Report plenary meeting
Actuele vraag over de hoge huurprijzen
Report
Collega Veys, u kent de afspraken. (Opmerkingen)
Bent u ze even vergeten? (Opmerkingen)
Er worden geen vragen over sociale huisvesting gesteld, want die staan morgen op de agenda van de commissie.
Het is moeilijk om het niet over het onderliggende probleem te hebben ...
Afspraak is afspraak.
... maar ik respecteer wat u mij vraagt als voorzitter, en u zult zien dat mijn vraag naar wens zal zijn.
Collega’s, de huur is te duur in Vlaanderen: gemiddeld 815 euro in heel Vlaanderen. Geen enkele provincie zit nog gemiddeld onder de 700 euro huur. Dat is niet enkel een probleem van de grootsteden. Voor heel Vlaanderen is dit een probleem. Een eigen plek vinden, een betaalbare plek die dan nog eens kwalitatief in orde is, dat is een droom die voor veel Vlamingen steeds verderaf ligt. Of het nu gaat om een kot, over een huis kopen of een woning huren, de woonmarkt in Vlaanderen zit in het slop. Die zit vast.
Het probleem is eigenlijk simpel: op de huurmarkt zijn vraag en aanbod volledig uit balans. Heel veel mensen die op de commerciële huurmarkt zitten, zouden daar niet moeten zitten. 180.000 gezinnen wachten op een sociale woning, die er maar niet komt, Dat blijft maar duren, dus zij moeten daar langer verblijven. Ook zijn er mensen die zeer moeilijk aan een woonlening raken, want de rente is verhoogd, mensen die een hoge huur betalen en daardoor te lang op de huurmarkt in de wachtkamer moeten zitten. Collega’s, het resultaat is huurprijzen die ongekende hoogtes kennen. Het beleid van de Vlaamse Regering zorgt ervoor dat een betaalbare woning steeds meer buiten bereik blijft voor steeds meer mensen.
Minister, nochtans hebt u de sleutels in handen. U kunt zelf bouwen. U kunt gemeenten stimuleren. U kunt meer vrijheid geven aan die gemeenten. U maakt echter andere keuzes. Telkens opnieuw als de Vooruitfractie u vraagt om meer betaalbare woningen te laten bouwen, die de druk op de commerciële huurmarkt kunnen verlichten, dan maakt u andere keuzes. Honderden miljoenen blijven liggen. Vorig jaar bleef er tot 1,3 miljard euro liggen. Dat is nul op het rekest voor de Vlaming die wacht en die maar moet blijven wachten.
U komt dan aanzetten met constructies, met subsidies voor commerciële partijen, waarbij men bijna 27 jaar met die betaalbare woningen mag doen wat men wil. De Vlaming betaalt maand na maand de rekening van dat beleid, door zijn veel te hoge huur. Het allerergste is dat mensen de hoop opgeven. Dat lazen we deze week in de kranten, dat horen we continu. Iedereen hier kent wel iemand die vruchteloos op zoek is naar een betaalbare woning.
Minister, mijn vraag is dus heel simpel. U hebt nog een jaar tot de verkiezingen om beleid te voeren. Wat gaat u doen op korte termijn om de huurprijzen te drukken? (Applaus bij Vooruit en van Mieke Schauvliege)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Voorzitter, ik ben braaf en beloof u dat ik het woord ‘sociale woning’ in deze tussenkomst niet zal vermelden. Ik zal wel meteen met de deur in huis vallen. Minister, de situatie op de woonmarkt is dramatisch. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn. Ik zie gemiddelde prijzen van meer dan 900 euro voor een appartement in Antwerpen, van meer dan 800 euro bij mij in Gent, van 1000 euro voor een huis in Mechelen. Wie kan dat nog betalen? Jonge werkende mensen kunnen dat niet meer betalen. Ze kunnen geen huis meer kopen zonder steun van hun ouders, dat is helemaal onmogelijk, maar ze kunnen ondertussen ook geen huis meer huren. Ik heb heel veel vrienden die in Gent zijn opgegroeid en die niet meer in Gent kunnen blijven wonen. Ze moeten verhuizen, ze moeten in een andere stad of een andere regio gaan wonen, terwijl ze graag waren blijven wonen in hun regio.
