Report plenary meeting
Actuele vraag over de invoering van een label voor studentenkoten
Report
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, onze Vlaamse studenten moeten met een gerust hart op kot kunnen gaan. Dat wil zeggen: een kot dat voldoet aan de hedendaagse kwaliteitsvereisten, maar ook een kot waar ze zich thuis voelen. Vele jaren geleden ben ik ook een kotstudent geweest in Leuven, en ik spreek met ervaring dat je daar thuis voelen wel heel belangrijk is, want voor sommigen is dat net iets belangrijker dan voor anderen.
We zien dat de ene student zich al wat meer thuis voelt dan de andere op kot, en sommigen het wat te bont kunnen maken ook, maar soit.
Minister, deze ochtend kondigde u de lancering van een kwaliteitslabel aan van de Vlaamse studentenkamers. Daarmee moet het mogelijk worden om de bestaande koten op een transparante manier te vergelijken. Daarmee zet Vlaanderen duidelijk in op een eenvoudig kader om die kwaliteitsvolle koten te kunnen vergelijken. Er is ook een meldingsplicht voor diegenen die huisvesting aanbieden. Dit gecombineerd met een kwaliteitslabel maakt het voor de onderwijsinstelling en de lokale besturen ook duidelijk wat het aanbod precies is, kunnen er controles worden gedaan, en heeft het ook een positieve impact op de kwaliteit van onze koten. Het label komt er in nauw overleg met onze onderwijsinstellingen, de lokale studentensteden en de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS). Het label zal in 2024 worden gelanceerd.
Minister, ik heb het nieuws deze ochtend op de radio vernomen. Mijn vraag is of u wat meer duiding kunt geven over het kwaliteitslabel en hoe het traject verder uitgewerkt zal worden?
Mevrouw van Volcem heeft het woord.
Minister, ik heb ook naar de radio geluisterd, en ik vind het wel goed dat u een Vlaams label voorziet voor kwaliteitsbewaking. Het is namelijk zo dat als ouders met hun studenten een kot gaan zoeken – gemiddeld zijn dat drie bezoeken voor ze een kot huren – is het goed dat er een vorm van conformiteit is, zowel naar woningkwaliteit, naar brandveiligheid, en dat er een stedenbouwkundige vergunning is. Ik denk dat veel ouders zenuwachtig zijn omdat ze hun kinderen moeten loslaten. Ze willen niet alleen dat ze goede punten halen, maar ook dat ze veilig gehuisvest zijn.
Het is goed dat u die kwaliteitsbewaking uniformiseert en kenbaar maakt, minister. Ik vergelijk het een beetje met het logies dat ook een label heeft. Leuven heeft echter al een label, Gent heeft een label, Brugge heeft een initiatief, Kortrijk ook. Veel universiteiten hebben dus al een label en het is denk ik niet de bedoeling dat alle vensters van alle studentenkoten volhangen met labels. U hebt dit dus vandaag aangekondigd en het zal, niet verplicht, ingevoerd worden vanaf 1 januari 2024. Hoe zult u die uniformisering bewerkstelligen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Tijden zijn inderdaad veranderd. Ik heb ook lange tijd op kot gezeten. Ik geef u twee voorbeelden om te illustreren dat de tijden veranderd zijn: ik zou nooit mijn ouders meevragen om een kot te kiezen en ik heb ooit nog zelf een toilet geïnstalleerd op kot. We stelden ons daar geen vragen bij, maar goed, tijden zijn veranderd.
We zijn vorig jaar in juni een heel open dialoog gestart met de hogeronderwijsinstellingen, de universiteiten, de studentensteden – want de lokale besturen hebben hier een belangrijk rol –, de studenten zelf en enkele private spelers. We zijn gaan kijken op welke manier wij vanuit Vlaanderen een ondersteuning kunnen bieden voor de uitdagingen met betrekking tot studentenhuisvesting – het is al besproken in de commissie ook. Er zijn drie belangrijke onderdelen uitgekomen. Eerst en vooral het aanbod, en dat heeft natuurlijk het belangrijkste effect op de prijs. Ten tweede het monitoren, het in kaart brengen van dat aanbod en hoe dat afgestemd wordt op de vraag, en ten derde de kwaliteit.
