het inburgeringsbeleid op gebied van werkgelegenheid goed georganiseerd wordt. Ik zal mij toespitsen op twee andere componenten. Welzijn moet eigenlijk een beperkte rol spelen en enkel coachen. De belangrijkste opdracht voor dat beleidsdomein is de maatschappelijke oriëntatie op punt stellen. Daarbij moet rekening gehouden worden met de bepalingen van het Europese verdrag voor de Rechten van de Mens en de gelijkheid tussen man en vrouw. Ook de opvoeding van de kinderen moet behandeld worden. Sommige gemeenschappen hebben daar andere opvattingen over dan wij. Dat is een oorzaak van overlast in onze samenleving.
De voornaamste uitdaging is echter het onderwijs. Het grootste deel van het budget voor inburgering wordt daaraan besteed. De Vlaamse regering heeft goede maatregelen genomen om de uitval tegen te gaan en het aanbod NT2 efficiënter te maken. De versnippering moet tegengegaan worden en de wachtlijsten moeten uitgezuiverd worden. Het klopt niet dat er verdringing is van oud- of nieuwkomers. Illegale meerderjarigen mogen niet op de wachtlijsten komen, dat is geen humanitaire hulp.
Een ruimer en meer gedifferentieerd aanbod, meer mobiliteitsvoorzieningen en kinderopvang maken inburgering onbetaalbaar. Voor de vele nieuwkomers, die hoger opgeleid zijn, zijn zelfstudiepakketten een aanvaardbaar alternatief. De lesgevers kunnen dan vooral aandacht besteden aan andere nieuwkomers met grotere behoeften onder meer analfabeten.
Meer omkadering of stimuli om cursussen te volgen zijn ook overbodig. Bij de inburgering moeten we de deelnemers duidelijk maken dat van hen zelfredzaamheid en zelfstandigheid verwacht wordt. Het Nederlandse rapport zegt dat het inburgeringsbeleid zich moet concentreren op de toegankelijkheid en de toerusting van de migranten om een bijdrage aan de samenleving te leveren. Nieuwkomers moeten willen participeren aan arbeid en opleiding en daarbij de nodige zelfstandigheid en zelfredzaamheid aan de dag leggen.
Als we bij inburgering de zelforganisatie van de migranten niet aanspreken, zal het aanbod eindeloos moeten groeien. Een goede en selectieve aanpak is de basis voor het kleurrijk project. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
In tegenstelling tot andere sprekers zal ik geen details van het ontwerp van decreet behandelen, maar onmiddellijk tot de essentie ervan overgaan. Bij wijze van inleiding geef ik enkele citaten van uitlatingen van politici uit de traditionele partijen. Zo komen we met de voeten op de grond van de multiculturele werkelijkheid terecht.
Een AGALEV senator in De Morgen beweerde dat Abou Jahjah gelijk had toen hij beweerde dat allochtonen zich niet hoeven aan te passen, omdat de Vlaamse normen niet bestaan.
Eveneens in De Morgen werd gaf een kandidaat-VLD-parlementslid een bloemlezing over de integratie. Hij beweerde dat het integratiebeleid zoals het door de overheid ontwikkeld is neerkomt op assimilatie en dus mensonterend en xenofoob is.
Assimilatie is racistisch. De Raad van State heeft in zijn advies duidelijk gezegd dat assimilatie tegen het EVRM (Europees Verdrag van de Rechten van de Mens) ingaat. Als mijnheer Dewinter voorstelt zich aan te passen of op te krassen, komt dat neer op assimilatie. Dan zou er namelijk geen rekening gehouden worden met de eigen culturele aspecten van het individu.
Het was een VLD-kandidaat die dit verklaarde.
Abou Jahjah verklaarde dat het maar goed zou zijn als Verhofstadt naar Borgerhout zou komen om er in het Arabisch de mensen toe te spreken.
Een laatste citaat uit De Standaard van 28 september 2002 komt van de heer Voorhamme. Hij stelde dat het integratiebeleid mislukt is.
