Report plenary meeting
Report
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, twee jaar geleden stonden wij hier ook om voor het eerst te debatteren over een nieuwe maatregel die het mogelijk zou maken voor sociale verhuurders om te gaan controleren of hun huurders ook eigendommen hebben in het buitenland. Er werd hier toen door sommige collega’s en sommige partijen moord en brand geschreeuwd, omdat het een pestmaatregel zou zijn. Vandaag zien we de resultaten van die maatregel. Wat blijkt? Die resultaten zijn bijzonder positief. Ondertussen zijn een zevenhonderdtal onderzoeken gebeurd, en in bijna 50 procent van de gevallen werd effectief fraude vastgesteld.
Ondertussen werd er 2 miljoen euro teruggevorderd, maar wat volgens mij nog veel belangrijker is, dat is dat 153 frauduleuze huurders ook effectief hun woning hebben moeten verlaten. Dat betekent natuurlijk dat 153 gezinnen die een sociale woning ook echt broodnodig hebben, ook effectief een woning toegewezen hebben gekregen.
Als ik mij niet vergis, minister, maken vandaag een 36-tal sociale verhuurders gebruik van die controlemogelijkheden. Dat betekent voor mij dat er toch nog enige marge is, zeker in mijn provincie zie ik dat het weinig wordt gebruikt. Ik denk, gelet op de positieve resultaten, dat het misschien wel wenselijk is om te proberen ook die andere sociale verhuurders te overtuigen van het nut van deze maatregel.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag, mevrouw Sminate.
Het is inderdaad zo dat we twee jaar geleden gestart zijn met dit systeem. Daar waren toen heel wat vragen rond, ook van jullie uit. Daarom hebben we op dat moment beslist om op tijd te gaan evalueren, en de vinger aan de pols te houden om te zien hoe het systeem loopt. We hebben nu de resultaten binnen van een bevraging die we hebben gedaan bij de 36 sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM's) die deelnemen – of deelnamen – aan het systeem de voorbije twee jaar.
Er zijn een aantal zaken die opvallen, drie in het bijzonder. Eerst en vooral: wat we wel verwacht hadden, doet zich niet voor, met name een afvlakking. We hadden eigenlijk gedacht, na de communicatie en het duidelijke signaal dat we deze regel zouden gaan controleren, dat de resultaten zouden terugvallen. Uit de onderzoeken blijkt dat vooralsnog niet: nog altijd komen we bij iets minder dan de helft van de onderzoeken die uitgevoerd worden tot een positief resultaat. Er moet eerst een vermoeden zijn, dan pas komt er een onderzoek.
Ten tweede hebben we inderdaad 339 positieve gevallen op 724 onderzoeken. Iets minder dan de helft van die 339 woningen, een dikke 150, zijn ondertussen vrijgekomen. Dat betekent wel dat de procedures van die andere 140, 150 nog lopen. De verwachting is dat een groot aantal van die woningen – zonder uitspraken te doen hoeveel precies – zullen vrijkomen. Je moet daar ook nog de onderzoeken bijnemen die al liepen voor ons raamcontract, waar je ook nog een keer een honderdtal gevallen hebt. Eigenlijk komt het erop neer dat we aan een resultaat van 450 fraudegevallen zitten.
En dan het derde aspect: wegen de kosten wel op tegen de baten? U weet dat wij ongeveer iets meer dan 1 miljoen euro geïnvesteerd hebben in het systeem. Zoals u zegt, wordt er vandaag al zo’n 2 miljoen euro teruggevorderd in die dossiers die afgerond zijn. Dat weegt dus wel degelijk op.
