Report plenary meeting
Voorstel van decreet houdende wijzigingen van decreten betreffende de ruimtelijke ordening, wat de zonevreemde woningen betreft
Voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, tot afschaffing van het systeem van planbaten
Voorstel van decreet houdende de regularisatie van zonevreemde woningen
Report
Aan de orde zijn het voorstel van decreet van de heren Lachaert en Tobback, mevrouw Vertriest en de heer Lauwers houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, het voorstel van decreet van de heer Coens houdende wijzigingen van decreten betreffende de ruimtelijke ordening, wat de zonevreemde woningen betreft, het voorstel van de heren Wymeersch, Dewinter en Huybrechts en mevrouw Dillen houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, tot afschaffing van het systeem van planbaten, het voorstel van decreet van de heren Huybrechts, Dewinter, Wymeersch, Penris en Strackx houdende de regularisatie van zonevreemde woningen, die door de commissie in samenhang werden behandeld, met dien verstande dat het voorstel van decreet van de heren Lachaert en Tobback, mevrouw Vertriest en de heer Lauwers als basis voor de bespreking werd genomen. We volgen hier dezelfde werkwijze.
De algemene bespreking is geopend..
De heren Van Looy en Lachaert, verslaggevers, verwijzen naar hun schriftelijk verslag.
Het voorliggende voorstel van decreet komt tegemoet aan de terechte verwachtingen van de eigenaars van vergunde zonevreemde woningen. Het omvat een juridisch en planologisch kader om enkele gebreken van het decreet van 1999 op te vangen. Ik ben blij met dit voorstel van decreet omdat het coherent is en vanwege de wijze waarop het kon tot stand komen. Het voorstel van decreet zal zorgen voor rechtszekerheid voor de vergunde zonevreemde woningen.
In niet-kwetsbare gebieden zullen eigenaars van zonevreemde woningen altijd een bouwvergunning kunnen krijgen voor het verbouwen, uitbouwen en herbouwen van hun woning. De ruimte wordt van 700 tot 850 m³ nuttige ruimte uitgebreid, maar de uitbreiding mag een volumevermeerdering van 100 procent niet overschrijden. De datum van 1 januari 1999 voor de toepassing van de permanente regeling valt weg.
In niet-prioritaire gebieden zijn niet alleen instandhoudingswerken mogelijk, maar ook werken die betrekking hebben op de stabiliteit van het gebouw.
Indien een zonevreemde woning door een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zone-eigen wordt gemaakt, hoeven er geen planbaten te worden betaald. Er kunnen eigenlijk nooit planbaten worden geheven, aangezien er in dit verband altijd een ruimtelijk uitvoeringsplan moet worden opgesteld. Een uitzondering vormen de woningen met een kadastraal inkomen van meer dan 750 euro in drie gevallen.
Er komt rechtszekerheid voor zonevreemde woningen die door overmacht werden beschadigd.
Als een eigenaar geen vergunning verkrijgt voor herbouw, verwerft hij of zij een vorderingsrecht tegen het Vlaams Gewest, dat binnen 12 maanden na weigering van de vergunning de woning moet inkopen en betalen. Bovendien legt het Vlaams Gewest het verschil bij tussen de waarde van de woning en de door de verzekering betaalde schadevergoeding.
Binnen een jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen kunnen eigenaars van zonevreemde woningen een regularisatie verkrijgen voor werken die ze voor de inwerkingtreding zonder vergunning hadden uitgevoerd.
Met het voorliggende voorstel van decreet komen we een verkiezingsbelofte na en wordt gezorgd voor rechtszekerheid. Binnenkort zal ook een oplossing moeten worden uitgewerkt voor andere problemen, zoals dat van de zonevreemde bedrijven. (Applaus)
Vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar beklemtoonde de Vlaamse regering dat alle bestaande vergunde woningen in aanmerking kwamen voor een herbestemming naar woonzone. De overgangsmaatregelen zouden verlengd worden tot 30 april 2005. De regeling in geval van overmacht zou verfijnd worden. Bovendien zouden instandhoudingswerken toegestaan worden in kwetsbare gebieden.
Begin dit jaar had de regering echter nog geen enkel initiatief genomen. Onder impuls van de heer Coens diende de CVP daarom een constrcutief voorstel van decreet in. Door een gebrek aan eensgezindheid binnen de meerderheid groeide de onrust bij de eigenaars van zonevreemde woningen. Banken weigerden leningen toe te staan. De speculatie nam toe.
