Report plenary meeting
Report
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Gisteren mochten we in de media vernemen dat natuur- en landbouworganisaties …
Mag ik alsjeblieft stilte vragen op de tribune? Dank u wel.
Begint u maar opnieuw, mevrouw Rombouts.
Collega’s, gisteren mochten we in de media vernemen dat natuur- en landbouworganisaties het onderling eens zijn over de krachtlijnen van een nieuw mestactieplan (MAP).
Minister, zoals de Europese regelgeving het voorschrijft, zou normaal gezien op 1 januari 2023 een nieuw mestactieplan van start moeten gaan. Bij het naar buiten komen van uw nota was er een verbijsterde reactie vanuit de sector. Het was namelijk zo dat de aardappel voor onze frietjes niet meer geoogst zou kunnen worden en heel wat landbouwgronden uit productie zouden gaan. Minister, u hebt op dat moment het geweer van schouder veranderd en u hebt de bal in het kamp van de milieu- en natuurorganisaties en de landbouworganisaties gelegd. U hebt gezegd dat ze zelf met een voorstel moesten komen.
Collega’s, de middenveldorganisaties hebben dat waargemaakt. Na maanden in gesprek te gaan met elkaar, naar elkaar te luisteren, respect voor elkaar te hebben en elkaars knelpunten te aanhoren, heeft men samen een voorstel op tafel gelegd. Ik wil even uit de nota citeren, minister: “De milieu- en landbouworganisaties benadrukken dat dit akkoord meer is dan een louter oplijsten van aparte voorstellen. Het is een samenhangend geheel waarbij maatregelen elkaar versterken en de impact ervan ook verder zal gaan dan enkel een verbetering van de waterkwaliteit. Het is bovendien een onderhandeld plan waarin de nodige evenwichten bereikt werden en waarvoor draagvlak is bij zowel de milieu- als landbouwsector. Het plan is één en ondeelbaar en dient in zijn geheel uitgevoerd te worden of desgevallend in onderlinge samenspraak bijgestuurd te worden.” Eveneens vermeldt de nota dat het actieplan goedgekeurd moet worden door de Europese Commissie.
Minister, ik vernam in de media dat u het akkoord positief hebt onthaald. Bij dezen wil ik u dan ook de vraag stellen of u dit plan ook ten volle zult verdedigen bij de Europese Commissie en hoe u dat verder zult aanpakken. Wat is de timing hieromtrent?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel.
Collega’s, u weet dat de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) voor onze administratie een voorstel voor een nieuw mestactieplan had voorbereid. Dat was het beginpunt om de politieke discussie aan te vatten, maar voor we daarover politiek konden spreken, kwam er het verhaal dat we geen aardappelen en geen frieten meer zouden hebben enzovoort. Qua beeldvorming vond ik dat niet oké. Daarom heb ik ook voorgesteld om de natuur- en landbouworganisaties te vragen om daarnaar te kijken. Ze hebben dat samen met de VLM gedaan. De krijtlijnen zijn heel duidelijk.
Achter de schermen hebben we geprobeerd om dit daar waar we konden te ondersteunen, omdat we van mening zijn dat hier wel een plan op tafel moet liggen. Ik was dan ook bijzonder blij om gisteren finaal de boodschap te vernemen, ook al hadden we al even door dat het de goede richting uitging.
Wat gaan we nu doen? We hebben dat ook zo afgesproken. Ik ga dit ook verdedigen bij de Europese Commissie. Ik ga dat samen doen met de sectoren. Ik ga ze meenemen. Ik denk dat het goed is dat we dat samen gaan doen bij de Europese Commissie. Parallel ermee ga ik ook de administratie aan het werk zetten zodat zij het akkoord ondertussen onderwerpen aan een milieueffectenrapport (MER), dat dan ook nog eens naar een openbaar onderzoek moet gaan. Uiteindelijk zal dit leiden tot een nieuw Mestdecreet, dat richting Vlaamse Regering zal gaan en dan naar het parlement.
Eén ding staat echter wel als een paal boven water: met een betere waterkwaliteit winnen we allemaal, ons leefmilieu, de natuur, onze gezondheid en ook onze voeding. Ik ben dan ook bijzonder dankbaar voor de verantwoordelijkheidszin die ik heb mogen ervaren.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik ben ook heel blij dat u uitdrukkelijk benadrukt dat u de partners verder in het gesprek wilt meenemen. Minister, ik heb namelijk in het verleden al enkele keren gevraagd waarom u het OMAP-overleg (Opvolgingscommissie Mestactieplan) had afgeschaft, waar er in het verleden effectief ook al overleg was met de milieuorganisaties, de natuurorganisaties en de wetenschappers. Ik was dus heel blij dat u vorig jaar het geweer van schouder hebt veranderd om opnieuw met hen in overleg te gaan. Ik hoor van u dat u zinnens bent om hen mee te nemen naar Europa om de gesprekken ook daar te voeren.