Met betrekking tot de kwaliteit was de vraag vooral hoe we de verschillende gemeentelijke reglementen op elkaar kunnen afstemmen. Daar wordt verder aan gewerkt.
Het belangrijkste resultaat vandaag, de rest van het overleg loopt nog, is met betrekking tot dat uniform kotlabel. De doelstelling daarvan is de studenten en ouders een betere inschatting te laten maken of ze de juiste prijs betalen en of ze waar krijgen voor hun geld. Zo kunnen ze een betere afweging maken voor dat kot.
Er zijn drie criteria om een kotlabel te krijgen. Eerst en vooral – en heel logisch – of het gebouw wel vergund is voor studentenhuisvesting. Ten tweede of het voldoet aan bepaalde kwaliteitsnormen. We hebben in Vlaanderen kwaliteitsnormen, het overleg voor het gelijktrekken van de gemeentelijke normen loopt nog. Dat gaat over oppervlakte, de aanwezigheid van een individuele wastafel met stromend warm water, gemeenschappelijke delen als toiletten en douches.
En dan ten derde – waarvan ik eigenlijk denk dat dat het belangrijkste van alles is, want het is het moeilijkste om in te schatten is voor studenten en hun ouders – is er de brandveiligheid: voldoen die kamer en dat gebouw wel aan de brandveiligheidsnormen? Dat zijn dus de drie onderdelen van dat kotlabel, waaraan men moet voldoen om dat kotlabel te krijgen.
Hoe zal dat nu praktisch gaan? We hebben reeds het Vlaams Loket Woningkwaliteit (VLOK). U kent dat, dat is ons digitale loket waarmee wij de lokale besturen ondersteunen in hun woonbeleid. Daar zal de verhuurder zo’n kotlabel kunnen aanvragen. Zodra die dat toegekend krijgt, of zodra dat op VLOK is ingevuld, wordt dat aan een andere website gelinkt, waar studenten, heel overzichtelijk, met een kaart aangegeven zullen krijgen waar die koten zitten die een kotlabel hebben gekregen. Daarmee hebben we ook al een deel vervuld van die monitoring waarover het verder nog zal gaan.
Er is ook schriftelijk de vraag gesteld – die hier niet werd herhaald, maar ik vind ze wel zeer terecht – of dit ook met betrekking tot de prijzen een effect zal hebben. Ik denk dat dat zal meevallen. Eerst en vooral is het belangrijk dat studenten weten dat men waar krijgt voor zijn geld, dat die studentenhuisvesting voldoet aan de normen die wij stellen, en dat men daar dus ook een prijs voor betaalt.
Ten tweede denk ik dat het allerbelangrijkste effect op die prijs natuurlijk het aanbod is. Hoe meer aanbod, hoe meer prijsdempend dat werkt. Dat overleg loopt nog, dat is ook een moeilijke vraag. Dat is een heel grote uitdaging, en u weet ook dat er een link is met de totale krapte op onze woonmarkt. Daar gaan we dus naar moeten kijken.
Ten derde bestaan er al dergelijke labels. Als er dus überhaupt een effect geweest zou zijn op de prijs, dan is dat er al. Door het feit dat we dat uniformiseren, denk ik net dat we dat eventueel effect al wat gaan milderen.
Sowieso weet u dat het altijd een heel moeilijke evenwichtsoefening is om kwaliteit in overeenstemming te brengen met het aanbod. Want we hebben natuurlijk dat aanbod nodig, en we willen verhuurders dus ook aanmoedigen om te voldoen aan die normen, en dus te blijven aanbieden op de studentenhuisvestingsmarkt.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Dank u wel, minister, om meer toelichting te geven over het werk en het traject rond het kwaliteitslabel.
Uw beleid rond studentenhuisvesting werkt op drie sporen. U sprak over aanbod, kwaliteit en monitoring. Het is net op het derde werkspoor, op die monitoring, dat er duidelijkheid geschapen moet worden over welke data er juist verzameld moeten worden, en hoe we die data in kaart moeten brengen om net tot dat betrouwbare monitoringsysteem te komen.
De resultaten van dit traject zorgen er niet alleen voor dat we een goed zicht krijgen op de kwaliteit van onze koten, maar zorgt ook voor zicht op het aanbod dat we hebben. Want tot op vandaag is het nog altijd niet duidelijk hoeveel studentenkoten we in Vlaanderen hebben.
