Report plenary meeting
Report
Bespreking (Voortzetting)
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van de bespreking van de verklaring van de Vlaamse Regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2023.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Collega’s, de voorbije week hebben wij als cd&v hard onderhandeld. Ik zou zeggen dat wij gevochten hebben als een leeuw. Om de gezinnen die vandaag in nood zijn, te steunen, hebben wij het maximaal haalbare voor hen proberen binnen te halen. In totaal komt er dit en volgend jaar meer dan 500 miljoen euro extra voor de gezinnen. En ja, op één belangrijk punt hebben wij onze regeringspartners niet kunnen overtuigen. Dat is de volledige indexering van de kinderbijslag. Wij blijven overtuigd van ons standpunt, maar we staan hiermee alleen in de regering. (Applaus bij cd&v)
Voor ons was het echter geen optie om de Vlaamse Regering in een langdurige crisis te storten. Dan waren er helemaal geen steunmaatregelen voor de gezinnen, ook niet voor de bedrijven en voor de ouderen. Want er zitten ook goede maatregelen in deze verklaring: extra geld voor de kinderbijslag, een grote investering in de kinderopvang – we hebben het er net uitgebreid over gehad –, een hoger zorgbudget voor de ouderen, en dat zonder de begroting te laten ontsporen. Daarom zijn wij finaal akkoord gegaan met deze Septemberverklaring. Wij slaan dan ook de bladzijde om. We werken voort in het belang van alle Vlamingen en dat is ook wat zij van ons verwachten. (Applaus bij de meerderheid)
Collega’s, in de kinderbijslag komt er voor gezinnen met een laag inkomen een verhoging van 180 euro per jaar per kind. Daar komt een premie bovenop van 100 euro, dit jaar en volgend jaar opnieuw. Daarmee blijft de kinderbijslag voor de meest kwetsbare gezinnen ongeveer welvaartsvast; het hangt een beetje af van groep tot groep. De groep aan wie deze sociale toeslag wordt toegekend, wordt ook verder uitgebreid. Voor alle gezinnen zal de kinderbijslag opnieuw geïndexeerd worden met 2 procent. Voor een gezin met twee kinderen komt er zo in totaal 165 euro bij tegen eind volgend jaar. Tot slot wordt ook de toeslag voor de halfwezen duidelijk verhoogd.
Mijnheer Van Rompuy, mag u onderbroken worden?
Als u het niet erg vindt, zou ik graag mijn betoog afwerken.
Als cd&v willen wij ook de werkende gezinnen ondersteunen, niet alleen door de jobbonus met 100 euro te versterken en de doelgroep uit te breiden, maar ook en vooral door fors te investeren in de kinderopvang. Er was al beslist om deze legislatuur 120 miljoen euro extra te investeren. Daar doen we nu 115 miljoen euro bovenop. Daardoor stijgt het totale budget voor kinderopvang tijdens deze legislatuur met meer dan 30 procent. Met deze extra middelen willen we in de eerste plaats het beroep van kinderbegeleider aantrekkelijker maken, door zowel de lonen te verhogen als de werkdruk te verlichten. Daarom trekken we onder andere de steun voor zoveel mogelijk crèches op naar niveau 2a. Dat stelt hen in staat om de lonen te verhogen en daarenboven geeft het crèches ruimte om zelf te bepalen of ze hun kinderbegeleiders voor bijvoorbeeld de jongste baby’s wat meer inzetten. Dat zal gebeuren in overleg met de sector. Met deze financiële impuls geven we ook uitvoering aan de conclusies van de parlementaire onderzoekscommissie. Ook het aantal inspecteurs gaat dus omhoog. Zo willen we het vertrouwen herstellen in een sector die voor ons van groot belang is. Ouders moeten hun kinderen met een gerust gemoed naar de kinderopvang kunnen brengen.
Ook de ouders zelf willen we financieel ondersteunen. We breiden het aantal plaatsen met een zogenaamd inkomensafhankelijk tarief nog eens uit met 33 miljoen euro. Voor deze ouders zal de dagprijs voor een kind in de crèche zakken van gemiddeld 30 naar 15 euro per dag. Voor gezinnen die deze winter in nood komen door de torenhoge energiefacturen, komt er een verbod op afsluitingen van november tot eind april. Ook de minimale energielevering wordt gevoelig versterkt en voor huurders van woningen die onvoldoende goed geïsoleerd zijn, zal er een korting zijn op de mogelijkheid tot indexatie – een voorstel trouwens dat onze fractie voor de zomer nog zelf op tafel heeft gelegd.
Ook de ouderen laten we deze winter absoluut niet in de kou staan. Heel wat ouderen met een laag inkomen die in een woonzorgcentrum verblijven, zullen hun zorgbudget zien stijgen tot 534 euro per maand. Voor alle zorgbehoevenden, waaronder veel ouderen, verhogen we het zorgbudget met 60 euro per jaar. Voor de woonzorgcentra zelf, andere zorginstellingen, jeugdverenigingen en scholen maakt de regering 200 miljoen euro vrij, om hun een eenmalige premie toe te kennen om de energiefactuur te verlichten. In totaal – we hebben het hier net gezegd – komt er in een jaar tijd voor het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 14 procent of maar liefst 1,4 miljard euro bij.
Ook heel wat ondernemingen zullen ondersteund worden. Om gezonde bedrijven die lijden onder de energiecrisis te steunen, krijgen zij een compensatie in de energiekost aan de ene kant, en, via het impulsprogramma, hulp bij de energietransitie aan de andere kant. Deze middelen staan trouwens ook open voor onze landbouwers.
Collega’s, we moeten ook verder kijken dan deze winter en maatregelen nemen waarmee we de energiecrisis ook structureel aanpakken. Als cd&v zetten we op Vlaams niveau in op energiebesparing en hernieuwbare energie. Federaal zetten we in op de verlaging van de factuur evenals op het verlengen van de kerncentrales. Op Europees niveau pleiten we voor een diepgaande hervorming van de energiemarkt.
Collega’s, deze energiecrisis gaat over meer dan centen. Het gaat ook over stabiliteit en vrede in Europa. De Russische raketten zijn niet alleen gericht op Oekraïne, maar ook op onze democratie, onze waarden, onze toekomst. Wij tellen de kostprijs van deze oorlog in euro’s, in Oekraïne tellen ze de kostprijs in mensenlevens. De sancties ten aanzien van Rusland moeten dan ook onverkort worden aangehouden. Wij hebben meer dan ooit nood aan Europese eensgezindheid, niet alleen in de strijd tegen Poetin, maar ook om onze energiemarkt diepgaand te hervormen. De enorme afhankelijkheid van Russisch gas, vooral door Duitsland, was een strategische vergissing. Daardoor is de geliberaliseerde vrije markt qua energie op dit ogenblik compleet op hol geslagen. Een vrije markt moet altijd worden gecorrigeerd om er de excessen te kunnen uit halen. Vooreerst moet de prijs van elektriciteit worden losgekoppeld van de gasprijs. Europa moet ook een juridische basis geven voor de overwinsten, en op lange termijn willen we onze energiebevoorrading onafhankelijk maken.
Tot slot, collega’s, zitten er voor cd&v in deze verklaring drie belangrijke zaken. Ten eerste komt er meer geld voor de kinderopvang. We maken het beroep van kinderbegeleider aantrekkelijker dankzij meer loon en minder werkdruk. Ten tweede maken we de kinderbijslag voor de kwetsbare gezinnen welvaartsvast. Ten derde kunnen ouderen in een woonzorgcentrum rekenen op een hoger zorgbudget boven op hun pensioen om hun rusthuisfactuur te betalen.
Daarom zal onze fractie deze Septemberverklaring steunen. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rousseau heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik was deze week kwaad. Ik was eigenlijk echt kwaad. Niet omdat de geloofwaardigheid van uw partij onder nul zit. Dat interesseert mij niet. (Opmerkingen)
Niet omdat de samenhang in uw regering volledig weg is, maar wel omdat uw circus het vertrouwen in heel de politiek opnieuw volledig onder nul heeft geduwd. Volledig onder nul! (Applaus bij Vooruit)
Ik vraag mij toch af of u nieuw bent in de politiek of dat u toch al even in dit parlement zit, want waar waren jullie dan de voorbije jaren als grote strijders voor de kinderen en de gezinnen met kinderen? Waar waren jullie dan? Waar was u toen er in 2020 de eerste Bekeblunder was om het kindergeld niet meer te laten meestijgen met de prijzen van het leven? Waar zaten jullie dan in 2021 met de tweede Bekeblunder, toen we er nog eens een procent van afdeden? Waarom dan plots nu? Was dat een sneer van de nieuwe voorzitter naar de hele fractie omdat jullie het de vorige jaren eigenlijk niet goed hebben gedaan? Was dat een sneer naar de regering omdat het niet goed was? Of kwam er iets goddelijks tot bij jullie waardoor jullie plots het licht zagen? Ik vraag mij heel eerlijk af vanwaar plots die ingeving kwam. Misschien kwam het door de peilingen en was dit een politieke show, maar de politiek is er niet beter van geworden, en zeker de kinderen in armoede niet. (Applaus bij Vooruit)
Ik vraag mij af of u dit echt meent. U staat misschien alleen in de regering, maar als het over investeringen in kinderen gaat, staat u volgens mij niet alleen in dit parlement. Gaat u dit nog op tafel leggen als cd&v? Gaat u dat tijdens de begrotingsbesprekingen tegen december nog eens op tafel leggen? Wij willen dat steunen. Gaat u daar nog iets aan doen of laat u dat vallen? Want als u dat direct laat vallen, snap ik niet waarvoor die show nodig was. U hebt alleen de extremen opnieuw groter gemaakt en u hebt de politiek belachelijk gemaakt. Dank u wel. (Applaus bij Vooruit)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega Van Rompuy, u sluit uw tussenkomst af met te zeggen dat jullie deze Septemberverklaring en de begroting voor volgend jaar, die daar uiteraard mee samenhangt, steunen. En dat verwondert mij niet, ik had niets anders verwacht. Het was eerder verrassend geweest dat u hier iets anders zou verklaren. Ik denk dat niemand uw tussenkomst nodig had om te weten dat dat straks het einde van de stemming zal zijn. Maar u hebt natuurlijk niet de beste week gehad als partij. En ik denk eerlijk gezegd dat dat zeer vervelend is, maar dat niemand daar vrolijk van wordt of dat niemand daar op zich een boodschap aan heeft.
Ik wil trouwens van de gelegenheid ook gebruikmaken om minister Crevits, die op dit moment nog altijd thuiszit, en bij wie de gezondheidssituatie dus wel degelijk ernstig was, van hieruit ook beterschap te wensen. Ik denk dat de Vlaamse Regering een voltallige regering kan gebruiken die op toppeil zit. Dus bij dezen wil ik namens onze fractie alvast de wensen van beterschap overbrengen.
Maar u zegt dat u de begroting gaat steunen, dat u de Septemberverklaring steunt, dat u deze regering het vertrouwen geeft, en dat verrast niemand. Maar waar ik van wakker lig, na het spektakel van de voorbije week, van de voorbije weken, is wat er morgen komt. Er liggen een aantal plannen op tafel, maar dit is niet het laatste dossier dat in deze Vlaamse Regering naar voren komt.
We hebben de structurele hervormingen van het kindergeld. We hebben afgelopen week zelf een voorstel ingediend als partij om daar de komende twee jaar echt nog werk van te maken. Hoe kijkt u daarnaar vanuit uw fractie? Bent u bereid om, samen met de regering in het beste geval, maar eventueel als het nodig is samen met de collega's hier in het parlement, na te denken over wat de toekomst van ons kindergeld kan zijn? Op welke manier kunnen we dat zo snel mogelijk hervormen en ervoor zorgen dat dat ook gelinkt is aan de index?
Ten tweede liggen er moeilijke dossiers op tafel. We hebben het debat daarnet gezien rond Ventilus, stikstof, de crisis in de kinderopvang. Er zal nog meer nodig zijn na wat hier de afgelopen week is meegedeeld door de minister-president. En waar geen enkele Vlaming, geen enkele Brusselaar een boodschap aan heeft, is de boodschap dat partijen moeilijk in hun vel zitten, dat partijen het moeilijk hebben om verantwoordelijkheid te nemen, dat partijen spektakel voeren. Waar de Vlaming en de Brusselaar nood aan hebben, is een regering die in moeilijke omstandigheden haar werk probeert te doen.
Ik heb dus eigenlijk maar één fundamentele vraag: bent u met uw fractie, en is de hele Vlaamse Regering volgens uw inschatting op dit moment politiek in staat om die moeilijke knopen te ontwarren, verantwoordelijkheid te nemen voor de Vlaming en de Brusselaar, en te zorgen dat Vlaanderen het beleid krijgt waar het in deze crisistijd recht op heeft? Of zult u diegene zijn die zorgt dat zeer belangrijke Vlaamse bevoegdheden, waar lang voor gestreden is, de komende twee jaar zonder ambitie worden ingevuld? Dat is volgens mij de vraag waarmee de Vlaming op dit moment naar dit debat kijkt.
En ik kijk u in de ogen als fractieleider van een fractie die fundamenteel een belangrijke rol speelt in deze regering, maar die duidelijk ook zoekt naar de rol in die regering. Op welke manier kijkt u naar deze regeringscrisis, en hoe zult u zorgen dat dat samen met de coalitiepartners opgelost raakt? Want Ventilus, stikstof, de crisis in de kinderopvang, de crisis in de ouderenzorg, het groeipakket dat niet hoog en niet sociaal genoeg is: hoe zult u die fundamentele problemen aanpakken? (Applaus bij Groen en Vooruit)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, het was inderdaad geen gemakkelijke week, en een week die inderdaad niet goed is voor het vertrouwen in de politiek. Collega Rousseau, u komt hier nu heel belerend over doen. Maar echt, eerlijk, wij hebben met betrekking tot het groeipakket geen lessen te leren van Vooruit. (Applaus bij cd&v)
Eerst stelde u voor om de middelen van het groeipakket naar de kinderopvang te laten gaan. Vorig jaar stelde collega Anaf voor om een indexsprong te doen ten voordele van de sociale toeslagen. Een paar maanden geleden stelde collega Goeman voor om middelen van het groeipakket eruit te halen en te spenderen aan warme maaltijden op school. En vorig weekend nog, collega Rousseau, kwam u in De zevende dag zeggen dat u terug naar het oude systeem zou willen. Onduidelijkheid troef dus, maar wel met één ding gemeen: minder kindergeld voor een heel aantal gezinnen. (Applaus bij de meerderheid)
En ik kan u zeggen: niet met ons. (Opmerkingen van Conner Rousseau)
Het standpunt van cd&v met betrekking tot het groeipakket is heel duidelijk. (Opmerkingen van Conner Rousseau)
Mag ik even mijn punt maken? Het standpunt van cd&v met betrekking tot het groeipakket is heel duidelijk, en dat hebben we ook al meermaals gezegd. Wij gaan voor sterkere sociale toeslagen voor mensen die het moeilijk hebben, en wij vinden ook dat een indexering van die basisbedragen er zou moeten komen.
Maar in de politiek moet je soms lang op eenzelfde nagel blijven kloppen vooraleer je iets kunt realiseren. Denk maar aan de financiering van de zorgzwaarte in de woonzorgcentra, de zogenaamde rvt-erkenningen (rust- en verzorgingstehuis). We hébben het gedaan. De wezentoeslag? De vraag lag al langer voor, we dóén het nu. Een verhoging van de sociale toeslagen? We dóén het in deze begroting. Een uitbreiding van Zorginspectie? We dóén het, het zit in deze begroting. De hervorming van de zorgbudgetten voor ouderen in een woonzorgcentrum om de betaalbaarheid beter te garanderen? We stelden het voor, het was pas voorzien voor 2024, maar we vervroegen het nu omdat die betaalbaarheid zo belangrijk is. En ja, wat betreft de indexatie van die basisbedragen in het groeipakket, ook op die nagel zullen wij blijven kloppen. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik hoorde u daarnet zeggen dat u zult investeren in de kinderopvang, zijnde 33 miljoen euro.
Over de kinderopvang hebben we het nu echt wel ...
Maar ik mag toch mijn vraag stellen. Collega Van Rompuy staat daar en ik zou graag mijn graag stellen. Dat is trouwens mijn recht.
Mijnheer Van Rompuy, ik hoorde u daarnet zeggen dat er 115 miljoen euro wordt geïnvesteerd, waarvan er 33 miljoen euro gaat naar de omzetting van die plaatsen, als ik het goed heb begrepen. Ik heb daar één vraag over: gaat het dan over nieuwe plaatsen of gaat het over de effectieve omzetting van de bestaande plaatsen? Dat heb ik niet goed begrepen.