Nu we met beide voeten op de grond staan is het noodzakelijk de vraag te stellen waarom het integratiebeleid dan wel is mislukt. Het Vlaams Parlement leeft in een virtuele werkelijkheid en houdt geen rekening met het federaal parlement. Wat is de zin een decreet goed te keuren voor nieuwkomers met de reds vele immigranten die hier al aanwezig zijn? In 1974 kwam er een migratiestop en men zou dus een halt moeten toeroepen aan de komst van nieuwe immigranten. Desondanks blijft de immigratie nog steeds voortduren omdat de migratiestop niet werkt.
De Nederlandse regering heeft al lang ingezien dat het geen zin heeft in te burgeren zolang men de kraan van de massa-immigratie niet toedraait. Eerst moet immers de opgelopen achterstand weggewerkt worden.
Volgens de heer Dewinter is het probleem te wijten aan de instroom. Vormen een magere 12.000 tot 13.000 nieuwkomers per jaar dan werkelijk een te groot probleem om zich te laten inburgeren?
Het is een probleem omdat zij bij de grote groep mensen komen die hier reeds zijn en die zich nog niet hebben ingeburgerd. Andere landen hebben dit probleem al lang onderkend.
Mijnheer Dewinter, u heeft letterlijk gezegd dat u 13.000 nieuwkomers wel zag zitten.
Op zich vormt dat aantal geen probleem, maar wel als we deze voegen bij alle mensen die hier reeds zijn.
Vele migranten maken gebruik van gezinshereniging of gezinsvorming. In Nederland en Denemarken heeft men een goede oplossing voor dit probleem: eerst moet de kraan dicht. Om tot gezinsvorming over te kunnen gaan moet men een inkomen hebben van 19.000 euro per persoon en meerderjarig zijn. Bij ons gelden dergelijke beperkingen niet. In Denemarken kan men slechts een verblijfsvergunning krijgen nadat men 7 jaar aanwezig is geweest in het land en buiten de Europese Unie is geen gezinsvorming mogelijk tenzij men ouder is dan 24 en er een borg wordt betaald van 6.000 euro per persoon.
Eerst moeten wij een waterdichte immigratiestop hebben om nadien oplossingen te vinden voor de inburgering.
U spreekt over bevoegdheden die niets met het Vlaams Parlement te maken hebben. Het doel van de discussie is het opvangen van nieuwkomers en hoe we hen kunnen inburgeren. Volgens mijnheer Dewinter is het antwoord assimilatie, maar dat is geen alternatief.
Het Vlaams Parlement leeft in een virtuele werkelijkheid en paars-groen staat voor een probleem. Het inburgeringsdecreet stemmen in het Vlaams Parlement heeft geen zin wanneer men in het federaal parlement het omgekeerde doet.
Momenteel zorgt de procedure van gezinshervorming voor een sneeuwbaleffect in de immigratie, waardoor er nooit inburgering zal komen. Wij importeren meer achterstand door de immigratiekraan niet dicht te draaien.
Het decreet zou bedoeld moeten zijn om mensen die hier al aanwezig zijn te verplichten zich in onze samenleving te assimileren. Bovendien zorgt het regulariseren van 60.000 illegalen enkel voor een grotere aantrekking van allerlei mensen die de intentie hebben hier te komen.
Een volgende reden voor de mislukking van het inburgeringsproces is de onwil die bij een groot deel van de vreemdelingen leeft om zich aan te passen. Het is een naïef idee dat we een Europese islam zouden kunnen creëren. Dit is slechts een illusie en zal nooit in de praktijk kunnen omgezet worden. Het idee speelt enkel tot voordeel voor de groep islamieten die misbruik maken van onze tolerantie. Het is eveneens naïef te denken dat een dergelijke situatie ons enige verrijking zou brengen.
Onwil tot aanpassing wordt enkel aangemoedigd door het gevoerde knuffelbeleid. In plaats van vreemdelingen signalen te geven zich aan te passen, stelt de Vlaamse Regering voor speciale tv-zenders op te richten en aparte instellingen te maken in bejaardentehuizen.
