Report plenary meeting
Report
Aan de orde is de bespreking van het voorstel van decreet van de heer De Loor, mevrouw de Maght-Aelbrecht en de heer de Cock houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De heer Helsen, verslaggever, verwijst naar heeft het schriftelijk verslag.
Als CVP-fractie kunnen wij ons vinden in het voorstel van de meerderheid voor het terugbrengen van de familiale onverenigbaarheid van de derde naar de tweede graad. Maar wij hebben wel een amendement ingediend om tot een gelijkschakeling te komen van deze verbodsbepaling met wettelijke samenwonenden. De effectieve onverenigbaarheid voor gehuwden moet ook gelden voor samenwonenden. Wij hebben het standpunt van de meerderheid over ons amendement nog niet gehoord. Maar voor de CVP-fractie is de goedkeuring van het amendement essentieel indien men alle discriminaties wil wegwerken.
Ik verwijs, ter aanvuling, ook naar de bespreking in de Senaat van gelijkaardige bepalingen voor de samenstelling van het schepencollege, waar wel onverenigbaarheid voor verwantschap tot de derde graad is behouden. In een schepencollege worden immers door een kleine groep mensen toch belangrijke beslissingen genomen. Mijn fractie stapt dus in principe mee met de meerderheid op vooraarde dat het voor ons belangrijke amendement wordt goedgekeurd.
Ik kan mevrouw Becq onmiddelllijk geruststellen met de mededeling dat de meerderheid het amendement van de CVP zal goedkeuren
Maar uit persoonlijke naam, dus niet namens mijn fractie of de mede-indieners van het voorstel, wil ik hier een pleidooi voeren voor de volledige afschaffing van de familiale onverenigbaarheden bij de samenstelling van de gemeenteraad en de ocmw-raad. Deze geldt tot de tweede graad voor gemeenten met minder dan 1200. inwoners en tot de derde graad in de andere gemeenten. De verbodsbepaling dateert nog van de tijd van het cijnskiesrecht, toen sommige gemeenten bovendien slechts 25 kiezers op een inwonersaantal van 500 telden en de geheimhouding bij de kiesverrichtingen niet was gewaarborgd. De bedoeling was te verhinderen dat één bepaalde familie een ongeoorloofde druk zou kunnen uitoefefen op het keizerskorps of dat een gemeente in handen zou komen van één welbepaalde familie.
De samenstelling van de kieslijsten gebeurt vandaag de dag door veel mensen en is dus democratischer. Bovendien is de geheimhouding verzekerd. Voorts is de klemtoon verschoven van het familieconcept naar individuele rechte en zelfontplooiing.
Voorts rijst de vraag of het realistisch is om nog te gewagen van het primeren van familiebelangen als men weet dat er in de 15 gemeenten met minder dan 5000 inwoners tussen de 9 en 15 raadsleden zijn, en in 215 gemeenten met 5001 tot 20.000 inwoners er tussen de 17 en 25 raadsleden zijn. De OCMW-raden tellen op hun beurt tussen de 9 en 15 leden. Globaal kan gesteld worden dat als gevolg van de fusies 80 percent van de gemeenten al een gemeenteraad hebben met minstens 17 gemeenteraadsleden. In Nederland bestaat er geen systeem van familiale onverenigbaarheid. Daar tellen de kleinste gemeenteraden negen leden en dat heeft niet tot problemen geleid.
Er zijn nog andere argumenten voor de afschaffing van de onverenigbaarheden. De laatste jaren werd er hard gewerkt aan het doorzichtig maken van de besluitvorming, onder meer met de wetgeving van de openbaarheid van bestuur, de informatieambtenaar, het periodieke gemeentelijke informatieblad, het vragenhalfuurtje op de gemeenteraad en het instellen van adviesraden. We worden vandaag geconfronteerd met een wakkere burger. Verkozenen die door familiale onverenigbaarheid hun mandaat niet opnemen is een negatie van de wil van de kiezers. Die negatie valt niet meer te verantwoorden met de argumenten die destijds aan de basis lagen van die maatregel. Door een gewijzigde maatschappelijke context is de vrees voor het onder druk zetten van het kiezerskorps totaal ongegrond. Ik heb de indruk dat we een stap achteruit zetten in plaats van vooruit. (Applaus)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heer De Loor, mevrouw De Maght-Aelbrecht en de heer De Cock houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
- De stemmingen over de amendementen op de artikelen 3 en 5 en tot invoerging van nieuwe artikelen 2bis en 3bis over de artikelen 3 en 5 worden aangehouden.
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen morgen om 16 uur de aangehouden stemmingen en de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.