Report plenary meeting
Report
Opheldering over de stand van zaken
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, namens de voltallige Vlaams Belangfractie wil ik protesteren tegen de afwezigheid van meer dan de helft van de Vlaamse Regering. Vijf van de negen ministers zitten in het buitenland op het moment dat er hier, zoals trouwens elke woensdag, een plenair vragenuur wordt georganiseerd. Minister-president Jan Jambon zit in Bilbao, ministers Peeters en Demir zitten allebei op hetzelfde evenement in New York, minister Dalle zit ook in Amerika en minister Diependaele is in het kielzog van zijn geliefde monarchie naar Zuid-Afrika om daar de valiezen van koning Filip te dragen. Van Afrika tot in Amerika zowaar, met deze Vlaamse Regering.
Na café Jambon, waar ruziënde ministers elkaar publiekelijk barkrukken naar het hoofd gooiden, heb je nu reisbureau Jambon. Ik vraag mij af wanneer we eindelijk eens regering Jambon krijgen die de problemen van de Vlamingen aanpakt? Want je kunt geen beleid voeren vanuit het buitenland, je kunt geen regering leiden vanuit het buitenland. En wij zijn van mening dat ministers prioriteit moeten geven aan het besturen van Vlaanderen in plaats van promotripjes te organiseren naar het buitenland op kosten van de belastingbetaler. Het belangrijkste land voor elke politicus is en blijft het binnenland.
Daarom willen wij hier vandaag het signaal geven dat, los van meerderheid en oppositie, dit parlement, de volksvertegenwoordigers, niet met zich laten sollen door de regering. Een kerntaak van dit parlement is namelijk het controleren van de regering, maar dat wordt ons onmogelijk gemaakt wanneer meer dan de helft van de ministers zijn kat stuurt naar deze plenaire vergadering.
En wegens dat gebrek aan respect voor het parlement, en wegens dat gebrek aan respect voor de Vlaamse democratie tout court, zal mijn fractie nu volledig collectief de zitting verlaten. (De Vlaams Belangfractie verlaat het halfrond.)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, wij vinden het toch ook ongelooflijk straf dat vijf van de negen regeringsleden ondertussen in het buitenland zijn. Ik heb het maandag aangekaart op het Uitgebreid Bureau: ook voor ons getuigt dat van een compleet gebrek aan respect voor ons Vlaams Parlement, voor wat toch, collega’s, het hart van de Vlaamse democratie is.
En ja, het kan eens gebeuren dat een minister naar het buitenland moet voor een werkbezoek of voor een conferentie, absoluut. Maar in dit geval gaan er twee ministers naar dezelfde conferentie in dezelfde stad. Voor ons illustreert dat vooral hoe groot het wantrouwen binnen deze Vlaamse Regering is. (Opmerkingen)
Ze moeten nu al met twee ministers gaan om te gaan kijken wat er wordt gezegd. Ze zijn elkaar dus aan het controleren in plaats van dat ze ons hier in het Vlaams Parlement de regering laten controleren, zoals dat eigenlijk zou moeten in een democratie, zodat wij hier in het parlement ons werk kunnen doen.
Want, collega’s, er is meer dan werk genoeg. Het is op zoveel domeinen eigenlijk al vijf over twaalf: lerarentekort, crisis in de ouderenzorg, crisis in de kinderopvang. En daarom beslissen wij vandaag dat wij ons werk hier willen doen, in plaats van spelletjes te spelen. Wij willen de regering ondervragen, in de hoop dat ze eindelijk eens gaat kunnen luisteren, in de hoop dat ze eindelijk eens iets gaat doen aan al die problemen waar de mensen vandaag echt van wakker liggen, in plaats van inderdaad de hele tijd in het buitenland te zitten. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, we hebben het hier maandag op het Bureau over gehad. Ook mijn fractie wil bij dezen haar afkeuring laten blijken. Het is zoals de vorige collega’s al heel duidelijk hebben gezegd: ik heb er geen enkel probleem mee dat een minister op een belangrijke buitenlandse aangelegenheid een officiële vertegenwoordiging doet. Maar nu zijn er zelfs twee ministers die naar hetzelfde evenement trekken. Ik moet wel zeggen dat het misschien beter is dat ze in het buitenland zitten. Dan kunnen ze hier geen ruziemaken. Misschien is dat dan bij wijze van spreken het inzicht dat daarmee samengaat.
Maar het maakt wel dat het parlement vandaag enigszins beknot is in zijn vraagrecht. We hebben voldoende actualiteit met minister Weyts, minister Somers en andere ministers. Maar er zijn ook andere zaken die deze week toch wel ter bespreking hadden moeten kunnen voorliggen in het Vlaams Parlement, waaronder bijvoorbeeld het nieuwe klimaatrapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). De minister zit in New York. We zullen de vragen opsparen voor volgende week, maar ik vraag toch aan u dat u op zijn minst het signaal zou geven aan de Vlaamse Regering om haar buitenlandse trips veel beter te coördineren. Haar belangrijkste taak ligt wel degelijk hier, om wekelijks, bij wijze van spreken dagelijks, antwoord te geven en verantwoording af te leggen voor het beleid dat ze voert. (Applaus bij Groen en Vooruit)
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat we allemaal de regel kennen. En dat is dat om het even welke minister – niet dat daar nu om het even welke minister zit, viceminister-president – de Vlaamse Regering kan vertegenwoordigen. Dat is altijd zo geweest. Dat is ook vandaag zo. Ik zie ministers die de regering vertegenwoordigen, dus wat dat betreft, collega’s, klopt het plaatje.