Mijn bijkomende vraag aan u, minister, is dan ook hoever we staan met dit monitoringsysteem.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, het is een begin, en ik denk dat het kwaliteitslabel een positief effect kan hebben op de meldingsplicht. Maar het zijn er natuurlijk ook veel. Het is niet verplicht om dat label aan te vragen. Zolang het niet verplicht is, denk ik dat u misschien de monitoring of het aanbod niet zo goed in beeld zult kunnen brengen.
Maar ik heb eigenlijk nog een andere vraag. VVS had eigenlijk ook de vraag – want er is daar veel overleg over geweest, er is daar veel over geschreven – dat ze ook een label wilden voor een kotvriendelijke baas. Ik ben daar eigenlijk wel een voorstander van. Ik heb zelf twee kotstudenten, en natuurlijk hoor ik ook al hun vrienden en vriendinnen die bij ons thuis komen, en dan merk je toch wel dikwijls een soort ergernis bij hen. Dat gaat dan over het feit dat de kotbaas het toilet niet repareert, de douche werkt niet, en men moet blijven zagen. Het gaat dus over kleine dingen waar de kotbaas zich eigenlijk niks van aantrekt. Ik ben daar dus eigenlijk een beetje een voorstander van.
Als we dan toch alles op zo’n site gaan monitoren, en een label zouden geven voor de kwaliteit, dan is het misschien ook goed dat u er een vorm van Tripadvisor van zou maken. Daarbij kunnen de studenten ook sterretjes geven aan de kotbaas. Dat zou hen misschien ook kunnen motiveren om kleine ongemakken – bijvoorbeeld het terugbetalen van de huurwaarborg is ook zoiets – die ze normaal negeren, op te lossen. Er zijn te weinig koten, veel te weinig.
Nog één minuut, mevrouw Van Volcem.
Ik heb nog één minuut, ik moet dus afronden.
Mijn vraag is dus of u dat ook eens op langere termijn in overweging wilt nemen.
Ik wil toch iedereen vragen om zich aan de eenminuutregel te houden voor de reacties en de slotopmerkingen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, het is positief dat er een label komt waar studenten en hun ouders meer en meer naar kunnen kijken om hen te helpen in hun zoektocht naar een veilig en goed kot. Maar laat ons realistisch zijn – u hebt het zelf al even aangehaald –: de impact hiervan blijft beperkt zolang er zo’n groot tekort is aan betaalbare studentenkoten in Vlaanderen. Door de grote vraag gaan de koten zonder label of de onveilige koten ook verhuurd geraken. Veel studenten gaan daarnaast ook geen kot vinden of het heel moeilijk hebben om een kot te vinden omdat alle betaalbare en kwalitatieve koten verhuurd zijn. Ofwel kunnen ze geen kot betalen omdat de prijzen de pan uit swingen vanwege het gebrek aan aanbod. Ik wil graag horen wat u daaraan wilt doen.
De heer Veys heeft het woord.
Ik ben wat teleurgesteld, minister. Deze ochtend zette ik de radio aan. Ik hoopte Ruth Joos te horen, maar het was u. Daar kan ik mij nog over zetten. Maar dan kwam u af met een kotlabel, en, nota bene, een jaar nadat we hier allemaal vooraan stonden na een noodkreet van VVS. Wanneer ik het voorbije jaar sprak met studenten – en West-Vlamingen studeren zowel in West-Vlaanderen als in Gent, dat zijn er heel wat – bleek vooral het probleem van de betaalbaarheid erg groot. Dat is mijn grootste teleurstelling. Ik dacht dat u, minister Diependaele, eindelijk zou aankondigen dat u het aanbod zou gaan uitbreiden en dat u de betaalbaarheid van het onderwijs zou gaan verbeteren. Nu, de antwoorden van minister Weyts hebben me met mijn voetjes al op de grond gezet. De N-VA is niet zo hard bezig met de betaalbaarheid van studeren. Dat wordt meer en meer een voorrecht van de ‘lucky few’. En dat is waar Vooruit zich niet kan bij neerleggen.