Ten tweede hebt u gezegd dat er een versterking komt van Zorginspectie. Maar met hoeveel inspecteurs? En hoeveel gaan er dan naar Opgroeien? We vinden die verdeling nergens terug.
Ten derde hebt u daarnet ook gezegd dat u meer wilt investeren in personeel en dat u zult starten met een hoger loon. Ik denk dat u de boodschap van de sector nog altijd niet goed hebt begrepen. Want dat hoger loon, het feit dat iemand in trap 1 minder verdient dan iemand in trap 2b, en iemand die in trap 1 werkt nog minder verdient dan in trap 2a en trap 3, is niet logisch. Die ongelijkheid kun je pas wegwerken als je met gelijke subsidies gaat werken, zodat in de kinderopvang elke kinderbegeleider in elke voorziening evenveel verdient en je niet discrimineert doordat ze in de ene voorziening minder verdienen dan in de andere. Want daarover gaat het net voor het personeel. Het feit dat ze uitvallen, wil ook zeggen dat die ongelijkheid er is en dat ze ontevreden zijn over het loon.
Mijnheer Van Rompuy, hoe zit die verdeling precies? Ik heb u daarnet gewezen op het aantal niet-IKT-plaatsen, zijnde 22.417. Als ik die 33 miljoen euro omreken, komt dat neer op 2600 plaatsen. Dat wil zeggen dat 20.000 niet-IKT-plaatsen nog altijd ongesubsidieerd zullen blijven. Kunt u dat toelichten?
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik heb twee zeer concrete vragen voor de heer Van Rompuy. Ten eerste, wat bedoelt u met ‘Nu blijft het kindergeld min of meer welvaartsvast’? Ik geef u drie concrete voorbeelden van mensen die mij hebben gevraagd hoe dat nu voor hen zit. We hebben dat eens nagerekend. Sabine, twee kinderen, geen sociale toeslagen. Sabine woont in Gent, als u wilt kan ik haar foto tonen. Geen probleem. (Gelach. Rumoer)
Misschien moeten we even stoppen met lachen, want het gaat over redelijk serieuze vragen, als u het mij vraagt. Sabine, twee kinderen, geen sociale toeslagen: 506 euro verlies dit jaar. Welvaartsvast?
Een gezin met drie kinderen die oud genoeg zijn om in het oude systeem van de kinderbijslag te zitten, met sociale toeslagen: dit jaar 876 euro verlies, volgend jaar 450 euro verlies, inclusief alle maatregelen die werden afgesproken. Waar zit die welvaartsvastheid?
Een koppel uit Gent met één kindje. Mama zit thuis met een burn-out. Eén kindje van nog geen drie jaar, in het nieuwe systeem van het groeipakket, met sociale toeslag: 223 euro verlies dit jaar en 89 euro volgend jaar. Mijnheer Van Rompuy, wat bedoelt u met de welvaartsvastheid van het groeipakket?
Twee, mevrouw Schryvers, ik hoor u hier gepassioneerd zeggen: “Een indexsprong van het kindergeld, niet met ons.” Ik dacht toch dat jullie nu meededen? Of niet? 8 procent minder kinderbijslag, wél met cd&v.
De vraag is daarnet al gesteld. Ik zal een zeer concreet voorstel doen, mijnheer Van Rompuy. Wij dienen hier in het Vlaams Parlement een decreet in om de indexering van de kinderbijslag te herstellen. Zal cd&v voor stemmen of niet? Zal cd&v haar principes honoreren of niet? Zal cd&v haar rode lijn honoreren of niet? Dat is mijn tweede concrete vraag aan u. (Applaus van Lise Vandecasteele)
De heer Ongena heeft het woord.
Collega’s, er moet mij toch iets van het hart. Collega Rousseau, maandag werden we hier als meerderheid collectief de mantel uitgeveegd door de voltallige oppositie. Daarbij werd gezegd dat, op een moment dat de mensen thuis niet weten hoe ze hun facturen betaald krijgen, op een moment dat bedrijven niet weten of ze morgen hun productie nog overeind kunnen houden en hun mensen aan het werk kunnen houden, het een grote schande was dat de meerderheid zich bezondigde aan partijpolitieke spelletjes, aan partijpolitiek stratego. En ik moet zeggen, collega’s, dat de oppositie gelijk had. Ik denk dat dat geen toonbeeld was. Maar collega Rousseau, uw tussenkomst van daarnet was toch ook puur partijpolitiek gejen? Dat was toch ook een partijstrategie, partijpolitiek gejen, waarmee we vandaag toch ook geen meter vooruit raken? (Applaus bij de meerderheid)
Dus, collega Rousseau, doe wat u zegt en verlaag het debat niet tot dit niveau. Laten we het hebben over inhoud. Het is hier al heel veel over inhoud gegaan. Laten we dat blijven doen. Maar doe wat u zegt. Als u ons verwijt aan partijpolitiek te doen, doe het dan zelf alstublieft ook niet. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, u moet toch maar durven. Na het slechte theater van de voorbije week, vraag ik mij echt af wat de mensen hier nu aan gehad hebben. Een op de zeven kinderen in Vlaanderen leeft in armoede, in een welvarende streek als Vlaanderen, na zeventien jaar cd&v op Welzijn. En ja, dan hebben wij geen heilige huisjes. Maar we hebben wel een rode lijn, en dat is geen stippellijn: wij zullen nooit, nooit besparen op kinderen. En dat is wat jullie ondertussen al voor de derde keer doen in tijden van crisis. ‘Il faut le faire’. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik wil nog even ingaan op mevrouw Malfroot, op haar gedetailleerde vraag over de kinderopvang. Dat zijn misschien heel terechte vragen, maar daarnet is hier ook al gezegd dat we vandaag toch wel de goedkeuring geven aan het budget, een investering van 115 miljoen euro in de kinderopvang. Maar er is daarnet ook verwezen naar het overleg dat onze minister van Welzijn, mevrouw Crevits, zal hebben met de sector. Er werd gezegd dat we dat ook vooropstellen: dat de invulling van budgetten er pas zal komen na het verdere overleg met de sector. Ik denk dus dat de vraag vandaag niet is hoe dat budget ingevuld zal worden. De vaststelling vandaag is dat het budget er is. De invulling zal er komen na het verder overleg met de sector. (Applaus bij cd&v)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Heel kort, want er is iets wat ik echt niet snap. Collega Rousseau, we horen hier van uw fractie al de hele dag hoe slecht het allemaal is wat hier door de regering wordt goedgekeurd. U springt nu ook zelf mee in de dans. Maar woensdag lazen we dat u bereid was om alles mee goed te keuren, om een wisselmeerderheid te bieden om alles wat er op tafel lag mee goed te keuren. Dat begrijp ik niet zo goed. Dat moet u me eens uitleggen. (Applaus van Marino Keulen en Tinne Rombouts)
De heer Rousseau heeft het woord.
Ik leg dat met plezier uit, want blijkbaar hebt u toch niet goed gelezen of niet opgelet, of misschien hebt u een beetje slechte bedoelingen. Als u vandaag goed geluisterd hebt, hebt u gehoord dat wij al een paar dingen bestoeft hebben. Wij hebben gezegd dat de 115 miljoen euro voor de kinderopvang een goede eerste stap is. Misschien hebt u het, bewust of onbewust, slecht gehoord daarnet, maar collega Anaf heeft dat gezegd. Collega Gennez heeft een aantal jaren geleden met veel overtuiging de jobbonus gesteund en goedgekeurd. Als wij kunnen, zijn wij constructief, absoluut. Maar wij hebben gezegd dat wij niet gaan wachten tot iemand al dan niet gezwicht is om maatregelen te nemen. Als er maatregelen waren die de koopkracht van de Vlamingen konden versterken, dan kon u op Vooruit rekenen. Als u daarvoor op Vooruit kunt rekenen in de Federale Regering, kunt u daarvoor ook rekenen op Vooruit in het Vlaams Parlement. ‘Simple comme bonjour’. Zo simpel is dat.
Nu ik toch het woord heb: ik vind dat heel moedig van u, mevrouw Schryvers. Ik meen dat. Ik vind het heel moedig dat u het durft om hier nog jullie beleid te verdedigen. Ik apprecieer politici die hun beleid verdedigen. Dat is moedig. Dat is niet gemakkelijk. Wij besturen federaal mee. Dat is niet gemakkelijk, dat verdedigen. Dat is niet gemakkelijk. (Opmerkingen. Gelach)
Ik apprecieer dat. Maar u hebt niet geantwoord op mijn vraag. Ik vroeg: gaat u bij een volgende begrotingsbespreking het geld dat u afpakt van de mensen met dat kindergeld, zo’n 400 miljoen euro, terug op tafel leggen? Ja of neen?
Moeten wij nog eens een demarche verwachten van jullie?
Collega Ongena, dat is wel de controlerende taak van een parlement. Het moet vragen stellen. Kan het vertrouwen op het woord van ministers, van de uitvoerende macht? Als ik hier geen vragen mag stellen aan de mensen, wat zit ik hier dan te doen? U gaat mijn recht om hier vragen te stellen niet afnemen. (Opmerkingen)
Ik heb dus een heel simpele vraag: gaan jullie daar nog op terugkomen? Of is voor deze regering de kous af, en blijft deze besparing op kinderen overeind met cd&v, ja of neen? Dat is een heel simpele vraag. Wij willen jullie daarin steunen, en alleen laten weten dat jullie hier niet alleen staan. Wij van Vooruit willen jullie helpen. (Applaus bij Vooruit)
De heer Ongena heeft het woord.
Collega Rousseau, geen angst, ik zal u het recht om vragen te stellen zeker niet afnemen. Die paar keer dat u er bent, mag u zeker die vragen stellen. Geen probleem. (Opmerkingen)
Ik ben blij dat u nu vragen stelt, want dat was u daarnet niet aan het doen. Daarnet was u als voorzitter aan partijpolitieke jennerij aan het doen, en dat was mijn punt. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rousseau heeft het woord.
Met alle respect, maar dat is persoonlijk. Ik ben hier best wel elke week, hoor. Ik wil wel eens de proef op de som nemen: hoe vaak zijn andere partijvoorzitters die in het parlement zitten, aanwezig, en hoeveel parlementair werk hebben zij al gedaan? (Opmerkingen)
Als u ooit het geluk hebt om zelf voorzitter te worden van een partij, dan wil ik zien hoe ver u het dan brengt en hoe vaak u hier bent. Dat is heel onder de gordel.
Ik zou me godverdomme schamen voor die shitshow waarmee u heel de week Vlaanderen belachelijk hebt gemaakt met uw regering. Ik zou niet naar een ander beginnen te wijzen. Pipo. (Applaus bij Vooruit)
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, ik was blij dat het daarnet heel even over inhoud ging, toen collega Goeman tussenkwam over kinderarmoede. Kinderarmoede is echt een schandvlek voor onze samenleving. Collega Goeman, u verwees naar de cijfers in Vlaanderen, die nog beter kunnen. In onze eigen stad groeit een kind op de drie jammer genoeg op in armoede. Ik wil echter toch wel benadrukken dat we met deze Septemberverklaring enorm veel inspanningen doen in de strijd tegen kinderarmoede. We gaan fors investeren in nieuwe projecten die de strijd tegen kinderarmoede aangaan. We gaan extra investeren in jeugdinfrastructuur, die alle kinderen en jongeren ten goede komt, maar zeker ook de meest kwetsbaren.
U hebt het al uitgebreid gehad over wat we gaan doen rond de kinderopvang. Ook in het onderwijs zijn er extra investeringen.
Collega’s, ja, ook in de kinderbijslag zijn er enorm veel investeringen voor hen die dat het meest nodig hebben. Experten zijn het er roerend over eens dat je naast inspanningen voor dat basisbedrag vooral ook moet investeren in sociale toeslagen voor hen die het het meest nodig hebben. Het ging hier al over de 180 euro extra voor de mensen die daar vandaag van genieten, of de twee premies van 100 euro. Het is ook even gegaan over de uitbreiding. Ik wil jullie toch even de cijfers meegeven. We doen nu een uitbreiding met 50.000 kinderen, richting 450.000 rechthebbende kinderen. (Opmerkingen van Conner Rousseau)
Collega’s, amper vier jaar geleden was er het oude systeem. Toen wij het systeem overkregen van de federale overheid, hoeveel kinderen kwamen er toen in aanmerking? 175.000. Met andere woorden, 275.000 kinderen extra zullen kunnen genieten van die sociale toeslagen. Dat is maar liefst maal 2,5. Het is dus eerlijk gezegd niet juist te zeggen dat wij niks doen tegen de kinderarmoede. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
Collega Van Rompuy heeft heel duidelijk gezegd waar onze fractie voor staat rond de kinderbijslag. Er moet me iets van het hart. Men spreekt vaak over openheid en eerlijkheid in de politiek. Welnu, wat is er zo schaamtelijk of schandalig aan om als partij te zeggen dat we voor iets gaan, dat we voor iets strijden, om vervolgens in de coalitie te bekijken wat we kunnen doen en tot akkoorden te komen? Wij hebben met deze ploeg samen een akkoord gerealiseerd. We zijn tevreden met dat akkoord. Daar zitten enorm veel goede aspecten in, en we zullen dat ook samen uitvoeren. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister Dalle, u verdedigt hier met veel vuur wat deze regering gaat doen rond het kindergeld. Wat was dan het probleem deze week?
U zegt hier dat de strijd tegen kinderarmoede zo belangrijk is. Hoe rijmt u dat met besparen op het kindergeld?
Hoe kunt het feit dat sociale toeslagen binnen het groeipakket zo belangrijk zijn, rijmen met het feit dat zelfs diegenen die sociale toeslagen krijgen, erop achteruit zullen gaan in reële termen? Die gaan aan koopkracht verliezen. Die worden voor een stukje gecompenseerd. Collega Van Rompuy was er redelijk eerlijk in. Hij zei dat die bijna welvaartsvast blijven. Die gaan erop achteruit, minister Dalle. Hoe kunt u dat uitleggen?
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, ik heb nog een vraag aan collega Rousseau over de hulpvaardigheid in de politiek. (Opmerkingen)
Ik vraag me af wat de bijdrage is van een politicus die zich verstopt in een konijnenpak en komt zingen op een tv-scherm. (Opmerkingen)
Ik heb drie concrete vragen gesteld aan de minister. Ik zou daar toch graag een antwoord op krijgen.
Collega Van Rompuy staat vooraan. Hij mag ook antwoorden.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Wat betreft de kinderbijslag, is er één partij waar wij geen lessen van te krijgen hebben en dat is Vooruit. Jullie hebben één jaar geleden voorgesteld om de kinderbijslag af te schaffen, jawel af te schaffen. Daarna hebben jullie voorgesteld, ik lees het citaat voor: “En als gij vindt dat we daarvoor het kindergeld moeten afschaffen (…) Dan willen wij daar met u over spreken.” Dat is een letterlijk citaat van de site van Vooruit. (Applaus bij cd&v)
Enkele maanden later hebben jullie voorgesteld om niet te indexeren. Ik heb hier een voorstel, het derde voorstel van Vooruit. Dat is exact wat we nu doen met de Vlaamse Regering. (Opmerkingen van Hannes Anaf en Conner Rousseau)
Wij hebben dus geen lessen te krijgen op het vlak van de kinderbijslag van jullie en wij hebben geen socialisten nodig om een sociaal beleid te kunnen voeren. (Applaus bij de meerderheid)
Er was de vraag of we dat opnieuw op tafel zouden leggen. Kijk, ik ben begonnen met te zeggen dat we op dat punt alleen in de regering staan. Zolang wij de anderen niet kunnen overtuigen, zal het er niet komen. Ik zal ook duidelijk zijn: aan wisselmeerderheden gaan we niet beginnen. Partijen die in een andere regering zitten, zouden dat ook niet doen. Wij gaan hierover geen wisselmeerderheden steunen. Dat betekent dat wij verder zullen investeren in de gezinnen op de manieren zoals we dat nu doen. We hebben fors geïnvesteerd in de kinderopvang, veel meer dan Vooruit. Vooruit voorzag in haar eigen ontwerpbegroting exact 0 euro voor de kinderopvang. Wij investeren 115 miljoen euro extra in de kinderopvang. Er komt deze legislatuur 30 procent bij. Daarenboven doen we 250 miljoen euro extra voor de kinderbijslag. Ik heb de punten zonet genoemd.
Er is de vraag naar de welvaartsvastheid. Specifiek voor de – ik heb het zo genoemd – kwetsbare gezinnen komt het er concreet op neer dat als je de sociale toeslag neemt, 15 euro per jaar plus de twee premies, je aan een welvaartsvast bedrag komt voor die groep. Dat is het punt dat ik daar gemaakt heb.