Wij willen natuurlijk ook dat Vlaanderen in het buitenland de rol speelt die het moet spelen. Wij moeten daar ook een aantal belangen verdedigen. Ik herinner mij ook momenten waarop er vanuit de oppositie werd op aangedrongen dat bepaalde ministers per se ergens naartoe moesten in het buitenland toen ze daar niet naartoe gingen. Het is dus niet zo zwart-wit.
Wij kunnen als parlement ook altijd ministers opvorderen. Ik heb begrepen dat daar maandag in de vergadering van het Bureau, collega’s van de oppositie, inderdaad wel over gesproken is, maar dat niemand er heeft gemeend dat die ministers hier per se moesten zijn of blijven. Dat had men dan, op dat moment, gezegd moeten hebben. En dan hadden we die ministers hier ook kunnen houden.
Wat ons betreft, is de regering vertegenwoordigd. En alle vragen die gesteld moeten worden aan de regering, kunnen wat ons betreft vandaag gesteld worden en zullen ook beantwoord worden door de regering.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Collega’s, onze ministers moeten natuurlijk ook in het buitenland de belangen van Vlaanderen behartigen en vertegenwoordigen. En hier in het parlement kan de regering, via de ministers die er zijn, op alle vragen een antwoord geven.
Dat neemt niet weg dat het er deze week weliswaar vijf van de negen zijn. Misschien, voorzitter, moet men in de toekomst toch kijken om dat beter te coördineren, zodat het er niet vijf van de negen zouden zijn. Maar er zal vandaag door de regering, die, zoals we weten, een en ondeelbaar is, meer dan ooit, op alle vragen een antwoord worden gegeven. Dat zal hieraan niets veranderen. En het is ook belangrijk dat de belangen van Vlaanderen in het buitenland behartigd worden. Maar vijf van de negen, laat ons dat in de toekomst toch proberen te voorkomen door een betere coördinatie van die verschillende reizen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat iedereen wel begrijpt dat vijf ministers een beetje veel is. Dat is onhandig. Dat had misschien beter gecoördineerd kunnen worden. Iets anders is een fractie die hier rechtstaat en vertrekt en die zogezegd wil boycotten. De enige boycot die zij pleegt, is op zichzelf en op het parlement. Want eerlijk gezegd, heb ik geen regering nodig om parlementair werk te doen. Er is meer dan alleen vragen stellen in een vragenuurtje en snel een socialmediafilmpje opnemen. Er is meer werk aan de winkel dan alleen je eigen show opvoeren. (Applaus bij de meerderheid)
Ik dank dus de andere collega’s van de oppositie om wel kritisch te blijven, want de regering is hier natuurlijk. Er zijn vandaag problemen in het onderwijs? De minister is hier. Er zijn grote discussies rond inburgering en samenleving? De minister van samenleving is hier. Er zijn hier drie viceminister-presidenten. Ik denk dus dat er genoeg regering aanwezig die we kunnen controleren, en er is genoeg werk op de plank om mee aan de slag te gaan. (Applaus bij de meerderheid)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, in een vragenuurtje is het meest cruciale aspect natuurlijk wel het stellen van vragen aan ministers, en bij ministers die er niet zijn is dat natuurlijk een redelijk moeilijk gegeven. Ik ben blij dat er toch een aantal partijen uit de meerderheid zijn die aangeven dat dit toch echt wel ‘not done’ is, meer dan een halve regering die niet aanwezig is en in het buitenland zit, soms zelfs op dezelfde conferentie. Ik ben zeer benieuwd naar welke belangen onze minister van Wonen gaat verdedigen in Zuid-Afrika. Ik hoop vooral dat hij zijn partijgenoot in Zuid-Afrika gaat opzoeken om te kijken of die eindelijk zijn pensioen gaat terugstorten, en voor de rest hoop ik … (Opmerkingen)
Ja, dat horen ze niet graag bij de N-VA, dat weet ik wel. Ik hoop dat hij eens langsgaat bij de heer Bracke in zijn villa daar, ergens in Zuid-Afrika, om te kijken of we dat pensioen nog terugkrijgen, want anders weet ik echt niet welke belangen hij daar voor ons gaat verdedigen. (Applaus van Lise Vandecasteele)
Minister Somers heeft het woord.
Collega’s, de vijf ministers die vandaag op buitenlandse missie zijn, hebben daar elk natuurlijk een gegronde reden voor. Het is een beetje ongelukkig dat dat samenvalt, dat moeten we samen erkennen, denk ik.
Maar de partij die nu de zaal verlaat, wil eigenlijk een nog veel autonomer Vlaanderen. In een veel autonomer Vlaanderen zal de aanwezigheid van Vlaanderen in het buitenland ook heel belangrijk zijn. Je zou het ook kunnen zien als een vorm van erkenning van de Vlaamse autonomie dat we met de bevoegdheden die we hebben ook op het internationale plan een rol kunnen spelen.
Maar ik zal de boodschap die ik hier van verschillende kanten heb gekregen, aan de collega’s overmaken. Ik zal er ook mee op aandringen dat we bij de planning van agenda’s misschien niet minder naar het buitenland gaan – waar we in het buitenland moeten zijn zullen we aanwezig zijn – maar dat iets beter afspreken en coördineren, zodat we altijd in voldoende aantallen hier zijn. Ik kan u wel garanderen dat we een goede collegiale samenwerking hebben. Het is een regering die goed samenhangt, en als er vragen gesteld worden, zijn er altijd collega’s die deze vragen kunnen beantwoorden. (Applaus bij de meerderheid)
Het incident is gesloten.