Report plenary meeting
Actuele vraag over de procedure bij het Grondwettelijk Hof tegen het nieuwe inburgeringsbeleid
Report
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Voorzitter, ministers, collega’s, ik klink verkouden, maar ik heb geen corona. Dat wilde ik toch even vermelden.
Op 22 juni van dit jaar werd in dit halfrond een belangrijk decreet met betrekking tot het volwassenenonderwijs en inburgering goedgekeurd, een decreet waarmee we nieuwkomers meer kansen geven maar er wel iets voor in de plaats vragen, een decreet dat niet alleen rechten maar ook plichten omvat. Wat betekent dit nu concreet? Nieuwkomers die een cursus Nederlands als tweede taal (NT2) moeten volgen, moeten een gestandaardiseerde NT2-test taalniveau A2 afleggen en moeten voor die opleiding en test een bijdrage van 180 euro betalen. In Brussel blijft het inburgeringstraject wel gratis om onze concurrentiepositie ten aanzien van de Franse Gemeenschap te beschermen. Daar ben ik als Brusselse Vlaming uiteraard zeer tevreden mee.
Op 7 oktober, zeer recentelijk dus, keurde de Vlaamse Regering een uitvoeringsbesluit goed dat de nadere bepalingen van de NT2-test niveau A2 vastlegt alsook de inwerkingtreding van de gewijzigde regelgeving. Er is echter wat tegenkanting gekomen tegen dit wijzigingsdecreet vanuit het terrein, van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) en de Raad van State. Maandag raakte bekend dat Ligo, Centra voor Basiseducatie naar het Grondwettelijk Hof stapt om het nieuwe inburgeringsbeleid van de Vlaamse Regering aan te vechten.
Ik heb dan ook de volgende vraag aan u, minister. Op welke manier zult u gevolg geven aan de bezorgdheden vanuit het veld, de Raad van State en de Vlor?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Voorzitter, ambtgenoten, lieve collega’s van het Vlaams Belang, op het moment dat de illegale asielinstroom in dit land weer is aangegroeid tot het waanzinnige cijfer van bijna drieduizend asielzoekers per maand, op het moment dat we in de grootste asielcrisis zitten sinds 2015, op het moment dat de Vivaldipartijen weer niets beters kunnen verzinnen dan het spenderen van nog meer belastinggeld van de hardwerkende maar verarmende belastingbetalers aan de opvang van al die asielzoekers, op het moment dat talloze Vlamingen hun rekeningen niet meer kunnen betalen, en op het moment dat deze Vlaamse Regering met haar inburgeringsbeleid domweg probeert te dweilen met de migratiekraan wijd open, op dat moment, op precies dat moment trekken de centra voor basiseducatie (CBE's), gesteund door enkele links-progressieve subsidieslurpers, naar het Grondwettelijk Hof om het Vlaamse inburgeringsbeleid aan te vechten. Zij vechten juridisch aan dat de inburgeraars zouden moeten slagen voor een taaltest en ocharm, ocharm, 180 euro inschrijvingsgeld moeten betalen. Maar zelfs dat vinden de linkse wereldverbeteraars dus te veel, terwijl de totale kostprijs per inburgeringstraject maar liefst 4500 euro bedraagt. Dat betekent – rekent u even met mij mee – dat de hardwerkende Vlamingen nog altijd moeten opdraaien voor meer dan 4000 euro voor iedere inburgerende vreemdeling. In totaal gaat het jaarlijks – hou u vast – over 95 miljoen euro Vlaams belastinggeld.
