Report plenary meeting
Report
Aan de orde is de verklaring van de Vlaamse regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2003.
Vlaanderen ligt in het centrum van Europa. Onze rijkdom en welvaart hebben we vooral te danken aan de buitenlandse investeringen in onze regio en aan de enorme export die onze bedrijven realiseren. Daardoor is Vlaanderen, meer dan vele andere regio's, gevoelig voor economische, politieke en sociale omwentelingen in de wereld.
De aanslagen van 11 september vorig jaar in de Verenigde Staten, worden vandaag beschouwd als een dergelijke omwenteling, een cesuur, die gevolgen heeft voor een veelheid van maatschappelijke terreinen. Voor de economie bijvoorbeeld, die ook al vóór 11 september een verzwakking vertoonde. Die gevolgen hebben sporen nagelaten in alle Europese economieën en in die in de hele wereld. Al die economieën werden op de proef gesteld en dus ook de economie van Vlaanderen.
Gelukkig bezit Vlaanderen voldoende veerkracht en een gezonde economische basis om zich niet uit het lood te laten slaan. De begroting voor 2003 die de Vlaamse regering heeft opgesteld, levert het bewijs dat de Vlaamse economie 11 september goed heeft verwerkt.
Die begroting vertrekt van voorzichtige parameters. Met de aanleg van een provisie laat zij toe bij te sturen. Zij houdt alle beloften die de regering totnogtoe heeft gedaan. Zij bevat een rijk gamma aan lastenverlagingen. Dankzij het financieringsfonds en door belangrijke nieuwe inspanningen loopt Vlaanderen in sneltempo zijn investeringsachterstand op alle terreinen in.
De begroting vertoont bij uitstek sociale klemtonen. Zoals de burgers verwachten, maakt zij van het hoge welvaartspeil gebruik om resterende sociale noden te lenigen en wachtlijsten weg te werken. De begroting kijkt vooruit naar de toekomst, door voluit te gaan voor onderwijs, kennis en technologie.
We zijn er voor de zesde keer op rij in geslaagd een begroting met een overschot neer te leggen. Dat overschot bedraagt 372 miljoen euro. Het begrotingssaldo is 10 miljoen euro. We hebben opnieuw het strengste pad van de Hoge Raad van Financiën gevolgd. We bouwen de Vlaamse schuld zoals gepland verder af. We zullen onze doelstelling bereiken om de schuld tegen het einde van de regeerperiode te halveren.
We zijn bij de opstelling van de begroting uitgegaan van een groei van 2 procent. Het Planbureau en de Nationale Bank stellen nog 2,4 procent groei voorop. Met het verschil van 0,4 procent leggen we een conjunctuurprovisie vast van 35 miljoen euro, die we kunnen aanboren indien de groei toch de verwachting van 2,4 procent volgt. Daarmee getuigt de begroting van voorzichtigheid.
De groei kent immers een vertraging. Met als eerste gevolg in onze regio opnieuw een stijging van de werkloosheid. Daarom dient snel de bekommernis om de werkgelegenheid opnieuw hoog op de agenda te staan. Ik heb de sociale partners in de SERV opgeroepen om creatieve voorstellen te doen over de strijd tegen de jeugdwerkloosheid, over de verhoging van de activiteitsgraad en over het aanwakkeren van de ondernemingszin. De regering verbindt zich ertoe om de afspraken uit een nieuw werkgelegenheidsakkoord 2003-2005 te helpen uitvoeren.
Het internationaal turbulente jaar dat achter ons ligt, heeft gevoelens van onzekerheid gevoed. We voelen ons minder vrij en minder veilig. De groeivertraging deed de vrees voor baan- en inkomensverlies toenemen en de angst voor wat vreemd is, nam toe. Enquêtes en deskundigen stellen dat de mensen openlijker dan voorheen hun vrees en hun afkeer uiten van de islam. In een dergelijk klimaat gedijen extremistische of populistische partijen goed, zoals de voorbije verkiezingen in Frankrijk en Nederland demonstreerden. Gelukkig hebben het populisme en het extremisme gisteren bij de verkiezingen in Duitsland geen vooruitgang meer geboekt.
