Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Philippe Muyters, Maaike De Rudder, Steven Coenegrachts, Kris Van Dijck, Karin Brouwers en Freya Perdaens tot het verlenen van noodleningen en noodsteun aan de georganiseerde sportsector naar aanleiding van de stijgende energie-uitgaven.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Muyters heeft het woord.
Ik denk dat iedereen wel beseft dat ook de sportsector kreunt onder de energiecrisis. Daarom dit voorstel van decreet voor federaties en clubs, met twee vormen van steun die we vanaf 1 januari 2023 willen invoeren. Een eerste steun zijn noodleningen. Dit zijn leningen die op negen jaar worden aangegaan, aan een rente van 1 procent. De aanvragen kunnen ingediend worden tot 31 december 2024. Ze hebben twee bedoelingen. Ofwel zijn het werkkapitaalleningen voor die clubs die in problemen komen. Maar het zijn ook – en dat vind ik eigenlijk het belangrijkste – investeringen in duurzame energie, met een aantal energiebesparende of energieopwekkende maatregelen.
Wat we vaststellen in de sportsector, is dat clubs en federaties heel vaak geen lening in de privésector kunnen krijgen. Leningen in bijvoorbeeld zonnepanelen en isolatie zijn zo snel renderend, dat als we via de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) – want zij zullen die leningen uitgeven – standaardleningen aanbieden die clubs en federaties ondersteunen, die ook die energiebesparende en energieopwekkende maatregelen kunnen nemen. Dat zijn dan duurzame maatregelen naar de toekomst toe. Zoals ik al zei: PMV-Standaardleningen zal gemachtigd worden om die leningen toe te kennen, en Sport Vlaanderen zal de klantenservice op zich nemen, om de aanvragen te verwerken en de informatie te verstrekken. Dat is het eerste pakket, dat zijn leningen.
Het tweede pakket is een noodsteun voor die clubs – want dit gaat alleen naar de sportclubs toe – die aantonen dat ze in 2022 schade hebben geleden door de stijging van de energiekosten. Ook zij kunnen daarvoor een aanvraag indienen, en dat tot 15 februari 2023. Op basis van de ingediende aanvragen, zal 3 miljoen euro aan subsidies verdeeld worden: 20 procent naar alle goedgekeurde aanvragen, en 80 procent op basis van de hoogte, de grootte van de schade.
Wat ik nog niet gezegd heb, is dat die leningen naar een maximumbedrag van 50 miljoen euro gaan, en een plafond per club of federatie van 1 miljoen euro. We willen deze maatregelen vanaf 1 januari 2023 van kracht laten gaan. We zijn ervan overtuigd dat de clubs deze steun echt nodig hebben en kunnen gebruiken, en zien toch ook effecten op lange termijn met die leningen die mogelijk zijn voor energiebesparing en energieopwekking.
Dus collega’s, mijn excuses dat jullie het document laat hebben gekregen. Een aantal collega’s van de commissie had ik mondeling al wel wat ingelicht, maar ik begrijp uiteraard dat dat helemaal niet gelijkloopt met een tekst. Maar ik hoop toch dat ook jullie dit kunnen steunen, allemaal.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Voorzitter, onze fractie is heel tevreden met het voorstel van decreet om extra steun aan onze sportsector te geven. Tijdens de coronapandemie werd er snel geschakeld om noodsteunmaatregelen toe te kennen aan de sportsector, zodat hij zijn activiteiten kon verderzetten.
Ook tijdens deze energiecrisis voorziet de Vlaamse Regering bijkomende middelen om de ergste financiële noden te lenigen: 3 miljoen euro om de sportclubs, die nu al door de stijgende energiefacturen in de problemen komen, op korte termijn hulp te bieden en 50 miljoen euro om energieleningen toe te kennen aan sportclubs of sportfederaties. Met dit voorstel van decreet geven de meerderheidsfracties een decretale basis om de bijkomende middelen op een korte, maar ook vlotte manier toe te kennen aan de Vlaamse of Brusselse sportsector.