Er zijn nog twee bijkomende zaken. Eerst en vooral merken we ook een ontradend effect. De huisvestingsmaatschappijen gaan dikwijls voor we het onderzoek doen al een brief sturen met wat eraan komt. We zien dan dat heel wat sociale huurders zich in regel willen stellen en uit eigen beweging het huurcontract opzeggen. We hebben daar geen cijfers over, maar dat wordt ons wel gemeld. Het laatste punt is dat wij inderdaad een oproep doen aan die huisvestingsmaatschappijen die nog geen beroep doen op het systeem, om dat wel te gaan doen, omdat wij ervan overtuigd zijn dat het zorgt voor een eerlijke en rechtvaardige toewijzing van onze sociale woningen.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik heb de afgelopen dagen uiteraard de reacties bekeken op de resultaten, en er is mij één ding duidelijk geworden: u hebt de afgelopen twee jaar een enorme weg afgelegd. Waar men toen nog heel veel kritiek had op de maatregel, is er vandaag eigenlijk niemand meer die het nut ervan in twijfel trekt.
Wat ik wel gezien heb, is dat sommige partijen proberen om de aandacht nog af te leiden van die positieve resultaten door telkens opnieuw te gaan wijzen op de wachtlijsten die er zijn. Natuurlijk moeten wij er alles aan doen om die weg te werken, maar ik vind dat wij tegelijkertijd met deze maatregel ook het signaal geven dat het bijzonder belangrijk is dat de beschikbare woningen ook gaan naar diegenen die ze het meest nodig hebben. Dat is volgens mij exact wat u met deze maatregel bereikt.
De heer D’haeseleer heeft het woord.
Minister, in het kader van deze getelefoneerde vraag zou ik u erop willen wijzen dat het Vlaams Belang al vele jaren wijst op de sociale fraude met buitenlandse eigendommen en dat die gigantisch is. Dat er eindelijk een begin van minimale controle gebeurt op die eigendommen, kunnen wij alleen maar toejuichen. Het is echter totaal misplaatst om euforisch te doen over 153 gevallen waarbij de huurders uit hun woning werden gezet, wetende dat het om ettelijke duizenden gaat. Uw raamcontract is een kleine stap in de goede richting, maar wat we hiermee kunnen blootleggen, is maar het topje van de ijsberg. Het overgrote deel van die vreemdelingen blijft buiten schot, en we moeten dus dringend een paar versnellingen hoger schakelen. Het is ook onaanvaardbaar dat slecht een vierde van de sociale woonactoren deze controles uitvoert. Op die manier houdt driekwart van die sociale huisvestingsmaatschappijen de georganiseerde sociale fraude in stand en plegen zij schuldig verzuim.
Minister, op welke manier zult u die woonactoren die bewust en dikwijls om politieke redenen niet inschrijven op het raamcontract ertoe bewegen om dat wel te doen? En wanneer zult u de nodige maatregelen nemen zodat de administratie eindelijk inzage krijgt in de kadastergegevens van al die vreemdelingen, zodat zij op dezelfde manier gecontroleerd worden als de Vlamingen? Dat zou pas een efficiënte methode zijn om deze massale fraude aan te pakken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, wij vinden het eigenlijk een heel goede zaak dat er controle komt op mensen die een woning hebben, middelen hebben en toch vandaag in een sociale woning zijn gehuisvest. Een Vlaming die een tweede woning heeft, mag ook niet in een sociale woning gehuisvest zijn, dus ik denk dat iemand die een huis heeft in het buitenland, inderdaad ook gecontroleerd moet worden, en het is een goede zaak dat de Vlaamse Regering daar ook werk van maakt. Minister, er staan vandaag 182.436 mensen te wachten op een sociale woning, dus ik vind het een goede zaak dat iemand die deze sociale woning niet nodig heeft, vertrekt om er iemand in te kunnen huisvesten die het echt moeilijk heeft.
Mijn vraag is, minister, wat zult u doen voor de andere wachtenden, de 182.000 mensen die ook wachten op uw daadkrachtig beleid om dezelfde voordelen te hebben als iemand die vandaag wel in een sociale woning woont.
De heer Veys heeft het woord.
