Report plenary meeting
Actuele vraag over de omzendbrief inzake het taalgebruik van de oproepingsbrieven voor de federale verkiezingen in de faciliteitengemeenten
Report
Taalgebruik van de oproepingsbrieven voor de federale verkiezingen in de faciliteitengemeenten
ACTUELE VRAGEN
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heer Van Rompuy en van de heer Van Nieuwenhuysen tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over de omzendbrief inzake het taalgebruik van de oproepingsbrieven voor de federale verkiezingen in de faciliteitengemeenten.
De minister heeft tijdens een commissievergadering gesteld dat hij een rondzendbrief naar de faciliteitengemeenten zou sturen waarin staat dat de oproepingsbrieven voor de federale verkiezingen alleen in het Nederlands verstuurd mogen worden. Dat gebeurt in uitvoering van de rondzendbrief-Peeters en we staan daar volledig achter. Federaal minister van Binnenlandse Zaken Duquesne heeft in de Kamer echter gesteld dat hij het daarmee niet eens is en dat hij zelf een circulaire naar de faciliteitengemeenten zou sturen met de boodschap dat de oproepingsbrieven verstuurd dienen te worden in de taal van de particulier. Dat is onaanvaardbaar. Hoe gaat de minister het administratieve toezicht invullen? Gaat hij de zaak aanhangig maken op het Overlegcomité?
Het voornemen van deze Vlaamse regering om het Vlaamse karakter van de Brusselse Rand te handhaven, is moeilijk te verwezenlijken. De gemeentebesturen van de faciliteitengemeenten liggen regelmatig dwars als het erop aankomt om de richtlijnen van de rondzendbrief-Peeters uit te voeren. Dat is ook nu het geval met de oproepingsbrieven voor de federale verkiezingen. Minister Van Grembergen gaat een nieuwe rondzendbrief naar de gemeenten sturen om duidelijk te maken dat de Vlaamse interpretatie moet gelden bij het versturen van de oproepingsbrieven. De minister zou een kopie daarvan naar minister Duquesne sturen en aan de provinciegouverneurs van Vlaams-Brabant en Limburg vragen om erop toe te zien dat de rondzendbrief correct wordt uitgevoerd.
In een antwoord op vragen van Franstalige Kamerleden stelt minister Duquesne dat de rondzendbrief geen enkele waarde heeft en dat de Vlaamse minister niet bevoegd is. Hij kondigt aan dat hij een rondzendbrief zal sturen waarin staat dat gemeentebesturen zijn interpretatie van de faciliteiten moeten volgen.
Minister Van Grembergen heeft gezegd dat hij bij een conflict naar het Overlegcomité zal stappen. Gaat hij wachten tot minister Duquesne een formeel initiatief neemt of stapt hij meteen naar het Overlegcomité? Wanneer is dat dan? Wat gaat hij doen als er op het Overlegcomité geen consensus kan worden bereikt met de federale overheid?
De rondzendbrief-Peeters is door de elke Vlaamse regering toegepast en ik zie niet in waarom deze regering dat niet zou doen. De Raad van State heeft nog geen arrest geveld en er is dus geen enkele reden om onze handelswijze te veranderen. Ik heb aan de faciliteitengemeenten een rondzendbrief gestuurd met de boodschap dat er geen twijfel kan bestaan over de toepassing van de rondzendbrief-Peeters. De bestendige deputatie en de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant zitten op dezelfde lijn. De federale minister van Binnenlandse Zaken heeft een andere zienswijze, maar hij is geen hiërarchische overste van de Vlaamse regering. Ik zal me trouwens niet op dezelfde wijze over minister Duquesne uitlaten als hij over mij heeft gedaan.
Ik heb minister Duquesne een kopie van de rondzendbrief bezorgd, maar hij heeft me zijn zienswijze nog niet officieel meegedeeld. In de Kamer heeft hij gezegd dat hij andere richtlijnen zal geven dan Vlaanderen. Als er een conflictsituatie ontstaat, zal ik niet aarzelen om het probleem op het Overlegcomité ter sprake te brengen. Ik wijs erop dat het niet gaat om een probleem tussen de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden en de federale minister van Binnenlandse Zaken, maar wel om een conflict tussen de hele Vlaamse regering en één federale minister.
Ik ben niet van plan om de rondzendbrieven in te trekken, zolang er geen arrest van de Raad van State isin die zin. Ik besef dat de situatie tot constitutionele problemen kan leiden, maar die dienen op de gepaste wijze te worden opgelost.
De minister heeft het correcte antwoord gegeven. De federale minister van Binnenlandse Zaken legt de rondzendbrief Peeters naast zich neer en heeft een eigen rondzendbrief aangekondigd. Hoewel hij optreedt voor het hele land, stelt hij zich op als een francofoon. De Vlaamse liberale, socialistische en groene kamerfracties kunnen hem dat blijkbaar niet beletten.
Het gaat me niet om de toepassing van de rondzendbrief door de Vlaamse regering. Het lukt echter niet de toepassing van die rondzendbrief af te dwingen van de gemeentebesturen in de faciliteitengemeenten.
Minister Van Grembergen wil naar het overlegcomité stappen als minister Duquesne zijn omzendbrief verstuurt. Ik vrees dat we dan in het oude scenario zullen terechtkomen. De gemeentebesturen zullen naar aanleiding van deze rondzendbrief hun bestellingen plaatsen. De Vlaamse overheid zal nadien alleen de gemeentebesturen ter verantwoording kunnen roepen. Ondertussen zal het kwaad geschied zijn.
Men gaat niet naar een overlegcomité op basis van mondelinge verklaringen van de minister van Binnenlandse Zaken, maar wel als er een formeel conflict is ontstaan tussen de regeringen.
Als minister Duquesne doet wat hij zegt, wordt overleg met de federale regering noodzakelijk.
Het incident is gesloten.