Ik dacht dat we het er allemaal over eens waren dat de wooncrisis al jaren een probleem is, maar er is één iemand die het daar niet mee eens is. Minister, u bent dat, jammer genoeg. U hebt een paar weken geleden in de krant immers het volgende gezegd: “Een jaar geleden zou ik nog hebben gezegd dat betaalbaar wonen een non-issue was (...).” Een non-issue, dat is misschien zo in uw kringen, waar mensen 7000, 8000 of 9000 euro per maand verdienen, maar in mijn kringen, in mijn omgeving, in mijn wijk is dat al jaren en jaren en jaren een issue, kunnen mensen al jaren hun huurprijs niet meer betalen, hebben mensen het al jaren moeilijk om een huis te kopen.
Het verklaart misschien wel dat u de afgelopen jaren niets gedaan hebt aan de betaalbaarheid van de woningen, omdat u niet wist dat er een probleem was. Bon, het kan gebeuren, een minister van Wonen die enkele jaren lang niet doorheeft dat er een wooncrisis is, het kan de besten overkomen, maar die nu, ondertussen, ietwat laattijdig, ontdekt heeft dat er een wooncrisis is.
Mijn vraag is dezelfde vraag als collega Veys: wat zult u eraan doen? (Applaus bij de PVDA en van Bruno Tobback)
Minister Diependaele heeft het woord.
Bedankt aan de vraagstellers. We hebben dus gisteren inderdaad kennis kunnen nemen van de cijfers van de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB), en daar zijn twee belangrijke vaststellingen. Eerst en vooral een stijging van de gemiddelde huurprijs in absolute termen. Dat zijn de cijfers die jullie ook vermeld hebben. En ten tweede, en dat is minstens even belangrijk: een versnelling van die cijfers. Voor alle duidelijkheid, en dat is een belangrijke nuance: dat gaat over nieuwe huurcontracten. Dat gaat niet over de lopende huurcontracten. Daar hebben we minder gegevens over. Dat is minder duidelijk. Wat we daar wel kunnen vermoeden, uit contacten bij het steunpunt en dergelijke meer, is dat daar voorlopig de stijging minder snel loopt dan de inflatie.
Nu, we hebben het over die nieuwe contracten, en die cijfers van CIB. Er zijn een paar oorzaken, een drietal. Eerst en vooral: de hoge inflatie. We zien dat er vorig jaar tot 10 of 11 procent indexatie geweest is, en dat heeft ertoe aangezet om die huurprijzen te verhogen. Vanochtend stond er ook een artikel in De Standaard, waarbij een heel duidelijke nuance gemaakt werd in die zin dat die 4 à 5 procent stijging van de huurprijs relatief gezien eigenlijk betekent dat die huurprijzen goedkoper worden. Als die huurprijzen minder snel stijgen dan uw indexatie, dan uw lonen, dan uitkeringen en alle sociale ondersteuning, dan is dat eigenlijk relatief gezien een minder snelle stijging.
Ten tweede is er de stijging van de rente, en dat is exact wat ik gezegd heb, en al jaren zeg trouwens: dat we ons hart moeten vasthouden voor het moment dat die stijging van die rente zou beginnen doorzetten. En gezien die hoge inflatie, was die stijging natuurlijk te verwachten. We hebben gisteren en eergisteren – en het verwondert me dat jullie daar niet naar verwijzen – in Duitsland en Frankrijk de inflatie nog zien toenemen, en we zullen zien in welke mate dat ook op ons effect heeft, en in welke mate de Europese Centrale Bank (ECB) de rente zal verhogen. Dat is waarvoor we moeten opletten.
Dan zijn er nog twee oude oorzaken, die er altijd al geweest zijn, maar ik vind het jammer dat die te weinig in het debat komen. In Nederland is dat bijvoorbeeld wel het geval. Dat zijn twee demografische oorzaken. Eerst en vooral is dat de gezinsverdunning, waardoor je puur meer aanbod van woningen nodig hebt. Je hebt meer wooneenheden nodig als meer en meer mensen alleen gaan wonen. En ten tweede is er natuurlijk de migratiedruk. Daar kun je niet omheen. Als er vorig jaar honderdduizend mensen bij gekomen zijn in België, dan kun je er niet omheen dat die allemaal een woning moeten hebben, en dat dat natuurlijk een extra druk zet op je woningmarkt. Dat is evident. Dat komt hier veel te weinig aan bod in het woondebat.