Collega’s van Groen, ik wil jullie er ook op wijzen dat jullie enkele maanden geleden een voorstel gedaan hebben om niet te indexeren. U schudt van nee, maar ik zal het citaat nemen van mevrouw Ann De Martelaer: “We sluiten ons ook aan bij het voorstel van Vooruit om de kinderbijslag eenmalig niet te indexeren: nog 8 miljoen euro winst.” Jullie noemen dat dan nog winst ook.
De vragen over de kinderopvang van mevrouw Malfroot zijn beantwoord door mevrouw De Rudder. Ik geloof dat collega Anaf nog enkele vragen voor de minister had.
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, ik stoor me aan het discours van ‘besparen op’. Ik dacht dat dat betekende dat je minder uitgeeft voor een bepaald domein. Ik lees hier gewoon de begrotingscijfers. De raming voor de begrotingsopmaak 2023 voor de kinderbijslag voor het groeipakket is 4,555 miljard euro.
Dat is maar liefst 302 miljoen euro extra ten aanzien van de gecorrigeerde begroting voor dit jaar. Ik denk dat dat duidelijk is.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Heel kort voorzitter, want we kunnen eindeloos hetzelfde debat blijven voeren.
Dat is waar.
Collega Van Rompuy is heel duidelijk over wat er nog aan parlementaire ruimte is voor de komende tijd. Alle begrip daarvoor. Dan zal het zo zijn. Maar zowel op korte termijn, in concrete voorstellen, als in structurele voorstellen voor de hervorming van de kinderbijslag, zullen wij blijven zeggen dat het socialer moet zijn, en dat wij de experten wél willen volgen om het gerichter te maken. We zeggen ook dat het progressief moet zijn, want dat is de wijze waarop de groene fractie naar sociale zekerheid kijkt, en naar stelsels zoals het kindergeld. Dat is één.
Als tweede punt wil ik even aanvullen. U zegt: “Ik denk dat ik alle vragen beantwoord heb.” Ik heb echter nog een paar andere dossiers vermeld. Ik ga ervan uit dat uw fractie een bepaalde mening heeft over hoe dat binnen de huidige cohesie in de Vlaamse Regering aangepakt zal worden. Hoe kijkt u naar het stikstofdossier of het Ventilusdossier? Ik ga ervan uit dat die u ontglipt zijn, maar ik wou u er toch nog even aan herinneren om daar wat duiding bij te geven, zodat we het volgende politieke jaar toch wat kunnen inschatten.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik begrijp, mijnheer Van Rompuy, dat u probeert om toch ergens een uitleg voor te verzinnen. Maar het is wel niet ernstig als u voorstellen van ons citeert en zegt dat wij voorgesteld hebben om niet te indexeren, maar er dan niet bij te zeggen dat wij dat bedrag zouden gebruiken voor extra sociale toeslagen. (Opmerkingen van Peter Van Rompuy)
Wij hebben niet voorgesteld om te besparen op kinderen. U bespaart op kinderen. Dat is niet wat wij gedaan hebben. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik neem ook even het woord namens de cd&v-fractie. Daar denk je dezer dagen twee keer over na, aangezien in de kranten al vijf dagen lang een hele uitleg wordt gegeven over wat waar overal misliep.
We hebben gevochten voor die indexering. Ik ga nooit nog naar Willy Sommers kunnen luisteren zonder te denken aan het hele schouwspel van deze week. Het is zoals minister Dalle zegt: wij geven toe. Misschien moeten we dat hier nog eens herhalen. Wij geven toe dat we dat niet volledig gehaald hebben. ‘Sometimes you win, sometimes you learn’. Ik had gehoopt dat dat toch ook wel zou kunnen leiden naar een verderzetting van het debat. Maar het heeft ons ertoe genoodzaakt, op het moment dat we vaststelden dat we dat punt zeker niet zouden halen, om zeer kritisch te kijken naar de rest van wat voorlag. Ik kan u met de hand op het hart garanderen dat ik nog meer dan andere jaren zeer kritisch heb gekeken naar wat er hier voorlag. Wij waren ‘not amused’, omdat wij dat ene punt niet binnenhaalden. Zo gaat dat nu eenmaal. Ik moet zeggen, collega’s, dat ik kritischer dan ooit heb gekeken, maar ik stem straks met overtuiging voor. Ik moet hier geen uitleg verzinnen. Ik denk dat ik op het punt ben gekomen dat we af en toe kunnen zeggen waar het op staat: ‘sometimes you win, sometimes you learn’.
Wij hebben dat niet binnengehaald, maar al de rest van wat voorleg was indrukwekkend, en is indrukwekkend. Daar wordt hier nauwelijks over gesproken: over de budgetten voor personen met een handicap. Hebt u bij benadering enig idee hoeveel de Vlaamse Regering daar volgend jaar veil voor heeft? Enig idee? Maar liefst 100 miljoen euro voor extra budgetten voor mensen met een handicap. Daarnaast 100 miljoen euro voor mensen die werken in de sector. Er gebeuren zoveel goede dingen. Werken zal meer lonen, zorgen voor iemand zal meer lonen. Ik denk dat we hier vandaag echt wel zeer kritisch hebben gekeken. Ik spreek voor mezelf, en ook een stuk voor onze fractie, denk ik, en voor veel collega’s. We hebben zeer kritisch gekeken naar wat we zouden doen met deze Septemberverklaring. Ik heb geen uitleg moeten verzinnen. Er is iets niet gelukt, maar wat er voorligt, dat keur ik niet goed omdat ik moet, dat keur ik goed omdat ik geloof in wat er voorligt en omdat onze verenigingen, onze woonzorgcentra, de mensen die werken, de gezinnen, de bedrijven en de ondernemers geholpen worden, met datgene wat er voorligt. Dus: geen uitleg verzinnen, maar met overtuiging. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb even gewacht met een vraag over kinderopvang, om plaats te laten aan een fundamentele vraag van mijn voorzitter.
Maar ik vind het eigenlijk wel verhelderend dat u een beetje licht hebt geworpen op wat er met die 115 miljoen euro gaat gebeuren. Ik ga de technische vragen later stellen. Dat is niet voor nu, dat is voor in de commissie. Maar er blijft wel een essentiële vraag. We hebben vandaag gehoord wat er met die 115 miljoen euro zal moeten gebeuren. Dat is nu al drie dagen, tot dit debat, bij elke meerderheidsfractie iets anders, maar ook vandaag blijft het iets anders.
We horen van alles: kwaliteitscontrole verbeteren, ondersteuning, controle tout court, Zorginspectie, subsidies voor werkgevers, wat subsidie voor de trappen, nieuwe plaatsen creëren. Tja, nieuwe plaatsen creëren: dat is heel goedkoop geld om uit te geven als er niemand is om die plaatsen in te vullen. Dat is pure theorie. Het blijft volledig stil, tot uw tussenkomst over het absolute beginpunt: negen is te veel. Wat zegt u daarover? “Wij gaan ‘de ruimte’ laten” – ‘de ruimte’ tussen aanhalingstekens, moet ik zeggen – “voor organisatoren in de kinderopvang om daar zelf te spelen met die kindnorm.” Met andere woorden: zij mogen blijkbaar beslissen waar ze hun kindbegeleiders overbelasten. Zullen ze hen nog meer belasten bij de peuters, of zullen ze hen even overbelast laten bij de baby’s? Dat is geen verbetering van de norm.
U probeert hier in een parlementair debat met uw meerderheid het licht van de zon te ontkennen. We weten uit onderzoek heel erg goed waarom kindbegeleiders stoppen. De hele sector zegt dat er van alles moet gebeuren, allerlei noden moeten worden gelenigd, maar: negen is te veel. Dat is het absolute beginpunt. U bent hier telkens hetzelfde debat aan het voeren. U zegt dat er 30 procent bij komt. Dat geeft aan hoe weinig het was in het verleden, hoe ontzettend goedkoop kinderopvang is geweest voor de Vlaamse Regering, ten koste van ouders, kindbegeleiders en kinderen.
Elk stukje van deze tussenkomst komt niet van mij. Dat komt van het middenveld, van de sector, van de mensen in de sector zelf. Dat geldt ook voor kinderbijslag, en ook voor de wachtlijsten die niet worden teruggedrongen. En dát brengt ons in elk onderwerp terug naar de basis. Dat is de vraag van onze voorzitter: hoe gaat u daadwerkelijk, in plaats van in parlementaire debatten, die essentiële problemen aanpakken? Want dát, inderdaad, zie ik deze Vlaamse Regering niet doen.
En inderdaad: volgende week komt de kinderopvangsector op straat. Daarmee weet u eigenlijk alles wat u moet weten. Het protest is oorverdovend en dat reikt tot in deze Vlaamse plenaire vergadering, of u het nu wilt horen of niet. (Applaus van Jeremie Vaneeckhout)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, er is een duidelijk traject afgesproken, zowel voor stikstof als voor Ventilus. Voor stikstof hebben wij een akkoord gesloten. Het openbaar onderzoek is gevolgd. Er zijn 20.000 bezwaren gekomen. U hebt vandaag opnieuw gehoord dat de regeringspartijen al die bezwaren ernstig zullen nemen en dat we dan tot een definitief akkoord zullen komen. Voor Ventilus zijn er ook duidelijke afspraken gemaakt. Begin november komt er een rapport van professor Westermann. Dat rapport moet de knoop doorhakken. Die knoop is veeleer een technologische dan een politieke vraag. Dat traject hebben wij afgesproken. Het gaat ook gewoon door. Er zijn veel fasen om te komen tot een uiteindelijke bekabeling. Het proces gaat gewoon door. Er is een extra dubbelcheck ingevoerd. Die moet ervoor zorgen dat we met de lokale mensen in overleg kunnen gaan en kunnen bekijken wat de beste oplossing is. Ik zei reeds dat het advies van professor Westermann in dit dossier bepalend zal zijn.
Er is dus in beide dossiers een duidelijk traject, en wij zullen dat traject ten volle lopen.
Collega Groothedde, u vraagt naar de details met betrekking tot de invulling van de kinderopvang. Die zullen natuurlijk ook met de sector worden besproken. Maar ik denk dat u het best die details met de minister zelf bespreekt, wanneer zij terug is uit ziekte. Dan kunnen wij in de commissie tot in de details bekijken hoe het allemaal exact in elkaar zit. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, ik zie collega Groothedde neen schudden. Ik denk dat het wel aangewezen is dat we dat in de commissie verder bespreken. Daar is trouwens een afzonderlijke commissievergadering voor gepland, namelijk op 11 oktober.
Ik wil nog even verwijzen naar wat we hebben geschreven in het verslag van de onderzoekscommissie, bij de aanbevelingen. Ik zeg ‘we’, maar collega Groothedde nam daar niet aan deel. Er was voor de rest een breed draagvlak met betrekking tot de kindnorm: we moeten een benchmarking doen, een wetenschappelijke studie over de kindnorm, ook met betrekking tot leeftijdsdifferentiatie. Dat is nodig. Dan moet de minister samen met de sector bekijken welke maatregelen er moeten worden genomen. Laat ons alsjeblieft eerst die oefening maken, zoals de parlementaire onderzoekscommissie dat in haar verslag en in de aanbevelingen heeft geschreven, in plaats van hier opnieuw gewoon lineair een aantal zaken voorop te stellen.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Mijn neen schudden, collega, ging over het feit dat ik niet naar details heb gevraagd. Collega Van Rompuy staat het natuurlijk absoluut vrij om totaal niet op mijn vraag te antwoorden. Dat mag. Maar u moet mijn woorden wel niet verdraaien.
Daarbuiten bevestigt u kortweg met uw tussenkomst dat u wat ik vaststel, namelijk de allerdringendste nood in de kinderopvang, met acht, negen en vaak meer kinderen – wat veel te veel is – dit jaar niet gaat aanpakken, en dat u daarvoor, binnen uw budget, nog geen plaats uittrekt. Als u het nu weer op de lange baan schuift en het in een volgende legislatuur gaat doen of er in het laatste jaar van uw legislatuur mee begint, dan is intussen de kinderopvang doodgebloed. Dat is het enige wat ik zeg. En dat is iets heel anders dan wat u van mijn tussenkomst hebt gemaakt.
Goed. Ik zeg dat we het over kinderopvang al voldoende hebben gehad.
Vraagt er nog iemand het woord? Neen.
Dan geef ik het woord aan de Vooruitfractie. Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, waar hebben we de voorbije dagen nu eigenlijk naar zitten kijken? Ik weet niet of iemand van jullie nog bij de bakker of naar de kapper is geweest, maar mensen maken zich echt heel grote zorgen, zorgen over de rekeningen die komen, zorgen over de oorlog in Oekraïne, over Poetin die de pedalen compleet kwijt lijkt. Maar ze zijn ook boos, bozer dan drie jaar geleden, mijnheer Jambon, toen u hier voor de eerste keer stond. Dat is terecht. De mensen zijn boos op politici die de urgentie niet zien. Want elke dag zien mensen nieuwe facturen in de bus vallen. Elke dag zien ze hun kosten stijgen. Elke dag zitten ondernemers met de handen in het haar omdat ze niet meer weten hoe ze hun zaak moeten rechthouden. Wat zij vandaag verwachten, is een overheid die hen de winter doorhelpt, met concrete maatregelen die hun koopkracht nu onmiddellijk versterken – vandaag, niet volgende maand, niet volgend jaar. Maar wat krijgen ze? Een Vlaamse Regering die al maanden treuzelt, met een minister-president die na de vakantie nog zei: ‘Nee nee, wacht maar op mijn Septemberverklaring.’
En vervolgens stond die minister-president hier maandag met lege handen, oog in oog met al die Vlamingen, met al die mensen en bedrijfsleiders die misschien voor het eerst ooit, collega’s, echt zaten te wachten op die Septemberverklaring. Wat ze wel kregen, was een beschamend potje slecht theater van politici en een regering die meer met zichzelf bezig is dan met de zorgen van mensen. En wat heeft de Vlaming vijf dagen later eigenlijk gewonnen bij die show, collega’s van de cd&v? Niets. De regering bespaart nog altijd op kinderen, en de meeste andere Vlamingen worden eigenlijk ook nog altijd niet geholpen.
Kijk, de belangrijkste vraag die wij ons met Vooruit stellen is: wat gaat jullie akkoord de Vlaming nu onmiddellijk opleveren? Want ik zeg het opnieuw: de facturen vallen nu in de bus. En dan is de conclusie die veel Vlamingen gaan trekken natuurlijk glashelder: het is te weinig. Het is te weinig en het is te laat. In het beste geval krijgen een aantal Vlamingen wat zakgeld voor de winter, in het slechtste geval helemaal niets.
En ik kom nog eens terug op die singles, op koppels zonder kinderen, gepensioneerden. Dat zijn drie groepen die echt vergeten worden door deze regering. Laat mij eerst beginnen met hun energiefactuur. Gaat die straks omlaag dankzij de Vlaamse Regering? Neen. Als ik het goed begrepen hebt wordt de maatregel om 3 euro uit de factuur te halen gewoon verlengd. 3 euro! Op een moment dat mensen voorschotfacturen van 400, 500 of 600 euro in de bus krijgen, zegt een Vlaamse Regering: ‘We houden het zo, het is goed. Of nee, wacht, er gaat 5 euro extra af per jaar.’ Ik vraag me echt af of u die verhalen dan niet hoort, de verhalen van die mensen in Vlaanderen die vandaag een tweede of zelfs een derde job moeten nemen, gewoon om hun energiefactuur te kunnen betalen.
Het kan ook anders, collega’s. De Federale Regering, mét socialisten, heeft ondertussen honderden euro’s uit de energiefactuur gehaald. Van de Vlaamse Regering moeten we akkoord gaan met peanuts. Ik vind dat gewoon lachen met de mensen.
Dan de huur van de mensen: zal die dan niet stijgen? Misschien. Kijk, als verhuurder niet mogen indexeren als je niet isoleert, daar valt iets voor te zeggen. Als het huurders ook echt vooruithelpt. Want vandaag, collega’s, worden huurders dubbel gestraft. Hun energiefactuur explodeert, en ondertussen stijgt ook hun huurprijs door, met meer dan 10 procent. Voor een appartement van, laat ons zeggen, 825 euro, is dat meer dat 80 euro per maand extra. Dat is gewoon echt veel, te veel in combinatie met torenhoge energiefacturen. En neen, minister-president, dat is niet hun schuld. Het is mede door uw beleid dat mensen vaak geen andere keuze hebben dan te huren.