Nu, het plan is nog niet af en zal uiteindelijk nog moeten worden verfijnd, alsook de decreetsbesprekingen en ook de monitoring nadien. Minister, houdt u deze partners effectief vast in alle volgende stappen die voor ons liggen, dus ook bij de verfijning en de uitwerking van het decreet maar eveneens bij de monitoring nadat er een nieuwe regelgeving van kracht is?
De heer Steenwegen heeft het woord.
Natuurlijk zijn wij heel tevreden dat dat overleg tot resultaat heeft geleid. Het is een heel omvangrijk akkoord. Er staan heel veel dingen in. Er wordt bijvoorbeeld verondersteld dat een aantal engagementen die deze regering genomen heeft, ook worden uitgevoerd, bijvoorbeeld het stikstofakkoord. Er is duidelijk opgenomen dat, als de bepalingen uit het stikstofakkoord niet worden doorgevoerd, dat plan zoals het voorligt, niet kan worden uitgevoerd of haar doelen niet zal bereiken. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld bij de aanpassingen van het erosiebeleid. Er zijn ook wel wat vragen naar uitvoerbaarheid: MAP-meetnet aanpassen, kunstmestregister aanpassen, nitraatresidumetingen aanpassen, obstakels voor boerderijcompost wegwerken en bemestingsadviezen. Het is een eindeloze lijst van dingen die aangepast moeten worden. Heel veel zaken worden doorgeschoven naar een opvolgingsorgaan, waar ook nog veel bijkomende taken uit zullen voortvloeien. Minister, hoe garandeert u dat al die bijkomende taken ook uitvoering zullen krijgen? Want dat zal personeel en budgetten nodig hebben en ook wetgevend werk op korte termijn.
De heer Tobback heeft het woord.
Mijn vraag sluit eigenlijk aan bij die van collega Steenwegen. Ten eerste kan ik alleen maar bijzonder blij zijn dat de partners op het middenveld elkaar hebben gevonden en tot een, wat mij betreft, op het eerste gezicht zeer evenwichtig en verantwoordelijk akkoord zijn gekomen. Dat is een hele prestatie, gezien het verleden, waaraan we allemaal wel herinneringen hebben over hoe het heel vaak anders ging.
Maar inderdaad, er zitten in het akkoord nogal wat veronderstellingen. Een van die veronderstellingen staat op pagina 9 van het akkoord, bijvoorbeeld rond de mestverwerkingscapaciteit: “De uitbreiding van de mestverwerkingscapaciteit wordt gezien de verwachte daling van de mestproductie niet meer als noodzakelijk gezien, gezien de afschaffing van de NER en de maatregelen uit het PAS-akkoord 2022.” Dus volgens zowel de Boerenbond als Natuurpunt geldt het PAS-akkoord van vorig jaar, het krokusakkoord, volledig. Maar blijkbaar is de Vlaamse Regering niet in staat om dat akkoord te handhaven. Minister, als de Vlaamse Regering niet akkoord geraakt, is dit akkoord dan ook ondergraven of niet? Hoe moeten we dat zien?
De heer Coel heeft het woord.
Voorzitter, onze fractie is tevreden. Na het debat gisteren, dat niet tot grote vreugde kon stemmen, was het fijn om op het einde van de dag toch ook wat goed nieuws te krijgen. De samenwerking van natuurorganisaties en landbouworganisaties heeft geleid tot een evenwichtig akkoord dat de doelstellingen rond waterkwaliteit dichterbij brengt. Het zal zaak zijn om dat akkoord goed uit te voeren.
Minister, u hebt al geschetst hoe u dat zult aanpakken. U gaat de partners betrekken en u zult het integraal verdedigen op Europees niveau. Maar, zoals de collega’s ook zeggen, een deel van de vooronderstelling om tot het realiseren van die doelen te komen, is ook dat rond stikstof de knopen worden doorgehakt.