Pas eind maart 2001 kwam de Vlaamse regering met een voorontwerp van decreet. Daarom werd het CVP-voorstel niet verder besproken. De afwijkregeling voor het verbouwen en herbouwen van zonevreemde woningen werd verlengd tot 2006 en ongeacht de bestemming van de woning zouden instandhoudingswerken kunnen worden uitgevoerd. De CVP uitte kritiek op dit voorontwerp omdat de rechtsonzekerheid van de zonevreemde eigenaars zou blijven bestaan, bij gebrek aan een definitieve regeling.
Toen bleek dat het voorontwerp van decreet niet voor het zomerreces zou kunnen worden behandeld, heeft de CVP-fractie het voorstel van decreet van de heer Coens opnieuw op de agenda van de bevoegde commissie laten plaatsen. Intussen werkte de CVP-fractie een lijst met amendementen uit, waaraan gerefereerd werd door onze partijvoorzitter op 14 mei 2001. Blijkbaar sloeg de VLD toen in paniek. De minister-president bond de kat de bel aan en gaf een voorzet aan de heer De Gucht. Nochtans had de VLD de dag voordien nog een voorstel van decreet ondertekend waarbij het voorontwerp van de regering integraal werd overgenomen. In zijn reactie werd de heer De Gucht niet gehinderd door enige dossierkennis. Zo had hij het over het onmiddellijk 'regulariseren' van zonevreemde woningen, alsof eigenaars van zonevreemde iets illegaals hadden gedaan en dus nood hadden aan regularisatie.
Het culpabiliseren van eigenaars van perfect legale zonevreemde woningen werd nog versterkt door diverse krantenkoppen. Voorzitter De Gucht ging nog verder en vond dat het hele decreet op de ruimtelijke ordening weggegooid moest worden. Minister Van Mechelen, maar ook de andere regeringspartijen waren niet erg ingenomen met de mediashow van de heer De Gucht.
De CVP-fractie stelde op 22 mei een volledig uitgewerkt plan voor, met zeer concrete amendementen, gestoeld op een duidelijke en klare visie. Wij willen basisrechten en een permanent statuut geven aan alle legale zonevreemde woningen. Hierdoor zou men te allen tijde mogen verbouwen of herbouwen en dus de noodzakelijke aanpassingen kunnen doen ter wille van het eigentijds wooncomfort. De CVP wil dat dergelijke woningen niet langer zonevreemd zijn maar woningen buiten het woongebied worden genoemd. Indien dergelijke woningen zone-eigen worden, moeten bewoners geen planbaten betalen. Met planbaten voor onbebouwde percelen hebben wij geen moeite. Indien zonevreemde woningen in uitzonderlijke gevallen wegens het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan niet langer meer kunnen bewoond worden, moeten de eigenaars recht hebben op een ernstige schadevergoeding of zelfs onteigening.
De gemeenten zijn het best geplaatst om een structuurplan op te stellen als planningsinstrument. Er moet dringend werk gemaakt worden van een gebiedsgericht beleid. Niettegenstaande voorzitter De Gucht op dat vlak zwaar bakzeil heeft gehaald, blijft het onbegrijpelijk dat hij heeft toegestaan dat planbaten blijven bestaan. Minister Stevaert stelde voor zonevreemde woningen gratis zone-eigen te maken indien ze minder dan vijf miljoen frank waard waren. Hij wilde ook de reeds in het decreet van 1999 staande basisrechten toekennen aan de eigenaars tijdens de overgangsperiode terwijl het probleem zich stelt na deze periode. Dat voorstel werd niet effectief in decreetteksten omgezet, maar de minister kon scoren.
De meerderheid beweert nu dat de teksten die in de commissie uiteindelijk zijn goedgekeurd rechtszekerheid bieden aan alle eigenaars van zonevreemde woningen. Het idee van de basisrechten werd wel overgenomen maar geldt niet voor alle zonevreemde woningen. In zogenaamd ruimtelijk kwetsbare gebieden garandeert het voorstel enkel instandhoudingswerken, terwijl de aankoopplicht door de overheid slechts bestaat als instandhouding niet langer mogelijk is. Een amendement om dergelijke werken niet langer te onderwerpen aan een vergunning maar enkel een melding bij het gemeentebestuur verplicht te maken werd door de meerderheid verworpen. Voor structureel onderhoud moet dus een vergunning gevraagd worden en de stedenbouwkundige ambtenaar moet de draagkracht toetsen. De Vlaamse regering kan dienaangaande nadere regels vastleggen.