Minister Somers, mijn vraag is evident: hoe wilt u er proberen voor te zorgen dat uw lakse, veel te lakse, inburgeringsbeleid door deze juridische demarche van die linkse subsidieslurpers, niet nog lakser zal worden?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, dag alle lieve collega’s, het is natuurlijk een beetje jammer dat een deel van de sector – ik zeg wel degelijk een deel, zelfs een kleiner deel – toch naar het Grondwettelijk Hof trekt tegen deze oefening in een verhoging van de kwaliteit, zowel wat betreft de opleiding als de test. Vandaag is het nu eenmaal zo dat de verschillende testen en examens verschillend zijn, dat de lat ongelijk ligt. Wij willen die gelijk leggen en er zo voor zorgen dat de cursist veel beter weet wat de waarde is van zo’n test, en ook attest. Hetzelfde geldt voor het afnemende veld, de arbeidsmarkt, zodat de werkgever weet welke kwaliteit verbonden is aan zo’n attest.
Ja, we stappen af van het gratisbeleid. Ja, dat is een duidelijke keuze, omdat wij figuurlijk en letterlijk die opleiding en dat NT2-attest meer naar waarde willen schatten en er enige waarde aan willen verbinden. Die kostprijs is uitermate beperkt. 180 euro voor het NT2-attest in twee modules. Men kan ook nog eens gespreid betalen, maar het is wel een duidelijke keuze, het is een ideologische keuze.
Wat betreft de bekommernis omtrent de vrijheid van onderwijs, wil ik nog even meegeven dat we aan een gestandaardiseerde test werken. We zorgen ervoor dat het veld daarin betrokken wordt; het is een participatief proces. De beoordeling geldt voor 60 procent op het gestandaardiseerde deel en voor 40 procent op een deel autonomie in hoofde van de instellingen. Dat leidt ertoe dat de bekommernis omtrent de vrijheid van onderwijs niet terecht is. Dat is ook wat de Raad van State geoordeeld heeft in zijn advies: gelet op de 60/40-aanpak en het participatief proces is de grondwettelijke vrijheid van onderwijs niet in het gedrang.
Minister Somers heeft het woord.
Lieve collega’s in het midden van het parlement, en andere collega’s … Neen, alle gekheid op een stokje.
Ik denk dat collega Weyts al een aantal belangrijke elementen heeft aangedragen. Ik wil er nog twee bij geven.
Eerst en vooral, de centra voor basiseducatie gaan ook naar de rechtbank omdat ze vinden dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden omdat we een onderscheid maken tussen verplichte en vrijwillige inburgeraars. Wij doen dat net op vraag van het middenveld, om de vrijwilligers vrij te stellen van betaling. Dat onderscheid bestaat als sinds 2003, sinds het decreet van collega Keulen. Al negentien jaar wordt er bij tal van regels systematisch onderscheid gemaakt tussen verplicht en vrijwillig.
Een tweede belangrijk element is de retributie. We vragen inderdaad een relatief bescheiden bedrag. Sommige mensen zeggen dat dat veel is. Ik geef toch twee bedenkingen daarbij. Ten eerste, opnieuw, vrijwillige inburgeraars zijn daarvan vrijgesteld. Ten tweede, de groep verplichte inburgeraars bestaat voor 75 procent uit gezinsherenigers. Je kunt maar aan gezinshereniging doen als de partner of de familie waarbij je gaat wonen, een minimaal inkomen heeft. Anders kom je het land niet in. De wet heeft dat bepaald. Die mensen die dus terechtkomen in zo’n gezin op basis van gezinshereniging, die hebben een vast inkomen. Dat is minimaal 1850 euro, niet erg hoog. Zij die niet kunnen betalen, kunnen een beroep doen op een afbetalingsplan. We hebben zelfs afgesproken dat zij voor wie zelfs dat te veel is, zich kunnen engageren voor onze samenleving met nuttig maatschappelijk werk, om op die manier op enkele dagen tijd dat geld bijeen te verdienen en iets terug te geven aan de samenleving.