En nu is er eindelijk aangekondigd, door de heer Vandaele, dat er een voorstel op tafel ligt, na maanden van weggestemde voorstellen en getreuzel. Maar de vraag blijft voor ons: helpt dat de huurders nu echt meteen vooruit? Wij vrezen toch van niet. Het zorgt op dit moment vooral voor onzekerheid, en het is onrechtvaardig. Onzekerheid, want heel veel huurders weten op dit moment nog niet of hun huur met tientallen euro’s zal stijgen of helemaal niet. Het is afwachten en hopen dat het goed komt. Het is extra onzekerheid in tijden van crisis.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Collega Goeman, ik hoor u en uw partij het steeds opnemen voor de huurders, en dan spreken jullie zogezegd ook over de verhuurders. U moet ook eerlijk zijn. U hebt het nu over de stijgende huurprijzen, maar vele verhuurders hebben niet geïndexeerd. Vele verhuurders waren wel van goede wil, zijn in contact getreden met hun huurders, en zijn samen naar een oplossing gegaan. Ik denk dat u dat zeker ook eens mag vermelden.
Ik zie voornamelijk collega Veys, met alle respect, die zich iedere week in verschillende bochten wringt om toch maar van beide walletjes – zowel huurder als verhuurder – te kunnen eten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan jullie laatste voorstel van resolutie wat betreft de betaalbaarheid van de huurwoningen op de private markt, waarover tijdens een hoorzitting, die jullie overigens zelf hebben aangevraagd, de drie experts duidelijk hebben aangegeven dat het nergens op slaat, dat het voorstel nefast is voor de huurders, dat het voorstel terug moet naar de tekenbank. De week nadien, collega Veys, was u er nog steeds van overtuigd om het voorstel opnieuw in te dienen in de commissie, was u nog steeds overtuigd van het nut van een dergelijk voorstel. Dan stel ik me toch de vraag of u het wel degelijk goed voor hebt met diezelfde huurders waar collega Goeman het nu over heeft. Vandaar ook mijn heel algemene vraag, collega Goeman, waar exact uw loyaliteit ligt, en welke mensen u precies wilt helpen.
De loyaliteit van mijn fractie, van mijn partij ligt zeer duidelijk zowel bij de huurders als bij de verhuurders, en ik denk dat die verhuurder een partij is die uw partij redelijk vaak vergeet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Veys heeft het woord.
Vooruit is bezorgd over de huurders. De huur is te duur. Ik denk dat bijna alle fracties hier dit ondertussen ook vinden, dat we dat al vaak in de commissie Wonen bespreken, en dat we ons vooral – en dat is het belangrijkste, want dat is waar het echt om draait – afvragen hoe we dat kunnen verbeteren. Hoe kunnen we zorgen voor meer woonzekerheid, voor meer zekerheid voor de huurders, voor meer betaalbaarheid?
U verwijst naar een van de vele voorstellen die we hebben ingediend in de commissie. Ik wou dat ik ook van uw fractie kon zeggen dat u dat vaak deed. Helaas is dat niet het geval. Maar ik ben vooral blij dat u zich vragen stelt, dat u zich ook de vraag stelt hoe we het kunnen verbeteren voor de huurders. En als we een goede oplossing willen vinden voor de private huurmarkt, dan is er maar één oplossing, en dat is meer en sneller betaalbare woningen door de overheid laten bouwen, sociale woningen, waarvoor nu een miljard euro blijft liggen door de keuzes van deze regering. Dat zat ook niet in de Septemberverklaring. Het was misschien ook eens het moment om daarop door te pakken. Want daar gaat het echt om. Als u dat niet op de rails krijgt, minister Diependaele, dan gaan we dat op de private huurmarkt nooit kunnen oplossen. (Applaus bij Vooruit)
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Veys, voor uw aansporing. Ik wil eerst twee zaken zeggen. We zijn wel degelijk met sociale huur bezig. Het is natuurlijk een debat dat we hier al tien keer gevoerd hebben. Met alle respect en begrip, ik begrijp ook de ongedurigheid en ik deel die ook, maar we werken daar wel degelijk op. We zijn de sector aan het hervormen en dat is de grootste hervorming die ooit doorgemaakt is. De procedures zijn vergemakkelijkt. Ik heb het hier allemaal al overlopen.
Ten tweede, het aanbod op de onderkant van die private huurmarkt is eveneens een heel grote uitdaging. En ook daar hebben we het al verschillende keren over gehad. We hebben het geconventioneerd verhuren opgestart. De komende week zitten we trouwens opnieuw samen met de private partners om te kijken hoe we dat efficiënt en gemakkelijk kunnen doen. Dat debat loopt in elk geval. We zullen elkaar daar nog verschillende keren over ontmoeten in de commissie.
Maar dan: waarom vind ik jullie voorstel, mevrouw Goeman en mijnheer Veys, zelfs met de intentie en de doelstelling die jullie zelf hebben, minder goed dan ons voorstel? Eerst en vooral laten jullie toe dat zelfs huurwoningen met een EPC van E of F nog altijd 2 percent mogen indexeren. Ons voorstel laat dat niet toe. EPC E en F is barslecht. Wij gaan dit niet langer toestaan om te indexeren; jullie laten dat wel nog altijd toe. Ik vind dat niet goed.
Ten tweede – en dat is daaraan gekoppeld – is ons voorstel er ook op gericht om het niet alleen betaalbaarder te maken voor die huurder – want dat is één zaak die je moet aanpakken –, maar ook om die verhuurders aan te zetten om energetische renovaties te doen. We hebben hun woning nodig op die private huurmarkt. We moeten ze ervan kunnen overtuigen om die woning te blijven aanbieden. Dus wat we doen is hen gaan aanmoedigen, samen met de Mijn VerbouwLening, waarop ook zij beroep kunnen doen, om die woning te blijven aanbieden op de private huurmarkt. Wij gaan geen verhuurders straffen, maar we gaan aanmoedigen om renovaties te doen zodat ze EPC A, B of C krijgen en aan de volle 100 percent kunnen indexeren. Bij D is dat maar de helft.
Ten derde, is er nog een bezorgdheid omtrent jullie maatregel, en dat is niet alleen mijn bezorgdheid maar ook die van het Netwerk tegen Armoede. Als we, zoals jullie willen, een lineaire maatregel nemen en zo alle verhuurders straffen, wat uitdrukkelijk niet de intentie van ons voorstel is, dan ga je ervoor zorgen dat heel veel verhuurders veel sneller een contract gaan verbreken, en op zoek gaan naar een nieuwe huurder. Dan kunnen ze niet alleen die huurprijs aanpassen aan de indexatie maar ook aan de stijging van de huurprijs boven op de indexatie die er het laatste jaar is voorgekomen in Vlaanderen. Jullie maatregel gaat ervoor zorgen dat die meest kwetsbare mensen op die private huurmarkt nog in grotere problemen komen, want die gaan hun huurwoning kwijt zijn. Dat willen wij uitdrukkelijk vermijden. Ik denk dat dat drie zaken zijn, drie zeer duidelijke elementen, waar ons voorstel een pak beter is dan dat van jullie, ook ten aanzien van diezelfde doelstellingen die jullie zogezegd nastreven. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
De heer Veys heeft het woord.
Ik ga straks in alle detail in op de voorstellen van decreet. Een voorstel van decreet verdient op zich een goed debat. Met welke intentie hebben wij dat voorstel gedaan? Omdat wij opkomen voor die huurders. Ik heb deze week nog een jongedame in Kortrijk gesproken wiens huur voor een huurhuis met code B van 650 naar 737 euro gegaan is, dat is meer dan 1.000 euro op jaarbasis erbij. Voor iemand zoals zij die voltijds werkt en zelfstandige in bijberoep is, is dat een drama.
En we zitten in een crisis. We hebben een crisismaatregel nodig die snel en meteen het verschil maakt. Ik ben heel blij, minister Diependaele, dat u er erin geslaagd bent om uw voorstel – ik neem aan dat het hier wel zal gestemd raken – vanaf 1 oktober te laten ingaan. Het is een stap in de goede richting. Ik merk dat we met Vooruit wegen. En als ik commentaar krijg van Vlaams Belang dat ik me iedere week in bochten wring voor huurders, dan ben ik daar verdorie heel fier op. Zeker als dat komt van de enige fractie in heel het halfrond die niet vindt dat er meer sociale woningen moeten komen. Dat heeft collega Brusselmans gezet in de commissie. Dat is uw verantwoordelijkheid niet nemen, voor de mensen waar je zogezegd voor opkomt.
Maar wat er structureel fout zit in uw maatregel, minister Diependaele – ik loop al even vooruit op het gesprek van zo meteen – is dat, zoals in het geval van die dame uit Kortrijk, code B volle pot betekent. Dus het kan zijn dat er volgend jaar nog eens 80 euro bij de maandelijkse huurprijs komt en dat lukt voor haar niet. Jullie vergeten telkens opnieuw de alleenstaanden. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Als u goed kijkt naar wie er huurt in Vlaanderen, dan zijn dat mensen met lagere inkomens, die nog meer een sterke overheid nodig hebben om hun koopkracht te beschermen. Dat zijn ook heel veel alleenstaanden en heel veel ouderen. U zult het nooit raden, maar de meeste van die mensen staan ook nog eens op de langste wachtlijst ooit voor sociale woningen. Als ik me niet vergis – ik baseer mij op wat ik in de krant heb gelezen –, kunt u 100.000 huurders helpen met uw voorstel. Ik denk dat dat klopt? Dan zijn er nog 80.000 op die wachtlijst die recht hebben op een sociale woning – wat betekent dat ze het echt wel niet breed hebben – die nog niet geholpen worden. Daarom is dat voor ons niet genoeg en daarom ga ik mij verdorie iedere week in bochten wringen tot we hier doorhebben dat we huurders echt moeten beschermen. Want dat is pas een warm Vlaanderen, de dag waarop we dat kunnen doen. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Collega Veys, wij vinden – en u zou dat eigenlijk ook moeten vinden, helaas, ‘de sossen’ zijn niet meer wat ze geweest zijn – dat die sociale woningen moeten gaan naar wie ze echt verdient. Wij vinden dat die profiteurs en dat allochtonen met één, twee, drie woningen in het buitenland geen woning verdienen, dat zij geen sociale woning verdienen. Dat vinden wij, collega Veys, en u zou dat verdorie ook moeten vinden. Mag het nog? (Opmerkingen bij Vooruit)
En nu mag u een beetje heel kinderachtig naar mij gezichten zitten te trekken, maar mag het nog, dat we vinden dat onze eigen mensen, dat Vlamingen die hier in de problemen zitten, die hulp nodig hebben van onze overheid, bovenaan mogen staan op onze lijst voor een sociale woning? Mag het nog? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ongelooflijk, ongelooflijk! Ik snap dat niet. Ik snap het helemaal niet, collega Veys. We kunnen hier allemaal verhalen naar boven brengen à la ‘ik heb persoon y gehoord’ en ‘ik heb persoon x gehoord’. Ik denk, collega Veys, – we zitten hier met 124 – ik denk dat we hier allemaal schrijnende verhalen binnenkrijgen. Ik denk dat onze mailboxen, zowel die van de ministers als die van de volksvertegenwoordigers, uitpuilen van die schrijnende verhalen. En die moeten uiteraard gebracht worden, maar doe dan iets aan het beleid. Breng dan goede voorstellen naar voren in plaats van prutsresoluties die terug naar de tekentafel moeten, die door experts worden afgekeurd en die nergens toe bijdragen. Doe er dan toch iets aan.
En ik heb misschien nog een kleine vraag voor minister Diependaele. Minister, u was enkele dagen geleden opnieuw aanwezig bij De afspraak, en u gaf te kennen dat de huurders ingelicht zouden worden in samenwerking met de verhuurders, zodat iedereen op de hoogte zou zijn van de getroffen maatregelen. U maakte in verschillende media duidelijk dat de verhuurders kunnen gebruikmaken van verschillende premies om hun woning energiezuiniger te maken, maar wat niet werd weergegeven waren alle voorwaarden die eraan verbonden zijn. Vandaar dat ik deze vraag stel, minister: misschien kunt u bij volgende interviews ook wel duidelijk maken welke voorwaarden er allemaal aan verbonden zijn – het is misschien niet echt een vraag, maar eerder een puntje van kritiek. Ik krijg ook, zoals ik net zei, vele berichten binnen van mensen die niet op de hoogte zijn van welke voorwaarden aan die verbouwpremies om hun woning energiezuiniger te maken verbonden zijn. Ze zijn niet op de hoogte over waar ze terechtkunnen. Misschien is dat wel een idee waarmee deze overheid aan de slag kan om het duidelijker en beter naar voren te brengen bij die verhuurders.
De heer D’Haese heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, ik heb uw drie argumenten gehoord voor uw voorstel en tegen het voorstel dat Vooruit naar voren brengt, en wij ook, en ik begrijp ze niet helemaal.
Eén, u bent strenger en wilt geen indexering, en jullie staan nog 2 procent toe. Dat is iets waarover je kunt discussiëren.
Twee, u wilt aanzetten tot renovatie en als je iedereen blokkeert, dan gebeurt dat niet. Daar zou je dan bijvoorbeeld kunnen werken met 0 procent indexatie voor mensen met een slecht geïsoleerde woning en 2 procent indexatie voor de beter geïsoleerde. Op die manier kun je ook aanzetten en tegelijkertijd de huurders in goed geïsoleerde woningen toch ook beschermen.
Maar het is vooral drie dat ik niet snap. Op de huurmarkt zijn er in uw wereld blijkbaar twee verschillende soorten verhuurders. Je hebt verhuurders van slecht geïsoleerde appartementen. Die kun je verhinderen van 0 procent indexering te geven en dan gaan die huurders niet buitenzetten. En dan heb je verhuurders van goed geïsoleerde appartementen. Die kan je nog 2 procent geven, maar die zetten hun huurders niet buiten. Ik snap dat niet helemaal. Ofwel hebt u een miraculeuze oplossing gevonden om dat tegen te gaan bij diegenen waar u het blokkeert, en dan kunnen we dat evengoed uitbreiden naar de hele groep. Ofwel niet, en lopen we overal een beetje hetzelfde risico. Maar ik ben ervan overtuigd – ik heb dat vroeger ook al gezegd – dat alle verhuurders geen grote boemannen zijn en dat we die nu een klein zetje kunnen geven om hun huurders meer te beschermen, en dat die daar op zich ook geen probleem mee hebben. Een nieuwe huurder nemen is ook veel rompslomp: appartementen opkuisen enzovoort.
Dus ik begrijp niet goed waarom u iets tegen het voorstel hebt om dat voor de hele huurmarkt op 2 procent te blokkeren, of laat ons nog zeggen dat we u tegemoetkomen op nul procent voor de categorieën E en F. Waarom begrijp ik dat niet? Omdat de huurders die in die hogere EPC-categorieën A, B en C zitten ook vaak in de problemen raken. Die raken ook in de problemen. Ik hoor van het Vlaams Belang dat we hier geen concrete getuigenissen meer mogen brengen, maar ik ga dat toch doen. Een alleenstaande mama van twee kinderen met een appartement met een EPC-label D moet een dertiende maand huur betalen. Dat wil zeggen dat ze nu op zaterdag moet gaan werken, dus op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag plus zaterdag. Op zaterdag is er geen kinderopvang, dus daar moet ze nu heel de tijd naar gaan zoeken om haar huur te kunnen betalen. Dan begrijp ik niet, minister, wat uw bezwaar is tegen het blokkeren van de huur voor een bepaalde periode – één, anderhalf of twee jaar, daarover kunnen we discussiëren – om alle huurders te beschermen die vandaag in de problemen raken.
Voorzitter, ik ga daar nu op in. Dat bespaart me straks tijd, ook in het debat over het voorstel van decreet.
IJdele hoop, denk ik, tenzij jullie je kunnen inhouden. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Neen, neen, als u zegt dat u dat niet meer zult doen bij de bespreking van het voorstel van decreet, is dat voor mij goed. (Opmerkingen van Hannelore Goeman)
Doe maar. Of was u klaar? (Opmerkingen van Hannelore Goeman)
De heer Veys heeft het woord.
Ik wil heel kort reageren. Ik denk dat het Vlaams Belang terecht bezorgd mag zijn over de Vlamingen en over de bescherming van de koopkracht, maar dan denk ik dat u met uw Europese fractie wel eens over de minimumlonen en het stemgedrag daarover moet gaan spreken. Ik stel voor dat u dat doet.
Wat het voorstel van decreet betreft, voorzitter, stel ik voor dat we mijn fractieleider daar niet te lang meer laten staan. Ze staat daar al lang genoeg.