Mevrouw Vogels werkt zelf mee aan het promoten van de onderdrukking van de vrouw in de islam door haar recent bezoek aan een moskee en het dragen van de traditionele vrouwelijke hoofdtooi. Ook zijn er de barbaarse rituele slachtingen die nog steeds plaatsvinden ondanks onze wet op dierenbescherming, waarbij schapen onverdoofd met een bot keukenmes worden afgemaakt. Door deze zaken toe te laten zal er nooit sprake zijn van integratie.
De heer Dewinter keert zich tegen de islam. Respecteert hij hiermee de grondwet en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens?
Ik zal antwoorden met een tegenvraag. Is de heer Holemans de mening toegedaan dat men besnijdenis van vrouwen moet tolereren?
Mag men hier de islam beleiden?
Ik ben een voorstander van godsdienstvrijheid maar een tegenstander van de subsidiëring van barbaarse praktijken.
Is de heer Dewinter een tegenstander van de jacht? Het gaat hierbij toch ook om de individuele vrijheid? Burgers mogen vrij bepalen of ze al dan niet wensen te jagen.
De heer Dewinter zal er nooit in slagen om, in het kader van de assimilatie, zijn loyaliteitstoets waar te maken.
De derde reden waarom het integratiebeleid gefaald heeft, ligt bij de overheid zelf. Vooraleer men dit ontwerp van decreet goedkeurt, moet het integratiebeleid geëvalueerd worden. Doorheen de jaren werden er al tientallen miljoenen euro's in allerlei nutteloze projecten gestopt. Waar blijven de resultaten van al dat geïnvesteerde geld? De Arabische jeugd radicaliseert en stelt steeds meer eisen.
Dit inburgeringsdecreet is gedoemd om te mislukken. Indien men wil dat het slaagt, moet het gepaard gaan met een immigratiestop en gekoppeld worden aan de nationaliteitsverwerving. De finaliteit van dit alles moet bestaan uit een proef en een examen. Indien de betrokkene voor dit examen slaagt, kan hij een verblijfsvergunning krijgen. Slaagt de betrokkene niet, dan wordt de vergunning ingetrokken en wordt hij of zij het land uitgezet.
In dit verband wil ik ook het Nederlandse regeerakkoord citeren. De Nederlandse regering is voorstander van een restrictief toelatingsbeleid en stelt dat men 'het toelaten van vreemdelingen moet beperken, indien deze vreemdelingen een probleem betekenen voor het integratiebeleid'.
Dit decreet zal ook mislukken omdat er niet in een sanctionering werd voorzien. Ik deel de naïeve interpretatie van de heer Lauwers niet. Gelooft hij nu werkelijk dat, na één proces, iedereen wel zal bijdraaien? De realiteit in Nederland toont duidelijk aan dat dit niet het geval is. Daar maakt 35 procent van de nieuwkomers het traject nooit af maar nauwelijks enkele tientallen zijn daarvoor gesanctioneerd.
In Nederland functioneert het sanctioneringsbeleid niet omdat het overgelaten wordt aan de gemeenten. Die wordt de keuze gelaten om het al dan niet in te vullen. Wij hebben echter een beter sanctioneringssysteem uitgewerkt.
Wanneer de heer Dewinter beweert dat de inburgering zou moeten gelinkt worden aan de nationaliteitsverwerving, impliceert dit dat we deze materie weer moeten overhevelen naar het federale niveau. Ik wens het echter op het Vlaamse niveau te houden.
In tegenstelling tot de CD&V-fractie ben ik ook geen voorstander van een samenwerkingsakkoord met de federale overheid. Deze materie moet door onszelf ingevuld worden. Inburgering moet op Vlaams niveau plaatsvinden. Het zal er sneller en efficiënter dan in Nederland georganiseerd worden.
Net zoals voor armoede zijn er wel samenwerkingsakkoorden met de federale overheid mogelijk. De federale overheid kan misschien wel de normen vastleggen maar de mate waarin iemand Nederlands kent, kan enkel bepaald worden door de Vlaamse overheid.
CD&V heeft alternatieve sancties voorgesteld. Een van die voorstellen was dat de uitzonderlijke OCMW-toelagen, die precies bedoeld zijn om de armsten te helpen, geschrapt zouden kunnen worden. Dit is werkelijk een van de meest asociale voorstellen die ik ooit gehoord heb. Een sanctie moet immers op iedereen toegepast kunnen worden.