In het verleden kon de administratie door gebrek aan een concreet toetsingskader en door het toepassen van vage begrippen over een dossier negatief adviseren op zeer subjectieve gronden. In het nieuwe voorstel wordt het begrip architecturale eigenheid ingeruild voor karakter en verschijningsvorm. Ook dit begrip is vaag en opnieuw zal de regering de bepalingen verder kunnen verfijnen in een besluit. De regering gaat trouwens nog allerlei dingen regelen in uitvoeringsbesluiten. De heer Lachaert verwacht overigens van de regering dat zij meer duidelijkheid zal brengen omtrent het begrip ruimtelijke draagkracht. Ook een zeer duidelijke definitie van verkrotting is absoluut noodzakelijk, alweer een aangekondigd uitvoeringsbesluit.
In het volume voor maximale uitbreiding, dat van 700 kubieke meter naar 850 kubieke meter wordt gebracht, worden nu de kelders meegerekend, waardoor in sommige gevallen minder uitbreiding mogelijk zal zijn. Er is geen aankoopverplichting voor de overheid wanneer ze een vergunning weigert, noch recht op enige vorm van schadevergoeding. De toelating blijft afhankelijk van een vergunning, gekoppeld aan een openbaar onderzoek, waarbij de draagkracht als weigeringselement mag gebruikt worden. De toegekende basisrechten zijn dus wel heel beperkt.
Er worden duidelijke verbeteringen aangebracht aan het bestaande decreet en we zijn bereid de meerderheidsvoorstellen te ondersteunen wanneer vier amendementen worden weerhouden. We willen een set van basisrechten om te verbouwen en te herbouwen in alle gebieden. We willen de afschaffing van de planbaten voor alle percelen waarop een legaal vergunde woning gebouwd werd of een woning die dateert van voor 1962. We willen de garantie dat er steeds mag hersteld en herbouwd worden in geval van overmacht. We willen het recht op aankoop aan een rechtvaardige prijs door de overheid in geval van miskenning van de basisrechten, mits garantie van bewoning tot overlijden. (Applaus bij de CVP)
In de vorige regeerperiode werd het decreet op de ruimtelijke ordening goedgekeurd dat voor zonevreemde woningen enkel onderhouds- en instandhoudingswerken toeliet. Het ging over perfect legale woningen die door de gewestplanwijzigingen zonevreemd werden, zonder dat men de bewoners verwittigde of inspraak gunde. De wijzigingen in 2000 door deze regering versoepelden de regeling niet.
Integendeel, de huidige meerderheid, met de VLD, decreteerde een uitdoofbeleid. Zonevreemd gemaakte woningen worden gedoemd om op termijn te verdwijnen, zonder schadeloosstelling van de staat.
De meerderheidspartijen hadden gehoopt om deze decreetsaanpassingen in alle stilte te laten goedkeuren, maar de eigenaars van zonevreemde woningen zijn zich gaan informeren. Het Vlaams Blok heeft op 14 maart 2001 twee voorstellen van decreet ingediend waarin we voorstellen dat alle woningen gebouwd voor 22 april 1962 en alle woningen die nadien gebouwd zijn met een regelmatige vergunning van rechtswege gelegen zijn op een kavel die deel uitmaakt van een woongebied. Daarnaast schaffen we planbaten en -schade af. De meerderheidspartijen worden ongerust en VLD-voorzitter De Gucht verbiedt zijn leden zelfs deel te nemen aan een debat met het Vlaams Blok over ruimtelijke ordening.
De VLD vreest alweer kiezers te verliezen aan het Vlaams Blok en beslist daarom het huidige decreet aan te passen. De heer De Gucht verklaart zelfs dat zonevreemde woningen zone-eigen moeten worden zonder dat daarvoor planbaten betaald moeten worden. Het zoveelste kiezersbedrog : het onrechtvaardige decreet wordt alleen maar wat gemilderd. Eigenaars van zonevreemde woningen blijven in de grootste onzekerheid leven. Zelfs voor instandhoudingswerken is een vergunning en dus een gunst van de overheid vereist. Bovendien moet de eigenaar ook een openbaar onderzoek laten uitvoeren en betalen als hij een bouwvergunning aanvraagt.