Het is niet dat die van ons daar niet lang hebben gestaan. (Opmerkingen van Maxim Veys)
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik wilde nog een paar zaken zeggen. Ik ben daarjuist een heel belangrijke vierde reden vergeten waarom het voorstel van decreet van Vooruit, en blijkbaar ook van de PVDA, veel minder goed is dan het onze. Wij hebben ervoor gezorgd, mijnheer D’Haese en mijnheer Veys, dat we ingrijpen in de indexatieformule die in het decreet staat. De volgende jaren zullen sommige mensen met E en F – en die met D maar voor de helft – niet kunnen indexeren. Er bestaat een zeker risico – en zeker niet alle verhuurders zijn boze mensen, mijnheer D’Haese, zeker niet – dat ze nadien die verloren periode zullen inhalen, en dat kan met jullie voorstel van decreet. Dat betekent dat verhuurders volgend jaar, dus na 1 oktober 2023, plotseling de 10 procent die ze nu verliezen zullen meenemen. Dat vermijden wij. Dat betekent anders dat je volgend jaar mogelijk een stijging van 15 procent hebt, en dat sluiten wij uit. Dat lijkt mij een heel belangrijke reden waarom ik met de doelstellingen die jullie hebben absoluut niet voor jullie voorstel van decreet zou stemmen. (Opmerkingen van Maxim Veys)
Mijnheer D’Haese, uw punt is zeer terecht. Je moet inderdaad een evenwicht vinden in wanneer het voor een verhuurder nog interessant blijft om te verhuren. De heer Veys heeft het over een huurder categorie B in Kortrijk en hij zegt dat het voor die mensen ook moeilijk is. Dat denk ik ook, maar als we die verhuurder nu niet toelaten om te verhuren, dan ziet die daar uiteindelijk geen rendement meer in en zal die liever iets anders doen met zijn centen en uiteindelijk de woning niet meer aanbieden op de huurmarkt, en dan heeft die huurder ook een groot probleem. Waarom doen we dat dan wel voor E en F? Iemand die een woning E en F heeft, die niet kan indexeren, zal eens nadenken om die toch te renoveren, want dan wordt het wel opnieuw interessant om te verhuren. Ondertussen is het ook op de verkoopmarkt belangrijker om een goed EPC te hebben, dus dan is het voor hem op de verkoopmarkt ook niet interessant als hij wil verkopen, maar voor die met B wel. Snap je? Het blijft voor die mensen interessant om de woning aan te bieden op de huurmarkt. Ik geef toe dat dat het evenwicht is dat je moet zoeken. Economie kun je nooit uitleggen zonder psychologie, en dat is wat hier meespeelt en wat we hier proberen te doen.
Nog een paar zaken. Mijnheer Veys, ik zal daar heel eerlijk in zijn: de eerste die het voorstel heeft gedaan om dit aan het EPC te koppelen was Comeos, ergens begin juli. Ja, voor de handelshuur. Zij zijn daar het eerst mee afgekomen.
Ten derde werd hier ook een vraag gesteld rond communicatie. We gaan daar inderdaad communicatie op zetten, want dat is natuurlijk … Er is eerst en vooral het aantal. Er zijn ongeveer 100.000 woningen van huurders die een woning met E- of F-label huren, dus die mensen zijn al geholpen. Daarnaast is er ook zo’n 20 procent van de markt, van de 500.000 duizend ongeveer, dat geen EPC-label heeft, hoewel het al verplicht is sinds 2009 om een EPC-label te hebben om te mogen verhuren. Maar ook die huurders zullen normaal gezien ofwel gered zijn, ofwel wordt er alsnog een EPC aangevraagd. Maar potentieel gaan we dus 200.000 mensen op die markt helpen. Nu, we gaan een communicatie voeren richting de huurdersbonden, om te zorgen dat dat tot bij die huurders komt. En ik denk ook dat daar de laatste weken al veel over gecommuniceerd is.
Mevrouw Blancquaert, dan was er nog uw opmerking. Het spijt mij verschrikkelijk, maar er is al zeer veel hulp rond hoe je kunt kijken van welke voordelen van de overheid je kunt genieten om te gaan renoveren. Je kunt naar de energiehuizen gaan, die nu ook versterkt worden. De OCMW’s krijgen extra centen om dat te gaan doen. De centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) krijgen extra centen om nu die kwetsbare groepen te gaan begeleiden. Maar voor de niet-kwetsbare groepen is dat zeer eenvoudig terug te vinden op het internet. Of ga langs bij het energiehuis in je gemeente, en daar zal men je dat van naaldje tot draadje uitleggen. Zelfs voor het plaatsen van zonnepanelen zijn er ondernemingen die reclame maken op de radio: ‘Geef ons een belletje en we begeleiden u doorheen het hele traject.’ Ik denk dus dat dat een beetje een flauwe reden is; er is meer dan voldoende ondersteuning voor mensen die effectief ingrepen willen doen aan hun woning, om dat tot een goed einde te brengen.
Dat zijn de redenen waarom ik denk dat wij wel degelijk een zeer goed voorstel op tafel leggen, waarbij die mensen ook effectief geholpen zijn. Bedankt.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik denk inderdaad dat er meer dan uitgebreid is geantwoord op de vragen, en dat we het debat straks nog zullen voeren. Dat had wat ons betreft sowieso veel vroeger gemoeten. Want het kost de regering niets, een beslissing over die niet-indexering van huurprijzen. En ondertussen hebben veel verhuurders sowieso al geïndexeerd.
Maar laat mij overgaan naar specifiek een andere groep: de gepensioneerden. Want dat deze regering niet echt geïnteresseerd is in die mensen, dat hebt u daarnet ook geïllustreerd, minister Somers, door hier te komen beweren dat gepensioneerden sowieso in aanmerking zouden komen voor het sociaal tarief. Dat klopt natuurlijk totaal niet, en dat geeft voor mij toch nogal aan dat het u eigenlijk niet zo heel veel kan schelen.
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw Goeman, dat is toch wel erg stijlloos. Het is juist dat ik mij daarstraks heb versproken en gezegd heb dat alle gepensioneerden recht hebben op het sociaal energietarief, en dat is niet juist. Het is de groep gepensioneerden beneden een bepaald inkomen die recht heeft op een sociaal energietarief. Maar nu zo’n lapsus afdoen alsof ik totaal niet geïnteresseerd ben in de gepensioneerden, dat is stijlloos, dat hoort niet thuis in dit parlement. Men kan zich in het heetst van het debat verspreken, en ik heb mij toen versproken op dat punt. Dat is bij dezen ook rechtgezet, waarvoor dank. Maar daar dan zo’n conclusie uit trekken, dat stoort mij echt. Dat vind ik eigenlijk ongepast.
Bon, ik heb toen niet de kans gekregen om u erover te ondervragen. Dat is bij dezen dan rechtgezet. Maar dat neemt nog altijd niet weg dat deze regering veel te weinig doet voor gepensioneerden. We hebben het hier over mensen die een leven lang hard hebben gewerkt, maar die vandaag dus niet in aanmerking komen voor de jobbonus.
Dus stel dat je inderdaad in een rusthuis woont, en je hebt recht op het zorgbudget. We hebben het er daarnet al over gehad. Dan kun je straks rekenen op 5 euro extra. 5 euro extra, met rusthuisprijzen die enorm zijn gestegen. Die 5 euro is ook het eerste bedrag dat erbij komt in dertien jaar. In plaats van 5 euro hadden de mensen eigenlijk, als er eerlijk was geïndexeerd, 45 euro moeten krijgen. Dus dat betekent dat je de gepensioneerden eigenlijk de voorbije jaren nog altijd 40 euro hebt afgepakt. Voor ons is het heel duidelijk: als de prijzen stijgen, moeten ook de zorgbudgetten mee.
Maar collega’s, ben je single, ben je een koppel zonder kinderen of ben je gepensioneerd? Deze regering zal er niet voor u zijn. Trek uw plan en veel succes. Deze minister-president zei donderdag dan nog: ‘Ja, daar ben ik trots op.’ Maar de werkenden …
De heer Ronse heeft het woord.
Ik heb doorgaans heel veel sympathie voor collega Goeman, en ik vind dat ze altijd zeer onderbouwd tussenkomt. Maar nu ben ik toch ook heel teleurgesteld. En dat is eigenlijk een beetje de rode draad doorheen de taal die de oppositie vandaag de hele tijd al aan het spreken is: dat is een-op-een van ‘wat doet de regering voor die groep, wat doet de regering met dat budget dat overkomt?’. We zitten met een begroting die diep in het rood gaat. Dat heeft collega Muyters ook al aangegeven. Alles wat die regering doet, maar dan ook alles – en ik heb dat centenboekje meermaals gelezen, hulde aan mezelf – gaat allemaal naar gezinnen, alleenstaanden, gepensioneerden, bedrijven. Dat gaat allemaal naar daar.
Er is dus geen verborgen tunnel waarlangs dat geld naar de ministers wordt versluisd of ergens wordt geparkeerd. Dat geld wordt niet afgepakt. Alles wat wordt gedaan, is voor alle Vlamingen, voor de hele bevolking.
Als wij een jobbonus uitkeren met de bedoeling om meer mensen aan de slag te krijgen, dan betekent dat dat we meer mensen hebben die bijdragen, die sociale zekerheid betalen, waardoor we het pensioen van de gepensioneerden kunnen betalen. Als wij investeren in openbaar vervoer, in welzijn, in onderwijs, noem maar op, dan komt dat de hele samenleving ten goede.
Collega Goeman, ik zou het echt op prijs stellen indien we het debat intellectueel eerlijk gaan voeren en niet meer zo in silo’s kijken naar wat er direct naar die of die groep gaat. Deze Vlaamse Regering legt in ontzettend moeilijke tijden een heel moedige begroting voor, die slim is en erop gericht is om schokken op te vangen, om ervoor te zorgen dat bedrijven kunnen blijven bestaan. Het is er hier nagenoeg nog niet over gegaan, maar er is 1 miljard euro voorzien voor bedrijven die qua cashflow in de problemen komen. Wij zullen ervoor zorgen dat die kunnen blijven bestaan, dat ze die crisis kunnen doorkomen. En dat leidt er opnieuw toe dat de pensioenen van gepensioneerden kunnen worden blijven betaald, dat alleenstaanden hun werk kunnen behouden.
Dus alstublieft, laat het ons met een ruimere bril bekijken. Ik denk, om opnieuw Willy Sommers te citeren, dat er dan een ander liedje in uw hoofd zal komen: ‘Laat de zon in je hart.’ (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
De boodschap is aangekomen, mijnheer Ronse. Ik zal ook iets positiefs zeggen: we moeten de details nog verder bekijken, maar als het gaat over de bedrijven, heb ik het gevoel dat er eten en drinken in dit akkoord zit. Wat wij ons nu vooral afvragen, is of dat geld ook rechtstreeks zal terechtkomen bij al die bakkers en slagers die zich niet gewoon afvragen of ze één of twee dagen moeten sluiten, maar of ze definitief de boeken moeten neerleggen. Daarop gaan we door. Maar ik denk dat er voor de bedrijven in dit akkoord inderdaad iets zit.
Maar onze partij Vooruit strijdt voor de koopkracht van alle burgers. En dan kunt u het mij niet kwalijk nemen dat ik kijk naar die verschillende groepen mensen die ons contacteren, die hun facturen niet kunnen betalen. En met alle respect, maar dan is het voor bepaalde groepen gewoon te weinig, dan is het voor bepaalde groepen eigenlijk helemaal niks. (Applaus bij Vooruit)
Maar laat mij doorgaan naar de jobbonus. Ik zal nog iets positiefs zeggen. Wij hebben daarvoor gestemd, dat weet u. En daarmee ging deze regering dus wel het verschil maken voor de werkenden. Dus zal die groep deze winter dan wel worden geholpen? Het antwoord daarop is eigenlijk opnieuw: misschien. Ik zal het nog eens herhalen. Elke maatregel die ervoor zorgt dat mensen die werken op het einde van de maand meer netto overhouden, die hun koopkracht versterkt, is een maatregel die wij met Vooruit zullen steunen. (Applaus van Willem-Frederik Schiltz)
Er is echter helaas ook altijd een ‘maar’, collega’s. Die jobbonus is een jaar geleden aangekondigd. Maar de facturen komen nu binnen, en hoeveel Vlamingen hebben die jobbonus al op hun rekening? We hebben het daarnet al verschillende keren gevraagd. De waarheid is nog altijd: nul. Het proces loopt op dit moment. Op dit moment heeft nog niemand die jobbonus gezien. De factuur valt vandaag in de bus, en mensen moeten in het beste geval wachten tot november. Collega's, die belofte van een jobbonus betaalt vandaag natuurlijk de rekeningen niet.
En het tweede punt is dat die jobbonus natuurlijk geen extra mensen aan werk helpt, wat jullie ook mogen beweren. Alle experts zijn het daarover eens.
Maar weet u wat mensen wel aan werk helpt? De garantie op kinderopvang, de zekerheid dat er voor elk kind een veilige en betaalbare plek is in de crèche, de zekerheid dat de begeleiders ook de tijd en de ruimte hebben om goed voor de kinderen te zorgen, dat zij daar ook deftig voor worden betaald, de zekerheid dat de overheid ook elk kind beschermt. Maar hoe je het ook draait of keert, na vijftien jaar cd&v op Welzijn en een onderzoekscommissie later, weten we dat die zekerheden vandaag niet bestaan. De alarmkreten uit de kinderopvang zijn echt oorverdovend: meer dan duizend openstaande vacatures, zevenduizend plaatsen tekort, kinderbegeleiders die er uitgeblust mee stoppen, crèches die leefgroepen moeten sluiten bij gebrek aan personeel. Werkzaamheidsgraad naar 80 procent? Absoluut. Maar hoe willen jullie nu dat mensen gaan werken als er zelfs geen betaalbare plaatsen zijn in de opvang? En laten we eerlijk zijn: als die er niet zijn, dan zijn het inderdaad vooral de vrouwen die weer zullen moeten thuisblijven.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega Goeman, ik ben blij dat u dit punt over de kinderopvang maakt. U hebt gemerkt dat deze regering daar bijzonder fors in investeert: in totaal 220 miljoen euro extra. Ik vind het heel straf dat u dat punt durft te maken op het spreekgestoelte, nadat uw partij – weliswaar zeer moedig – een eigen Vlaamse begroting heeft voorgelegd waarin exact 0 euro extra is voorzien voor de kinderopvang. Ik vind het heel straf dat jullie hier op die nagel blijven kloppen, zonder zelf ook maar 1 euro te voorzien in de voorstellen die u in de pers communiceert. Qua ongeloofwaardigheid zit u op een bijzonder hoog niveau.
Mijnheer Bothuyne, u moet toch echt leren luisteren. Het is nu al de derde keer dat u probeert om dat punt te maken en we hebben het al drie keer gezegd: wat wij vorige week hebben gedaan, is het huiswerk maken van de regering om een pakket van maatregelen te nemen die nu onmiddellijk de koopkracht van de Vlamingen versterken. Laat dat vooral heel duidelijk zijn. In de kinderopvang moet meer geïnvesteerd worden, want jullie komen nu met 115 miljoen euro. We hebben daar al heel veel vragen over gesteld, maar de antwoorden hebben we nog altijd niet gekregen. Gaat die kind-begeleiderratio naar beneden? Naar hoeveel kindjes per begeleider? Hoeveel extra plaatsen wilt u creëren? Gaan de prijzen omlaag? Wees eerlijk: dit bedrag is een eerste stap, maar daarmee kunt u niet alle problemen in de kinderopvang nu oplossen. Zoals al werd gezegd, is de reactie van de mensen op het terrein oorverdovend duidelijk: het is een druppel op een hete plaat.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega Goeman, ik ga uw harde woorden met de mantel der liefde bedekken. Ik probeer vooral gebruik te maken van de kansen die dit debat geeft. Een van de kansen is er een die u nu aanbrengt, namelijk: Vooruit wil meer mensen aan de slag en wil de koopkracht verhogen. Het is een van de eerste keren vandaag dat een linkse partij ook spreekt over hoe de taart gebakken moet kunnen worden. Ik volg uw analyse dat kinderopvang belangrijk is. We hebben 115 miljoen euro, of meer nog, uitgetrokken. Het is geen evidentie om daar mensen voor te vinden. Mensen aan de slag krijgen is ontzettend moeilijk. Ik ben heel fier dat die jobbonus hier ligt, dat die wordt uitgebreid en ik ben blij dat u daar ook blij om bent. Maar er is meer nodig.
