Report plenary meeting
Report
De heer Claes heeft het woord.
Minister, de honderdste editie van het Autosalon zit er intussen op. Het was blijkbaar een succes, want volgend jaar komt er een nieuwe editie. Dat is positief, want de auto blijft een belangrijke, zo niet de belangrijkste factor in de mobiliteit van de Vlamingen. Maar de Federatie van de Belgische Auto- en Rijwielindustrie (FEBIAC), de organisator, merkte wel een bepaalde trend op, namelijk dat op amper 10 jaar tijd het aantal wagens dat verkocht wordt aan particulieren, gehalveerd is, naar ongeveer 130.000 in 2022. En dat heeft niets te maken met marktwerking. Dat heeft niets te maken met het openbaar vervoer dat plotseling veel populairder zou zijn. Die halvering is puur beleidsmatig.
De oorzaak ervan is voornamelijk dat u, en bij uitbreiding de regering, alle auto’s elektrisch wilt in de toekomst. Herinner u uw standpunt dat u vanaf 2027 een verbod wou op auto’s met verbrandingsmotor. Dat is nu gelukkig 2029 geworden. Maar de burger wil of kan dat gewoon niet, voor die elektrische auto gaan. Veel van die wagens zijn nog niet even veelzijdig als de klassieke wagen met een verbrandingsmotor. Die hebben niet dezelfde actieradius en zijn daardoor minder bruikbaar. Er zijn niet genoeg laadpunten in Vlaanderen. Mensen stellen zich vragen bij de energiebevoorrading en kopen daarom geen elektrische wagen. En vooral de kostprijs is een groot mankement voor veel Vlamingen. Men kan zo’n wagen gewoon niet aanschaffen. Elektrische wagens zijn op dit moment voor de meerderheid van de Vlamingen geen optie.
Wat gaat u dan ondernemen, minister, om het in de toekomst nog mogelijk te maken voor de Vlaming om over een eigen wagen te beschikken? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Claes, ik heb uiteraard ook de verkoopcijfers van vorig jaar van FEBIAC gezien. We zien inderdaad een daling in de verkoop van het aantal nieuwe wagens. We zien dat over de hele lijn. We weten dat er tussen 2015 en 2019 ruim 500.000 nieuwe wagens werden ingeschreven, waarvan meer dan 50 procent bedrijfswagens. Maar we zien inderdaad dat dat sinds 2019 daalt.
Er zijn tal van factoren en elementen die aan de basis liggen van die daling. Vandaag speelt de crisis – de prijsstijgingen, de inflatie – zeker voor een groot stuk mee. Anderzijds moet ik ook wel meegeven dat we in het kader van het beleid wel degelijk de modal shift willen bewerkstelligen. Dat betekent de facto dat wij meer duurzame verplaatsingen willen. En bij duurzame verplaatsingen denken we in de eerste plaats aan alles wat met actieve weggebruikers te maken heeft: de fietsinfrastructuur. We zien inderdaad dat het aandeel van de fiets in de functionele verplaatsingen stijgt. Ten tweede willen we ook meer collectief vervoer hebben. Dat is openbaar vervoer, maar ook deelmobiliteit. We zien ook dat die deelmobiliteit boomt. Ten derde zegt u dat ik alleen maar elektrische auto’s zou willen hebben. Neen, wij kiezen wel voor zero emissie. Ik denk dat het juist noodzakelijk is dat wij kiezen voor zero emissie, omdat wij op alle klimaatuitdagingen die op ons afkomen, wel degelijk een antwoord moeten geven. De CO2-uitstoot moet naar beneden. Kortom, wij kiezen voor zero emissie.
Moeten wij nu de mensen gaan faciliteren om toch een wagen te kopen? Ik vind dat dat aan de markt is, dat is niet aan ons. Wat wij wel doen, als men een wagen koopt, is stimuleren om te kiezen voor een zero-emissiewagen. U zegt dat er veel te weinig laadinfrastructuur is, maar als u de cijfers van FEBIAC ook gezien hebt, dan weet u dat wij in Vlaanderen meer dan een verdrievoudiging van de laadinfrastructuur hebben gedaan op amper twee jaar tijd. Dat kunnen ze in Brussel of Wallonië niet zeggen. Kortom, in die zin faciliteren wij volop de verkoop van zero-emissiewagens, door de mensen vertrouwen te geven om met een elektrische wagen te kunnen rijden.