Wat leren we daaruit? Dat de woningmarkt in totaliteit aan elkaar hangt. Je hebt drie onderdelen, en die spelen op elkaar in. Eerst en vooral is er de koopmarkt. Zoals we altijd gezegd hebben: een stijgende rente is daar het probleem. We hebben daarvoor de registratierechten verlaagd. We hebben ook de Vlaamse woonlening, die meer en meer aantrek krijgt. Eind vorig jaar is daar ook al meer beroep op gedaan, en we zien dat dit jaar doorzetten. Dat is een goed instrument. Dat is een goede zaak, dat mensen door middel van die Vlaamse woonlening wel nog een eigen woning kunnen kopen.
En dan zijn er de twee andere: sociale huur en private huur. Daar is voor de beide, en daar zijn we het over eens, een uitbreiding van het aanbod nodig. Dat is de enige manier waarop het zal lukken om effectief een verschil te maken, ook naar die prijzen toe. Je moet meer aanbod hebben in de sociale woningen en vooral aan de onderkant van die private huurmarkt. Dan verwondert het me enorm dat u, mijnheer Veys, het geconventioneerd verhuren, waar we net iets aan dat aanbod willen doen, voortdurend onderuithaalt. Want dat moet er net voor zorgen dat er inderdaad meer sociale woningen zijn, en meer betaalbare private huurwoningen.
De vraag of die na 27 jaar al dan niet naar een eigenaar gaan, bijvoorbeeld, doet er op zich niet toe, want die woningen zijn er dan wel. Het aanbod is verruimd, en dat is de ultieme doelstelling. Dat is trouwens ook waarin men zich in Nederland vergist heeft, een tiental jaar geleden. Huurprijsreglementering, gaan drukken op die huurprijs, heeft er net voor gezorgd dat ze vandaag in nog grotere problemen zitten. Waarom? Omdat dat ervoor gezorgd heeft dat men geen aanboduitbreiding gedaan heeft. Het was niet meer rendabel om effectief te gaan investeren in die woningbouw, waardoor men vandaag met nog grotere problemen zit dan we hier in Vlaanderen hebben.
De heer Veys heeft het woord.
Dank u voorzitter.
Minister, u hebt vier minuten gesproken en driekwart daarvan hebt u gebruikt om het probleem te beschrijven. Maar het probleem kenden we al toen deze regering begon in 2019. Ik vroeg u naar wat de oplossingen zullen zijn? Welke keuzes gaat u maken om dat probleem op te lossen? En u komt hier met een mooi verhaal af, maar de cijfers liegen niet: die huren zijn huizenhoog.
Er is een groot probleem. We hebben het gezien in de kranten deze week, en het gaat over iedereen in Vlaanderen. Een koppel dat samen vier jobs heeft, dat niet aan een woonlening geraakt. Een vrouw die op haar vijftigste werd afgedankt, haar man werkt 45 jaar als truckchauffeur, zij hebben een veel te hoge huur. Ze hebben recht op een sociale woning, maar met die lange wachtlijsten zien ze het al niet zitten om eraan te beginnen. Dat is het resultaat van uw beleid.
Of er is nog een andere die zegt dat hij het immokantoor alleen hoort als er een huurindexering is. Een huurindexering waarvoor de Vooruitfractie u gevraagd heeft om die te plafonneren. U bent daar mee afgekomen in oktober. Als u vroeger had geluisterd, dan zou de stijging van die lopende contracten een heel stuk lager liggen. Want de realiteit bewijst telkens dat dit Vlaams woonbeleid de mist ingaat.
Waarom zijn die energiefacturen zo duur? De kwaliteit is niet in orde. Er wordt veel te weinig gerenoveerd. Jaar na jaar wordt hier telkens bewezen dat dat woonbeleid – dat mikt op enkelen die van thuis uit steun krijgen om een woning te kopen – niet opbrengt.