Voor mij is het dus totaal onbegrijpelijk dat het middenveld daarvoor naar het Grondwettelijk Hof gaat. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Ministers, dank u wel voor de antwoorden. Uit de antwoorden kan ik afleiden dat er wel degelijk rekening is gehouden met de verzuchtingen uit het veld, de opmerkingen van de Raad van State. De autonomie van het onderwijsveld en de onderwijsvrijheid worden wel degelijk gerespecteerd. Het is belangrijk om te weten dat het in dezen gaat om een verhaal van kansen, een kans voor nieuwkomers om onze normen en waarden te leren kennen, een kans om een volwaardig lid van onze samenleving te worden, een kans om sneller en beter Nederlands te leren, wat heel belangrijk is om te slagen op onze arbeidsmarkt. We sluiten onze samenleving niet af, zoals sommigen in dit halfrond zouden willen doen. Nietwaar, collega Van Rooy? Neen, we kijken naar nieuwkomers als mensen die we willen uitdagen, als mensen die we moeten opnemen in onze samenleving, maar daarvoor vragen we inderdaad iets in ruil. Voor wat hoort wat. Niets is gratis. Zo simpel is dat. Een kleine financiële bijdrage in ruil voor een kwalitatief hoogstaande cursus Nederlands, ik vind dat niet meer dan rechtvaardig. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik begrijp nu waarom de linkse partijen hier niet bij mij staan, want minister Somers neemt de linkse partijen gewoon waar. Al het gepamper dat hier is opgesomd, van die groep die niet moet betalen, die groep die het op afbetaling mag doen en nog een andere groep die naar het OCMW mag gaan als ze het niet kunnen betalen ... U begrijpt het: minister Somers is gewoon de links-liberale minister in deze regering, die Groen, Vooruit en ook een deel van cd&v vertegenwoordigt. U moet ook goed beseffen dat deze juridische strijd tegen wat uiteindelijk toch een democratisch gelegitimeerd inburgeringsbeleid is, wordt gesteund door het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) en door de subsidieslurpers van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Minister Weyts, minister Somers, het inburgeringsbeleid van de Vlaamse Regering wordt vandaag dus juridisch bestreden door linkse organisaties zoals Vluchtelingenwerk Vlaanderen, die door diezelfde Vlaamse Regering rijkelijk worden gesubsidieerd: 2 miljoen euro de afgelopen jaren. Hoe dwaas kun je eigenlijk zijn? Vluchtelingenwerk Vlaanderen wordt overladen met miljoenen en valt daarmee het beleid van deze Vlaamse Regering aan. Minister Somers, ik zeg dus: stop met het subsidiëren van deze oikofobe promigratielobby die Vluchtelingenwerk Vlaanderen is en die uw eigen beleid vandaag meer dan ooit aanvalt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Annouri heeft het woord.
Ministers, dank u wel voor de antwoorden. Minister Weyts, u zegt dat u het jammer vindt dat er naar het Grondwettelijk Hof getrokken wordt. Minister Somers, u zegt dat u het onbegrijpelijk vindt. Maar eerlijk, dit komt toch niet uit de lucht vallen? Er zijn toch heel wat protestacties geweest. Er zijn toch heel wat kritische adviezen geweest. Heel wat adviesraden hebben gezegd dat dit geen goed idee is en toch hebben jullie dit volgehouden. Het is dus geen verrassing en dit komt niet uit de lucht vallen.
Het aspect van betalend maken vind ik wel opvallend. Enerzijds wordt er gezegd dat het maar 180 euro is. Anderzijds is het: ‘Nee, we willen het waardevol maken. Als mensen ervoor betalen is het krachtiger.’ Dat vind ik toch al een beetje op gespannen voet. Het is maar een klein bedragje, maar het is waardevol. Wat krijgt waarde? Wat is waardevol? Is het waardevol voor ons als maatschappij dat we ervoor zorgen dat er zo veel mogelijk nieuwkomers kunnen inburgeren, dat ze zo weinig mogelijk obstakels krijgen om door te stromen en mee te bouwen aan ons maatschappelijk verhaal op de arbeidsmarkt, in de zorg, enzovoort? Of is het waardevoller dat er zo veel mogelijk mensen 180 euro betalen om de een of ander symbolische trofee binnen te halen? Voor mij is het heel duidelijk: we moeten zo veel mogelijk mensen mee aan boord helpen in onze maatschappij.