Aan zonevreemde woningen in kwetsbare gebieden mogen alleen maar werken worden uitgevoerd om de structuur van het gebouw in stand te houden. Als ze door overmacht worden vernietigd, ontvangen de eigenaars een vergoeding maar wordt het hun niet langer toegelaten hun gebouw opnieuw op te bouwen. Volgens het Vlaams Blok zou iedereen het recht moeten hebben zijn gebouw opnieuw op te bouwen, zonder dat daarvoor een vergunning aangevraagd moet worden. Melden volstaat.
De regering stelt de afschaffing van de planbaten voor woningen met een kadastraal inkomen van minder dan 30.000 frank voor als een gunst. Ze vergeet daarbij wel te vermelden dat het de overheid zelf is die zonevreemde woningen heeft geschapen om vervolgens ook te beslissen dat er planbaten betaald op moeten worden. Bovendien zullen toch nog een aantal eigenaars planbaten moeten betalen.
U kan dat wel beweren, maar vertel mij eens wie er nog planbaten zal moeten betalen?
Eigenaars van een zonevreemde woning met een kadastraal inkomen van meer dan 30.000 frank die niet aan de voorwaarden voldoet. Durft u luidop te beweren dat niet één eigenaar van een zonevreemde woning die zone-eigen wordt verklaard planbaten zal moeten betalen?
Het staat zo in het voorstel van decreet : ze zullen nooit planbaten moeten betalen. Op voorwaarde weliswaar dat ze van hun woning die zone-eigen is verklaard geen appartement willen maken. Het zou spijtig zijn indien ze dan ook vrijgesteld worden van planbaten.
Het Vlaams Blok dient een voorstel van decreet in, ondertekend door maar liefst acht fractieleden. Niet één daarvan was aanwezig tijdens de commissiebespreking van dit voorstel dat één grote slogan is. Is er een mooier voorbeeld van hoe u de bevolking misleidt?
De complexe oplossing van de overheid maakt de rechtsonzekerheid voor eigenaars van zonevreemde woningen alleen maar groter. Zij blijven tweederangsburgers met een minderwaardig huis. De enige goede oplossing is alle vergunde woningen zone-eigen verklaren. Dat stond zelfs op de website van de heer Denys te lezen. Ik weet dat bepaalde VLD-collega's niet akkoord gaan met het huidige voorstel van decreet. De kiezers zullen deze beslissing nooit aanvaarden. Onder druk van het Vlaams Blok werd ingegrepen maar het voorstel blijft ondermaats. We mogen eigenaars van zonevreemde woningen niet langer als tweederangsburgers beschouwen.
Daarom stelt het Vlaams Blok voor het decreet op de ruimtelijke ordening te wijzigen zoals voorgesteld in ons ontwerp van decreet van 14 maart 2001. Daarnaast moeten onderhoud- en instandhoudingswerken - ook van de stabiliteit - toegelaten zijn en moeten die enkel gemeld worden. Hetzelfde geldt voor door overmacht vernielde gebouwen.
Wat doet u met huizen die op een legale manier in een overstromingsgebied gebouwd zijn?
Die laten wij staan. Wij hebben niet het recht het huis af te breken, als die mensen vooraf op de hoogte waren van het risico.
De SP-fractie staat achter dit voorstel van decreet omdat het gebaseerd is op het huidige decreet op de ruimtelijke ordening.
Voor de zonevreemde woningen moet de rechtszekerheid worden gewaarborgd. In dit voorstel van decreet worden een aantal basisrechten gecreëerd en dat is een verbetering.
Ik ben ook tevreden met de bereikte resultaten inzake planbaten. Het voorstel impliceert dat de basisrechten toegekend worden zonder dat er planbaten verschuldigd zijn. Als evenwel een hogere waarde gecreëerd wordt, dan is het maar logisch dat daar iets tegenover staat. Bovendien was het onze bedoeling speculatie tegen te gaan.
We hebben in de commissie een goede discussie gevoerd. De minister en zijn medewerkers hebben een belangrijke inbreng gehad in de resultaten. Op het voorstel van de CVP dat meldingsplicht zou moeten kunnen volstaan bij onderhoudswerken heeft hij geantwoord dat het verkrijgen van een vergunning in het voordeel is van de eigenaar, onder meer wanneer men geconfonteerd is met een verzekeringsmaatschappij. Als men alleen aan de meldingsplicht moet voldoen, dan heeft men geen enkel bewijs in handen. Op de vraag van de heer De Roo heeft de minister geantwoord dat het de bedoeling is dat dergelijke vergunningen op gemeentelijk vlak zouden kunnen toegekend worden, en wel snel en zonder tussenkomst van een hoger niveau.
