Report plenary meeting

Aan de orde zijn de samengevoegde vragen van de heren Van Hauthem en Van Rompuy tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over het dossier-Wezembeek-Oppem.

Minister Anciaux zal antwoorden in de plaats van minister Van Grembergen.

Minister Van Grembergen zei vorige week in de commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden dat hij een regeringscommissaris naar Wezembeek-Oppem zou sturen om de onwettig geïnde milieubelasting terug te doen storten. Ik las in de krant dat hij zijn voornemen uitstelt tot begin maart. Beschikt hij misschien over aanwijzingen dat het schepencollege alsnog de opdracht zal geven aan de gemeenteontvanger om de belasting terug te storten?

Minister van Grembergen heeft de federale minister Duquesne het volledige tuchtdossier bezorgd en heeft hem gevraagd een tuchtprocedure op te starten tegen de burgemeester van Wezembeek-Oppem, de heer Van Hoobrouck. Hij maakte zich in de commissie sterk dat hij niet zou dulden dat er twee soorten burgemeesters bestaan : zij die de regelgeving respecteren en zij die de regels gewoon aan hun laars lappen.

In antwoord op een vraag daarover in de federale Kamer verwees minister Duquesne echter naar de niet-rechtsgeldigheid van de omzendbrief-Peeters en deelde hij mee dat hij er niet aan dacht een tuchtprocedure op te starten tegen de burgemeester. Zal de minister dit probleem aankaarten op het Overlegcomité?

In de krant konden we lezen dat de gemeenteontvanger van Wezembeek-Oppem nog tot 28 februari de tijd heeft om de onrechtmatige geïnde gemeentebelasting terug te storten. Zo niet, belooft minister Van Grembergen tijdens de eerste week van maart twee regeringscommissarissen te sturen naar Wezembeek-Oppem ter vervanging van het schepencollege en de ontvanger. Zal de minister deze belofte nakomen? De federale druk om toegevingen te doen, zal immers zeer groot zijn. Denk maar aan wat er is gebeurd met het tijdskrediet en het spoorwegdossier.

Minister Duquesne heeft het tuchtdossier tegen de heer Van Hoobrouck intussen ontvangen, maar deelt mee dat hij geen stappen hem zal ondernemen. Minister Van Grembergen benadrukt nochtans dat de burgemeester in elk geval een onwettelijkheid heeft begaan. Wat zal de Vlaamse regering doen om minister Duquesne aan te porren om alsnog in actie te treden?

Het Vlaams Parlement onderzoekt momenteel welke stappen het nog kan zetten om het schepencollege en de burgemeester van Wezembeek-Oppem op hun verantwoordelijkheden te wijzen.

Ik antwoord namens minister Van Grembergen en de hele Vlaamse regering.

Minister Duquesne ziet inderdaad geen redenen om een tuchtprocedure op te starten tegen de heer Van Hoobrouck in het dossier van de onrechtmatige geïnde belastingen. Minister Van Grembergen is niet van plan dit probleem op de agenda van het Overlegcomité te laten plaatsen. Hij zegt dat hij alle wettelijke stappen heeft gezet. De federale wetgeving bepaalt dat minister Duquesne autonoom beslist over het al dan niet opstarten van een tuchtprocedure.

Minister Van Grembergen heeft zijn standpunt over dit probleem uitvoerig toegelicht in de commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden. Hij heeft steeds in overleg met de gouverneur van Vlaams-Brabant gehandeld, die al twee waarschuwingen heeft gericht tot de gemeenteontvanger, die daarop een proces in kortgeding heeft aangespannen. De afspraak is dat tijdens de duur van dit proces geen regeringscommissaris zal worden gezonden naar Wezembeek-Oppem.

Het is duidelijk dat niet de ontvanger, maar wel de burgemeester verantwoordelijk is voor de niet-naleving van de wet. De minister heeft de gouverneur gevraagd een tweede waarschuwing te sturen, wat is gebeurd op 19 februari. Het schepencollege heeft daardoor nog tot 28 februari de tijd om de ontvanger alsnog een betalingsbevel te geven. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, zal de gouverneur namens de Vlaamse regering twee regeringscommissarissen sturen, die het schepencollege en de ontvanger van Wezembeek-Oppem zullen vervangen om tot een effectieve terugbetaling van de onwettig geïnde belasting te kunnen overgaan.

Ik begrijp uit het antwoord van de minister dat het schepencollege van Wezembeek-Oppem al drie waarschuwingen heeft ontvangen. De deadline van de eerste twee was 15 januari, de nieuwe deadline is 1 maart.

Uiteraard is de burgemeester verantwoordelijk, maar het ontgoochelt me verschrikkelijk dat de minister dit niet op de agenda van het Overlegcomité zal plaatsen. Niets staat de minister in de weg om dit te doen. Zijn antwoord in de commissie blijkt dus gewoon woorden in de wind te zijn geweest.

De Vlaamse regering bevestigt dat als het schepencollege niet heeft gehandeld voor 1 maart, de Vlaamse regering twee regeringscommissarissen zal sturen.

Minister Duquesne heeft beslist om geen tuchtprocedure te starten tegen de burgemeester van Wezembeek-Oppem. Waarom kan dit niet worden behandeld op het Overlegcomité? Ik roep de VLD, sp·a en Agalev op om Duquesne hierover te interpelleren in het federale parlement.