Minister Somers, ik roep u dus op om het geweer van schouder te veranderen. Zorg ervoor dat u de kritische opmerkingen van de sector mee hebt, verander uw beleid voor het Grondwettelijk Hof het voor u zal doen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ministers, we hebben jullie natuurlijk gewaarschuwd. Jullie inburgeringsbeleid wordt met deze hervorming steeds meer een uitsluitingsbeleid. Ik denk ook dat dat een heel bewuste strategie is. Het zegt natuurlijk veel dat uitgerekend de sector die dit beleid in de praktijk moet brengen, die er de voeten op de aarde heeft, die het terrein zeer goed kent, vandaag tegen jullie naar het Grondwettelijk Hof stapt. Zij hebben groot gelijk. Dat het voor het Vlaams Belang nooit ver genoeg zal gaan, lijkt me redelijk evident, maar ik hoop toch dat zelfs de N-VA zich daar niet op zal baseren.
Ik hoor wel dat de N-VA nu al weet wat het Grondwettelijk Hof zal zeggen, of het wel of niet grondwettelijk is. Ik stel voor dat we daarvoor toch de uitspraak van het Grondwettelijk Hof afwachten. Daarvoor hebben we die mensen tenslotte. Maar toch misschien dit al: ministers, iedere identitaire hervorming die jullie meegesleept hebben uit de onderhandeling met het Vlaams Belang en de laatste jaren doorgevoerd hebben, iedere hervorming ligt vandaag voor het Grondwettelijk Hof. En die die daar nog niet liggen, zullen daar eindigen. Dat is iets waar jullie je het best eens over zouden bezinnen. (Applaus van Lise Vandecasteele)
De heer Ongena heeft het woord.
Ja, collega D’Haese, we wachten het best even het oordeel van het Grondwettelijk Hof af alvorens conclusies te trekken. Ik stel al een ding vast: links vindt onze hervormingen van de inburgering allemaal veel te streng. Rechts vindt ze allemaal veel te laks. (Opmerkingen)
De conclusie is vooral dat het een goed en een verstandig beleid is dat we aan het voeren zijn. (Applaus bij Open Vld en cd&v)
Het is een beleid dat hopelijk standhoudt, collega D’Haese en anderen. We zullen afwachten. Maar het is een beleid dat niet de bedoeling heeft om mensen uit te sluiten, maar vooral om mensen meer kansen te geven. We trekken de drempels op, vooral niet om de mensen lastig te vallen, maar om de mensen meer kansen te geven, om zich echt te integreren in de samenleving en ook bij te dragen aan onze samenleving. Daarmee doen we onze plicht. Ik ben het absoluut oneens met collega Van Rooy die zegt dat het veel te laks is allemaal. Collega, we zijn met de commissie samen naar Denemarken geweest. Denemarken is het walhalla van de integratie. We hebben eigenlijk samen moeten vaststellen dat Vlaanderen op dit moment voortrekker is in inburgering. Ik hoop dat we dat ook absoluut kunnen blijven. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ministers, dank u wel. Cd&v is in dezen altijd al een voorstander geweest van een integratie- en inburgeringsbeleid dat vertrekt vanuit wederzijds respect en vanuit rechten en plichten. Minister, de gevalideerde vragendatabank – zo wordt dat ook genoemd – zou tot stand komen via een participatief proces. Dat was belangrijk om het draagvlak te vergroten. Nu, vanuit het veld kwamen er signalen dat de timing voor de opmaak van die vragendatabank heel krap was. Het is duidelijk dat het draagvlak vanuit het veld ook wat onder druk staat. Hoe zult u dat draagvlak opnieuw creëren?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Zijn we met Vooruit voorstander van verplichte inburgering voor nieuwkomers? Absoluut. Maar zijn we het met de sector eens dat het een bijzonder slecht idee is om die inburgering van nieuwkomers betalend te maken? Absoluut. Heren, de realiteit is dat u het voor mensen die hier toekomen moeilijker gaat maken om Nederlands te leren en moeilijker gaat maken om te participeren aan de arbeidsmarkt om hun plaats te vinden in de samenleving. Ik kan maar herhalen: wij vinden het betalend maken van die inburgeringscursussen totaal, maar dan ook totaal, contraproductief. Wij geven dus onze volle steun voor het initiatief van de sector. Wij hopen uiteraard dat zij dit gaan winnen.