We kiezen daarbij dan uitdrukkelijk voor een lichte procedure. De 3 miljoen euro energiesteun zullen de sportclubs tot uiterlijk 15 februari 2023 kunnen aanvragen via hun sportfederatie. We hopen dan ook dat Sport Vlaanderen de middelen in het voorjaar snel aan de sportfederaties kan bezorgen, zodat die ze ook op een snelle manier kunnen overdragen aan de sportclubs die met een sterk gestegen gas- en elektriciteitsfactuur worden geconfronteerd.
De tweede maatregel betreft 50 miljoen euro voor energieleningen. Ze zullen via PMV ter beschikking worden gesteld. Dat was ook het geval voor de coronanoodsteunleningen.
We hopen dat de sportclubs en -federaties volop zullen gebruikmaken van deze goedkope leningen om hun infrastructuur energiezuiniger, klimaatvriendelijker en duurzamer te maken. Op die manier zullen hun energiefacturen structureel dalen en hebben deze energie-investeringen een belangrijk terugverdieneffect.
De energieleningen kunnen ook worden gebruikt om acute liquiditeitsproblemen ten gevolge van de gestegen energiekosten op te vangen, maar dat is natuurlijk een kortetermijnoplossing, waar toch vooral de energiebedrijven beter van worden.
Voorzitter, vanuit onze fractie zullen we dit voorstel van decreet met veel enthousiasme goedkeuren.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Mijn collega’s zijn al uitgebreid ingegaan op de techniciteit van het voorstel van decreet.
Ook voor mijn fractie is het heel belangrijk dat we hiermee twee sporen tegelijk bewandelen. Het eerste gaat over de acute noden van onze sportclubs, die natuurlijk ook worden geconfronteerd met de energiefacturen die hen hinderen in hun dagelijkse werking. Daardoor drogen de financiële middelen op en wordt de werking rond sport, waar het in de sportclubs toch effectief over moet gaan, wat op de helling gezet. We zorgen op dat vlak voor een budget dat kan worden ingezet voor de acute noden.
Tegelijkertijd – en ik denk dat dat nog belangrijker is – zorgen we ook voor structurele oplossingen. Sportclubs kunnen in hun structurele energiekosten investeren en besparen. Er kunnen eventueel zelfs verdienmodellen uit voortkomen. Als je in een paar jaar je zonnepanelen hebt terugbetaald, dan komt het rendement ten goede aan de club en uiteindelijk aan de sporter. Op die manier hopen we onze sportsector op lange termijn sterker, weerbaarder en financieel gezonder te maken. Daarom is er vanuit mijn fractie ook alle steun voor dit voorstel van decreet.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik zou toch ook willen zeggen dat het niet aangenaam is om in een halfuur een voorstel van decreet te bekijken. Iedereen weet dat wij bij Vooruit graag grondig werk verrichten en op deze manier is het toch heel moeilijk om hier een gefundeerde mening over te vormen.
Het gaat echter over de energiecrisis, het gaat over sportclubs in nood, dus het stemt ons uiteraard gunstig om hierin mee te gaan, omdat het belangrijk is dat ook de sportclubs steun krijgen in deze wel heel erg moeilijke periode.
Ik heb begrepen dat er twee soorten van steun zijn. Er is enerzijds 3 miljoen euro directe steun. Daar hebben wij toch een paar vragen over. De clubs moeten hun voorschotfactuur uit 2021-2022 opsturen en de meeruitgave doorgeven. Op basis daarvan krijgen zij een subsidie. Als duizenden clubs dit doen, wie zal dan die facturen en meeruitgave controleren, en wordt dat überhaupt wel gecontroleerd? Dit is een administratief relatief eenvoudig systeem, waardoor heel veel clubs geneigd zullen zijn om hier deel aan te nemen. Dat is positief, maar door het nieuws van de laatste dagen zijn wij toch een beetje bang voor fraude. Zijn er handvatten om dat tegen te gaan en ervoor te zorgen dat het geld rechtmatig bij de clubs die het echt nodig hebben terechtkomt?
En dan een tweede vraag: 3 miljoen euro voor duizenden sportclubs in Vlaanderen is beperkt. Als meerdere clubs recht hebben op het maximumbedrag van 10.000 euro, zal de pot heel snel leeg zijn. Wat zal er gebeuren als die 3 miljoen euro onvoldoende blijkt om alle schade te compenseren?