Als we onszelf in de spiegel kijken en als we dit Septemberakkoord bekijken, moeten we toegeven dat dit niet volstaat om meer mensen aan de slag te krijgen. Minister Somers heeft het net in een ander dossier gehad over een responsabiliseringsbijdrage. Ik zou daarom willen vragen bij een ander thema, namelijk meer mensen aan de slag krijgen en ik zou een partijoverschrijdende coalitie willen creëren. We hebben deze week de arbeidsdeal goedgekeurd, met daarin de deconnectie van werknemers. Die houdt ook in dat diensturen sneller moeten worden doorgegeven en dergelijke. Ik zie daarin vooral veel wantrouwen ten aanzien van werkgevers en werknemers, een beetje polarisatie. Maar ik denk dat er een tweede arbeidsdeal nodig is. En uw vraag naar meer koopkracht, naar meer mensen aan de slag, noopt mij ertoe te proberen die kans te grijpen. Mijn vraag aan u is zeer concreet. Bent u bereid om aan de overkant van de straat te bepleiten dat die automatische indexering netto en niet bruto wordt uitgekeerd, zodat de mensen meer koopkracht hebben, maar onze loonkosthandicap niet de pan uitrijst? Een tweede vraag: bent u bereid om het aantal relanceoveruren – dat zijn er nu 120 – te verdubbelen, zodat mensen die willen werken, dat ook langer kunnen doen? Zo kunnen er ook meer vacatures ingevuld worden, bijvoorbeeld in de kinderopvang. En bent u bereid om het statuut van flexijobs uit te breiden? Dat zijn allemaal maatregelen die geen geld kosten, want ik weet dat de begroting aan de overkant van de straat nogal donkerrood kleurt. Het zijn allemaal maatregelen die geld opbrengen, waarvan ik weet dat heel veel mensen hier erachter staan. Het zou ons enorm veel plezier doen als Vooruit daar ook achter kan staan. Dus: kunt u zich daarachter scharen, ja of neen?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Wij zijn een partij die constructief aan politiek wil doen, dus ik wil uw voorstellen zeker bekijken. Een eerste reactie: op een moment dat de inflatie op 11 procent staat, beginnen te morrelen aan de index, lijkt me in ieder geval geen goed idee. Maar de rest wil ik bekijken. En inderdaad, als we echt oplossingen willen in dit land wat werk betreft, dan zal er sowieso een samenwerking moeten zijn tussen het Vlaamse en federale niveau. En daarvoor kunt u op onze constructieve medewerking rekenen. (Applaus bij Vooruit en van Axel Ronse)
Maar dan kom ik tot het kindergeld, collega’s, het debat van de voorbije week. (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik houd het kort, maak u geen zorgen, want eigenlijk is alles al gezegd. (Applaus bij de meerderheid)
Voor ons is het heel duidelijk. Maar om het toch nog eens in de verf te zetten, herhaal ik graag nog eens dat deze regering bespaart op kinderen, dat dat is wat jullie deden en dat dat is wat jullie vandaag opnieuw doen.
Ik heb het er echt moeilijk mee dat de voorzitter van de zelfverklaarde gezinspartij komt zeggen dat de niet-indexering van de kinderbijslag een aberratie en fundamenteel onrechtvaardig is, om dan te moeten zien wat het akkoord van deze regering is. Dan is voor ons de conclusie natuurlijk dat voor deze meerderheid de begroting belangrijker is dan onze kinderen, en dat begrijpen wij echt niet. Jullie zeggen altijd: “We moeten ervoor zorgen dat onze begroting op orde is, voor de volgende generatie.” De vraag die wij stellen is echter: wat doet de begroting vandaag voor de volgende generatie? Wat doet de begroting voor al die kinderen die vandaag in een klas zitten waar geen leerkracht voor staat? Wat doet uw begroting voor kinderen die met een lege maag en zonder schoolboeken in de klas zitten? Wat doet uw begroting vandaag voor kinderen met psychische problemen of kinderen die een beperking hebben en gewoon niet worden geholpen? Ook daar is de conclusie: u pakt hun geld af.
Mijnheer Ronse, als het over tewerkstelling gaat, wie gaat er morgen de boel doen draaien als de kwaliteit van ons onderwijs niet wordt opgekrikt? Wie zal morgen naar uw ‘Flanders Institute of Technology’ gaan als onze kinderen vandaag niet alle kansen krijgen? Collega’s, het is heel simpel voor ons, en we gaan dat keer op keer blijven herhalen: vandaag niet investeren brengt onze welvaart in gevaar. Dat is de essentie. Wij van Vooruit willen investeren in kinderen en de ongelijkheid verkleinen. U doet het omgekeerde, gisteren, vandaag en morgen, en daarom zullen wij straks tegen deze Septemberverklaring stemmen. (Applaus bij Vooruit)
De heer Daniëls heeft het woord.
Mevrouw Goeman, wat u daarnet zei over onderwijs verbaast me toch. Ik heb het centenboekje er nog eens bijgenomen. Voor Onderwijs en Vorming is er een stijging van 15,9 miljard euro naar 17,2 miljard euro. Er komt 1,3 miljard euro bij, 18,6 procent. In mijn ogen is dat een investering. Dat komt erbij. Dat geld komt niet uit de lucht vallen. Dat is extra. U zou kunnen zeggen dat dat niet meer dan normaal is, maar laten we dat dan eens in detail gaan bekijken. De minister heeft het ook al met de onderwijspartners gecommuniceerd. Een van de grote uitdagingen voor scholen vandaag is die energiekostprijs. Het is eigenlijk wel straf: vandaag is het hier nog niet over onderwijs gegaan. Geen enkele oppositiepartij heeft hier vandaag al iets gezegd over onderwijs. (Opmerkingen van Hannelore Goeman)
Ja, om te zeggen dat er niet wordt geïnvesteerd. Ik stel echter vast dat er in 2022 nu al 67 miljoen euro naar voren wordt getrokken om te zorgen voor die energiefacturen. Collega’s, dat is toch wel het vermelden waard, zeker? Ik stel vast dat dat ook in 2023 wordt doorgetrokken. Dat is toch wel het vermelden waard, denk ik dan. Voor de tso- en bso-scholen, die inderdaad met extra energie-uitgaven zitten, hebben deze regering en minister Weyts voorgesteld om in iets extra's te voorzien, en dat is gehonoreerd. Dat mag toch wel worden vermeld.
Er is het busvervoer voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs. Minister Peeters heeft in bussen voorzien om die ritten korter te maken. Hoeveel debatten hebben we daarover hier al gehad? Ook collega Keulen is daar in het verleden over tussengekomen. Minister Weyts zorgt voor busbegeleiders. Anders moeten er leerkrachten of andere mensen mee. Dat zijn toch allemaal zaken die wat mij betreft cruciaal zijn, en dat wordt hier niet vermeld. Men zegt gewoon dat er niet wordt geïnvesteerd. Het komt erbij, en er is iets extra's. Ik wou dat hier toch nog eens onder de aandacht brengen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Mijnheer Daniëls, er zijn positieve zaken, zaken waarmee we vooruit geraken, maar ik wil het volgende ook onder de aandacht brengen. We zijn bijna een maand ver in het schooljaar. We gaan stilaan de herfst, de winter in. Er zijn nog heel veel klassen en scholen, zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs, die ik de voorbije weken heb bezocht en waar men nog altijd geen leerkrachten vindt, waar leerlingen nog altijd in de studie zitten en geen les krijgen, waar leerkrachten pakketten moeten geven waarvan ze geen kaas gegeten hebben. Jullie stellen heel graag dat de lat in het onderwijs hoger moet liggen, maar dat komen we tegen: leerlingen in de studie, geen les krijgen, onvoldoende leerkrachten, structurele problemen die nog niet zijn aangepakt. Dat moet u dan ook allemaal melden. De punten die u aanhaalt, zijn inderdaad stappen vooruit, maar het grote, structurele probleem blijft, ook de volgende dagen, weken en maanden. We hebben daar heel weinig over gehoord in de Septemberverklaring, namelijk dat er een structureel probleem is qua leerkrachtentekort en dat er nog altijd geen structurele oplossingen op lange termijn zijn. Dát moet u dan ook vermelden.
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit aan bij de opmerking van collega Daniëls over het leerlingenvervoer. De minister-president zei in zijn Septemberverklaring dat er 25 miljoen euro extra bij komt voor bussen en 15 miljoen euro voor leerlingenbegeleiders. Dat bleek dan volgend jaar iets minder te zijn en een stijging de volgende jaren. Minister Peeters, het is absoluut belangrijk dat we niet meer meemaken dat kinderen zolang op de bus zitten als de voorbije jaren. Het siert u dat u dat eindelijk aangepakt hebt en dat u daar verdere stappen in wilt zetten. Maar daar moet ook fundamenteel beleid over gevoerd worden. Deze regering zegt nu al jaren dat dat systeem ook hervormd moet worden, dat dat kindvriendelijker gemaakt moet worden. Voorziet u gewoon om te blijven pappen en nathouden en met extra geld hetzelfde systeem in stand te houden of komt er nu eindelijk de hervorming die al jarenlang beloofd is?
De heer De Witte heeft het woord.
Mijnheer Daniëls, u noemt alle middelen op die erbij komen. Maar u kent wellicht ook de cijfers die nu in de pers circuleren rond het gebrek aan werkingsmiddelen om de verwarmingskosten te betalen? Vroeger ging 20 procent van de werkingsmiddelen in scholen naar verwarmingskosten. Nu is dat 60 procent. Dat is maal drie. Die werkingsmiddelen worden niet volledig geïndexeerd door deze regering. We weten het allemaal. De grootste onderwijskoepel berekende wat de niet-indexering van de werkingsmiddelen al vele jaren kost. Die komt aan een verlies van 300 miljoen euro per jaar. Met de inflatiecijfers van vandaag zou dat nog groter zijn. Dus ja, de Vlaamse Regering neemt nu een aantal tijdelijke maatregelen die de niet-indexering compenseren, maar ook dat is onvolledig.
Scholen zeggen zelf – we hebben het allemaal gelezen – dat ze bang zijn dat ze minder didactisch materiaal kunnen aankopen, dat ze schooluitstappen moeten schrappen, dat ze practica moeten vervangen door YouTubevideo’s, dat ze de verwarming op 18 graden moeten zetten terwijl de ramen moeten openblijven. Voortaan moeten we spreken van een Dikketruienjaar in plaats van een Dikketruiendag.
Minister, hoe gaat u de leerlingen laten excelleren als ze zitten te bibberen in de klas? Hoe gaat u jonge mensen warm maken om als leerkracht aan de slag te gaan als ze in een koud klaslokaal moeten gaan staan? En last but not least: hoe gaat u – want dat is wat een paar scholen nu zeggen – garanderen dat er geen afstandsonderwijs terugkomt omdat het te koud is in de klas, terwijl we weten dat dat een ramp zou zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de sociale kloof die al heel groot is.
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, we horen de noodkreten over de energiefacturen vanuit het onderwijs al enkele maanden. De scholen zien inderdaad hun werkingsbudgetten daarvoor tot soms zelfs 60 procent aan opgaan. Dat is natuurlijk heel veel. Lagere scholen stellen bosklassen uit of ze schrappen die zelfs. In de beleidsverklaring werd er enkel een globale som vermeld. Hoe dat er concreet zou uitzien, hebt u dan via Schooldirect wat gecommuniceerd. Dat geeft al een beetje opheldering: 67 miljoen euro extra voor energie. Maar als je 11.000 onderwijsinstellingen telt, is dat 6000 tot 7000 euro per school. Kunt u toelichten hoe dat verdeeld zou worden en welk percentage van de kosten dat gaat dekken? Ik weet dat er voor het tso en het bso extra is, want die hebben inderdaad nog grotere kosten.
Toch wil ik ook even refereren aan het interview dat ik vandaag las in Het Laatste Nieuws met voorzitter Mahdi, die over de werkwijze ook wat vragen had, niet enkel over de kinderbijslag. De minister van Onderwijs moest en zou geld krijgen. Waarvoor was niet duidelijk, maar er lag wel een bedrag op tafel, gevraagd vanuit de partij, zodat hij ook iets kreeg. En dan kom je mij een schuldgevoel aanpraten over budgettaire orthodoxie. Ik laat dat voor zijn rekening, maar ik neem aan dat u daar toch wel enige uitleg mag tegenoverstellen. Anders heb je de indruk dat er gewoon een zak geld gevraagd wordt en dat je dan zelf naar eigen goeddunken kunt verdelen. Ik neem aan dat dat toch wel wat concreter afgetoetst moet worden. Minister, op basis van welke cijfers komt u aan zo’n bedrag? Dat zal voor veel scholen toch te weinig zijn.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega’s, vanuit onze cd&v-fractie zijn we zeer tevreden dat er extra middelen voor Onderwijs voorzien zijn. Minister, u herinnert zich wellicht nog mijn vraag van begin 2020, waarbij ik u vroeg hoe we ervoor kunnen zorgen dat de koopkracht van de scholen niet onder druk komt te staan en dat er geen druk wordt gelegd op de kwaliteit van ons onderwijs.
Collega De Witte, u had het over de niet-indexering van de werkingsmiddelen binnen Onderwijs. Maar voor het basisonderwijs zijn die geïndexeerd. Voor het secundair onderwijs is dat voor 60 procent, en vandaag willen we beslissen om daar een mouw aan te passen. Bovendien komen er ook heel veel middelen bij voor energie.
Minister, vanmorgen hebben we van een directeur gehoord dat elke euro die we investeren in het onderwijs er een is die we ook investeren in de toekomst. Dat hebben we zelf ook al altijd aangehaald. Maar als ik nog even mag ingaan op die energiebesparende maatregelen, minister, dan heb ik nog een tip. Kijk bijvoorbeeld naar de relancemaatregelen: daar werden ook middelen vrijgemaakt om energiebesparende maatregelen te nemen. We zien daar dat heel veel scholen projecten aanvragen, maar dat eigenlijk maar een fractie ervan ook effectief tot uitvoering komt. Daarom denk ik dat het heel belangrijk is dat we de scholen ook effectief ondersteunen om van die maatregelen gebruik te maken, en vooral opdat de projecten ook effectief uitgevoerd kunnen worden. Daarom mijn vraag: wenst u daarop in te zetten?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil eerst even in algemene termen ingaan op mevrouw Goeman, want ik denk dat we dit debat al anderhalf uur geleden hadden kunnen beslechten en kunnen concluderen wat we vandaag geleerd hebben. We hebben geleerd dat er fundamenteel verschillende keuzes worden gemaakt tussen enerzijds de alliantie van links en het Vlaams Belang, en anderzijds deze Vlaamse Regering. (Opmerkingen van Stijn Bex)
De alliantie van links en het Vlaams Belang opteert eigenlijk voor algemene maatregelen voor iedereen, soms zelfs met een beetje strooigeld, en de schuldenberg wordt eigenlijk veronachtzaamd: dat zijn problemen voor iemand anders. Anderzijds is er de Vlaamse Regering, die gerichte keuzes maakt. Ze maakt keuzes om diegenen te ondersteunen die dat het meest nodig hebben, en ook om de doelgroep van degenen die van sociale ondersteuning kunnen genieten uit te breiden. Zodoende kan ook de middenklasse aanspraak maken op sociale maatregelen, op ondersteuning. Het is dus eigenlijk wel ver gekomen als we aan links moeten uitleggen hoe sociaal beleid eruitziet, en dat dit in eerste instantie gericht moet zijn op degenen die steun nodig hebben. Blijkbaar moeten we dat uitleggen.
U komt in de commissie Onderwijs regelmatig tussen om te zeggen dat de sociale kloof zo belangrijk is, maar vervolgens bepleit u maatregelen die voor iedereen gelijk zijn. Hoe ga je dan de sociale kloof dichten? Dat begrijp ik niet goed. Maar als we eerlijk zijn, dan durft u eigenlijk amper keuzes te maken. Dat is zo’n beetje de meer-meer-politicus, die altijd op elke vraag antwoord met ‘meer geld’. Meer geld voor iedereen. Iedereen gelijk geven, en iedereen alles geven, en meer schuld als gevolg. Dat is het gemakkelijkste. In aanloop naar deze Septemberverklaring werden u en uw voorzitter uitgedaagd om eens uw alternatieve begroting op tafel te leggen. Uw partij heeft toen vijf maatregelen naar voren geschoven. Vijf maatregelen, ter waarde van 1,2 miljard euro. Niet alleen zit daarin nul euro voor kinderopvang, maar ook nul euro voor Onderwijs. (Opmerkingen van Hannelore Goeman)
En uw antwoord daarop, en dat van uw partij, is dat het enkel over koopkrachtmaatregelen gaat. Nochtans heeft uw voorzitter gezegd dat dat pakket bewijst dat jullie geen spilzieke socialisten zijn, en dat jullie wel degelijk rekening houden met budgettaire beperkingen, en dat u die 1,2 miljard euro, die u een inflatiebonus noemt, gaat spenderen aan die vijf maatregelen.