VVS heeft een kotlabel gevraagd, minister. Zij vroegen er ook nog aandacht voor betaalbaarheid, studentvriendelijkheid, maar ook middelen om te controleren bij. Ik zie de grote meerwaarde niet echt. We hebben het gevoel dat u het gemakkelijkste hebt gedaan: een labeltje plakken op de voordeur en het is geregeld.
Eén minuut, mijnheer Veys.
Maar wat echt moeilijk is, namelijk het aanbod en de betaalbaarheid, daar hoor ik niets over.
Hoe pakt u de betaalbaarheid aan? Hoever staat u daarmee na een jaar? Wat mogen we verwachten van de Vlaamse Regering rond betaalbare studentenhuisvesting? (Applaus bij Vooruit en van Onno Vandewalle)
Het debat over de betaalbaarheid van de studentenkoten is een onderwerp dat morgen in de commissie, onder andere door u, zal worden gevoerd, mijnheer Veys. Vandaag gaat het over de labels.
De heer D’Haese heeft het woord.
Morgen hebben we inderdaad in de commissie vragen over de betaalbaarheid van publieke koten, in de eerste plaats. Hier hebben we het over de private markt. Hoewel ik denk dat dit op zich een goed initiatief is, minister, verandert het effectief niets aan de fundamentele problemen op de kotenmarkt. Dat is het aanbod – u hebt dat al aangehaald – en de betaalbaarheid die daarmee samenhangt. De vraag is natuurlijk welke maatregelen u gaat nemen om dat aanbod te verhogen.
U zei daarnet dat u in overleg bent daarover. Dat is zeer goed. Na een jaar bent u daarover in overleg. Wat levert dat overleg allemaal op? Wat wordt daar besproken? Wat zal daaruit komen? Is, met name, het uitbreiden van het aanbod van publieke koten daar een onderdeel van?
En ten tweede: wat gaat u doen om de kostprijs te verlagen? Want die blijft alleen maar verder stijgen. Dat is natuurlijk nefast voor de toegang tot ons onderwijs. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Bij mijn laatste vraag over het Vlaamse kotlabel, minister, kon u nog geen datum geven. Vanochtend konden we lezen dat de primeur voor aanstaande januari zal zijn. Ook wij waren vragende partij hiervoor en vinden dat zeer positief.
Maar inderdaad, als de studentenhuisvesting stilaan onbetaalbaar wordt, wordt het ook wel wat relatief. U kent daarin ons standpunt. Voor cd&v mag studeren geen luxeproduct worden. Er moet voor elke portefeuille een studentenkamer beschikbaar zijn. Daarom heb ik morgen, in de commissie Wonen, een vraag aan u gesteld, over het tekort aan betaalbare studentenhuisvesting. Ik zal mijn vraag vandaag daarom beperken tot het Vlaamse kotlabel.
Heel specifiek, minister: u voert een meldingsplicht in voor de verhuurders van studentenkamers. Hoe zult u dat stimuleren? Hoe zult u erop toezien? Hoe zult u ervoor zorgen dat het kotlabel gekend en bekend zal zijn bij en onder studenten?
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik heb het eerst over de vragen van de heer Veys en de heer D’Haese. Ik worstel met hoe ik me erbij moet voelen dat ik u ’s morgens vroeg al teleurstel. Maar ik denk eigenlijk dat ik dat niet zo erg vind.
U moet weten dat de studenten mee aan tafel zaten. Als u zelf eens met studenten zou praten, dan zou u weten dat – zoals mevrouw Jans aangeeft – ze zelf al heel lang vragende partij waren voor dat kotlabel. Ik heb daarnet ook gezegd dat ze verder mee aan tafel zitten om oplossingen te zoeken rond het aanbod van studentenhuisvesting. Want daar ligt natuurlijk het grootste probleem. We moeten iets gaan doen aan die prijzen.
Dat overleg loopt dus verder, en ik denk dat dat heel constructief verloopt, waar de studenten ook actief aan bijdragen.
De controle, mevrouw Jans, zal voornamelijk gebeuren door de lokale besturen zelf. Wij zullen ondersteunend het Vlaams Loket Woningkwaliteit aanbieden, waarop ze dat kotlabel kunnen aanvragen. Verhuurders kunnen dat aanvragen, maar het zullen de lokale besturen zijn die die controles en dergelijke meer moeten doen.