Voor de Vooruitfractie kan fraude niet, en sociale fraude moet serieus onderzocht worden. Ik ben zelf bestuurder in een sociale huisvestingmaatschappij, wij doen dat ook, op een goede manier. Wij halen meer dan een op de twee resultaat. Maar natuurlijk, als we het hebben over sociaal wonen, dan kunnen we niet naast die wachtlijst van 180.000 gezinnen kijken, dan kunnen we niet kijken naast de meer dan een miljard euro die jaarlijks niet wordt besteed, dat budget dat omgezet moet worden in woningen, hetgeen niet gebeurt.
Ik heb voor u de volgende vraag, minister. Er is een voortgangsmeting gebeurd. 135 gemeenten van de 300 in Vlaanderen volgen het groeipad niet, ze doen met andere woorden niet wat ze moeten doen. Gaat u ook streng zijn voor hen? Hoe gaat u zorgen dat zij ook hun deel doen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat we meer betaalbare woningen bouwen in Vlaanderen? (Applaus bij Vooruit en van Ann De Martelaer)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
We zijn nu op ongeveer een jaar van de verkiezingen, dat is het moment dat partijen de balans opmaken. En het is eigenlijk heel veelzeggend dat de N-VA al tientallen keren heeft gefocust op deze sociale huurcontrole. Blijkbaar is controle uw zwaartepunt in sociaal wonen. Maar wat is nu de balans, minister? Volgens uw eigen zeggen hebt u 153 woningen vrijgemaakt. Dat zit er achter ‘de helft van de fraudeurs’ in de praktijk. Intussen is de wachtlijst deze legislatuur onder u aangegroeid met meer dan tienduizend gezinnen, tot 182.436 wachtende gezinnen.
Dan hebt u de sector ook beziggehouden met een hervorming. De sector zegt dat u niet naar hen luistert, dat u alleen maar luistert naar ontwikkelaars. U geeft een half miljard euro aan de privé en voor zogezegd betaalbare woningen, met een huur van 900 à 1000 euro. Dat is onbetaalbaar voor iemand die een klein budget heeft.
U denkt dat u ontradend werkt, maar u jaagt mensen schrik aan. Ik ga er de woorden van een armoedespecialist bij halen, Wim van Lancker, die deze week dit over uw huisvestingsbeleid zegt: “We hebben met Matthias Diependaele de slechtste minister van huisvesting ooit. Ik heb de indruk dat sociaal huisvestingsbeleid actief wordt gekoeioneerd door de minister, en de retoriek is beneden alle peil.” Minister, de keizer heeft geen kleren aan. Het is te laat om uw beleid te keren, maar gaat u uw intenties ten minste nog keren?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Die controles zijn goed, daarom hebben we die ook in ons Vlaams regeerakkoord voorzien. Mensen die niet in een sociale woning thuishoren, die moeten daar ook niet zijn. Uw groot enthousiasme, minister, om daadkrachtig op te treden tegen diegenen die misbruik maken van ons sociaal systeem, is goed.
We willen u dan ook vanuit onze fractie warm en van harte blijven oproepen om datzelfde enthousiasme aan te wenden om diegenen die er wel recht op hebben, ook daadwerkelijk toegang toe te geven. Want daar knelt het schoentje serieus. Met een wachtlijst van meer dan 180.000 gezinnen lijkt dat ons geen overbodige luxe. (Applaus van Peter Van Rompuy)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Sorry, minister voor het vroegtijdig onderbreken van uw antwoord. Maar ik vond het wel een beetje straf wat ik hier daarnet zag bij de N-VA. Het was een beetje een hoerastemming, zo fier als een gieter omdat we al 153 huurders die betrapt zijn op het bezitten van een eigendom in het buitenland uit hun woning hebben gezet, al 153 huurders! En u zegt, mevrouw Sminate, dat sommige partijen de aandacht proberen af te leiden naar de wachtlijsten.