Dus mijn vraag is heel concreet: wanneer gaat u eindelijk eens leren uit die fouten en zorgen dat er meer betaalbare woningen sneller worden gebouwd? Want het is kwart na twaalf. (Applaus bij Vooruit en van Jos D'Haese)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Ja, ik heb u inderdaad eerst een lange uitleg horen geven over het probleem. En dan hebt u gezegd: “Ja, maar relatief gezien zijn de prijzen eigenlijk lager met de inflatie, want ze stijgen minder snel dan de inflatie.” Maar ik vraag u om dat eens te proberen uit te leggen aan mensen, mensen die het afgelopen jaar hun huur met 100 of 200 euro hebben zien stijgen.
Steeds meer mensen in mijn omgeving zeggen: “Ik kan het niet meer, ik moet verhuizen want ik kan mijn huishuur niet meer betalen.” En aan die mensen gaan wij eigenlijk zeggen dat het eigenlijk wel goed komt, want relatief gezien dalen de prijzen tegenover wat ze waren.
En dan zegt u dat de inflatie in Duitsland en Nederland nog toeneemt. Ik zou zeggen: reden te meer om in te grijpen, reden te meer om iets te doen, want de situatie zal dus nog erger worden in de maanden die komen. En ik vrees dat we er met het verhaal van geconventioneerd huren – dat in essentie gewoon het rendement van bouwpromotoren garandeert – niet gaan geraken. Daarmee gaan we de betaalbare woningen niet creëren die nodig zijn om het probleem op te lossen. (Applaus bij de PVDA en van Bruno Tobback)
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter.
Minister, de beste stuurlui staan aan wal. En er staan twee matrozen luid te roepen. De repliek was ook voorbereid voor u een antwoord gaf, of men weigert naar uw antwoorden te luisteren.
Het is natuurlijk zo dat je als overheid de omstandigheden van die huurmarkt en die woningmarkt niet volledig kunt controleren. Je kunt wel bijsturen. Je kunt initiatieven nemen om gericht in te grijpen zonder de markt te verstoren, maar het basisprincipe van de economie – vraag en aanbod – is wat u tot vervelens toe in de commissie ook uitlegt, en dat is – wat wij ook begrijpen – waar u op inzet.
De vraag is groot en het aanbod moet vergroten. Mijnheer Veys, u zegt dan dat er geen oplossingen komen. Maar het principe van geconventioneerd huren, daar waren we allemaal vragende partij voor. De minister heeft dat uitgewerkt, komt daar binnenkort mee naar het parlement, en dat is volgens mij echt wel de juiste piste om op alle verschillende niveaus van huren – ook dat ene waar we het morgen over zullen hebben, maar ook op de private huurmarkt – in te zetten en dat aanbod te vergroten.
De heer Vaneeckhout heeft woord.
Dank u wel, voorzitter.
Collega Smeyers, de beste stuurlui zijn degenen die alvast willen beginnen met de realiteit te benoemen. En de realiteit is dat voor meer en meer mensen wonen onbetaalbaar is geworden in Vlaanderen. En dat betekent dat meer en meer mensen meer dan een derde van hun inkomen geven aan huisvesting. En dat steeds meer mensen zelfs meer dan de helft van hun inkomen geven aan huisvesting.
Voor die mensen wordt dat steeds vaker kiezen tussen een dak boven het hoofd, een sociaal leven, een warme maaltijd, een dak boven het hoofd. Die afweging iedere dag moeten maken, moet vernietigend en onmogelijk zijn, minister. En dat is waar u voor bevoegd bent. En neen, een beperkte indexsprong voor energieverslindende huurwoningen lost dit probleem niet op. Nee, het systeem van geconventioneerd huren – zoals u tot vandaag voorstelt, minister – waarbij via loting de ‘lucky few’ worden uitgekozen die wel een betaalbare woning mogen huren, dat lost het niet op.