Nu, voor de vragen die er nog gesteld zijn, eerst en vooral: er is een meldingsplicht vanaf volgend jaar. Dat betekent dat we op dat moment dus ook veel meer zicht gaan hebben op het aanbod van studentenhuisvesting. Want de melding zelf zal wel verplicht zijn, maar men is niet verplicht om een kotlabel aan te vragen. Het is nog perfect mogelijk dat je je wel aanmeldt voor studentenhuisvesting – dat zal ook verplicht zijn –, maar daarom hoef je nog geen label aan te vragen. Nu, je moet sowieso wel al voldoen aan bepaalde normen om te mogen verhuren. Er zijn dus nu al kwaliteitsnormen die gehaald moeten worden om te mogen verhuren. En dat zal bij die melding natuurlijk gemakkelijker gecontroleerd kunnen worden.
Mevrouw Van Volcem, uw vraag over de toevoeging – eigenlijk de uitbreiding – van het kotlabel is heel terecht. Daar hebben we ook duidelijke afspraken over gemaakt: we gaan daar verder aan werken. Nu, dat is natuurlijk veel moeilijker objectiveerbaar. Dit is een heel subjectief gegeven, in welke gevallen een kotbaas al dan niet zijn taak vervuld heeft. Is dat een vriendelijke man of vrouw? Is dat contract in orde? Inderdaad, problemen met waarborgen en dergelijke meer. En er bestonden vandaag al enkele systemen, maar we hebben gezegd dat we daar verder gingen aan werken om te kijken om dat toe te voegen. Maar het is niet zo gemakkelijk om dat objectiveerbaar te maken.
Kijk, ik denk dat we voor die studentenhuisvesting vanuit Vlaanderen stelselmatig de nodige ondersteuning bieden aan onderwijsinstellingen en lokale besturen. En we zullen dat ook in de toekomst blijven doen, om die uitdagingen die er zijn verder aan te pakken.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik denk dat een betaalbaar kot vinden één zaak is, maar een kot vinden dat veilig en betrouwbaar is, en waar de student zich ook thuis voelt, is even belangrijk. Met het uniforme kotlabel zorgen we net voor een duidelijk kader, met eenduidige voorwaarden die voor alle koten over heel Vlaanderen gelden. En dat moet toch wel rust bieden aan die kakofonie aan kotlabels die op dit moment in die verschillende studentensteden bestaat. Ik denk ook – ik hoop daar eigenlijk ook op – dat we met het kwaliteitslabel die wanpraktijken – niet het verhuren van koten, maar het verhuren van krotten, zoals de laatste jaren door de gekende Appeltansfamilie gebeurde – kunnen aanpakken en in de toekomst kunnen voorkomen. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, als we positief kunnen zijn, moeten we positief zijn. Ik denk dus dat u twee goede stappen vooruit hebt gezet, waarvoor wij onze appreciatie willen uitdrukken. Dat label vinden wij een goede zaak.
En twee, we vinden het ook een goede zaak dat via de melding het aantal studentenhuisvestingen voor het eerst in kaart wordt gebracht. Want anders is het altijd een beetje gissen.
Ik zou toch willen vragen, minister, dat u dat Tripadvisorsterrensysteem dat de huurders kunnen beoordelen, misschien toch eens probeert met een proefproject. Dat is niet altijd objectief, maar ik denk, als je de vele reviews van hotels en logies leest op Booking.com, dat daar ook niet zo is, maar dat mensen daar wel door kunnen lezen. Je kunt het ook omgekeerd zien. Iemand die heel netjes omgaat en positief is met zijn student, zal misschien eens voorstellen om iets te gaan drinken en daarvoor een of twee sterretjes krijgen.
Ik denk dat er vele bezorgdheden zijn door het gebrek aan aanbod, minister. Zijn de kotbazen vandaag echt baas? Morgen hebben we dus een debat over hoe we het aanbod kunnen verhogen, en dat is minstens even belangrijk, maar ik mocht daar vandaag niets over vragen van de voorzitter. Bij dezen heb ik mij beperkt tot het label. (Applaus bij Open Vld)
Toch bedankt, mevrouw van Volcem.
De actuele vragen zijn afgehandeld.