Regeerders moeten, waar ook ter wereld, in deze periode van onzekerheid hun kalmte bewaren en hun verantwoordelijkheid nemen. Regeringen dienen zich in te spannen om de onzekerheid weg te nemen en het vertrouwen te herstellen.
Daarom heeft de Vlaamse regering vastgehouden aan een gezond financieel en begrotingsbeleid. Zekerheid en vertrouwen stimuleert men ook door zijn engagementen na te komen. In de begroting 2003 houdt de regering zich aan alle beloften en verbintenissen van het verleden.
Met de vierde begroting van deze regeerperiode heeft ongeveer 80 procent van het regeerakkoord een vertaling gevonden in de cijfers. Dat houdt dus in dat deze begroting rekening houdt met alle eerdere verbintenissen, waarvan de uitvoering in de tijd gespreid is. Ik denk aan de uitvoering van de CAO's in het onderwijs of de social profit, die nu op kruissnelheid komen.
Ik denk ook aan het Gemeentefonds, dat volgend jaar stijgt met 323 miljoen euro tot 1,542 miljard euro. Het beleid van de Vlaamse regering tegenover de lokale besturen, gaat uit van respect en van partnerschap. We spannen ons verder in om de burgers meer te betrekken bij het beleid om de participatie te verhogen, in het bijzonder in de steden.
We ontwikkelen gemeenschappelijke waarden door diverse cultuuruitingen; door schepping, beleving en bewondering van en voor cultuur. Niet enkel in de kunsten, maar ook in het jeugdwerk en het sociaal-culturele werk, want dat draagt sterk bij tot het sociale weefsel. Om dat verder te ontwikkelen doet de Vlaamse regering een beroep op de edelmoedigheid, het engagement en het talent van de Vlamingen.
De Vlaamse regering zal ook dit jaar weer niet-aangewende kredieten van het voorgaande jaar onderbrengen in het Financieringsfonds voor Eenmalige Uitgaven en Schuldafbouw, het FFEU. Dit fonds laat ons toe de jarenlange onderinvesteringen die Vlaanderen heeft gekend, weg te werken. We investeren hierdoor niet alleen extra - bovenop de investeringsprogramma's uit de gewone begroting - in wegen, bruggen, fietspaden en in ons leefmilieu, maar ook in zachte sectoren als onderwijs of welzijn. Heel concreet kunnen we dankzij dit orthodoxe begrotingsinstrument rustoorden bouwen voor onze bejaarden, en meer scholen renoveren en uitbreiden voor onze kinderen.
De Vlaamse regering heeft de voorbije jaren enkele echte trendbreuken verwezenlijkt. Het rigoureus en orthodox budgettaire beleid dat we voeren, heeft ons niet belet gelijktijdig de belastingen fors te doen dalen. Bovenop de federale lastenverlagingen heeft Vlaanderen belangrijke bedragen teruggegeven aan de burgers. Alleen al de afschaffing van het kijk- en luistergeld levert elk Vlaams gezin 225 euro winst op per jaar. Als ik alleen met deze belastingverlaging in het achterhoofd de kritiek hoor op de verhoging van de premie voor de zorgverzekering, moet ik even slikken. Zijn we in Vlaanderen zo verzuurd geworden dat we moeilijk doen over die verhoging met 15 euro? Een sociale maatregel die dan nog alleen van toepassing is op wie het zich kan veroorloven? Een maatregel die een uniek systeem van solidariteit tussen de generaties betaalbaar moet houden?
Sta me toe, geachte collega's, u bij wijze van parenthese nog even het abc van de zorgverzekering uit te leggen. Deze verzekering werd in het leven geroepen om de niet-medische kosten van de vergrijzing te helpen opvangen. Met onze zorgverzekering willen we iedereen helpen die noodgedwongen een beroep moet doen op niet-medische hulp van buitenaf voor gewone dagelijkse handelingen; die zich moet laten wassen; die zelf geen boodschappen meer kan doen of die niet-medische kosten moet maken ten gevolge van zijn ouderdom, handicap of ziekte.