CD&V heeft nooit een dergelijk voorstel gedaan. Een OCMW zou enkel de mobiliteitstoelagen kunnen schrappen.
In het ingediende amendement werd voorzien dat de uitzonderlijke toelagen zouden kunnen ingetrokken worden. Aangezien hierdoor de allerzwaksten zouden getroffen worden, vond dit voorstel geen genade bij de huidige meerderheid.
Ik heb dit niet alles niet voorgesteld. Ik heb daarentegen wel gezegd dat de Vlaamse overheid over een beperkt arsenaal aan sanctioneringsmogelijkheden beschikt. Vandaar dat men een samenwerkingsakkoord met de federale overheid moet nastreven.
Iedereen weet dat er positieve sancties en negatieve sancties bestaan. In het eerste geval kan men bijvoorbeeld bewijzen van integratie erkennen. In het tweede kan men mogelijke tegemoetkomingen schrappen.
CD&V is dus geen voorstander van de schrapping van alle tegemoetkomingen. Verder weet men ook dat alle OCMW-tegemoetkomingen persoonlijk zijn en dat men steeds in beroep kan gaan.
De heer Dewinter verwijst steeds naar Abou Jahjah. Dit is echter een slecht voorbeeld van een gebrek aan integratie. Alhoewel ik allerminst sympathie koester voor deze persoon, moet ik echter vaststellen dat hij perfect Nederlands spreekt en steeds keurig gekleed is.
Het is niet zozeer een kwestie van taal of uiterlijkheden, als wel van loyauteit aan de samenleving.
U bent zelf niet loyaal.
Niet aan de Belgische staat, maar wel aan de waarden van onze beschaving, zoals de scheiding tussen kerk en staat, de vrije meningsuiting en de democratie. Een aantal radicale islamieten en fundamentalisten daarentegen wil zich daar niet onderwerpen. Zij zeggen dat het niet hun waarden zijn. Wij vinden dat wie naar hier komt, zijn verblijf moet verdienen. Wij reiken de hand aan ieder die zich wil aanpassen en Vlaming wil worden onder de Vlamingen.
Dat vergt evenwel een andere politiek vanwege de overheid. Men moet de vraag durven stellen of de islam geen rem is voor het integratieproces. Is hij wel compatibel met de Europese beschaving? Voor ons betekent assimilatie dat men onze manier van leven en ons lot loyaal wil delen. En dat men bereid is dat te onderschrijven in een loyauteitsverklaring, zoals die ook elders in Europa bestaat. Voorts moet men ook de veruitwendiging van bepaalde tradities beperken als die in strijd zijn met onze normen en waardepatronen. Ik denk daarbij aan de sluiers en de rituele slachtingen. Men moet ook kennis hebben van onze taal, geschiedenis en cultuur. Taal op zich is niet voldoende voor integratie. Iedereen, waar ook ter wereld, kan een cursus Nederlands volgen. Daarmee alleen is hij nog niet geïntegreerd in onze samenleving.
Dit ontwerp en dit voorstel zijn voorbeelden van kladwerk. Er zijn inmiddels bijna 80 amendementen ingediend door de meerderheid om dit onding er toch maar door te krijgen. Wij zullen ervoor zorgen dat het feest alvast vandaag niet doorgaat. Wij zullen immers de tweede lezing vragen.
Is de heer Dewinter voor of tegen parlementair werk? Als wij alles aanvaarden wat de regering voorstelt, protesteert hij. Als wij er serieus parlementair werk leveren - de vele amendementen vormen daarvan het bewijs - is het ook niet goed.
Men schaaft een beetje hier en een beetje daar, met als resultaat een decreet dat niet zal werken, alleen al door het gebrek aan voldoende taallessen. Ook de verplichting is niet goed geregeld. Men durft immers niet echt te zeggen dat die er daadwerkelijk is. Ook dat zal niet werken.
