Report plenary meeting
Report
Voorstellen tot aanvulling van de agenda
Vanmorgen heeft de heer Van Rompuy bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met de motie van de heren Schuermans, Van Rompuy, Matthijs en De Roo betreffende een belangenconflict. Ook de heer Van Dijck heeft vanmorgen bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met de motie van de heren Loones, Vandenbroeke en Van Dijck betreffende een belangenconflict.
Deze moties hebben hetzelfde voorwerp. Ik stel voor hen samen te behandelen. (Instemming)
Is het parlement het eens met deze voorstellen tot aanvulling van de agenda?
- De voorstellen tot aanvulling van de agenda worden met door de voorzitter gconstateerde eenparige instemming aangenomen.
Dan stel ik voor dat de moties van de heren Schuermans, Van Rompuy, Matthijs en De Roo, en van de heren Loones, Vandenbroeke en Van Dijck betreffende een belangenconflict onmiddellijk worden behandeld. (Instemming)
Bespreking
Aan de orde zijn de moties van de heren Schuermans, Van Rompuy, Matthijs en De Roo, en van de heren Loones, Vandenbroeke en Van Dijck betreffende een belangenconflict.
De bespreking is geopend.
De enige manier om het dossier van de milieuheffingen nog te kunnen bespreken in plenaire vergadering, is het inroepen van een belangenconflict. Ik hoop op deze manier een inzicht te krijgen in de aanpak en de visie van de Vlaamse regering.
Het is duidelijk dat de belangen van de Vlaamse textielsector en aanverwante bedrijven ernstig worden geschaad door de federale vennootschapshervorming, die vrijdag door de Kamer wordt besproken en waarover volgende week dinsdag zal worden gestemd. Eerst werd als oplossing voor dit probleem gedacht aan het omzetten van de milieuheffingen in milieubijdragen, die wel aftrekbaar zijn. Later werd er resoluut voor gekozen om dit dossier door het Overlegcomité te laten behandelen, wat intussen is gebeurd, zonder het verhoopte resultaat.
Negentig percent van de milieuheffingen wordt betaald door de Vlaamse bedrijven, het gaat hier dus duidelijk om een Vlaams belang. Door het belangenconflict te aanvaarden, reiken wij de Vlaamse regering een helpende hand en stellen wij haar in staat om het overleg hierover opnieuw op te starten.
Als deze motie betreffende een belangenconflict niet wordt aangenomen, toont dit de onmacht aan van de Vlaamse politiek. Alle Vlaamse politiek partijen staan immers op dezelfde lijn. Niet-aanvaarding toont ook de onmacht van het Vlaams Parlement aan, dat nochtans over een middel beschikt om krachtdadig op te treden : het inroepen van een belangenconflict.
Ik kijk met belangstelling uit naar de houding van de meerderheid en verwacht enige duiding van de minister-president bij de resultaten van het Overlegcomité.
Alle Vlaamse parlementsleden kennen het dossier. We hebben er al meerdere keren over gedebatteerd. Ik ben bezorgd over de werkgelegenheid. Als compenserende maatregel voor de verlaging van de vennootschapsbelasting zijn de milieuheffingen niet meer fiscaal aftrekbaar. Het is duidelijk dat veel bedrijven nadeel ondervinden van die maatregel.
Het principe is in de programmawet ingebouwd. Het Vlaamse belang is in het gedrang omdat 90 procent van de niet-aftrekbaarheid van de milieuheffingen wordt gedragen door de Vlaamse bedrijven. Het probleem is al in februari 2002 aangekondigd en in mei in de commissie besproken. In oktober werd in de commissie voor Economie een hoorzitting georganiseerd met de diverse sectoren. Het is overduidelijk dat de bedrijven te maken krijgen met een belastingverhoging in plaats van een verlaging. Volgens berekeningen dienen ze 51 in plaats van 34 procent feitelijke belastingen te betalen. Bovendien gaat men in tegen het fiscale basisprincipe dat alle bedrijfsuitgaven en -kosten aftrekbaar zijn.