De heer Claes heeft het woord.
Dank u wel, minister. U zegt dat u meer wilt inzetten op duurzame vervoersmodi. Enerzijds is er de fiets. Dat is aan het lukken. Daar moeten we eerlijk in zijn. Dat is een trend die niet te stoppen is. Dat is positief. Daar kan niemand iets tegen hebben. Anderzijds verwijst u naar het openbaar vervoer. Maar daar zie ik toch niet veel in de positieve zin bewegen, integendeel. Veel ritten van De Lijn worden zelfs geschrapt en veel haltes zijn verdwenen. Dat zal dus geen positieve invloed hebben op duurzame vervoersmodi, toch niet bij het openbaar vervoer.
U blijft vasthouden aan uw standpunt over dat verbod op wagens met klassieke verbrandingsmotor. U had daarbij toen één voorbehoud, namelijk als de catalogusprijs van elektrische wagens niet zou dalen. Nu, die prijs daalt niet, hij stijgt zelfs. Eén fabrikant kan misschien een daling aankondigen; voor de rest worden auto’s duurder. Mijn bijkomende vraag is dan, als die prijzen effectief niet dalen, gaat u het verbod alsnog uitstellen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Bex heeft het woord.
Ik weet niet, voorzitter, of ik moet lachen of huilen met het feit dat die vraag over de autoverkoop door het Vlaams Belang wordt uitgeroepen tot een van de belangrijkste nieuwsfeiten van deze week, waar het Vlaams Parlement zich mee bezig moet houden. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ik vond uw antwoord eigenlijk ook te zwak omdat we moeten durven zeggen dat we in een internationale evolutie zitten waarbij we binnen tien of vijftien jaar allemaal met een elektrische wagen zullen rijden, niet met een hybride wagen, en dat wij voorop moeten lopen in het pad dat we daarnaar uittekenen. En natuurlijk loopt dat pad niet alleen over rozen. Natuurlijk is daar een ongelooflijke beleidsinspanning nodig. En natuurlijk moeten we bekijken hoe we mensen die zich op dit moment nog geen elektrische wagen kunnen veroorloven, zo goed mogelijk kunnen ondersteunen. Maar dat vandaag een aantal Vlamingen misschien een aantal jaren wachten om hun auto een paar jaar langer te kunnen gebruiken om dan goedkoper een elektrische wagen te kopen, dat vind ik op zich niet echt het grootste probleem, mijnheer Claes.
Minister, we hebben de intendant rond elektrificatie gehoord in de klimaatcommissie. Die man zegt eigenlijk dat er zoveel uitdagingen op ons afkomen en dat hij niet sterk genoeg staat om dat alleen op te lossen. Gaat u extra investeren in ondersteuning van het beleid rond elektrificatie zodat iedereen meekan in die onvermijdelijke toekomst?
De heer Maertens heeft het woord.
Dank u, minister, voor het antwoord, en collega Claes, voor de vraag. Het is inderdaad zo dat we in een compleet veranderende wereld zitten. Ik denk dat dat een belangrijk element is in dit verhaal. Sommigen willen hier misschien zelfs het licht van zon ontkennen, maar het is nu eenmaal zo dat we gaan naar een elektrificatie van ons wagenpark, van ons openbaar vervoer, dat we die modal shift moeten bewerkstelligen. Dat is een belangrijke doelstelling, niet alleen in Vlaanderen, maar wereldwijd. Het moet gaan over het openbaar vervoer en de fiets. We hebben een succesrijke fietsbeurs Velofollies gehad op hetzelfde moment als het Autosalon. Dat zegt misschien ook wel heel veel. We moeten gaan voor meer deelmobiliteit en deelwagens. Dat is allemaal belangrijk voor het klimaat en het milieu. Maar wat daarbij komt, is dat met het elektrificeren van ons wagenpark alleen we er niet zullen komen. We moeten ook die files, die de bedrijven in Vlaanderen miljarden kosten, kunnen inperken en tenietdoen. Ik denk, minister, dat naast de duurzaamheid en het klimaat, ook het tegengaan van de filevorming en de economische kosten daarvan, een bijzonder grote prioriteit moet zijn en blijven.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Ik vind de betaalbaarheid van de wagens, al dan niet elektrisch, heel belangrijk. We moeten inderdaad inzetten op duurzamer vervoer en we moeten de modal shift bewerkstelligen. Maar zoals ik al eerder aanhaalde in deze vergadering en in de commissie: het is niet de bedoeling dat we mensen zonder wagen zetten.