De zorgverzekering is er voor thuiswonenden, die een beroep doen op familieleden of op professionele hulp. Oudere mensen blijven het liefst zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving wonen. De zorgverzekering maakt het gemakkelijker om aan die wens tegemoet te komen. Maar de zorgverzekering is er evengoed voor wie in een rusthuis of instelling verblijft. Ikzelf, en ik ben er zeker van in naam van de hele regering te spreken, heb de grootste waardering voor iedereen die dit mogelijk maakt. Voor de professionele thuisverzorger en de mantelzorger.
De zorgverzekering is een schitterend instrument. De behoefte aan zorg zal door de vergrijzing de komende jaren alleen maar toenemen. Daarom spaart deze regering al jaren in een zorgfonds voor later. In die spaarpot zal eind 2003 al meer dan 440 miljoen euro of 17,75 miljard frank zitten. Dat geld werd door de Vlaamse overheid gestort. Dat geld komt dus uit de belastingsopbrengsten, waaraan iedereen in verhouding tot zijn inkomen heeft bijgedragen.
Maar de stortingen van de overheid in het zorgfonds kunnen het systeem niet draaiende houden. Er is ook een premie van de burgers en gezinnen nodig. En die premie hebben we dit jaar moeten verhogen met 15 euro. Behalve voor een half miljoen Vlamingen die extra sociale bescherming krijgen als weduwen, gehandicapten, gepensioneerden, wezen, de oudere werklozen of de leefloners. Zij blijven slechts 10 euro betalen.
Alle Vlamingen moeten inderdaad verplicht bijdragen. En indien ze zorgbehoevend worden, krijgen ze een uitkering. Ten bedrage van jaarlijks 1.080 euro - in het geval ze beroep doen op zorgverstrekking thuis - en tot 1.500 euro - indien ze zich residentieel laten verzorgen.
Het is duidelijk dat de verhoging van de premie een noodzakelijke overgangsmaatregel. In ons regeerakkoord hebben we de verbintenis aangegaan om de premies voor de zorgverzekering afhankelijk te maken van het inkomen. Dit zullen we herbekijken in 2004.
Maar omdat ik in de waarde van onze zorgverzekering geloof, zal ik deze met hand en tand verdedigen tot in Europa. Want u weet dat hierover nog discussie bestaat met de Europese Commissie. We zullen onze zorgverzekering verder uitbouwen. De zorgverzekering zal de eerste pijler worden van de Vlaamse sociale zekerheid.
Ik keer terug naar de lastenverlaging. De afschaffing van het kijk- en luistergeld is lang niet de enige lastenverlaging. De verlaging van de registratierechten staat toe om goedkoper een woning te verwerven. De meeneembaarheid van de registratierechten scheelt duizenden euro's in de portemonnee van wie wil verhuizen. De gelijkschakeling van stiefkinderen en natuurlijke kinderen inzake successierechten is voor de eersten een belangrijk voordeel. De verlaging van de belasting op de inverkeersstelling voor milieuvriendelijke wagens is mooi meegenomen voor de automobilisten en goed voor ons milieu.
Alles samen weegt het pakket lastenverlagingen in de begroting 2003 234 miljoen euro.
We willen bovendien met het decreet op de KMO-leningen dat in voorbereiding is, het komende jaar een nieuw fiscaal voordeel toekennen voor wie belegt in duurzaam risicokapitaal. Dit decreet is veel meer dan een lastenverlaging. Het moet een belangrijke hefboom worden in de verzekering en uitbouw van onze welvaart. Met dit particuliere kapitaal willen we de kapitaalsverwerving voor startende en doorgroeiende ondernemingen stimuleren.
Dit decreet maakt deel uit van de strijd van de regering tegen de slabakkende ondernemerszin in Vlaanderen. In tegenstelling tot wat heel wat mensen beweren, zijn de Vlamingen niet meer zo ondernemend als twintig jaar geleden. Met het aantal starters bevinden we ons zelfs in de Europese achterhoede. Blijkbaar is de vrees om te investeren zo groot dat heel wat initiatieven uitblijven. Dat moeten we snel en grondig veranderen. Vlaanderen moet weer een ondernemende regio worden, met mensen die bereid zijn om risico's te nemen.