Ik hoop dat dit inspirerend kan werken voor de regeringsploeg vrijdag en dat we met evenveel verantwoordelijkheidszin ook die knoop kunnen ontwarren, na het GLB en het MAP.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, u hebt in de commissie gezegd dat MAP 1 tot en met MAP 6 niet veel hebben voorgesteld, want ze hebben niet veel uitgemaakt. U hebt nu een MAP. Welke garanties kunt u geven dat dit wel gevolg krijgt? U hebt zelf over dat MAP 7 gezegd dat we iets moeten maken dat ook werkt. Maar als u daar geen handhaving aan koppelt en als er zaken in staan die niet gerealiseerd kunnen worden, hoe kunnen we met dat MAP 7 dan tot een positief resultaat komen?
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Pieters, we hebben geen keuze. Als slechts een van de 195 waterlichamen in Vlaanderen een voldoende goede ecologische kwaliteit heeft, dan denk ik dat we er niet goed voorstaan. Dat heeft niets met dogmatisme of fundamentalisme te maken. Een op de 195 waterlichamen in orde, is voor mij echt niet oké. Dus ja, iedereen zal zijn steentje moeten bijdragen. De industrie moet dat doen. De lokale besturen moeten dat doen. Daarom ben ik ook heel blij dat we vandaag een akkoord hebben met de landbouw- en de natuurorganisaties. Daar zitten heel wat zaken in, onder andere ook in samenspel met het stikstofplan. Dat is belangrijk. In het stikstofplan hebben we gezegd dat we bijvoorbeeld de varkensstapel met 30 procent willen reduceren. Dat zal ook effect hebben op het mestbeleid en in Vlaanderen ook op de waterkwaliteit. Dus ja, het een is met het ander gelinkt, dat spreekt voor zich. Dat is er inderdaad een cruciaal onderdeel van.
Wat gaan we nu doen? We gaan stap voor stap. Eerst trekken we naar de Europese Commissie met wat er nu voorligt. Dan, parallel daarmee, gaan we de milieueffectenrapportage doen, samen met het openbaar onderzoek. Ondertussen gaan we ook een aantal dingen voorbereiden, want er zitten inderdaad heel wat zaken in die ons en onze administratie werk geven, onder andere, mijnheer Pieters, de versterking van de handhaving. We gaan dat parallel in gang zetten. Vervolgens hoop ik dat we daarmee naar de regering gaan en daarna ook naar het parlement.
Begeleiding is ook een belangrijk onderdeel van het akkoord. Dat zit er ook in. We gaan de sectoren betrekken. Dat was ook hun wens. Het is ook niet meer dan normaal dat we een opvolgingsorgaan zullen hebben, waar zij bij betrokken zijn, voor de verdere uitrol van de MAP, verdere onderzoeksvragen en bijsturingen. De VLM zal een analyse maken van de effectiviteit van de maatregelen. De Europese Commissie zal dat ook doen.
Als bevoegd minister ben ik in ieder geval zeer verheugd dat er een goed akkoord op tafel ligt. Dat betekent: stappen voorwaarts. Het is goed dat iedereen uit zijn loopgraven komt om te kijken hoe we elkaar in dit dossier kunnen vinden. Ik ga dit voluit, met hen, bij de Europese Commissie verdedigen. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u wel, minister.
Collega’s, ik denk dat we één belangrijke les uit de afgelopen weken geleerd hebben, namelijk om politiek geen dossiers te koppelen als die onafhankelijk zijn van elkaar.
Minister, ik denk dat het duidelijk is dat overleg werkt. Naar mensen luisteren werkt, en betrokkenheid werkt. Als we milieu- en natuurorganisaties bij elkaar zetten, levert dat inderdaad positieve resultaten op. Landbouw en milieu kunnen perfect samengaan, als ze ook echt naar elkaar luisteren. U weet immers: zij die het best weten wat er leeft in de sector en wat de grootste knelpunten zijn, dat zijn inderdaad de middenveldorganisaties. Het is dus belangrijk om hen te betrekken. Zij staan met de voeten in het veld. Zij zijn dag in, dag uit met de materie bezig. Zij dragen effectief ook de gevolgen van die beleidsbeslissingen. Natuur en milieu zijn verzoenbaar als we tenminste ook echt luisteren. Met andere woorden, collega’s en minister, laat ons hier de les uit trekken dat we al half gewonnen hebben indien we de sector- en middenveldorganisaties betrekken, maar als we de middenveldorganisaties overslaan, maken we geen goal. (Applaus bij cd&v en van Maurits Vande Reyde)
De actuele vraag is afgehandeld.