Report plenary meeting
Report
Aan de orde is de regeringsverklaring over de aanpassing van het regeerakkoord.
Nog geen twee weken geleden schreef het federale parlement een nieuw hoofdstuk in het verhaal van de uitbouw van de deelstaat Vlaanderen. Meteen daarna heb ik met de partners van de Vlaamse coalitie het gesprek opgestart over de wijze waarop Vlaanderen vorm zal geven aan de verworvenheden van het Lambermontakkoord. Met genoegen leg ik u, net twee jaar nadat ik hier het officiële programma van mijn regering kwam voorstellen, het aanvullend programma voor van de Vlaamse regering voor de overblijvende jaren van deze regeerperiode.
Tijdens de gesprekken die in het aanvullend regeerakkoord uitgemond zijn, hebben de vertegenwoordigers van de meerderheidspartijen zeer duidelijk hun geloof onderschreven in de beleidsvisie die de meerderheid van dit Vlaams Parlement bindt. En zij hebben nadrukkelijk de wil bevestigd om het project van de Vlaamse regering verder te ondersteunen. De gesprekken gingen op de eerste plaats over de nieuwe bevoegdheden die Vlaanderen ter uitvoering van Lambermont erbij krijgt. Maar wij wilden en konden deze discussie niet loskoppelen van de totale begrotingscontext. Er is niet alleen Lambermont dat Vlaanderen extra middelen garandeert. Vlaanderen geniet door de economische hoogconjunctuur ook van andere bijkomende inkomsten, die trouwens heel wat hoger zijn dan wij bij het aantreden van de regering konden ramen. Voor de concrete becijfering moet ik u verwijzen naar een discussie die nog komen moet. Want over de eigenlijke begrotingsopmaak 2002 zal de Vlaamse regering het later deze maand nog hebben en zij wil dan de eerste politieke knopen doorhakken.
De onderhandelaars hebben het gehad over de bijkomende bevoegdheden die Vlaanderen krijgt, vooral fiscaliteit, landbouw, buitenlandse handel, ontwikkelingssamenwerking en binnenlands bestuur. Zij hebben in dit verband afspraken gemaakt over hoe elk van deze aangelegenheden inhoudelijk ingevuld zal worden. Ik verwijs voor de details naar de tekst van het aanvullend regeerakkoord. Staat u mij toe drie accenten te leggen waarover een principieel akkoord bereikt werd. Ze hebben betrekking op het fiscaal plan, de eerste stappen richting invulling van de gemeentelijke democratie, en de duidelijkheid die wordt ingeschreven inzake landbouwbeleid.
Er is een akkoord over de principes van een Vlaams fiscaal plan. Deze zullen meteen al bij de opmaak van de begroting 2002 in beleidsmaatregelen omgezet worden, uiteraard binnen het totale begrotingsbeleid en de evenwichten die het optreden van deze regering schragen.
Wat het bestuurlijk beleid betreft zal de Vlaamse regering het debat over de kerntaken van de onderscheiden bestuursniveaus afwerken en de conclusies ervan aan het Vlaams Parlement voorleggen. Ze zullen richtinggevend zijn voor de ontwerpen van gemeente- en provinciedecreet die zij zal opstellen. Blikvanger hier is dat de meerderheid het principe van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester aanvaardt. De voorwaarden zullen verder worden uitgewerkt door de regering en u binnen het jaar voorgelegd worden.
De overdracht van landbouw van de federale naar de Vlaamse overheid moet in de best mogelijke omstandigheden gebeuren, dat zijn wij de landbouwsector verplicht na alle schokken die hij de voorbije tijden heeft moeten doorstaan. Om dit overhevelingsproces te begeleiden zullen wij een gespecialiseerd opdrachthouder aanstellen. Er zijn trouwens duidelijke afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat de Vlaamse landbouwers het beleid van de Vlaamse regering met vertrouwen tegemoet kunnen zien.
Zoals gezegd houdt deze aanvullende regeringsverklaring ook rekening met de begrotingscontext. De Vlaamse begroting is zeer gezond; de schuldafbouw zit volledig op schema; er zijn voldoende voorzieningen getroffen om de prioriteiten van het regeerakkoord onverkort uit te voeren; er wordt geld opzij gezet om de toekomst veilig te stellen - ik denk aan het Zorgfonds. Het gaat dus goed met Vlaanderen en het gaat goed met de Vlaamse financiën.
Bovenop de middelen die samen met specifieke bevoegdheden overgeheveld worden naar het Vlaamse bestuursniveau, zorgt Lambermont voor 25 miljard frank extra tijdens deze legislatuur. En dan is er nog de conjunctuur, die voor stevige bijkomende inkomsten zorgt. Maar die conjunctuur kan en zal vroeg of laat ook, verzwakken. En we hoeven niet ver in het verleden terug te gaan om ons voorbeelden voor ogen te halen van allerlei soorten onverwachte crisissen en calamiteiten waarvoor in laatste instantie ook steeds weer de overheid diep in de geldbeugel moet tasten. We moeten daarop voorbereid zijn.