Er is 50 miljoen euro van de noodleningen. We hebben in coronatijd gezien dat de noodleningen geen groot succes waren. Door de tweede optie, investeringen in duurzame energie, zijn de noodleningen vermoedelijk – denken wij – interessanter voor de clubs. We gaan wat hier voorligt – als ik goede antwoorden krijg – zeker steunen.
We zouden het voorstel van decreet zeker mee hebben ingediend. Het zou een mooi signaal geweest zijn, als we dat over de partijgrenzen heen allemaal samen hadden gedaan, dit als kleine wenk naar mijn lieve collega Muyters. (Applaus bij Vooruit)
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, laat me beginnen met te zeggen dat wij dit voorstel van decreet een goede aanzet vinden en dat we het gaan steunen vanuit de oppositie. Het klopt dat collega Muyters mij vorige heeft aangekondigd dat dit er zat aan te komen, dank daarvoor.
Een half uur is inderdaad kort, of lang, afhankelijk van waarover je het juist hebt. Ik heb het alleszins zo snel mogelijk doorgenomen. Ik heb los van het feit dat we dit een goed idee vinden, nog twee à drie vragen.
Voor de subsidies aan clubs die problemen hebben door de energiecrisis, is er een maximum van 10.000 euro. Het is niet ondenkbaar dat er clubs zijn met nog meer schade qua facturen. Het hangt er natuurlijk van af welke sport je beoefent, welke infrastructuur je hebt, de grootte van je club. Die limiet van 10.000 euro lijkt me redelijk arbitrair, of misschien niet. Hoe is die berekend geweest? Wat als je club meer schade heeft? Dat is zeker niet ondenkbaar; u kent ook de verhalen die ons bereikt hebben van clubs met meer schade.
Ik sluit me aan bij collega Lambrecht in verband met die limiet. Wat als het budget van 3 miljoen euro op is? Dat zou een goede zaak zijn, dat zou betekenen dat er nood aan is en dat de sportclubs hun weg ernaartoe vinden. In hoeverre is er een zekere flexibiliteit?
Ik vind die leningen met een maximum van 1 miljoen euro een zeer goede zaak om clubs te responsabiliseren en te helpen om investeringen te doen om duurzamer te worden. U weet net als ik dat er infrastructuur staat in Vlaanderen die jammer genoeg nog heel wat heeft in te halen. Wie weet, kunnen we hiermee een belangrijke aanzet doen. Is er ook een minimumbedrag? Wat als je maar een kleine ingreep moet doen, maar je kunt die als kleine club niet voorschieten of je hebt het wat moeilijk? Kun je voor om het even welke infrastructuuringreep – een warmtepomp of zo – komen aankloppen of val je dan uit de boot?
Het is een goede aanzet, collega’s van de meerderheid, die Groen zeker zal steunen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het was inderdaad heel laat dat we het voorstel van decreet voor ogen kregen. Het klopt dat de heer Muyters vorige week had aangegeven dat er zoiets zat aan te komen. Het is toch moeilijk om de documenten op zo'n korte tijd door te nemen.
De oorlog in Oekraïne heeft sowieso voor een ongeziene financiële en energiecrisis gezorgd, ook in ons land. Iedereen wordt met stijgende energieprijzen geconfronteerd. Het voorliggende voorstel van decreet wil daarom noodsteun en -leningen verlenen aan de georganiseerde sportsector, uiteraard naar aanleiding van de stijgende energie-uitgaven.
Iedereen is ervan overtuigd dat deze steun meer dan nodig is, aangezien veel organisaties in de sportsector in de problemen zitten. Collega Muyters heeft uitgelegd hoe men te werk zal gaan betreffende de noodleningen en -steun. Wat ons betreft, is het een goede zaak dat men in de energiecrisis ook onze sportsector niet vergeet. Maar toch is de vraag of de bedragen voldoende zullen zijn. Hoe is men tot die bedragen gekomen? Elke steun is natuurlijk welkom, maar dreigen er geen organisaties uit de boot te vallen als het geld op is? Dat is een vraag die ik hierbij wil meegeven.
Sowieso is het een positieve zaak dat dit voorstel van decreet hier voorligt. We zullen het ook steunen.
De heer Muyters heeft het woord.