Maar mag het nog, spreken over de wachtlijst? Daar staan wel 182.000 gezinnen op, geen 182 gezinnen, dat zou een ander verhaal zijn. 182.000 gezinnen. Jullie zitten hier high fives en schouderklopjes uit te delen alsof er een fantastische stap vooruit gezet is met positieve resultaten, maar jullie hebben een oplossing voor 0,08 procent van de wachtlijst. Als ik thuis 0,08 procent van de afwas doe, dan krijg ik geen schouderklopjes van mijn lief en moet ik niet afkomen met fantastisch gewerkt, neen, dan gaat ze mij vragen of ik ook een echt een plan heb voor de afwas. Dus mijn vraag is of u een echt serieus plan hebt voor het oplossen van die 182.000 gezinnen op de wachtlijst?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer D’haeseleer, u zult nog even moeten wachten, ik ga eerst naar de PVDA. Het is de PVDA die hier kampioen is om telkens individuele gevallen te komen aankaarten van mensen die hun hebben aangesproken over een bepaald groot probleem. Wel, ik krijg schouderklopjes van die 152 gezinnen die dankzij deze actie wel in een sociale woning geraken. En het zal mogelijk oplopen tot 450 in totaal. En ja, voor die mensen is dat een wezenlijk verschil, en die mensen zijn daar bijzonder blij mee. (Applaus bij de N-VA en van Maurits Vande Reyde)
Mijnheer D’haeseleer, het is een beetje grappig dat u het een getelefoneerde vraag noemt. Ik las toevallig in de krant, ik heb het daar vernomen, dat er blijkbaar een gemeenteraadslid van uw partij in Stekene aan het stadsbestuur gevraagd heeft naar de resultaten van het onderzoek. Er bleek één positief resultaat te zijn, en dat was net dat gemeenteraadslid van het Vlaams Belang, die zelf een sociale huurder was en een eigendom had in Oekraïne. Effectief mijnheer D’haeseleer, een gemeenteraadslid van uw partij is betrapt als sociale huurder met een eigendom in het buitenland. (Applaus bij de meerderheid en bij Groen)
Beste mensen, ik neem het niemand van jullie kwalijk dat jullie erop wijzen dat er nog een wachtlijst is. In elke communicatie rond sociaal wonen geef ik aan dat er twee zaken, twee werven, twee fronten zijn waar we keihard op inzetten. Dat is enerzijds het wegwerken van die wachtlijst, we nemen daar maatregelen voor.
En als u enthousiasme wilt zien, mevrouw Jans, dan ben ik zeer blij dat we straks het voorstel rond conventioneel huren gaan goedkeuren. Dat decreet komt straks aan bod, hier is mijn enthousiasme. We hebben daar een jaar tot anderhalf jaar aan gewerkt. Ik hoop dat we straks dankzij de goedkeuring van het decreet, voor de zomer – of op zijn minst in de loop van de zomer – dat systeem in gang kunnen zetten. Dat moet absoluut zorgen voor private ontwikkelaars die sociale huisvesting en betaalbare woningen gaan bijbouwen. Dus als u vraagt wat we eraan doen, wel daar is een heel concreet voorbeeld.
Ten tweede, mevrouw Groothedde, ik vind het hallucinant dat u zegt dat de hervorming in de huisvestingsmaatschappij … Ja, die dient er net voor om de bouwcapaciteit van de sector te vergroten. We zien vandaag dat men niet boven die 600 à 650 miljoen euro geraakt, en dat is al sinds 2012, 2013 zo, onder mevrouw Van den Bossche. Wat gaan wij nu doen? Door die hervorming is het de bedoeling om de sector te versterken. En ja, die is zwaar. De sector heeft eraan meegewerkt met het volste vertrouwen dat de doelstelling die we hebben oké is, maar het was daarom niet minder gemakkelijk. Ik ben er ook van overtuigd – hoewel er nog veel andere moeilijkheden zijn om sociale woningen te bouwen – dat we daarmee in de toekomst een sterke sector gaan hebben die ook gaat kunnen bouwen.