Ook een zeer belangrijk aandachtspunt is dat de tweedehandswagens duurder zijn geworden, net omdat mensen langer met hun wagen rijden. Ook bedrijfswagens worden minder snel vervangen vanwege de enorm gestegen prijzen van de andere wagens.
Als je ziet dat iemand uit de middenklasse gemiddeld 2000 euro netto per maand verdient en dat zo’n elektrische auto algauw tot 20.000 euro meer kost, dan moeten we er geen ‘tekeningske’ bij te maken om te weten dat het voor heel veel mensen enorm moeilijk zal zijn om een elektrische auto te kopen. En als je dan ziet dat de tweedehandsmarkt krimpt, denk ik dat het voor veel mensen moeilijk zal zijn om gewoon nog een auto te kunnen kopen. Dit verdient dus zeker de nodige aandacht.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister en goede collega’s, de mensen kopen nog altijd wat ze willen. Willen ze klassiek kopen, dan kopen ze klassiek. Willen ze zero-emissie kopen, dan kopen ze dat type van wagen. Dat is toch hun eigen keuze? Corona is op dat vlak, minister, een echte gamechanger geweest. We moeten nooit vergeten, collega’s, dat 55 procent van de verplaatsingen die men maakt, minder dan 5 kilometer lang zijn. Heel wat mensen hebben dankzij corona de fiets en ook het te voet gaan herontdekt.
Daarnaast is er het hele verhaal van de deelmobiliteit. Als dat zich in steden en ook in dorpen ontwikkelt, dan is dat een gunstige evolutie.
En ten slotte, als we ooit nog in dit deel van de wereld een automobielsector zullen hebben, zal het er een zijn met zero-emissiemodellen, want de andere kunnen lageloonlanden kwalitatief even goed maken en alleszins ook minder duur.
Dat betekent vooral, collega Claes, minder files en minder verloren uren. Dat is goed voor de economie. Bovendien is het ook nog eens goed voor het milieu, voor het klimaat dus. De hele samenleving wint. Ik begrijp dus die paniekboodschap hoegenaamd niet.
Wil de persoon met de camera die al de hele tijd rechtstaat in de tribune gaan zitten, alstublieft? Dat is het reglement.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende tussenkomsten. Een aantal collega’s hebben het gezegd: we zitten op dit ogenblik volop in die transitie. Eigenlijk moeten we dat toejuichen. Alle klimaatuitdagingen, die in sneltempo op ons afkomen, nopen ons om de CO2-reductie door te voeren. We weten dat mobiliteit nog altijd een belangrijk aandeel vormt van de CO2-uitstoot. Wat dat betreft, is die transitie zeker heel belangrijk.
We zien dat mensen zich vandaag al spontaan op een andere manier verplaatsen. We zien dat het fietsen enorm in de lift zit. We zien na de coronajaren dat er opnieuw een stijging is in het openbaar vervoer en in de deelmobiliteit. Kortom, wij zijn vooral een pleitbezorger van de combimobiliteit en daarom zijn we volop bezig met de uitrol van onze Hoppinpunten, waar mensen heel snel kunnen schakelen van het ene vervoersmiddel naar het andere.
Tegelijkertijd moeten we zeggen dat ook het telewerk en de e-commerce een enorme boost hebben gekregen. Dat alles door de invloed van corona. Dat maakt dat het aantal voertuigkilometers drastisch gedaald is. Dat leidt er ook toe dat mensen opnieuw andere vervoersmodi kiezen.
Als ik zie hoe onder andere in de steden Gent en Antwerpen de deelmobiliteit een enorme boost kent … Ik hoor van mensen dat ze hun privéwagen hebben verkocht en enkel nog gebruik maken van de deelwagens. Ik denk dat we dergelijke initiatieven moeten toejuichen.