Het is echter onmogelijk om ook in de kwetsbare gebieden dezelfde soepelheid aan de dag te leggen als in andere zones. Daar moeten de gemeenten hun verantwoordelijkheid opnemen langs de structuurplannen en de uitvoeringsplannen.
Mijn fractie steunt dit initiatief volmondig.
Men doet alsof deze de discussie over het wonen buiten woonzones nieuw is, maar in feite is ze reeds dertig jaar oud. Het voorliggende voorstel streeft naar een evenwichtige oplossing en wil een einde te maken aan de juridische dubbelzinnigheid en aan de uitzonderingsregels. De discussie ging in essentie over de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van de woningen. Wij zijn tevreden dat de gemeente ter zake haar volledige bevoegdheid behouden heeft. In het verleden was de eigenaar de dupe wanneer de gemeente in gebreke bleef, maar nu wordt de zaak omgekeerd. Als een gemeente geen structuurplannen of uitvoeringsplannen opstelt, dan verliest ze haar vergunningsbevoegdheid. Er zijn een aantal basisregels waarop de gemeente kan variëren.
Inzake de vraag van de CVP over de meldingsplicht, sluit ik me aan bij de heer Timmermans.
Er is al veel gezegd over de planbaten. Als men een hogere waarde creëert, dan is het logisch dat er planbaten moeten betaald worden. Dat geldt echter niet voor een bestaand huis, maar wel voor de grond en wat men erop kan doen.
Wij zijn ook gelukkig met de naamsverandering : wonen buiten de woonzone.
Het Vlaams Blok is kampioen in de volksverlakkerij. Wat ze zeggen komt daarop neer dat ruimtelijke ordening niet nodig is en dat alles moet kunnen.
Overigens zijn er andere thema's binnen de ruimtelijke ordening die onze aandacht vragen, onder meer de vraag naar ruimte voor jongeren. De ruimte is schaars en we moeten leren om er efficiënt mee om te gaan.
Mevrouw Vertriest spreekt over volksverlakkerij, maar wat er gebeurt in Opgrimbie : Agalev keurde dat goed. Wat moet ik daarover denken?
We hebben jarenlang gereageerd tegen wat er gebeurt in Opgrimbie. Het betreft hier echter een exclusieve bevoegdheid van de minister.
Binnen de ruimtelijke ordening zijn er dus nog andere uitdagingen dan alleen het probleem van de zonevreemde woningen. Een ander voorbeeld is de afbakening van bos- en natuurgebieden, die zo snel mogelijk moet gerealiseerd worden. (Applaus bij AGALEV)
We willen een amendement indienen dat ertoe strekt een artikel 74bis in te voegen in het decreet van 18 mei 1999. Als een gemeentelijk uitvoeringsplan bepaalt dat een zonevreemde of geïsoleerde woning op termijn best onteigend kan worden, dan moet de eigenaar het recht hebben om van het Vlaams Gewest de onmiddellijke aankoop te eisen en hulp te vragen bij de herlocalisatie. Men moet daarbij ook een woonrecht hebben tot het overlijden van de eigenaar of dat van de langstlevende echtgenoot. De waarde van de vergoeding moet gelijk zijn aan de gemiddelde waarde van een gelijkaardig goed in een nabijgelegen woonzone. We zijn voorstander van een planologische oplossing, maar indien dat niet mogelijk is, dan moeten de eigenaars zekerheid krijgen. In de discussie merkte de heer Tobback op dat dit voorstel zou kunnen leiden tot verwarring met de artikelen 69 tot 75 van het decreet over onteigening naar aanleiding van het gemeentelijk structuurplan.
De heer Lachaert heeft in dat verband verwezen naar artikel 195bis van het decreet op de ruimtelijke ordening. De minister heeft verwezen naar onteigeningen voor de HST-werken. Hier gaat het echter niet om dringende openbare werken, maar om een verstoring van de ruimtelijke ordening die al lang bestaat.
Ik wil ingaan op het probleem van de heirkracht en op de planbaten.
Eerst wil ik het echter hebben over een aantal zaken die me bekommeren. We hebben een goede discussie gehad in de commissie. Op al die dagen is daar één journalist op afgekomen. Misschien ligt het aan de agendawijziging van gisteren, maar ook vandaag was geen enkele journalist aanwezig. Nochtans heeft men op basis van de titels in de pers wekenlang de indruk gekregen dat alle zonevreemde woningen rechtszekerheid zouden krijgen, dat alles opgelost is en dat er geen planbaten zouden moeten worden betaald. Als men de tekst van het voorstel leest, moet men echter erkennen dat niet alles opgelost is. Inzake ruimtelijke ordening is er dus een verschil tussen het wettelijke en het werkelijke land. Dit decreet zal de toets van de toepassing moeten doorstaan.