Het moet ook een regio worden met minder zelfgenoegzaamheid en egoïsme. Ik was onaangenaam verrast toen ik in een recente enquête van het VEV las dat Vlaamse werknemers, minder dan Waalse, Franse, Duitse of Ierse, bereid zijn om in te gaan op loonmatiging, als ze daarmee jobs in hun eigen sector kunnen behouden. Het blijft me ook tegen de borst stuiten dat nergens in Europa zoveel 55-plussers uit de arbeidsmarkt gestoten worden als in België.
We mogen niet vergeten dat men welvaart moet verdienen. Daarom moeten de belastingen omlaag en moeten de bureaucratische belemmeringen verder afnemen.
Ondernemen moet eenvoudig zijn en moet aangemoedigd worden. Het decreet op de integrale vergunning is voor veel zaakvoerders een belangrijke vooruitgang. Met dit decreet zorgen we ervoor dat men voor een onderneming of zaak met een potentieel kleine milieulast geen milieuvergunning meer moet aanvragen.
De balans van de lastenverlagingen is indrukwekkend. Mede door de federale belastingsverlaging vermindert de globale belastingsdruk met 110 miljard frank of 2,7 miljard euro, mét sociale en ecologische correcties. Sommigen zeggen dat de lastenverlagingen een vestzak-broekzakoperatie zijn door de verhoging van de gemeentelijke en provinciale belastingen. Wat de regering met de ene hand geeft, zouden andere overheden met de andere hand weer afnemen.
Ik daag iedereen uit dit te bewijzen. Uit berekeningen blijkt immers dat de verhouding tussen lastenverlaging en lastenverhoging tien tegen één is. Als de Vlaamse en federale regeringen 100 euro geven, dan staat daar gemiddeld een verhoging met 10 euro van de gemeentelijke en provinciale belastingen tegenover. Gemiddeld zeg ik, want er zijn ook gemeenten waar de gemeentebelastingen ongewijzigd blijven, of zelfs verlagen en waar de burger dus het volle bedrag aan belastingverlaging krijgt. Elke Vlaming gaat er dus op vooruit. Wanneer men er minder op vooruit gaat dan een buur uit een andere gemeente, moet men daar zijn gemeentebestuur op aanspreken. Deze reusachtige operatie van lastenverlagingen is een enorme trendbreuk.
De tweede grote trendbreuk is het denken en plannen op lange termijn. We hebben in het kader van Kleurrijk Vlaanderen met de publieke opinie en het middenveld een groot debat gevoerd over de uitdagingen van de toekomst waartegen Vlaanderen zich moet wapenen.
In overleg met het middenveld hebben we op alle Vlaamse bevoegdheidsterreinen concrete doelstellingen geformuleerd voor 2010 en deze doelstellingen hebben we samengebracht in het Pact van Vilvoorde. Dit is een engagementsverklaring, ondertekend door de Vlaamse overheid, de Vlaamse sociale partners en de belangrijkste milieuverenigingen. Elke regeringsmaatregel staat in functie van die doelstellingen. Om de realisatie ervan op te volgen, laten we periodieke metingen uitvoeren. Zo worden de resultaten van het beleid tastbaar.
De derde grote trendbreuk van paars-groen is de manier waarop we omgaan met onze buren. In het communautaire discours deed een nieuwe toonzetting zijn intrede. Zakelijke en rationele argumenten beheersen nu het debat tussen Vlamingen en Franstaligen. Deze breuk met het verleden heeft de meningsverschillen niet weggevlakt, maar zij heeft er wel voor gezorgd dat men naar elkaar luistert, dat men inzicht tracht te krijgen in elkaars beweegredenen en motivaties en dat het wederzijds respect gegroeid is, tot spijt van wie het benijdt.
Die nieuwe verstandhouding doet ons ook beter beseffen dat we gedeelde belangen hebben. Als exportregio heeft Vlaanderen alle belang bij welvarende buren waarmee het goed handel drijven is. Elk succes, elke ontwikkeling en elke vooruitgang die men in Wallonië maakt, is ook goed voor Vlaanderen.
Ook Wallonië ziet in dat nieuwe institutionele hervormingen in België nodig zijn, want de belangen, streefdoelen en beleidsinzichten van de deelstaten vergen nieuwe middelen en nieuwe instrumenten, niet in het minst om ons weerbaar op te stellen in het nieuwe Europa.