De fiscale discriminatie is bijzonder groot. In de concurrende landen zijn de milieuheffingen fiscaal aftrekbaar. Dat zal zeer zware gevolgen hebben, vooral voor de bedrijven in Oost- en West-Vlaanderen en voor de wasserijsector in heel Vlaanderen. Daarom dient het Vlaams Parlement een belangenconflict in te roepen. (Applaus bij CD&V en het VB)
De procedure van een belangenconflict houdt in dat men overleg kan eisen door een wetsontwerp te blokkeren. In dit conflict is dat echter de verkeerde procedure. De verlaging van de vennootschapsbelasting is een goede zaak voor Vlaanderen, dat instaat voor meer dan 62 procent van die belasting. Als men het wetsontwerp blokkeert, brengt men schade toe aan de Vlaamse werkgelegenheid. Het overleg van vorige week heeft geen resultaat opgeleverd. Dat betekent evenwel niet dat er niets moet worden gedaan. De verlaging van de vennootschapsbelasting is positief voor de Vlaamse economie, maar benadeelt de sterk watergebonden bedrijven. Wat gaat de Vlaamse regering daaraan doen?
Ik plaats de feiten even op een rij. De federale regering wil het tarief van de vennootschapsbelasting verlagen van meer dan 40 procent tot 33 procent, en voor de KMO's van 28 procent tot ongeveer 24 procent. De huidige tarieven liggen ver boven het Europese gemiddelde. De verlaging van de vennootschapsbelasting is een goede zaak voor de Vlaamse bedrijven en zal op korte termijn positief zijn voor de werkgelegenheid in Vlaanderen.
Bovendien bevordert de federale maatregel het regulerende karakter van de heffingen. De afspraak was dat de financiering van de hervorming van de vennootschapsbelasting een budgettair neutrale operatie zou blijven. Vandaar dat de aftrekbaarheid van de gewestelijke milieubelastingen wordt beperkt. Die beslissing is logisch, aangezien gewestelijke belastingen regulerende en geen financierende heffingen zijn.
De vraag is of de compensatie rechtvaardig is verspreid over de verschillende gewesten. De berekeningen dat Vlaanderen 90 procent van de kostprijs van 96,6 miljoen euro dragen, zijn niet correct. Vlaamse bedrijven staan in voor 56 procent, Waalse bedrijven voor 24,5 procent en Brusselse bedrijven voor 19 procent. Die verdeling benadert de verdeelsleutel van de verdeling van de btw-middelen.
Het is een feit dat een aantal Vlaamse sectoren bijzonder nadeel kunnen ondervinden. We zijn momenteel aan het onderzoeken welke overgangsmaatregelen voor die bedrijven kunnen worden genomen, om te voorkomen dat er negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid ontstaan.
Ik geef het parlement de raad om de motie niet goed te keuren. De bedrijfswereld heeft behoefte aan een verlaging van de vennootschapsbelasting. De Vlaamse regering verbindt zich ertoe om de overgangsmaatregelen op de volgende ministerraad goed te keuren. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Er zijn in dit parlement twee groepen : diegenen die dit verhaal geloven en diegenen die dat niet doen. Ik behoor tot de laatste groep.
Sedert februari weet iedereen dat dit probleem op ons afkomt en toch heeft de Vlaamse regering dit dossier voortdurend voor zich uitgeschoven. We kunnen uiteraard van mening verschillen over de cijfers, maar wat vaststaat is dat de textielsector veel water verbruikt en vooral in Vlaanderen actief is. Ik zou het verslag van het Overlegcomité wel eens willen lezen. Er is geen oplossing en het dossier wordt naar de - onderling verdeelde - Vlaamse regering doorgeschoven.
In het Overlegcomité waren er twee mogelijke oplossingen. Men had de aftrekbaarheid op federaal niveau opnieuw kunnen invoeren. Maar door een regulerende heffing aftrekbaar te maken, mist ze haar effect. Daarnaast kan de Vlaamse regering ook zelf naar een oplossing zoeken. Het agendapunt werd uitgesteld. Als de Vlaamse regering nog voor het volgende Overlegcomité met een oplossing op de proppen komt, verdwijnt dit dossier van de agenda. Daarom gaat de Vlaamse regering de technische oplossing van minister Dua en minister Van Mechelen bestuderen.
Iedereen is het erover eens dat de hervormimng van de vennootschapsbelasting gunstiger uitvalt voor de KMO's dan voor de grote bedrijven. Voorts is iedereen het erover eens dat de meerderheid van de KMO's zich in Vlaanderen bevindt. Vlaanderen betaalt immers 62 percent van de Belgische vennootschapsbelastingen. Als we besluiten de vennootschapsbelasting te verlagen, geniet Vlaanderen daar dus meer van dan Wallonië.