Sinds 1999 zijn er verschillende decreten op de ruimtelijke ordening goedgekeurd in een poging om duidelijkheid in de aangelegenheid te scheppen, maar over cruciale vragen is er steeds onduidelijkheid blijven bestaan. Dat geldt ook voor dit voorstel van decreet.
Ik maak me zorgen om de manier waarop er tegenwoordig aan berichtgeving wordt gedaan. De oneliners uit de krant komen niet overeen met de inhoud van dit voorstel van decreet. Spijtig genoeg kunnen we daar weinig aan doen.
Een andere bekommernis is het verschil in behandeling naargelang de woonplaats van een Vlaming, terwijl het toch een democratisch basisprincipe is dat alle regels op uniforme wijze worden toegepast. Dat verschil in behandeling is te wijten aan verschillen in interpretatie tussen de provincies. Ik weet dat het zelfs voor de minister zeer moeilijk is om hier iets aan te doen, maar we moeten verhinderen dat de administratie vrijbrieven krijgt. Het is dan ook de plicht van het Vlaams Parlement om zo duidelijk mogelijke decreten te maken.
Ik ga even in op de heirkracht. Ere wie ere toekomst : de heer Bril interpelleerde op 4 november 1997 minister Baldewijns als eerste over het gebrek aan een decretale regeling voor zonevreemde woningen die ten gevolge van heirkracht worden verwoest. Er was op dat moment alleen een circulaire over dit onderwerp.
Dit probleem wacht nog steeds op een oplossing. Ik vind het alvast ongehoord dat de meerderheid niet heeft willen instemmen met het principe dat zonevreemde woningen die door heirkracht worden verwoest, het recht hebben heropgebouwd te worden. In de huidige regeling hebben zij enkel het recht de vraag te richten tot de overheid of deze een bedrag wil geven om hun verwoeste woning over te nemen. Deze inbreuk op het eigendomsrecht is werkelijk ongehoord.
Waarom hebt u dan ooit het decreet op de ruimtelijke ordening goedgekeurd?
Sinds 1974 bestond hier geen wettelijke of decretale regeling voor. De omzendbrief over dit onderwerp werd in 1997 door minister Baldewijns opgeheven. Wij hebben in 1999 geprobeerd om tot een oplossing te komen. We hebben stappen vooruit gezet, maar konden binnen de toenmalige meerderheid niet tot een eensgezindheid komen. Maar het is toch een evidentie dat mensen na een verwoesting door heirkracht hun woning moeten kunnen herstellen? Ik roep het parlement op om ons amendement in die zin morgen alsnog goed te keuren.
Het opleggen van planbaten aan zonevreemde woningen die zone-eigen worden, is een discriminatie voor de eigenaars in kwestie. Deze woningen zijn immers zonevreemd geworden door de opmaak van de gewestplannen, toen helemaal nog niet over planbaten werd gesproken. Dit komt neer op een fiscale wet die retroactief werkt. Ik zou er nog kunnen in komen dat deze planbaten worden gevraagd voor een grond die een bestemmingswijziging ondergaat, maar ik zie niet in waarom een huis dat op basis van de opvulregel legaal werd gebouwd, planbaten zou moeten betalen.
De ondertitel van het persbericht van de Vlaamse overheid dat planbaten niet langer verschuldigd zouden zijn, is dan ook misleidend. Huizen met een kadastraal inkomen van meer dan 30.000 frank moeten namelijk blijvend planbaten betalen, bij uitbreiding met 25 percent, bij wijziging van de woonfunctie of bij verhoging van de woondichtheid. Dat is met zoveel woorden te lezen in de mededeling. Daarbij komt nog dat in het commissieverslag een opmerking van de heer Lachaert voorkomt die stelt dat niet alle huizen met een bouwvolume van minder dan 850 kubieke meter vrijgesteld zijn. Ook voor kleinere woningen kunnen bij uitbreiding met 25 percent planbaten verschuldigd zijn en wel als het kadastraal inkomen hoger is dan 30.000 frank.