Een aantal collega’s vragen hier dan toch dat ik maatregelen zou nemen om de verkoop van nieuwe voertuigen een boost te geven. Ik denk niet dat ik dat moet doen. Wij willen het aantal voertuigkilometers verlagen. Wij gaan natuurlijk niet beletten dat iemand die een personenwagen wil kopen, een personenwagen koopt.
Zijn de wagens veel te duur? Ik ben op het Autosalon geweest. Ik heb daar een heel segment goedkopere wagens gezien, die nu ook voor zero-emissie of voor hybride kiezen. Ik denk onder andere aan de Chinese modellen. Ik hoor van Febiac dat de goedkoopste modellen om en bij de 10.000 euro gaan. Ik zal het voertuig niet noemen, want dan denken ze misschien dat ik aandelen heb in bepaalde merken. Een personenwagen is nu eenmaal een dure aangelegenheid. Men heeft de aankoopprijs, de verzekering, de taksen en ook nog de brandstof die men moet betalen. De mensen denken twee keer na over hoe ze zich zullen verplaatsen en over of er goedkopere alternatieven zijn, die tegelijkertijd ook nog goed zijn voor hun gezondheid. Dan zal men daarop inzetten.
Dat is wat we de facto zien in de cijfers. Het aandeel van de fiets in de functionele verplaatsingen stijgt. Wat het openbaar vervoer betreft: u zegt dat dat maar een klein aandeel is, maar ik wil verwijzen naar de signalen van het Planbureau, onder andere. Daar denkt men dat alleen het aantal voertuigkilometers bij vrachtvervoer nog zal stijgen.
Mijnheer Bex, dan kom ik tot uw vraag. U zegt dat de transitiemanager zegt meer personeel te moeten hebben om dat beleid uit te stippelen. Zo heb ik het niet begrepen van de transitiemanager. Die zegt wel de facto dat we nog meer moeten inzetten op de verduurzaming van alles wat met vrachtvervoer te maken heeft. Dat is net ook de reden waarom wij een transitiemanager hebben aangeduid, namelijk om al die evoluties in de markt te blijven volgen en te bekijken welke bijkomende beleidsmaatregelen wij moeten nemen. Bij het personenvervoer is er de vlucht vooruit. We zien dat heel de transitie naar zero-emissie zich daar volop inzet. Bij het vrachtvervoer moet er echter nog een tandje worden bijgestoken, en dat gaan we ook doen.
Kortom, ik ga niet inbreken op de automarkt op zich. Ik denk niet dat dat aan mij is. We geven echter wel tal van elementen. We stimuleren en faciliteren mensen om te kiezen voor duurzame alternatieven, in het autosegment, maar ook bij andere vervoersmodi, zoals deelmobiliteit, fiets en collectief vervoer.
De heer Claes heeft het woord.
De collega van Groen vindt dit blijkbaar een nutteloze vraag. Dat toont alleen maar aan dat zijn partij niet inzit met de mobiliteit van de Vlaming en automobilisten gewoon haat, maar dat was al wel langer dan vandaag duidelijk. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, u bewandelt helaas een beetje hetzelfde pad. In welke situatie zijn we nu immers beland? Wie zich een elektrische wagen, een topmodel van 60.000, 70.000, 80.000, 90.000 euro kan veroorloven, wordt beloond. (Opmerkingen van minister Lydia Peeters)
Die betaalt geen inschrijvingskosten. Die betaalt geen verkeersbelasting.
10.000 euro.
Wie dat niet kan, die wordt met de vinger gewezen. Die moet wel inschrijvingsgeld, de belasting op de inverkeerstelling (BIV) betalen. Die moet wel verkeersbelasting betalen, die trouwens elk jaar nog eens wordt geïndexeerd. Die wordt binnenkort zelfs door uw collega, minister Demir, geweerd uit onze steden met een lage-emissiezone. Die tweedeling in onze maatschappij waar experts het nu zo vaak over hebben, die tweedeling tussen de haves en de havenots, die werkt u zo mee in de hand. Een eigen huis hebben is voor veel mensen al een droom geworden, en binnenkort zal dat ook zo zijn voor een eigen wagen. Geen eigendom meer en volledig afhankelijk zijn van de overheid en multinationals, dat is misschien uw toekomstbeeld, maar niet dat van mijn partij, niet dat van het Vlaams Belang. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.