Daarom heeft de Vlaamse regering mijn voorstel van een maximaal groeipercentage voor de uitgaven goedgekeurd. Het houdt in dat wij als Vlaamse regering vooraf vastleggen met welk percentage de Vlaamse begroting ten hoogste mag stijgen. En wordt er een overschot gerealiseerd, dan staat bij voorbaat vast hoe dat verdeeld zal worden. Een derde wordt teruggegeven aan de Vlamingen, gaat met andere woorden naar lastenverlaging. Een derde wordt opzij gezet om ervoor te zorgen dat de toekomst van de mensen en hun kinderen verzekerd blijft. En een derde wordt bestemd voor eenmalige duurzame investeringen en zal dus aangewend worden voor mobiliteit, milieu en patrimonium. Deze aanpak garandeert dat niet alle inkomende middelen gaandeweg voor recurrente uitgaven gebruikt worden. Op deze wijze vermijden wij dat we onze toevlucht moeten nemen tot voor de burger pijnlijk voelbare ingrepen van zodra het minder goed gaat.
Het moet wel duidelijk zijn dat deze bestedingen bovenop de gewone aanwendingen via de begroting komen. Ook bij deze bestedingen zal de regering de evenwichten in acht nemen die zij nastreeft bij haar gewone begrotingsopmaak. Deze evenwichten hebben wij bij het begin van deze regeerperiode wellicht ietwat prematuur vastgelegd in enveloppes. Het is niet mogelijk om alle uitgaven systematisch in te delen in enveloppes. Wat doe je bijvoorbeeld met substantiële uitgaven die nodig zullen zijn om geïntegreerde overheidsloketten in te richten in de verschillende sectoren? Bovendien waren sommige noden van die aard en omvang dat de regering zich genoodzaakt gezien heeft sommige enveloppes te overschrijden.
Maar deze meerderheid wil vooral als geheel optreden. Wij willen er niet voor het gemak van uitgaan dat elkeen zijn eigen speeltuintje heeft en daar doet wat hij of zij wil. Daarom stapt de Vlaamse regering af van het enveloppesysteem. Wij willen een beleid voeren dat van de hele ploeg is. Daarbij zijn geen telramen nodig om na te gaan wie het meest binnengehaald heeft.
De Vlaamse regering onderkent nu reeds de nood aan duurzame investeringen in de milieusector. Dat is het geval voor het integrale waterbeleid, een versnelde uitvoering van de bodemsanering en de doorgedreven aankoop van bossen en natuurgebieden om zo de in het regeerakkoord vooropgestelde 3000 hectare per jaar te halen.
Daarnaast moeten we ook werk maken van beleidsdaden die de situatie van een aantal hulpbehoevenden in onze samenleving verbeteren. Dat het gaat goed in Vlaanderen, betekent niet dat dat voor iedereen het geval is. Ik kan in dat verband twee nieuwe beleidsprioriteiten aankondigen, met name het wegwerken van de wachtlijsten met 4000 zorgbehoevende gehandicapten en het opzetten van hulpverlening voor jongeren met problemen om te vermijden dat hun problemen escaleren. Voorts willen wij doorheen het hele beleid extra aandacht besteden aan initiatieven die bijdragen tot gemeenschapsvorming en op die wijze de verzuring van Vlaanderen tegengaan. Ten slotte willen wij Vlaanderen ook ten volle zijn rol laten spelen in de internationale solidariteit.
Dit zijn de nieuwe accenten die de Vlaamse regering wil leggen tijdens de overblijvende drie jaar van deze regeerperiode. Ze sluiten weliswaar aan bij datgene wat reeds uitgevoerd wordt of gepland is. Tegelijkertijd geven ze duidelijk aan dat we alles wat in Vlaanderen leeft, van zeer nabij volgen en krachtig willen optreden als problemen of nieuwe noden opduiken. Samen met u wil de regeringsploeg continu de vinger aan de pols van Vlaanderen houden en daarbij kort op de bal spelen. Dit voorstel tot aanvulling van het Vlaamse regeerakkoord getuigt daarvan. Ik heb de eer om daarvoor uw goedkeuring te vragen.
Ten gevolge van deze uitbreiding van bevoegdheden werd beslist om een tiende minister toe te voegen aan de Vlaamse regering. Ook die benoeming wordt aan uw goedkeuring voorgelegd. Aangezien deze minister uit de federale regering komt, zal het totale aantal ministers niet stijgen. Wij houden ons dus aan de principes.
De benoeming zal gebeuren volgens de voorwaarden die in de bijzondere wet zijn vastgelegd, morgen na het debat over de aanpassing van het regeerakkoord. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)