Minister Weyts heeft het woord.
Dat dit niet uit de lucht komt vallen: inderdaad, er was kritiek. Wij zijn ook niet over een nacht ijs gegaan. Wij hebben integendeel heel veel constructieve dialoog gevoerd met de sector, wat niet wil zeggen dat wij zomaar moeten meestappen in elke eis die wordt geponeerd of elke vraag die wordt gesteld. Het is ook wel duidelijk dat maar een deel van de sector naar het Grondwettelijk Hof stapt, het kleinere deel. Het is inderdaad Ligo, de vroegere centra voor basiseducatie. Dat gaat voor alle duidelijkheid over dertien centra. De centra voor volwassenenonderwijs (CVO's) stappen niet mee en hebben wel genoegen genomen met de dialoog, denk ik. Dat zijn dan weer een dertigtal centra. Dat is de grootste groep.
Daarenboven heeft net die dialoog er ook voor gezorgd dat we effectief tegemoet zijn gekomen aan de bekommernis omtrent de onderwijsvrijheid. Dat wordt ook letterlijk bevestigd door de Raad van State. De Raad van State zegt dat de onderwijsvrijheid niet in het gedrang is wegens het participatief proces dat wordt gelopen bij de ontwikkeling van de standaardtest en wegens het feit dat bij de eindbeoordeling 60 procent gebeurt op grond van het gestandaardiseerde gedeelte van de test.
Tot slot, wat betreft de bekommernis omtrent de betaalbaarheid van een en ander, bieden we ook daar heel wat ruimte aan de instellingen zelf. Het is namelijk zo dat de 180 euro voor het taalluik dat moet worden betaald, 90 euro per module is over een periode van een tot anderhalf jaar. Men kan ook altijd zelf voorzien in een gespreide betaling. Aan degenen die zeggen dat de betaalbaarheid een probleem is: de instellingen zelf kunnen er eigen betalingsmodaliteiten op nahouden. Wij bieden wel de mogelijke ruimte om dat betaalbaar te maken. Wel hebben we er duidelijk voor gekozen om dat attest en die opleiding letterlijk en figuurlijk naar waarde te schatten.
Minister Somers heeft het woord.
Ter aanvulling wil ik toch maar eens herhalen dat ik me enorm geërgerd heb aan het artikel dat in De Morgen stond, omdat er gewoon onwaarheden in staan. Er wordt gesuggereerd dat er twee examens moeten worden afgenomen. Dat is absoluut niet zo. In het verleden werd er een test afgenomen en nu wordt er een nieuwe test gemaakt die die andere zal vervangen.
Vervolgens wordt er gezegd dat de mensen gecentraliseerd examens zullen moeten afleggen. Dat is pertinent onjuist, factueel onjuist. Het zullen de leerkrachten zijn die die test afnemen, die uit die batterij van vragen zullen kunnen kiezen en die kunnen inzetten. Zoals collega Weyts heeft gezegd, blijft hun eigen oordeel nog altijd voor 40 procent meetellen. Dat is dus onjuiste informatie.