Daarom verwacht ik dat bij de federale verkiezingen van volgend jaar een nieuwe institutionele ronde zal worden geïnitieerd vanuit de deelstaten. Vanuit Vlaanderen zullen we zo'n ronde alvast voorbereiden. Met Wallonië zullen we de banden aanhalen om samen sterker te staan, in België en in Europa.
Nog andere trendbreuken blijken uit de realisaties van de regering. Neem nu het Zomerakkoord dat beleidsterreinen als leefmilieu, economie, ruimtelijke ordening en huisvesting overspant. Het nieuwe integrale beleid op al deze terreinen verzoent de imperatieven van economie en ecologie, van bebouwing en ruimtelijke ordening en brengt zo meer zekerheid voor veel burgers en belanghebbenden. We gaven de zaakvoerders van zonevreemde bedrijven zekerheid, zoals wij die eerder hebben gegeven aan de bewoners van zonevreemde woningen. Na zoveel jaren weten ze eindelijk waar ze staan.
De verzoening tussen economie en ecologie levert niet alleen meer zekerheid op, zij spoort ook aan tot meer verantwoordelijkheid. De regering vertrekt van het uitgangspunt dat men ingrijpende veranderingen best niet met harde hand oplegt.
Ik ben ervan overtuigd dat de landbouwers hun verantwoordelijkheid zullen opnemen in de strijd tegen de overbemesting. Ze zijn er zich immers van bewust dat zulks belangrijk is voor leefmilieu en volksgezondheid, ze geloven dat hun inspanningen resultaat opleveren en dat ze daardoor ook uitzicht krijgen op een verbetering van hun eigen situatie.
Het zomerakkoord heeft me gesterkt in mijn overtuiging dat het wel degelijk mogelijk is om de belangen van zogenaamde harde en zachte sectoren te verzoenen, al gaat dit soms niet zonder slag of stoot. Economie en ecologie hoeven niet ten koste van elkaar te gaan. Tijdens de besprekingen over de begroting 2003 hebben we beslist om het Zomerakkoord versneld en versterkt uit te voeren, met meer middelen voor het ecologiefonds en meer middelen om de wateroverlast te beheersen en bestrijden. De genomen en de maatregelen zijn in het belang van de vrijheid van de hedendaagse mens, maar ze helpen ook de toekomst te vrijwaren voor de komende generaties.
De zorg voor heden en toekomst, voor korte en lange termijn, kenmerkt ook het welzijns- en zorgbeleid. Als minister-president ben ik fier dat de sociale bekommernis van de regering in deze Septemberverklaring zo sterk uit de verf komt. Ik heb al gewezen op de waarde van onze zorgverzekering, waarvoor we ook moeilijke maatregelen niet uit de weg zijn gegaan. Eerder al kwamen we tegemoet aan de aanslepende, terechte bekommernissen die de zorgsector tot witte woede brachten.
De wachtlijsten voor kinderopvang zijn al substantieel verminderd. Met het vrijmaken van nieuwe investeringsmiddelen werken we ook aan het wegwerken van de wachtlijsten in de rusthuizen. Ik herinner aan de grote achterstand die we in deze sector hebben geërfd door de blokkering van het VIPA in 1998, het fonds waarmee de bouw van rust- en ziekenhuizen wordt gefinancierd.
De regering levert een enorme inspanning om de wachtlijsten in de gehandicaptensector weg te werken. Een zo welvarende regio als Vlaanderen heeft de morele plicht om die grote sociale nood zo snel mogelijk te lenigen. Daarom maakten we bij de begrotingscontrole eerder dit jaar al 20 miljoen euro vrij voor de gehandicaptensector. Vorige week beslisten we daar nog 7,5 miljoen euro aan toe te voegen. We hebben ook de politieke afspraak gemaakt om tegen de volgende begrotingscontrole middelen vrij te maken om de wachtlijsten voor de zwaar zorgbehoevende gehandicapten definitief weg te werken.
Inzake welzijn wijs ik ten slotte op de inspanningen van de regering voor de inburgering van vreemdelingen. Het decreet daarover staat eerstdaags op de agenda van het Vlaams Parlement. Nog steeds is de vraag naar taallessen groter dan het aanbod, maar we lopen de achterstand in. Tegen het einde van deze legislatuur hopen we de balans in evenwicht te krijgen, zodat elke nieuwkomer de kans krijgt om onmiddellijk onze taal te leren, zich efficiënt te integreren en werk te vinden.