Het is duidelijk wat er dan wel nodig is. Er is meer en snellere sociale huurwoningbouw nodig. Er is een ambitieuzer bindend sociaal objectief nodig. Er is een uitbreiding nodig van de sociale huurpremie. Er is een herinvoering nodig van de sociale last. Dat zijn allemaal goede startpunten om aan te beginnen, minister. Het is heel simpel: u hebt de middelen, de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid om wonen in Vlaanderen betaalbaar te maken. U hebt er jarenlang voor gestreden om daarvoor bevoegd te zijn. Wat gaat u doen om een antwoord te bieden op de stijgende huurprijzen?
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, er vond gisteren een zeer interessant congres plaats van Embuild Vlaanderen rond het thema betaalbaar wonen, waar uw adjunct-kabinetschef overigens een zeer interessante uiteenzetting deed. Er bleek duidelijk dat ook ontwikkelaars zich bewust zijn van deze problematiek. Ik vind het dan ook jammer dat de vraagstellers niet aanwezig waren om het samen over het thema betaalbaar wonen te hebben.
Minister, de bouwsnelheid zal inderdaad omhoog moeten als we snel een verandering willen zien in de huurprijzen. Er werden gisteren dan ook enkele interessante voorstellen gelanceerd. Ik denk maar aan versnelde vergunningen voor betaalbare woningen en huisvesting en verlaagde registratierechten voor betaalbare huisvesting en sociale huur. U doet al veel inspanningen, maar volgens ons is het nog steeds niet genoeg. We moeten alle zeilen bijzetten.
Vandaar ook mijn bijkomende vraag aan u: bent u bereid om in te zetten op de verlaagde registratierechten, iets waar mijn fractie al langer om vraagt, en op het versnellen van vergunningen voor betaalbare woningen en sociale verhuur?
Mevrouw Jans heeft het woord.
We hebben niet alleen morgen in de commissie vragen over sociaal wonen, maar we hebben ook volgende week in onze commissie de lang geplande hoorzitting over de evolutie van de woningen en de huurprijzen, iets wat inderdaad de nodige aandacht verdient. Minister, u hebt – terecht, denk ik – verwezen naar geconventioneerd verhuren. Dat is een van de antwoorden op het creëren van meer aanbod. De gemengde projecten verhogen het aanbod in de sociale en reguliere huur en bij de betaalbare woningen. Gemengde projecten zorgen ervoor dat er meer aanbod is, meer betaalbare en sociale woningen.
Mijn vraag is: wat verwacht u en op welke termijn van het systeem van geconventioneerd huren, vanaf wanneer kan daar daadwerkelijk mee worden gestart en vanaf wanneer kunt u daar meer inzage over geven of kunnen we daar de eerste resultaten van zien?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, wat we zeker niet mogen doen, is alle huurprijzen bevriezen. Er is een tekort aan huuraanbod, zowel op de sociale als de private huurmarkt. We moeten er inderdaad voor zorgen dat het voor de kleine verhuurders rendabel blijft om te blijven verhuren zodat het huuraanbod zeker niet vermindert. Daar moeten we alles aan doen. We verwachten ook van hen inspanningen in het kader van energie-uitdagingen, zodat de energiefactuur zeker niet omhooggaat. Minister, de oplossing die wij al vanuit onze partij hebben aangereikt, is om toekomstgericht het woningaanbod meer aan te passen aan de realiteit, dus aan de gezinsverdunning en de alleenstaanden. Een diverser woonaanbod aanreiken aan de mensen die een woning zoeken, een woning op maat, zoals kleiner wonen, een woning delen, cohousing, al die nieuwe woonvormen, moeten toekomstgericht gemakkelijker realiseerbaar zijn voor projectontwikkelaars en kleine eigenaars die willen investeren en die eigenlijk de mensen die op zoek zijn naar een betaalbare huurwoning, willen helpen. Minister, ik wil graag de conceptnota’s die wij al hebben geschreven rond woningdelen en andere, opnieuw onder de aandacht brengen, want dat is in het kader van betaalbaarheid echt wel een oplossing naar de toekomst toe. Dank u wel voor die bijkomende aandacht daarvoor.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Ik probeer gestructureerd te antwoorden.