Dank u wel, collega's, voor de positieve reacties. En nog eens mijn excuses dat jullie het zo laat hebben gekregen. Ik geef een paar antwoorden op de vragen die jullie hebben gesteld. Ik begin met collega Annouri. Hij had het over die kleine investeringen. Wij sommen ook al in de documenten zelf een aantal energiebesparende maatregelen op, zoals isolatie, zoals hoogrendementsbeglazing, maar ook bijvoorbeeld relighting en stookplaatsrenovaties. Dus dat zijn al kleinere investeringen. En bij de energieopwekkende maatregelen staat de warmtepomp die u noemt, mee opgesomd. En ze zijn zeker niet limitatief, dus ja, ook kleine investeringen komen daarvoor in aanmerking.
Ik heb zelf regelmatig ervaren dat zeker kleine clubs die investeringen vaak niet kunnen doen omdat ze in de privésector zelden of nooit in aanmerking komen voor leningen, bijvoorbeeld vanwege het feit dat ze geen tewerkstelling hebben. En als zij dan wel in aanmerking komen, dan kunnen ze toch die zeer nuttige investeringen doen om op lange termijn hun rentabiliteit te bewaren of hun werking te bewaren. Dus ik denk dat dit een hele goede zaak is.
Een tweede punt gaat vooral over die vragen naar de 3 miljoen euro en de verdeling daarvan. Je zou kunnen zeggen dat iedereen die het indient, het krijgt. Wel, dat is ook de bedoeling. En het is proportioneel.
In artikel 8 staat de verdeling opgesomd: 20 procent van het totaal beschikbare bedrag, dus van de 3 miljoen euro. Dat wil zeggen, als ik goed kan tellen, dat het om 600.000 euro gaat dat gelijk verdeeld wordt onder alle sportclubs die voor die subsidie in aanmerking komen. En het bedrag wordt verdeeld op basis van het aantal sportclubs. Dus als duizend clubs het indienen, dan krijgen ze allemaal 600 euro. Dienen er tweeduizend clubs een aanvraag in, dan krijgen ze allemaal 300 euro. Dat is soms misschien een kleinigheid, maar voor sommige clubs is dat op die factuur die ze hebben, al een eerste deel.
Het tweede deel is die 2.400.000 euro. Dat staat in het tweede deel van artikel 8. De 80 procent van het totaal beschikbare bedrag wordt toegekend op basis van de grootte van de aangetoonde meeruitgaven per sportclub. Het aandeel van het toe te kennen subsidiebedrag aan de sportclub in kwestie wordt bepaald op basis van de grootte van de meeruitgaven van de sportclub.
Waarom hebben we dat gedaan? Het gebeurt heel vaak dat dat niet in functie is van de club. Je kunt een heel grote club hebben met weinig energieverbruik, denk bijvoorbeeld aan een wandelclub. En je kunt een heel kleine club hebben met veel energieverbruik. Vandaar dat iedereen 20 procent krijgt als men aantoont dat men schade heeft geleden door de hoge energieprijzen. Die krijgen een basisbedrag, 20 procent van die 3 miljoen euro, dus 600.000 euro. Voor die 2.400.000 euro gaan we bekijken welke sportclubs echt grote schade hebben geleden. En in functie daarvan wordt die 2.400.000 euro verdeeld.
Wij hebben uiteraard met het kabinet overlegd, en binnen Sport Vlaanderen is de capaciteit aanwezig om die subsidies te gaan toekennen. We eigenen dat ook toe in artikel 8: Sport Vlaanderen kan de toekenning van de subsidies aan de sportclubs controleren conform de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën en het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën. Men zal dat ook steekproefsgewijs bij begunstigde sportclubs nakijken.
Wij hebben er echt voor gekozen om het laagdrempelig te doen, met steekproeven, eerder dan een zware administratie op te leggen. Ik denk dat we op die manier snel tegemoet kunnen komen aan wat die clubs nodig hebben. Zij hebben het nodig en ze hebben het nu nodig. Ik denk dat ik daarmee een antwoord heb gegeven. Het is dus niet de bedoeling om alle schade te compenseren, maar om een tegemoetkoming te doen aan de schade. En ja, 3 miljoen euro is rudimentair, maar dat leek ons een haalbaar bedrag binnen de begrotingspot. Vandaar dat we dit voorstel formuleren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2022-23, nr. 1518/1)
– Artikel 1 tot en met 11 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.