Een belangrijke realisatie zijn ook de duurzame investeringen in mobiliteit en verkeersveiligheid. Vorig jaar kon ik hier grote infrastructuurwerken, missing links en veilige doortochten aankondigen in alle provincies. Vandaag zijn vele werven geopend en overal wordt erover gesproken. Ik geef toe dat deze werken voor heel wat omwonenden vervelend zijn, maar, zoals onze minister voor Mobiliteit het zo mooi zegt, is het beter dat de mensen morren omdat er iets gebeurt, dan dat ze morren omdat er niets gebeurt. Met de opening van elke nieuwe werf bieden we de burger het perspectief op een verhoogde veiligheid en een verbeterde doorstroming. Ook op die manier creëren we zekerheid.
Meer dan vroeger gaat er geld naar openbaar vervoer, weginfrastructuur, fietspaden en vooral naar veiligheid. We beslisten voor ongeveer 100 miljoen euro aan extra middelen uit het financieringsfonds te besteden om de gevaarlijke punten op de Vlaamse wegen versneld weg te werken. Daarmee geven we de verkeersveiligheid de prioritaire behandeling die ze verdient.
Een grote uitdaging die we in het regeerakkoord aangingen, betreft de stadsvernieuwing en de huisvesting. Ik wil eerst en vooral in herinnering brengen dat de trend van de stadsvlucht gekeerd lijkt te zijn. Dat goede nieuws is tijdens de nieuwsarme zomermaanden een beetje onderbelicht gebleven. Zowat alle Vlaamse steden noteerden in 2001 een toegenomen bevolkingsaantal en in enkele steden werd de voorbije twee jaar al een positief migratiesaldo genoteerd.
Zonder daarvoor alle pluimen op de hoed van de regering te steken, meen ik dat deze realisatie toch voor een belangrijk deel te danken is aan ons beleid. Ik denk aan de hervorming van het Gemeentefonds, aan de oprichting van een Stedenfonds en aan het decreet Stadsvernieuwingsprojecten. Ook de steden hebben hun verantwoordelijkheid genomen. Ook zij hebben zwaar geïnvesteerd in hun leefomgeving, in veiligheid en in de herwaardering van stadskernen en verwaarloosde buurten.
Daarbij aansluitend heeft de regering in de begroting 2003 belangrijke beslissingen genomen op het vlak van huisvesting. De doelstelling om de bouw van 15.000 nieuwe sociale woningen vast te leggen, zullen we halen. Op dit ogenblik zijn de dossiers voor een 7.000 huurwoningen vastgelegd en daarnaast zijn er vierduizend woningen in ontwerp.
De regering wil ook meer huurders eigenaar maken van hun woning. Een eigen woning bezitten is immers de beste sociale zekerheid die denkbaar is. Daar hoef je een Vlaming trouwens niet van te overtuigen. In Vlaanderen bezit nu al ongeveer tachtig procent van de gezinnen een eigen woning, wat een wereldrecord is. Die eigendomsverwerving gaan we verder stimuleren. Deze politiek verhoogt ook de leefbaarheid van buurten, dorpen en steden, want wanneer meer mensen eigenaar worden, ontstaat er een betere sociale mix in de woonwijken.
Daarom willen we het voor sociale huurders makkelijker maken om hun huurwoning te kopen. De huurder moet één pakket aangeboden krijgen, met een hypothecaire lening, een schuldsaldoverzekering en een verzekering tegen inkomensverlies. De inkomsten van deze verkochte huurwoningen belanden in een rollend fonds waarmee dan weer nieuwe huurwoningen kunnen worden gebouwd.
Om de leefbaarheid van het woonpatrimonium te verbeteren, vervangen we het stelsel van de renovatiepremies door fiscale stimuli. Renovatiepremies voldeden immers onvoldoende aan de verwachtingen. We denken aan fiscale stimuli als de verlaging van de onroerende voorheffing in stedelijke gebieden, of aan een uitstel met enkele jaren van de stijging van het kadastraal inkomen na een renovatie. Met het instrument van de Publiek Private Samenwerking willen we op korte termijn duizend nieuwe woningen in de steigers zetten of bestaande woningen renoveren.