Eerst en vooral: mevrouw Blancquaert, we hebben de laatste jaren de registratierechten al van 10 naar 3 procent verlaagd voor enige en eigen aankopen. Daarnaast hebben we die ook verhoogd van 10 naar 12 procent om de concurrentie op de koopmarkt wat in evenwicht te brengen. Wat daar natuurlijk het punt van is: voor mijn part mogen die registratierechten nog lager, maar dan moet je de moed hebben om aan te geven welke uitgaven we gaan doen. Want anders krijg ik mevrouw Van dermeersch achter mij, die zegt dat we ‘uitgavenzot’ zijn en wat is het nog allemaal. Dus je moet dan ook de moed hebben om aan te geven dat je niet alleen minder belastingen invoert – graag, heel graag –, maar dat je dan ook minder gaat uitgeven.
Ten tweede, beste mensen, wil ik wel meegaan in alle ideeën die op korte termijn allemaal heel lekker klinken, heel leuk zijn, en allemaal politiek bijzonder interessant zijn, mijnheer Vaneeckhout, met ondersteuning en bevriezing en ga maar door. Maar leuke oplossingen op korte termijn, zijn op lange termijn maar zelden de goede oplossingen. Veel van die zaken gaan net een contraproductief effect hebben, en op lange termijn alleen maar uw probleem vergroten. Daar ga ik niet in mee.
Het mooiste voorbeeld, en ik heb het al tientallen keren gezegd, is dat als je honderd woningen hebt, en je hebt 105 kandidaten, dan geef je extra ondersteuning aan die vijf die eruit vallen, die schuiven in, maar je hebt nog altijd maar honderd woningen. Het zijn dus vijf anderen die eruit vallen.
Het enige wat dit probleem kan oplossen, is aanboduitbreiding, meer woningen. En daarvoor volgen we twee pistes: enerzijds moeten we de sociale huurwoningen verhogen. Daarvoor doen we de hele hervorming van de sociale huisvestingssector, waar ik ook al verwijten van heb gekregen, mijnheer Veys, maar die moet dat bouwritme verhogen. (Opmerkingen van Maxim Veys)
Ten tweede is er het geconventioneerd verhuren, dat er specifiek op gericht is om meer sociale woningen en meer betaalbare woningen te voorzien. Mevrouw De Vroe, dat is ook om te voldoen aan dat kleiner woonaanbod specifiek aan de onderkant van de private huurmarkt, waar de kern van het probleem zich situeert. Maar ook dat wordt door de mensen van de linkerzijde als niet goed bestempeld. Dat begrijp ik niet zo goed.
Mevrouw Jans, het is altijd gevaarlijk om deadlines te zetten, maar we mikken in elk geval op de zomer. We krijgen nu informeel heel veel interesse, maar we gaan zien of dat ook effectief in stenen wordt omgezet. Ik durf daar goede hoop op te hebben dat er voldoende interesse is om dat aanbod te gaan voorzien.
Nog een paar zaken die ik daarnet ook wilde zeggen: ook alle bestaande huurondersteuning die vandaag bestaat en heel gericht wordt toegepast – en daar sta ik volledig achter – is volledig geïndexeerd. Die gaat wel omhoog met 10 of 11 procent, het juiste indexatiecijfer ontgaat mij nu. Dat heeft ervoor gezorgd dat we bijvoorbeeld in vergelijking met 2016, toen we in totaal 45 miljoen euro hadden, vandaag aan meer dan 100 miljoen euro aan huurondersteuning zitten. Daar wordt dus wel degelijk ook op ingezet.
Over die huurindexatie, mijnheer Veys, zegt u dat die er op vraag van de socialistische fractie kwam. Hadden we uw voorstel gevolgd – en iedereen kan dat nalezen, het is ingediend in dit parlement – dan zouden alle mensen die van 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023 geen indexatie krijgen deze in hun nek gekregen hebben direct na 1 oktober 2023, want dat zat in uw systeem. Er zat geen systeem in, daarom hebben wij u inderdaad niet gevolgd en gezorgd voor een systeem waarbij woningen met een slechte energieprestatie niet alleen dit jaar worden overgeslagen, maar wordt het ook onmogelijk gemaakt dat ze dat na 1 oktober toch nog kunnen doorrekenen, waardoor mensen tot 15 procent indexatie in hun nek zouden kunnen krijgen. Dat was bij uw voorstel het geval. Wij hebben dat er uitdrukkelijk uit gehaald, en dat lijkt mij ook de beste keuze te zijn.