Dit is de eerste beleidslijn, en die houden we duidelijk aan. De tweede is dat ik ervan overtuigd ben dat het in het belang is van de sociale huurders, maar vooral ook van die 93 à 94 procent Vlamingen die meebetalen voor die solidariteit, en die overtuigd zijn van het nut en de meerwaarde van die solidariteit. Maar die willen natuurlijk weten dat die woningen terechtkomen bij die mensen die er recht op hebben en er ook nood aan hebben. Dat is het signaal dat we hier geven, dat is de reden waarom we inderdaad hard inzetten op elke vorm van fraude.
Ik begrijp de opmerkingen over de wachtlijst maar dat staat de aanpak van fraude niet in de weg. Dat gaan we ook effectief doen, en dat kunt u niet ontkennen. Elke zin en elke tussenkomst die u moest beginnen was zeggen dat u niet tegen fraude bent, maar dat u het toch vervelend vindt dat ik er al zo veel gepakt hebt. Dat is natuurlijk wat uw bezorgdheid is.
Voor het laatste punt keer ik terug naar het Vlaams Belang. Ik begrijp echt niet, mijnheer D’haeseleer, dat u er blijft voor pleiten om te gaan zoeken naar een of andere samenwerking met de regimes of landen waar de onderzoeken worden gedaan om informatie te krijgen. De drie landen die vandaag bovenaan de lijst staan zijn Turkije, Marokko en Italië. (Opmerkingen van Guy D'haeseleer)
Ik denk dat we binnen de Europese Unie nog kunnen zeggen dat we van Italië misschien betrouwbare informatie kunnen krijgen, maar van Marokko en Turkije gaan we dat toch niet krijgen. Dat gaat niet.
Ik weet dat we aan het kijken zijn naar een systeem waarbij de sociale huurder betrokken wordt om dat na te gaan, maar dat is nog iets anders dan die heel zeldzame gevallen waar je inderdaad op degelijke informatie vanuit die landen kunt rekenen. We zijn daar dus nog aan het zoeken naar het juiste systeem.
Ik blijf ervan overtuigd dat het in het belang van de sociale huurders is, en van de rest van Vlaanderen, van de andere Vlamingen die daar solidariteit voor tonen, dat we deze onderzoeken blijven verderzetten. Ik doe ook een oproep aan die sociale huisvestingsmaatschappijen die daar vandaag nog niet aan deelnemen. Ik krijg geen hoogte van de reden waarom men dat niet doet. Ik durf daar niets anders achter te zoeken. Ik heb hier een paar dingen gehoord, maar ik durf daar geen uitspraken over te doen. Ik kan alleen maar de oproep doen aan hen om dat wel te gaan doen, omdat het signaal dat je daarmee geeft aan de brede samenleving in Vlaanderen, veel te belangrijk is om het niet te doen.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Dank u wel, minister. Het was natuurlijk te denken dat men zou proberen om die 150 gevallen hier te minimaliseren. Maar ik zou alleszins niet durven te zeggen tegen die 150 gezinnen die op deze manier wel op een terechte manier een sociale woning hebben verkregen, dat deze maatregel helemaal geen nut heeft.
Ik herinner mij, minister, dat ik bij een van de eerste discussies hierover ook gevraagd heb of u ook de liquide middelen in het vizier zou nemen, naast de buitenlandse eigendommen. U hebt dat toen bevestigd, al hebt u gezegd dat dat niet zo evident uit te voeren zou zijn. Straks hebben we de bespreking van die maatregel. Ik denk dat ook die ervoor zal zorgen dat sociale woningen enkel gaan naar die personen die het ook effectief nodig hebben. Dank u wel daarvoor. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.