Rekening houdend met het feit dat slechts 56,5 percent van de Belgische milieuheffingen uit Vlaanderen komen, moeten we toch besluiten dat het uiteindelijke saldo positief is.
Kan iemand mij dan eens uitleggen hoe een budgettair neutrale belastinghervorming toch een voordeel oplevert voor onze bedrijven?
Het uiteindelijke saldo is en blijft positief : 62 percent van de vennootschapsbelasting wordt door Vlaanderen betaald, de vennootschapsbelasting daalt met 10 percent en 56,5 percent van de milieuheffingen wordt door Vlaanderen betaald.
De hervorming van de vennootschapsbelasting valt inderdaad gunstig uit voor de Vlaamse economie. Maar als een zware milieuheffing niet langer aftrekbaar is, zal de textielsector het moeilijk krijgen om te concurreren met het buitenland. Ik geloof niet dat dit probleem zomaar opgelost zal worden.
Ik twijfel of hier sprake is van een belangenconflict. De federale overheid beslist inderdaad of een heffing aftrekbaar is, maar de heffing wordt op regionaal vlak ingevoerd. Ik betwist niet dat de textielsector getroffen wordt. Alleen is dat het gevolg van ons eigen beleid. De kans dat de procedure van een belangenconflict iets oplevert is daarom wel bijzonder klein.
We staan even ver als bij het begin van heel deze discussie. Toen al drongen wij erop aan om binnen onze eigen bevoegdheden naar een oplossing te zoeken. Het dossier op de agenda van het Overlegcomité plaatsen, was dus de verkeerde strategie.
De aangehaalde cijfers werden pas vorige week naar voren geschoven, maar de sector wijst erop dat deze regulerende belasting soms onvermijdbaar is. Bovendien betreft het hier een forfaitaire belasting.
Omdat we niet geloven dat minister-president Dewael snel met een oplossing voor de dag zal komen, willen we hem tot spoed aanzetten door deze motie betreffende een belangenconflicht goed te keuren.
Iedereen wil maatregelen om het leed van de sector te verzachten. Een belangenconflict inroepen zou onverstandig zijn omdat de hervorming van de vennootschapsbelasting vooral voor Vlaanderen gunstig uitvalt. Ik begrijp best dat de oppositie minder vertrouwen heeft in minister-president dan ik, maar ik ben ervan overtuigd dat vrijdag een oplossing wordt gevonden.
We mogen niet uit het oog verliezen dat Wallonië een belangenconflict zou kunnen indienen tegen de hele hervorming van de vennootschapsbelasting. De hervorming van de vennootschapsbelasting levert Vlaanderen immers een groter voordeel op dan Wallonië. Ik twijfel of onze belangen geschaad worden, omdat we deze sector zelf hard hebben aangepakt.
Toen de gewesten deze aanpak uittekenden, gingen ze uit van de gangbare fiscale regeling waarbij heffingen aftrekbaar kunnen zijn. De federale regering maakte echter eenzijdig een einde aan deze aftrekbaarheid. Dat is een zware slag voor de bedrijven en vooral voor de KMO's omdat deze heffingen een belangrijk element zijn in hun kostenstructuur.
De Vlaamse bedrijven worden door deze maatregel duidelijk zwaarder getroffen dan de andere bedrijven in dit land, want de regulerende heffingen zijn er hoger. Vlaanderen wordt de uitzondering in Europa.
De piste van het overlegcomité kan men niet alleen bewandelen om conflicten uit te vechten, maar ook om te argumenteren waarom men een bepaalde maatregel heeft getroffen.
De procedure van het belangenconflict zou de verlaging van de vennootschapsbelasting -wat algemeenl een goede zaak is voor Vlaanderen- blokkeren.
Sommige bedrijven kunnen door het afschaffen van de aftrekbaarheid in de problemen komen. Op dit gebied heeft Vlaanderen echter de beleidsinstrumenten in handen. Samen met minister Van Mechelen zal ik verslag uitbrengen over de technische oplossing die we hebben uitgewerkt.
De bespreking is gesloten.
Hoofdelijke stemmingen
Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de motie van de heren Schuermans, Van Rompuy en De Roo betreffende een belangenconflict.
- De motie wordt met 50 stemmen tegen 59 niet aangenomen.
Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de motie van de heren Loones, Vandenbroeke en Van Dijck betreffende een belangenconflict.
- De motie wordt met 50 stemmen tegen 59 niet aangenomen.