Ik blijf erbij dat het beste dat we kunnen doen is om op lange termijn ervoor te zorgen dat we dat aanbod kunnen uitbreiden. We weten allemaal dat er vandaag een paar uitdagingen zijn die dat nog moeilijker maken. Dat gaat over ruimtegebruik, dat gaat over voldoende mensen hebben voor de bouwsector, niet alleen om nieuwbouwwoningen te plaatsen, maar ook om ervoor te zorgen dat de renovaties kunnen plaatsvinden, dat gaat over klimaatmaatregelen nemen die er ondertussen voor zorgen dat ook de bouwprijzen stijgen. Heel dat systeem moet op elkaar inspelen, maar we zorgen er in elk geval voor met de ondersteuning die wij nu gegeven hebben. Wij geven die inderdaad ook aan de private sector, omdat mevrouw De Vroe heel terecht zegt dat we die nodig hebben om dat aanbod uit te breiden.
Al de rest klinkt ongetwijfeld allemaal zeer mooi voor jullie achterban. Op korte termijn klinkt dat mooi in de oren, maar op lange termijn zijn dat niet de juiste keuzes. Het enige wat we kunnen doen is dat aanbod uitbreiden, en al onze instrumenten zijn specifiek daarop gericht om daarvoor te zorgen. (Applaus van Elke Sleurs)
De heer Veys heeft het woord.
Als het hier over betaalbaar wonen gaat, collega’s, is het altijd een beetje voorspelbaar: de minister wordt geconfronteerd met het falen van het eigen beleid en zegt dan dat het allemaal niet waar is, dat ik als ‘sos’ dat niet weet, dat hij superveel inspanningen doet. Maar we zien steeds hetzelfde resultaat: wonen wordt enkel maar duurder, en er komen veel te weinig betaalbare woningen bij.
Minister, ik weet niet wat voor u de lange termijn is, maar ik wil u er wel op wijzen dat uw partij al meer dan tien jaar voor Wonen bevoegd is. Ik weet niet wanneer we die resultaten zullen zien. U spreekt altijd over de erfenis voor onze kinderen en kleinkinderen, maar u bent ze op het vlak van betaalbaar wonen op dit moment wel een beetje aan het bedriegen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Want, collega's, weten jullie wat de realiteit is? Er studeert momenteel een generatie af die veel te veel betaald heeft voor een kot, die veel te veel dure huur moet betalen, die veel te moeilijk aan een woonlening raakt. Met andere woorden: zij geloven niet dat een overheid gaat helpen, en ook niet dat de politiek de mensen gaat helpen.
Weet je voor wie dat goed is? Voor die daar. (Maxim Veys wijst naar de Vlaams Belangfractie)
En daar willen wij tegen strijden, daarom komen wij hier op voor betaalbaar wonen. Maar één ding is duidelijk: u bent niet bereid om bij te leren. U bent niet bereid om bij te sturen. Het is een zeer pijnlijk beleid, maar de Vlaming is er echt wel vet mee. (Applaus bij Vooruit)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Mevrouw Smeyers, u zegt: “De beste stuurlui staan aan wal.” Maar met de huidige stuurlui gaan we al tien jaar op een ijsberg af, en iedereen hier zegt: “We hebben geen koerswijziging nodig, absoluut niet. We gaan nog sneller richting die ijsberg varen. Het probleem is de aanbodzijde.”
Maar het probleem is niet de aanbodzijde, het probleem ligt ergens anders. Want ik wil wel eens door de steden in Vlaanderen gaan wandelen, en gaan kijken naar het aanbod. Als je genoeg geld hebt is er aanbod genoeg: luxeflats in Gent, penthouses, meer dan genoeg. Het probleem is het aanbod aan betaalbare woningen. En net daar gebeurt niets, net daar komt geen stroomversnelling. Net daaraan doen deze en de vorige regering al tien jaar niets, niets met de N-VA in de regering. En ik heb vandaag geen enkel antwoord gehoord dat mij doet vermoeden dat er in het komend jaar een koerswijziging gaat komen. (Applaus bij de PVDA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.