Naast het criterium van de ruimtelijke draagkracht ontstaat er dus ook een criterium van de financiële draagkracht. Als je maar planbaten betaalt, mag alles. Van een partij die zich als volkspartij wil opwerpen, hadden we beter verwacht. Een echte volkspartij als de CVP wil echte rechtszekerheid voor iedereen, niet alleen voor wie ze kan betalen. Het begrip speculatieve meerwaarde zal die rechtsonzekerheid nog verhogen. Dit begrip wordt nergens gedefinieerd, de interpretatie wordt aan de administratie overgelaten.
De CVP wil bij amendement twee substantiële verbeteringen aanbrengen aan het voorstel van decreet. Om te beginnen willen we dat er geen planbaten geheven worden bij verbouwing van bestaande woningen die legaal gebouwd zijn. En voorts vragen we dat in geval van heirkracht alle zonevreemde constructies weer zouden mogen worden opgebouwd. Dat is een mensenrecht waar ook het Vlaams Parlement zich dient aan te houden.
Met ons amendement nummer 4 op artikel 9 willen we de rechtszekerheid voor eigenaars van vergunde zonevreemde woningen verhogen door de basisrechten van verbouwen en herbouwen toe te passen in alle gebieden, dus ook in de kwetsbare gebieden. Hiervoor mogen geen tijdsbeperkingen gelden. Die basisrechten kunnen dan door de gemeenten worden verfijnd in de uitvoeringsplannen.
Dit debat heeft de politieke en publieke opinie in Vlaanderen het voorbije jaar in de ban gehouden. Op mijn vraag werd in de commissie Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening een volwassen politieke discussie gevoerd, waarbij bleek dat het water tussen de verschillende regeringspartijen minder diep was dan het soms wel leek. Uiteindelijk kwam een meer dan behoorlijk resultaat uit de bus, dat de grote verdienste heeft rechtszekerheid te scheppen voor de burger. In elk geval is het onderscheid tussen zonevreemde en illegale woningen ondertussen genoegzaam bekend.
De polemiek over het halfvolle/halflege glas kan blijven duren, maar voor mij is het glas bijna vol. Decreetgeving rond ruimtelijke ordening is trouwens per definitie een dynamisch proces. Ook aan dit decreet zal dus ooit moeten worden gesleuteld. In elk geval kwamen we tot een oplossing die geen afbreuk doet aan de nieuwe planningsdynamiek en die tegelijk rechtszekerheid en basisrechten waarborgt.
Voor de CVP gaan we niet ver genoeg. Die partij wil de rechten ook in kwetsbare gebieden zozeer uitbreiden, dat de basisprincipes van het voorstel ondermijnd wordt. Ik wil niet uitsluiten dat lokale initiatieven hierin verder gaan -via gemeentelijke structuur- en uitvoeringsplannen- maar in kwetsbare gebieden moeten nu eenmaal strengere regels gelden.
De indeling in kwetsbare en niet-kwetsbare gebieden is te verdedigen, maar de strenge aanpak van kwetsbare gebieden heeft zeer verregaande consequenties. Bij die gebieden horen immers niet alleen groengebieden en natuurreservaten, maar ook bos-, vallei-, bron- duin- en landbouwgebieden. Wat doe je met gevallen van heirkracht in al die gebieden? Het decreet is duidelijk : er mag niet worden heropgebouwd. Gemeenten als Lovendegem of Latem tellen tientallen woningen die in een dergelijk gebied liggen. Wat als er eentje afbrandt?
Ik wil toch een en ander verduidelijken.Om te beginnen creëert het voorstel van decreet voor heel het Vlaamse grondgebied het basisrecht om woningen te onderhouden om ze bewoonbaar te houden.
Als een zonevreemde woning ten gevolge van gemeentelijke uitvoeringsplannen zone-eigen wordt, zijn planbaten niet verschuldigd. Die planbaten komen er alleen als een woning door een manifeste individuele wijziging substantieel in waarde steeg. Ik geef hier het duidelijke voorbeeld van een kleine woning die gesloopt werd en vervangen door appartementen.