Deze impulsen verruimen het beleidsterrein wonen. In de toekomst moet de bevoegdheid sociale huisvesting evolueren tot een volwaardig departement woonbeleid.
Het onderwijs blijft voor de regering een absolute topprioriteit. De begroting van onderwijs stijgt met 372 miljoen euro, of vijf procent. Tijdens deze regeerperiode krijgt onderwijs 1,73 miljard euro of 70 miljard frank extra. Wat men ook moge beweren: na 25 jaar besparen en beknibbelen heeft deze regering voor het onderwijs een tegenbeweging op gang gebracht. Besparingen uit het verleden werden ongedaan gemaakt. De lonen van de leerkrachten werden verhoogd. Schooldirecteurs verdienen meer, en worden beter en meer ondersteund. De centra voor leerlingenbegeleiding worden beter omkaderd. De werkdruk voor leerkrachten verlaagt. De leerlingen krijgen gelijke kansen en zorgverbreding waar dat nodig is. De leerkrachten zullen bij deze taak begeleid worden door zorgcoördinatoren. ICT-coördinatoren maken hen wegwijs in de informatietechnologieën van de toekomst. Er komen middelen bij voor het levenslang leren, voor de 'Huizen van het Nederlands', die inzake Nederlands als tweede taal het inburgeringproces extra impulsen geven,…
Kortom : nog nooit werden in één regeerperiode zoveel extra middelen besteed aan het onderwijs. Dat er niettemin protest is in de sector, moet vragen oproepen bij iedereen die objectief wil oordelen.
De regering doet vooral ook meer voor het vrij onderwijs. Toen ik als minister van Cultuur in de Vlaamse regering zat met wijlen Daniël Coens, hamerde hij als minister van Onderwijs op het gelijk leggen van de lat tussen het vrij en het officieel onderwijs. Vandaag maakt de regering werk van het gelijk leggen van de lat. Wij voeren het testament van Daniël Coens uit.
In mijn 11-julitoespraak van twee jaar geleden brak ik een lans voor een grotere onafhankelijkheid van de scholen van de koepels en meer samenwerking tussen scholen die dat wensen, tot welk net ze ook behoorden. Mijn toespraak leverde me banbliksems op van de oppositie en van de Guimardstraat. Vandaag stel ik vast dat ik in de onderwijswoordvoerder van de oppositie een bondgenoot heb gevonden. We zijn het erover eens dat de scholen meer vrijheid en meer autonomie zullen krijgen en minder regels en bureaucratie. We willen alle kinderen op een gelijke manier behandelen. We willen alle scholen op een gelijke basis financieren. Met gelijke rechten, en gelijke plichten.
Dit politieke jaar werkt de regering het structuurdecreet voor het hoger onderwijs af. Dat decreet, beter gekend als het BaMa-decreet, moet ons toelaten het Vlaamse kwalitatief sterke hoger onderwijs in de Europese ruimte te doen herkennen. We mogen deze Europese trein niet missen. De regering voorziet hiervoor in extra middelen.
We weten allen dat ons onderwijs bij de absolute wereldtop behoort. We willen dat zo houden en de kwaliteit van het onderwijs zelfs nog verbeteren. Vorming, kennis en expertise vormen immers onze enige grondstof. In een gemondialiseerde wereld en een eengemaakt Europa moeten we dit concurrentievoordeel verder uitbouwen indien we Vlaanderen graag welvarend houden.
Dat vergt ook grote investeringen in wetenschappelijk onderzoek, in nieuwe technologieën en innovatie. Ik heb me persoonlijk geëngageerd om opnieuw fors te investeren in wetenschappelijk onderzoek. We maken daar dit jaar 60 miljoen euro extra voor vrij. We moeten dit ritme van budgetgroei volhouden tot 2010. Die investering in kennis en technologie is noodzakelijk. Noodzakelijk voor een regio die geen andere grondstoffen bezit. Die zijn kracht put uit zijn uitvoer en dus uit zijn openheid. Die investering in onderzoek en ontwikkeling is noodzakelijk om onze wissel op de toekomst te trekken.