De manier waarop de heer Dewinter met de islam omgaat, stoort mij. Als men de geschiedenis kent, weet men dat wij de antieke wetenschap en filosofie herontdekt hebben na een duistere periode, precies dankzij Arabieren die tegelijk ook de islam verdedigden. Dat bewijst dat de islam daar wel degelijk mee compatibel is, al blijkt dat niet altijd in de huidige praktijk elders ter wereld. Het is daarom nodig om ruimte te geven aan een moderne islam. Praktijken als vrouwenbesnijdenis hebben trouwens niets met de islam te maken. Het is toch niet omdat mensen in de Filippijnen het nodig achten zich met Goede Vrijdag te laten kruisigen, dat we dan maar de hele katholieke godsdienst moeten verwerpen? Door godsdienst tot dergelijke uitwassen te reduceren, komt de fundamentele vrijheid inzake godsdienstbeleving in gevaar.
Europa betekent voor mij : Rome, Griekenland, de Verlichting en het Christendom. (Samenspraken) Daar teken ik voor. De islam behoort daar niet toe, wel integendeel. Stap toch eens af van de multiculturele naïveteit. Klamp u niet vast aan een failliet wereldbeeld, dat niet werkt. Open uw ogen voor de realiteit van 11 september, Abou Jahjah en Osama bin Laden. De radicale islam is een paard van Troje, dat door de traditionele partijen wordt binnengehaald.
Te uwer informatie laat ik u weten dat er ook nog een Germaanse inbreng was in het oude Europa. Men wijst hier op het ontbreken van een tolerante, Europese islam. Dat komt doordat hij al twee keer van de kaart is geveegd : een keer door de katholieke koningen in Spanje en een keer met de geïslamiseerde Bogomilen in de Balkan. De heer Dewinter vervalst die geschiedenis.
De Oostenrijkse auteur Robert Menasse geeft het voorbeeld van zijn voorvader Ben Israel Menasse, de leermeester van Spinoza, die in de zeventiende eeuw uit het intolerante Iberië naar het tolerante Noorden vluchtte. Het is die tolerantie, die Verlichting die wij voorstaan en waar de heer Dewinter een streep onder trekt.
Ik kan ook historische voorbeelden geven, bijvoorbeeld de overwinning van Karel Martel op de Saracenen in Poitiers…
Dat waren Basken, geen Saracenen.
Een ander voorbeeld is de overwinning op de Turken in de slag bij Wenen. De islam heeft altijd geprobeerd Europa te vuur en te zwaard te veroveren. Met de migratie vandaag is het niet anders, al gebeurt die voor een keer niet manu militari. We moeten niet naïef blijven toekijken.
De heer Dewinter zaait angst in de harten. Zijn foute voorstelling kunnen we niet langer aanvaarden.
Wat de heer Dewinter zegt, is verwerpelijk. Het is hetzelfde als zeggen dat de IRA alle katholieken vertegenwoordigt. Hij zorgt voor begripsverwarring, waardoor alle moslims fundamentalisten worden. Wij willen een Europese islam.
Ik was gisteren op een bijeenkomst in Genk waar buurtbewoners zich verzetten tegen de bouw van een dertiende moskee. In de Seefhoek verzetten buurtbewoners zich al enige tijd tegen de achtste moskee. U hoeft mij de les niet te lezen. Dit is bovendien geen hoorzitting met de heer Dewinter als gastspreker. Ik licht mijn standpunt toe en begrijp best dat het niet iedereen bevalt, maar het leeft wel onder heel wat mensen.
Dit ontwerp van decreet is een gemiste kans. Het is een welkomstdecreet voor alle nieuwe vreemdelingen. Van inburgering is helemaal geen sprake want men houdt geen rekening met de zogenaamde 'oudkomers'. Bovendien zal dit ontwerp van decreet niet werken. De voorgestelde sanctie is onuitvoerbaar en inburgering wordt pas ten vroegste vanaf 2004 verplicht.
Dit ontwerp van decreet is een alibi. Na de mislukte regularisatiecampagne, de onvoorwaardelijke snel-Belg wet en het zogenaamde verstrenging van de asielprocedure, wil paars-groen de publieke opinie alsnog de indruk geven dat het werk maakt van inburgering. Het Vlaams Blok zal dit ontwerp van decreet niet goedkeuren. Als er amendementen worden ingediend, vragen wij een tweede lezing. (Applaus bij het VB)