Maar wat is het nu? Want als u zegt ‘én voor kinderopvang nog én voor onderwijs’, daarvoor hebt u geen geld meer. Dat past niet in dat budgettaire plaatje van 1,2 miljard euro.
Dat is inderdaad een verschil. Deze regering maakt wél keuzes en gaat zelfs fors investeren in sociaal beleid, in welzijnsbeleid, in economie, in energie, in mobiliteit en ook in onderwijs. Als wij ons plaatje maken, zitten onderwijs en kinderopvang wel bij onze desiderata en uiteindelijk bij onze beslissingen. Voor onderwijs moet u niet daar zijn, u moet hier zijn.
Ik zal zeer concreet ingaan op enkele vragen over waaraan we dat geld zullen besteden. Het gaat niet om 11.000 maar wel om 4000 scholen. Waarover gaat dat? We zullen investeren in enerzijds energie maar ook in onderwijskwaliteit. Als het gaat over energie, kijken we zowel naar de korte als naar de lange termijn. Wat betreft de korte termijn moet u weten dat wij in Onderwijs gezegend zijn met een 100 procent indexering van de werkingsmiddelen voor het basisonderwijs en 60 procent voor het secundair onderwijs. Ik kan zeggen dat andere beleidsdomeinen niet dat genoegen hebben. Maar het grootste nadeel voor Onderwijs is dat die middelen pas effectief worden geïndexeerd met een uitgesteld effect van twee jaar. De index die wordt toegekend, is altijd het resultaat van de vergelijking met jaar min 1 en jaar min 2. Dat is een uitgesteld effect. Daarom zullen we dat voor dit en voor volgend jaar vervroegd uitkeren. Ik denk dat dat verstandig is. Dat is ongeveer 65 miljoen euro.
In 2025 krijgen de scholen wel het effect van de huidige inflatie. Dat is een mooie lijn. Dat is verstandig beleid. Op de iets langere termijn zullen we ervoor zorgen dat de ondersteuningsmogelijkheid en de leningsmogelijkheid worden opgetrokken tot 100 miljoen euro. We zullen ook de scholen aanmoedigen om daar gebruik van te maken. Dat zijn renteloze leningen ter waarde van 100 miljoen euro waarop ze kunnen rekenen. Ze hebben daar baat bij. Ik hoop dat daar veel meer een beroep op wordt gedaan.
We maken opnieuw keuzes. Voor energie-intensieve opleidingen als het beroepsonderwijs en het technisch secundair onderwijs hebben we 10 miljoen euro veil. We weten dat we daar verhoudingsgewijs opnieuw een keuze moeten maken omdat zij in grotere mate worden getroffen door de energiefactuur dan andere beroepsopleidingen en dan bijvoorbeeld het aso. Zo kiezen we opnieuw voor diegenen die de centen en de steun het meest nodig hebben, namelijk voor het buitengewoon onderwijs.
We zorgen ervoor dat er altijd een extra telmoment wordt ingevoerd in oktober. Ik heb dat de voorbije twee schooljaren kunnen doen bij wijze van eenmalige maatregel. Welnu, dat wordt een structurele maatregel. Voor het buitengewoon onderwijs zullen we twee telmomenten organiseren: in februari en in oktober. Dat zal ervoor zorgen dat diegenen die zorgen voor extra capaciteit in het buitengewoon onderwijs, altijd daarvoor de nodige mensen en middelen zullen krijgen, net zoals we ook extra investeren voor het leerlingenvervoer en voor de busbegeleiders.
Ik hoop dat we een heel open discussie over al deze maatregelen kunnen voeren. Heel concreet betekent dit dat we, met de tijdshorizon tot 2027 die we voor ogen hadden bij de opmaak van deze cijfers en maatregelen, opnieuw gaan naar een extra investering van meer dan een half miljard euro. En dat heb ik niet gezien in uw budgettaire plaatje.
Dat is het resultaat van de keuzes die deze Vlaamse Regering maakt voor kinderopvang en voor onderwijs. (Applaus bij de N-VA en cd&v)
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil nog even tussenkomen over het leerlingenvervoer in het bijzonder onderwijs. De heren Daniëls en Bex hebben al terecht opgemerkt dat we daarvoor inderdaad meer geld hebben vrijgemaakt. In het kader van de opmaak van de begroting hebben we beslist dat er telkens een extra budget komt van 25 miljoen euro, om ervoor te zorgen dat de rittijden van de kinderen die veel te lang op die bussen zitten drastisch worden verminderd.
Mijnheer Bex, ik wil u geruststellen. Het is niet louter een kwestie van geld. Neen, deze Vlaamse Regering heeft in juli ook een conceptnota goedgekeurd. Deze conceptnota is een eerste aanzet tot wijziging van regelgeving. U weet dat we daar nog bijkomend een aantal andere maatregelen moeten nemen waardoor veel meer de focus wordt gelegd op maatwerk ten behoeve van elk kwetsbaar kind. Daar zullen we zeker aan voortwerken.
Maar de eerste noden zijn alleszins nu al verholpen door het feit dat we die extra middelen hebben, en zodoende de rittijden al drastisch hebben kunnen terugdringen. (Applaus van Emmily Talpe, Maurits Vande Reyde en Tom Ongena)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister Weyts, uw regering komt er altijd op terug dat zij toch iets doen voor de armsten. Dat is hun visie. Ik ben niet akkoord met die visie over sociaal beleid. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Sociaal beleid dat focust op de armsten wordt vroeg of laat een arm sociaal beleid. Dat is het punt. Want als je sociaal beleid wilt volhouden heb je steun nodig van de brede groep in de samenleving. Uw visie is een liberale visie, een door-en-door liberale visie van ‘wij gaan focussen op de mensen die het het moeilijkste hebben, de armsten’. Tal van voorbeelden uit de geschiedenis, maar ook uit andere landen, tonen aan dat sociaal beleid dat op die groep focust, vroeg of laat terug verdwijnt. Dus nee, ik ben niet akkoord met die visie. Daarom zeg ik: sociale zekerheid moet focussen op de brede werkende klasse, in al haar voordelen. Kinderbijslag moet ten goede komen van allemaal, pensioenen en dergelijke meer ook. We zijn niet akkoord wat dat betreft. Dat is één punt.
Een tweede punt is dat u zegt: “Wij gaan zorgen dat voor de scholen dit jaar de inflatie gerespecteerd wordt voor de werkingsmiddelen.” Maar het probleem is dat de kosten aan verwarming maal drie gaan. Dat is veel meer dan de inflatie. U hebt die cijfers toch ook gezien? Een werkingsbudget van 20 procent voor verwarming zit momenteel aan 60 procent. Dus mijn vraag is, minister – minister Weyts, volgt u? – Mijn vraag is: gaat u dat kunnen garanderen met uw 65 miljoen euro? U hebt daar helemaal niet op geantwoord, terwijl scholen nu al zeggen dat ze moeten schrappen omdat er zo’n groot deel van hun werkingsmiddelen naar verwarming gaat. Ze schrappen in didactisch materiaal, in uitstappen, in les geven. Ze gaan via YouTubekanalen – dat hebt u toch gelezen? – filmpjes en lessen moeten geven. Ze zijn bang dat ze een aantal klassen niet voldoende kunnen verwarmen tijdens deze winter en dat ze dus opnieuw moeten overschakelen op afstandsonderwijs. Dat zijn toch zeer alarmerende berichten uit onze scholen? Graag wil ik een concreet antwoord op deze vraag: gaat u garanderen dat de elektriciteitsfactuur; de gasfactuur, de verwarming betaald gaan worden of niet?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik ga het nog een keer herhalen. Wat Vooruit heeft gedaan is een kant-en-klaarpakket met koopkrachtmaatregelen op de tafel leggen die nu onmiddellijk het verschil zouden maken in de portemonnee van mensen, ter waarde van 1,2 miljard euro. Het gaat om exact die 1,2 miljard euro die deze Vlaamse Regering vandaag verdient aan deze crisis en aan het feit dat mensen torenhoge facturen betalen omdat de federale dotatie wordt geïndexeerd.
Maar natuurlijk, collega’s, moet er meer gebeuren. Want wat ik zie, zijn kinderen die geen leerkracht hebben in de klas, zijn kinderen die zonder boeken in de klas zitten, zijn ouders van kinderen die steeds vaker een incassobureau op hun dak krijgen omdat ze hun schoolfactuur niet betaald krijgen. Zijn we het er niet over eens dat dat de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede komt? Dat je op die manier massaal met talent aan het spelen bent? Vooruit is ervan overtuigd dat, als je nu niet in ons onderwijs investeert, de kostprijs vele malen hoger zal zijn. Er wordt dan altijd verwezen naar die 1,7 miljard euro en dat het budget altijd maar stijgt. Maar, mijnheer Daniëls en mijnheer Weyts, jullie zitten hier natuurlijk al lang genoeg om te weten dat die grote stijging in het onderwijsbudget alles te maken heeft met de open-endfinanciering, met het feit dat het aantal leerlingen stijgt en met het feit dat de lonen moeten worden geïndexeerd. En dat neemt niet weg – mijnheer De Witte heeft er daarnet naar verwezen – dat de werkingsmiddelen van het secundair onderwijs een hele tijd maar op 60 procent zijn geïndexeerd. Als je dat allemaal bij elkaar telt, is er de voorbije jaren 300 miljoen euro bespaard. En dat blijft bij deze inflatie oplopen. Het is goed dat dit nu wordt teruggedraaid, maar dat compenseert de verliezen van het verleden niet.
Het woord is aan minister Weyts.
Ik ben nog altijd positief. Ik ging alleszins positief eindigen.
Dat kunt u nog altijd doen.
Minister Weyts heeft het woord.
Dat mag u zeker. Ik geef u zelfs een gelegenheid, een open doel, om positief te eindigen. Alle maatregelen die ik bij deze heb aangekondigd, namelijk ter waarde van 525 miljoen euro, een half miljard euro, hebben niets te maken met een open-endfinanciering; ze zijn allemaal beleid. Het zijn allemaal keuzes die wij heel specifiek maken. Het heeft niets te maken met ‘open end’, het zijn effectief de keuzes, beleidsmatig, die wij als Vlaamse Regering maken.
Ik kom tot mijn positief punt. Want, collega’s, heel serieus, ik hoop echt dat deze winter niet te koud wordt. Het feit dat er alvast middelen worden voorzien voor de scholen om te compenseren voor hun energiefacturen, vind ik echt een goede zaak. Het zal ook echt nodig zijn, want ik vrees, collega’s, dat er kinderen zullen zijn die deze winter alleen op school terecht zullen kunnen om het warm te krijgen. (Applaus bij Vooruit)
De heer Schiltz heeft het woord.
Goeienavond collega’s. We beleven moeilijke jaren. Ik toch, en vele mensen daarbuiten, collega Weyts. Wat lang ondenkbaar leek, is vandaag realiteit geworden. Drie opeenvolgende crisissen. Ik hoef ze niet te herhalen: pandemie, energiecrisis, oorlog, koopkrachtcrisis … Die hebben onze burgers, onze arbeiders, onze zelfstandigen en onze ondernemers ondergedompeld in een bad van onzekerheid en onrust.
Wij ervaren bedreigingen die we eigenlijk alleen maar kennen van de verhalen van onze ouders en grootouders. Zo lang is het geleden, zo lang is het rustig geweest en hebben we steeds groeiende welvaart gekend. Het is van toen geleden dat we zo'n grote crisis het hoofd hebben moeten bieden. Vandaag, collega’s, is het ons moeilijk moment, onze perfecte storm van deze generatie, en we moeten erdoor.
De energiecrisis dwingt gezinnen en bedrijven om alles opnieuw tegen het licht te houden, om elke lijn in hun huishoudbudget opnieuw te overwegen. Voor de moeilijkheden kijken ze ook naar de overheid, naar ons. Terecht, want dat is het sociaal contract dat we impliciet met hen hebben afgesloten, dat als het huis van de samenleving en onze welvaart in brand staat, het dan onze taak is om de wild uitslaande vlammen te bedwingen, om te beschermen, om te temperen.
Maar mensen zijn ook niet dom. We zijn als overheid niet in staat om de exploderende energieprijzen volledig weg te wissen. En dat mogen we de mensen ook niet wijsmaken. De overheid moet doen wat ze kan om in te dijken, om te bedwingen, om te beschermen. Onze budgettaire capaciteit om crisissen aan te pakken wordt steeds kleiner.
We moeten dus met het budget dat nog voorhanden is, doelgerichte actie nemen langs de ene kant, en tegelijk ons oog op de toekomst houden. Een aantal collega’s hebben het er vandaag al over gehad. Het heeft geen zin om vandaag de dag budget en nog meer schulden te hebben, om dan morgen een puinhoop voor onze kinderen achter te laten. Dat is een moeilijk evenwicht.
Een moeilijk evenwicht, collega’s, bereiken we alleen als we keuzes durven te maken. Dat woord is vandaag ook al talloze keren gevallen, maar dat is waar deze Septemberverklaring en ook de komende jaren over gaan: keuzes maken, de juiste keuzes maken.
Vandaag is een moment voor de politiek, voor de regering en ook het parlement, om er te staan, vooral voor de mensen die het moeilijk hebben, de mensen met de laagste lonen, de mensen die ’s nachts wakker liggen van hoe ze aan het einde van de maand nog hun facturen gaan kunnen betalen, ondernemers die met veel goede wil en een sterk businessplan een zaak uit de grond getimmerd hebben, die hun reserves aan een ijltempo zien wegsmelten, en die dreigen te moeten sluiten.
Daarom, collega’s, is het zo belangrijk dat we het beschikbare budget niet uitsmeren over iedereen en over alles, en tegelijk ook onze budgetten niet zover in het rood laten gaan, dat de volgende regeringen geen enkele beleidsruimte meer hebben. Doelgericht kiezen om er nu te zijn voor wie het het hardst nodig heeft, is een evidentie. Het is een logische keuze. Het is een rechtvaardige keuze. Het is de juiste keuze.
Het akkoord dat voorligt, zoals al uitvoerig toegelicht, is vooral gebaseerd op drie grote pijlers. De kinderbijslag, het groeipakket, wordt gericht naar hen die het meest kwetsbaar zijn. Wie werkt, wie vooruit wil, maar die toch zijn facturen aan het eind van de maand niet betaald krijgt, die moet extra netto krijgen, daarvan moeten we het loon bijpassen, zodat werken altijd loont, en werken de beste sociale bescherming blijft.
Maar we moeten ook naar de bedrijven kijken. En we kunnen uiteraard niet de energiefacturen van alle bedrijven opslorpen. Dat gaat niet. Dus moeten we kijken hoe we zo gericht mogelijk zoveel mogelijk bedrijven kunnen helpen om niet over de kop te gaan. Vergis u niet, collega’s, alleen maar inzetten op een sociale toeslag helpt niet genoeg. Stel u voor dat we elke burger of elk gezin 8, 10, 20, 30 euro extra zouden geven, wat ben je daarmee als ondertussen de ouders geen job niet meer hebben, je terugvalt op 70 procent technische werkloosheid, of zelfs op minder omdat je ontslagen moet worden omdat je bedrijf over de kop gaat. Dan heb je aan die beperkte toeslagen niets. Het is een evenwicht tussen toeslagen gericht op de grootste lonen, mensen die werken, die knokken om vooruit te geraken en ervoor te zorgen dat ze met hun loon hun facturen kunnen betalen en bedrijven die vol goede wil investeren om een duurzame economische omslag te maken, een zetje geven opdat ze niet over de kop gaan. Dat is een goed evenwicht.
De Vlaamse Regering heeft een pakket maatregelen ingediend waarover we vandaag gediscussieerd hebben. Dat heeft uiteraard wel wat voeten in de aarde gehad, zoals u gemerkt hebt. Ik ben blij dat dat voorbij is en ik ga daar verder ook niet te veel woorden aan vuil maken. Het is vandaag belangrijker te tonen dat wij als politiekers staan voor de mensen. En die maatregelen die hier vandaag voorliggen en de uitdagingen die ook de komende maanden nog voor ons liggen, gaan we niet oplossen met woorden alleen of met strategische communicatie. We gaan die alleen oplossen door toewijding en door daden. Het zal u misschien niet verbazen, collega’s, maar politieke rancune heeft nog nooit iemands factuur verlicht. Daar zijn de burgers nog nooit beter van geworden. Van samenwerken, akkoorden smeden wel. Bovendien zit de vijand hier niet in het parlement. Deze vijand is de crisis daarbuiten, die wij samen moeten bestrijden.