Maar investeren in onderzoek en ontwikkeling is ook een opdracht voor de bedrijfswereld en de universiteiten. Daarom heb ik hen opgeroepen om de inspanningen te coördineren en te verankeren in een Vlaams innovatiepact. Dat moet ons toestaan de doelstelling te halen van de top van Lissabon.
Om de publieke opinie warm te maken voor deze doelstelling, kan ik in primeur een belangrijk nieuw initiatief van de regering aankondigen. Een initiatief dat nieuwe technologieën en hun toepassing promoot. We nemen op een originele en hedendaagse manier de draad op die werd gesponnen door wijlen mijn voorganger Gaston Geens. We lanceren een opvolger voor het baanbrekende Flanders Technology.
Volgend jaar in maart organiseren we de eerste Open Technologiedag. Honderden bedrijven zullen hun deuren openzetten voor het brede publiek. Zij zullen de burger inzicht geven in de ontwikkelingen en praktische toepassingen van de nieuwste technologieën. En eind volgend jaar organiseren we een meerdaags symposium. Een symposium rond enkele speciale thema's waarover Vlaanderen zal samenwerken met andere sterke groeiregio's in de rest van de wereld. Met als bijkomend doel synergieën te vinden en nieuwe investeerders aan te trekken.
Wij willen de Vlaamse verwezenlijkingen en toepassingen op het vlak van de nieuwe technologiën opnieuw zichtbaar maken voor het grote publiek. We willen Vlaanderen tonen als een economische topregio, ook aan het buitenland. Dirk Frimout heeft aanvaard om het peterschap van deze nieuwe actie op zich te nemen. We stellen ons samen één doel: Vlaanderen een permanent ticket bezorgen voor de Champions League van Europese spitsregio's.
Deze begroting bewijst dat Vlaanderen de gevolgen van 11 september goed heeft doorstaan. Dat de regering er ook in moeilijke omstandigheden in slaagt om een inspirerende begroting op te stellen. Met aan de ene kant voorzichtigheid en zekerheid. We doen geen geld op dat we niet hebben en bouwen zelfs de schulden verder af. Aan de andere kant komen we al onze beloften strikt na en hebben we oog voor nieuwe noden en uitdagingen.
De regering werkt verder aan een betere toekomst voor Vlaanderen. Deze begroting levert voor de vierde keer de instrumenten om dit doel te bereiken. Dat is ook de taak van de politiek: een kader aanreiken. Iedereen, burgers, zelfstandigen, arbeiders, bedienden, ambtenaren, werkgevers moeten dit kader mee helpen invullen. De regering heeft de ambitie om te slagen. Zij nodigt het Vlaams Parlement uit om als partner ook verantwoordelijkheid te nemen. De komende weken en maanden buigt het Parlement zich over belangrijke ontwerpen en voorstellen van decreet: het decreet over de inburgering, over de armoedebestrijding, over de verkeersproblematiek in Antwerpen, over de ondersteuning van de economie, over het bestuurlijk beleid, over het integraal waterbeleid, over de publiek-private samenwerking, over de openbaarheid van bestuur, over de uitvoering van het Kyoto-protocol, over de hervorming van het hoger onderwijs, over de milieuvergunning, over het Stedenfonds, …
Ik roep alle inwoners van Vlaanderen op om hun verantwoordelijkheid te nemen. Ik roep alle openbare besturen, middenveldorganisaties en private bedrijven op, om mee te stappen in het nieuwe elan dat deze regering voor ogen heeft. Een nieuw elan dat de mensen verder vertrouwen moet geven in de toekomst.
Ik ben ervan overtuigd dat Vlaanderen nog enorme mogelijkheden en krachten heeft om initiatief te nemen, creatief te zijn en risico's te nemen. Ik ben ervan overtuigd dat Vlamingen daartoe het nodige talent en de nodige ambitie hebben. Het komt er alleen op aan dat wij als regering en parlement het juiste kader scheppen, de nodige stimuli geven en remmingen wegwerken. Als we daar in de komende weken en maanden in slagen, als we het doemdenken achter ons laten en de vonk van het vertrouwen laten overslaan, gaan we een mooie toekomst tegemoet. Voor dit beleid vraag ik het vertrouwen van het parlement.
Ik dank u. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)