We hebben inderdaad het status-quo van het inburgeringsbeleid doorbroken. Dat is zo. Ik heb bepaalde delen van de sector altijd vanuit een zeer sterk conservatisme het status quo weten bepleiten. Weet u wat het status quo was? Het status quo was dat mensen anderhalf jaar moesten wachten in een asielcentrum om al dan niet een erkenning te krijgen en dat ze vervolgens nog eens twee jaar in de inactiviteit werden geduwd omdat men eerst de les maatschappelijke oriëntatie moest volgen, waar wachtlijsten voor zijn. Dan pas kon men aan de les Nederlands beginnen. Als men die gedaan had, dan werd er geoordeeld of men al of niet in staat was om te participeren aan de arbeidsmarkt en werd men misschien naar VDAB doorgestuurd. Minder dan 40 procent van de mensen kwam bij VDAB terecht. Mensen werden dus drie jaar lang in de inactiviteit geduwd en aan hun lot overgelaten. Wel, deze regering heeft gezegd: dat gaan we niet doen. We gaan dat aanpakken. We gaan dat veranderen. We gaan dat simultaan maken. We gaan de lessen digitaliseren. We gaan zorgen dat de standaarden van die lessen omhoog gaan, dat de leerkrachten beter worden begeleid en dat mensen binnen de twee maanden naar VDAB gaan.
Dat is kansen geven. Voor mij is dit een emancipatorisch traject. Dat is geen links traject, dat is geen rechts traject, dat is een kansentraject, waar mensen die deel willen zijn van de Vlaamse Gemeenschap en in de Vlaamse Gemeenschap komen, volwaardig en volledig worden ondersteund.
Ik heb in heel dat traject altijd vanuit eenzelfde hoek weerstand gevoeld. Altijd afremmen, tegenhouden, mensen betuttelen en paternalistisch behandelen. Ik merk dat vandaag opnieuw. Waarover gaat deze discussie? Over betalend maken. Dat is voor mij de evidentie zelf. Alle dingen in onze samenleving kosten geld. Er zijn heel veel cursussen die mensen vandaag moeten volgen of willen volgen die ook een klein inkomen hebben en voor wie het betalend wordt gemaakt. Maar we hebben wel geluisterd naar de sector. We hebben wel geluisterd naar het veld. Wanneer het veld zegt dat men toch niet voor vrijwilligers wil laten betalen, omdat die mensen het dan misschien niet gaan doen, dan heeft men een punt. We willen dat zoveel mogelijk mensen die cursus volgen. We beperken het tot hen die het verplichte inburgeringstraject moeten volgen. Dan heeft men tegen ons gezegd dat als mensen dat niet kunnen betalen, ze gaan doen wat de heer Van Rooy zegt. Dan gaan ze naar het OCMW en dan gaan ze daar met hun handje openstaan en geld krijgen. Wij zeggen neen. We gaan die mensen de kans geven om zo snel mogelijk een netwerk te hebben. We gaan die mensen die dat echt niet kunnen betalen, de mogelijkheid geven om maatschappelijk zinvol werk doen, waardoor die mensen een netwerk kunnen opbouwen in de samenleving en kunnen bijdragen. Op die manier, met twee of drie dagen vrijwilligerswerk, hebben ze het bedrag bij elkaar.
Welke nieuwkomer die naar Vlaanderen komt, die deel wil zijn van deze samenleving, is niet bereid om die inspanning te doen, haalt daar geen fierheid uit? Hoe verandert dat het beeld van de nieuwkomer in Vlaanderen? Het worden mensen die gedurende enkele dagen klaar-over gaan spelen aan een school of die, als het goed weer is, met onze senioren in het park gaan wandelen met de rolstoel. Daar zijn onze steden en gemeenten naar op zoek. Als een nieuwkomer dat kan doen en op die manier die 90 euro bij elkaar krijgt op 2, 3 dagen: wat een fierheid, wat een connectie, wat een positiviteit gaat daarvan uit! Nee, dat mag niet, want het is onmogelijk voor die mensen. Dat kunnen die niet. Wat een beeld creëert men hier vanuit een bepaalde linkerzijde over nieuwkomers. Ik heb een ander beeld. Ik heb een beeld van geëngageerde mensen, mensen die capaciteiten en talenten hebben die we moeten aanboren. Het zijn mensen die bereid zijn om deel te worden van deze samenleving en daar ook iets voor willen doen. Dat is het beeld dat ik heb.