Ook ik kan voorbeelden van heirkracht aanhalen waar het als onrechtvaardig ervaren wordt dat iemand niet mag heropbouwen. Ik wijs er terloops op dat deze regeling op 26 april 2000 al gewijzigd werd. De heer De Roo vraagt mij nu echter om op Vlaams niveau een decretaal kader te creëren waardoor plotseling alles kan. Ik waarschuw hem echter: als we dat doen, staat Vlaanderen binnen de kortste keren letterlijk in brand. Mensen zullen immers altijd pogen om een voordelig zaakje te doen. Wij hebben dus een evenwicht gezocht tussen het uitsluiten van zulke misbruiken en het begrip opbrengen voor echte calamiteiten, die voor de betrokkenen inderdaad dramatische gevolgen kunnen hebben. Ik ben er zeker van dat de regeling die we nu voorstellen, veel zal oplossen. Daarenboven zegt de directeur-generaal van Arohm mij dat onderhoudswerken in het geval van calamiteiten breed kunnen en zullen worden geïnterpreteerd. En tot slot verbind ik mij ertoe om per provincie een inventaris van zulke gevallen op te stellen. Dat register kunnen we dan binnen het jaar bestuderen in de commissie Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening, wat er kan toe leiden dat we het decreet herbekijken. Maar nogmaals, ik vraag de verwerping van het alles-kan-amendement van de CVP, hoe verleidelijk dat amendement voor sommigen ook moge lijken.
Het is positief dat de administratie in dit kader zal worden ingeschakeld. De minister verwijst echter naar bestemmingsvoorschriften. Zolang de gemeentelijke structuur- en uitvoeringsplannen niet klaar zijn is er geen oplossing voorhanden voor woningen in kwetsbaar gebied die door overmacht verloren gaan.
We moeten weten wat we willen. Een zonevreemde woning in kwetsbaar gebied die afbrandt zal volledig worden vergoed door de overheid. Ook voor de grond zal een vergoeding worden uitbetaald. Dit is een zeer verregaande maatregel. Na één jaar zullen we een en ander evalueren. De terugkoopplicht is een substantiële verbetering in vergelijking met de huidige regeling.
Door basisrechten te garanderen bestaat het gevaar dat de planologische dynamiek in de gemeenten verloren gaat. We beschikken echter over een serieuze stok achter de deur : als een gemeente op 1 mei 2006 geen ruimtelijke uitvoeringsplannen klaar heeft, zal ze de bevoegdheid verliezen om bouwvergunningen uit te reiken.
Het is zeer belangrijk dat er een uniforme besluitvorming tot stand komt voor heel Vlaanderen. Bij de beoordeling van dossiers zijn er echter altijd interpretatieverschillen mogelijk. Daarom zal bij besluit een definitie kunnen worden opgesteld voor begrippen als ruimtelijke draagkracht. Bovendien zal de commissie voor gemachtigde ambtenaren vervangen worden door drie commissies.
Voor wat betreft de amendementen in verband met de planbaten wil ik ervoor waarschuwen om het kind niet met het badwater weg te gooien. Bepaalde eigenaars zullen met het oog op de voordelen die ze verwerven met genoegen de planbatenheffing betalen.
Wat met het voorstel van de meldingsplicht? Ik wil onderstrepen dat de aanvraag van een bouwvergunning voor instandhoudings- en onderhoudswerken eigenlijk een bescherming is voor de bouwheer. Uiteraard moet de bouwvergunning wel zo snel mogelijk worden afgeleverd. De mogelijkheid van vrijstellingen van het advies van de stedenbouwkundige ambtenaar moet bovendien worden uitgebreid.
We zijn op weg naar een duurzame en billijke ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Er staan ons nog enkele moeilijke jaren te wachten.
We zullen aandacht besteden aan communicatie rond de besluitvorming. Ik betreur in dit verband de beeldvorming in de media. We zullen de gemeentebesturen moeten bijstaan om het beleid inzake ruimtelijke ordening tot een goed einde te brengen. Zowel de gemeenten als de provincies hebben al veel werk geleverd. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
Zal het nieuwe artikel 14, dat de mogelijkheid tot regularisatie inschrijft gedurende één jaar na inwerkingtreding van het decreet, in de praktijk worden behandeld als een regularisatie binnen de krijtlijnen van de amendering?
Eén en ander werd duidelijk decretaal afgebakend. De administratie heeft de bedoelde bepalingen zelf uitgewerkt. Het ligt voor de hand dat ze die bepalingen ook onverminderd zal uitvoeren.
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Lachaert en Tobback, mevrouw Vertriest en de heer Lauwers, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996.
De artikelsgewijze bespreking is geopend.
- De stemmingen over de amendementen op de artikelen 2, 8, 9 en 12 en over de artikelen 2, 8, 9 en 12 worden aangehouden.
- De stemmingen over de amendementen tot invoeging van de nieuwe artikelen 1bis en 12bis worden aangehouden.
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen morgen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.