Het hele inburgeringsbeleid is daarop gericht. Zo bouwen we dat uit. Gaat dat alle problemen oplossen? Neen. Maar het gaat mensen wel empoweren en versterken. Met het laatste punt dat we hebben gedaan, hebben we al die mensen ook nog een buddy gegeven. Dat bestaat nergens in Europa, we zijn een voorloper. Ik begrijp dat u voorbeelden aanhaalt vanuit Zweden en Denemarken. Maar daar heeft men onomfloerst gezegd dat ons project het sterkste project is, dat we beter bezig zijn dan Denemarken en beter dan Zweden en Nederland. Want als de Nederlandse regering een regeerakkoord maakt, is Vlaanderen het voorbeeld. U moet dat maar eens nalezen, het staat erin: we moeten ook dringend zo’n buddyproject doen want dat is iets nieuws, het is interessant, het connecteert.
U lacht daarmee? Ik begrijp dat u daarmee lacht, mevrouw Goeman, want u bent er blijkbaar niet in geïnteresseerd. De KU Leuven heeft gezegd dat met dat project de kansen van die mensen op de arbeidsmarkt en op de woningmarkt verdubbelen. Dat is verschil maken. Het gaat niet over ideologische blabla, maar over in de praktijk mensen vooruithelpen in Vlaanderen. En dat doen we met deze regering. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Ik hoop dat we zo snel mogelijk vooruit kunnen kijken, dat we zo snel mogelijk kunnen starten met het kwaliteitsvolle inburgeringsbeleid dat nu voorligt. Het is in het belang van de nieuwkomers. Ik onthoud met klem dat de nieuwkomers met de nieuwe maatregelen overal hetzelfde taalniveau kunnen halen, en dat de attesten overal dezelfde waarde zullen hebben. Op die manier kunnen nieuwkomers een attest voorleggen waarvan men ook op de arbeidsmarkt de waarde zal erkennen.
Ministers, wij staan resoluut achter dit inburgeringsverhaal. Het is een verhaal van rechten en plichten dat emancipatorisch zal werken via een taal die ons allemaal verbindt, het Nederlands. (Applaus bij de N-VA)
De heer Van Rooy heeft het woord.
Mocht ik straks migreren naar het buitenland … (Opmerkingen. Gelach. Applaus van Chris Janssens en Stefaan Sintobin)
– en ik weet dat vele lieve ambtsgenoten dat vurig wensen en dat zouden toejuichen –, dan zou ik het maar normaal vinden dat ik verplicht de taal moet leren. Ik zou het maar normaal vinden dat ik verplicht de cultuur van dat land moet omarmen en dat ik direct het land zou worden uitgezet als ik dat niet zou doen. En ‘last but not least’, ik zou het maar normaal vinden dat ik dat allemaal zelf zou moeten betalen. Dat geldt zeker wanneer het een land betreft zoals het onze, dat in crisis is en waar steeds meer inwoners hun rekening niet meer kunnen betalen.
Ik noteer: de N-VA, Open Vld, cd&v vinden het normaal dat de hardwerkende Vlamingen vandaag nog altijd 95 miljoen euro per jaar moeten betalen voor de inburgering van vreemdelingen. Wij vinden dat een schande. En dat is en blijft het verschil tussen ons, het Vlaams Belang, en jullie, de andere partijen. Wij zijn een ‘eigen volk eerst’-partij. Jullie allen zijn een ‘eigen volk laatst’-partij.
De actuele vragen zijn afgehandeld.