Als parlement moeten wij dus kritisch kijken naar het pakket maatregelen dat de regering heeft voorgelegd, maar ook constructief. Wij allemaal, oppositie en meerderheid, moeten mee zoeken naar hoe we die maatregelen nog kunnen verbeteren. We moeten blijven werken aan hervormingen. Het pakket dat vandaag voorligt, is voor de korte termijn, is acuut ingrijpen op het ergste van de crisis. Maar we weten allemaal dat, als we de volgende crisissen voor willen zijn, als we onze burgers en onze bedrijven sterker willen maken om niet meer afhankelijk te zijn van dergelijke energiepieken, grondstoffenschaarste, er nog grote hervormingen nodig zijn. Het is onze rol als parlement een schakel te zijn naar de toekomst.
Collega’s, keuzes maken, dat is al een paar keer gevallen, en dat wordt soms gemakkelijk gezegd. ‘Ja ja, we moeten keuzes maken, dat is juist, mijnheer Schiltz, we moeten keuzes maken.’ Tot het erop aankomt. En keuzes maken is niet altijd even gemakkelijk. In dezen moeten we vandaag kiezen om ons niet te verliezen in de tegenstellingen die ons van elkaar scheiden maar moeten we zoeken naar de oplossingen die ons kunnen verbinden. En ik denk dat die er zijn.
Ik denk dat alle collega’s die hier zitten, de wil, de oprechte wil, hebben om Vlaanderen sterker te maken, om zoveel mogelijk mensen te helpen, om zoveel mogelijk bedrijven door de crisis te sleuren. Maar keuzes maken is niet altijd comfortabel. Het is wel nodig om vooruit te komen. We zitten niet in het parlement voor comfort. Daarvoor zijn deze zetels van het parlement letterlijk en figuurlijk niet gemaakt. Zeker wanneer voor zo veel mensen daarbuiten het comfort heel ver weg is. Collega’s, ik besluit met te zeggen dat ik op u allen reken om samen met mij en de Vlaamse Regering het beste van uzelf te geven, om te tonen dat wij hier in Vlaanderen ons niet op onze knieën laten dwingen door een of andere oorlogslustige gek in het oosten of door welke economische crisis dan ook, om te tonen dat wij niemand achterlaten, en om te tonen dat aan het einde van deze crisis, we zullen herrijzen, krachtiger, rechtvaardiger en welvarender ook. Zodat we opnieuw aan onze kinderen zullen kunnen zeggen dat het kan. (Applaus bij de meerderheid)
De heer D'Haese heeft het woord.
Collega’s, ik heb nog vier punten. Ik zal kijken of ik daarvoor mijn volledige dertig minuten nodig heb of niet.
Een over waar het nu allemaal over gaat. Twee over Vlaanderen en de kinderbijslag. Drie over onze energiefactuur. Vier, zodat jullie blijven opletten, over de grote verdwijntruc. Dat is pas helemaal voor op het einde.
Een: waar ging deze week nu heel die discussie over? Over een heel simpele vraag. Zou deze regering midden in de grootste koopkrachtcrisis van de eeuw verder besparen? Ja of neen? Proficiat, jullie zijn eruit geraakt. Cd&v is geplooid – wie had dat durven te denken – en heeft zich blijkbaar geëxcuseerd, zo heb ik gelezen, omdat ze een standpunt hebben ingenomen dat er niet bespaard mocht worden op gezinnen. De N-VA heeft haar zin gekregen en er is bespaard, jawel. De Vlaamse Regering gaat besparen op gezinnen, zelfs op de allerkwetsbaarste gezinnen. Sometimes you lose, sometimes you win, sometimes you learn, maar het zijn wel de gezinnen die daarbij verliezen en niet de cd&v-fractie hier in het parlement.
Minister-president Jambon, u zei in uw Septemberverklaring dat er op dit moment in deze crisis natuurlijk niet zou worden bespaard op onze klassen, op de hulp voor mensen met een beperking, op de zorg van onze ouderen. Dat zei u, maar u doet het omgekeerde. U bespaart wel op al die mensen en op al die sectoren. Jullie besparen structureel door niet te indexeren om dan geld uit te geven aan eenmalige compensatiemaatregelen. Dat is wat er gebeurt.
We hebben het vandaag over de lokale besturen gehad. Deze regering heeft er altijd de mond over vol, maar waarom moeten zij het dan dit jaar met 180 miljoen euro minder doen en volgend jaar met 330 miljoen euro minder, en dat midden in deze energiecrisis? Alsof steden en gemeenten hun handen niet vol hebben met hun inwoners te ondersteunen.
Deze regering wil dat het onderwijs excelleert. Daar hebben we het over gehad toen we de cijfers hoorden die de heer Daniëls daarnet gaf. Het onderwijsbudget is gestegen met 8,16 procent ten opzichte van vorig jaar. Ik hoef u de inflatie niet mee te geven, mijnheer Daniëls. Het reële budget van het onderwijs daalt, midden in deze crisis. Wij hebben daarnet allerlei getuigenissen gehoord over wat dat op het terrein betekent. U kunt nu zo zitten zwaaien, minister Weyts, maar u kent de inflatiecijfers beter dan ik. U hebt er een week op gewerkt. Het onderwijsbudget stijgt trager.
Deze regering heeft altijd de mond vol van een warm Vlaanderen en toch krijgen voorzieningen voor personen met een handicap, het jeugdwerk, de jeugdzorg en zelfs de CAW’s, waar daarnet naar werd verwezen omdat men mensen daarnaar zou moeten doorsturen als ze hun huis moeten isoleren, hun werkingsmiddelen niet geïndexeerd.
We zien vandaag in verschillende steden dat organisaties die mensen in armoede moeten helpen, mensen moeten ontslaan omdat ze niet rondkomen door de stijgende energieprijzen en de niet-indexering van hun budgetten. Er zijn twaalf indexsprongen sinds 2010. Twaalf indexsprongen!
Er is ook de VRT waar er al een besparingsplan van 30 miljoen euro op tafel lag en zij krijgen opnieuw hun werkingsmiddelen niet geïndexeerd. Weet u wat dat betekent? Dat ze nog eens bijna evenveel moeten besparen. Wat moeten ze daar schrappen? Karrewiet, Dagelijkse Kost, De Ronde van Vlaanderen? U zegt het maar. Ze moeten nog eens gaan schrappen nadat ze Thuis al hebben geprivatiseerd en meer dan tweehonderd mensen hebben moeten ontslaan. Het personeel van de VRT heeft groot gelijk om zondag tijdens De Zevende Dag het werk neer te leggen, want als de mensen van de VRT zich niet verzetten, dan maakt deze regering de openbare omroep gewoon kapot.
Wat jullie met deze Vlaamse Regering doen, is deze torenhoge inflatie misbruiken om een nieuwe besparingsronde door te voeren. 10 procent werkingsmiddelen in al die organisaties weg in een jaar tijd. Jullie noemen dat een niet-indexering en doen dan alsof die organisaties blij moeten zijn omdat ze dan een beetje kruimels in de plaats krijgen.
Er wordt gesproken over een inflatiebonus, maar die komt niet uit de lucht vallen. Die wordt betaald door de scholen, door de voorzieningen voor personen met een beperking, door de steden en gemeenten, door de openbare diensten, door het jeugdwerk. Daar wordt op bespaard en dat zullen de mensen ook voelen, dat zullen de mensen in hun portemonnee voelen, dat zullen de mensen voelen en zien op het scherm, dat zullen de mensen voelen in de dienstverlening bij onze openbare diensten. Dat is wat er vandaag gebeurt.
Nog heel kort, mijnheer Diependaele. U hebt daarnet pagina 15 van het centenboekje aangehaald voor wat betreft de zorg. U kent de uitdrukking ‘Een statisticus verdrinkt in 30 centimeter water’. Ministers van Begroting blijkbaar ook. Want het is niet omdat er groeipaden zitten op het ene, dat u op het andere niet aan het besparen bent. Dat is wel degelijk wat er vandaag in de realiteit gebeurt.
Ten tweede: Vlaanderen en de kinderbijslag. We hebben het debat gehad. Ik begrijp nog altijd niet hoe je een verlies van 876 euro per jaar, dit jaar, voor kinderen met sociale toeslag, een welvaartsvastheid kunt noemen. Maar eigenlijk toont het ongelooflijk goed aan, beste ministers, dat er niets beters is dan het kindergeld om te illustreren waarom de splitsing van het land en de splitsing van bevoegdheden een slecht idee is, en waarom je Vlaams-nationalisten zover mogelijk van onze sociale zekerheid moet houden. (Opmerkingen)
De volledige sociale zekerheid, van pensioenen, over ziekteverzekering tot de werkloosheidsuitkering, wordt perfect, netjes geïndexeerd. Het enige stukje sociale zekerheid, beste collega’s, dat niet geïndexeerd wordt en waar gezinnen aan verliezen, weet u waar dat zit? Bij Vlaanderen. Dat is gesplitst. En jullie hebben de indexering eraf gehaald.
De kinderbijslag splitsen, weten jullie het nog? Vlaanderen ging het allemaal beter doen. Eindelijk autonomie. Nu gingen we het nogal eens gaan zien, Vlaanderen ging de gezinnen versterken. En waar staan we nu, drie jaar later, beste collega’s? Het kindergeld is minder geld geworden. De favoriete besparingspost van deze regering: gezinnen verarmen omdat jullie centen hebben willen zoeken om op te scheppen met de begroting. Het zijn centen die wel degelijk, zoals collega Vandaele het daarnet heeft gezegd, integraal komen van de Federale Regering, maar die jullie niet doorstorten aan de gezinnen. Ik zou zeggen, beste ministers, beste leden van de meerderheid: proficiat, niemand kon beter aantonen dat je moet stoppen met die splitsingslogica dan jullie.
Punt drie is de energiefactuur. Mensen hebben het koud. Ik krijg berichtjes van jongeren waar het 14 graden is in de klas. Van studenten waar de verwarming van de aula’s om 4 uur afgezet wordt. Waar er alleen nog met koud water gedoucht kan worden. Van mensen die thuis de gaskraan fysiek in de kelder dichtdraaien, terwijl er langs de andere kant energiemultinationals miljarden en miljarden overwinsten boeken. En wat doet deze Vlaamse Regering? 6 euro uit de energiefactuur halen. 6 euro, daar kun je nog geen fleecedekentje van kopen in de Hema.
En het is nog maar herfst. Wat gaat er gebeuren als het winter wordt, beste ministers? Vuurtje-stook in de klas, marshmallows erbij, glühwein om de leerlingen warm te krijgen? Ik denk dat jullie onderschatten wat er aan het gebeuren is bij onze gezinnen thuis, maar ook in de scholen.
De fundamentele oplossing, beste regering, is natuurlijk de blokkering van de energieprijzen. Dat is natuurlijk het afromen van de woekerwinsten van Engie, dat begrijp ik ook wel. Maar ik begrijp niet waarom deze Vlaamse Regering niets doet aan wat ze zelf kan doen. Ik begrijp niet waarom de Federale Regering blijft weigeren om die prijs te blokkeren en die overwinsten af te romen, maar ik begrijp ook niet waarom de Vlaamse Regering weigert om die Vlaamse taksen uit de energiefactuur te halen. Die horen daar niet thuis. Haal ze eruit.
Afsluiten wil ik dan met de grote verdwijntruc. Ik hoor dat zelfs de minister-president erop aan het wachten was. Het stond vorige week groot in de krant, beste collega’s. De minister van Mobiliteit wil een ticket van 1 euro per dag voor De Lijn. Ik dacht: amai, eindelijk, ze hebben het begrepen. Eindelijk hebben ze het begrepen: goedkoop openbaar vervoer inzetten voor de koopkracht, voor het klimaat. Top. Maar het bleek helemaal niet te gaan over een goedkoop ticket voor De Lijn, beste collega’s, het bleek te gaan over goedkope reclame voor de minister. U hebt weer eens in de krant gestaan, maar van dat ticket hebben we niets meer gehoord. Hocus pocus pas, ik wou dat het 1 euro-ticket weg was. En weg was het. We hebben er niets meer van gehoord. Het is nergens te bespeuren. Het was de grote verdwijntruc, minister. Houdini is er niets tegen.
Beste collega’s, we kunnen daarmee lachen, maar er is vandaag veel gesproken over vertrouwen in de politiek. Je kunt vertrouwen in de politiek op heel veel andere mensen en partijen steken. Je kunt het op de mensen steken. Maar als je dat soort aankondigingspolitiek doet, kranten vult met voorstellen en er achteraf zelfs niet meer over spreekt, dan moet je niet verbaasd zijn dat het vertrouwen in de politiek verdwijnt, beste collega’s. (Applaus bij de PVDA)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega's, in eerste instantie wil ik jullie allemaal danken voor het debat. Het was een verrijkend debat, dat ook inzichten heeft geleverd. Gelukkig leven we in een maatschappij waar dergelijke debatten mogelijk zijn. Enkele uren vliegen van hier is er een maatschappij waar mensen die oproepen tot dergelijke debatten, achter slot en grendel worden gezet. Leve de vrijheid van spreken die wij hier in Vlaanderen hebben!
Ik heb goed geluisterd naar wat hier op het spreekgestoelte en ook op de banken is gezegd. Ik stel vast dat de meesten van ons oprecht bezorgd zijn om Vlaanderen en om de Vlamingen. Dat is natuurlijk ook de zorg van deze regering. En ik besef heel goed dat met de voorgelegde begroting niet alle noden en zeker en vast niet alle verlangens zijn ingevuld. ‘Er moet 600 miljoen euro bij de kinderbijslag. Voor de droogte is er 150 miljoen euro en 60 miljoen euro. Dat is allemaal nog veel te weinig, dat moet worden verdubbeld, verdriedubbeld. Het zorgbudget optrekken naar 135 euro is niet goed, dat moet naar 155 euro gaan. 115 miljoen euro voor de kinderopvang is absoluut veel te weinig. 100 miljoen euro per jaar voor steden en gemeenten is niet genoeg, dat moet veel meer zijn.’ En ga zo maar door. ‘De energiefactuur moet verder verlaagd, al die componenten van Vlaanderen moeten eruit.’ Waar die dan naartoe moeten? Volgens mij naar de begroting. ‘En voor het onderwijs moet er minstens nog 300 miljoen euro bij.’
En ik wíl dat allemaal wel. Ik wil dat allemaal wel. Maar het zou van eerlijkheid getuigen mochten die mensen dan ook zeggen hoe we dat allemaal moeten betalen. Hoe gaan we dat betalen? Waar gaan we dat geld halen?
Tijdens de Septemberverklaring heb ik het al gezegd, maar ik wil het hier ook nog eens herhalen: ik heb het geluk gehad om van de vorige ploeg – dank u wel, minister-president Geert Bourgeois en de andere ministers – een gezonde begroting te krijgen. Dat heeft ons in staat gesteld om tijdens de coronacrisis heel diep in de buidel te tasten en mensen en bedrijven door die coronacrisis te helpen. Aan het einde van die coronacrisis hebben we onmiddellijk een besparingsoefening gedaan van 900 miljoen euro. Dat zou ons in 2026, misschien 2027 opnieuw naar een begroting in evenwicht moeten leiden. Toen was er nog geen sprake van deze crisis. Maar gelukkig hebben we die oefening toen gemaakt, want dat stelt ons nu in staat om opnieuw diep in de buidel te tasten. Voor sommigen is het nog niet diep genoeg, maar als je naar onze schuldgraad kijkt, dan zou ik die toch ook mee in het debat willen gooien.
Het is goed dat we die oefening hebben kunnen maken. Dat is geen begrotingsfetisjisme, het cijfer om het cijfer, maar het is wel omdat we weten dat de crisissen elkaar opvolgen. Ikzelf en deze regering maken er een zaak van eer van om ook voor een volgende crisis nog ruimte te hebben om in de buidel te tasten, zonder dat we onze kinderen en kleinkinderen met een overmatige schuld opzadelen. We kunnen daarover van gedachten wisselen, en de linkse partijen kunnen daar een heel ander gedacht over hebben. Maar dat is de lijn van deze regering en in die lijn hebben we elkaar gevonden.
Ik herhaal mijn oproep van tijdens de Septemberverklaring. We zitten opnieuw in een crisis. Het is zoals de heer Schiltz daarnet op het spreekgestoelte heeft gezegd: laten we vooral samenwerken. En we zullen heel vaak met elkaar van mening verschillen, maar laten we toch de domeinen waarin we kunnen samenwerken, zoeken, zodat we er als politiek sterker uit komen en vooral de mensen helpen die moeten worden geholpen.
Ten slotte wil ik de coalitiepartners danken. We moeten het niet onder stoelen of banken steken: er is een moeilijk moment geweest. Maar we hebben de zaak weer kunnen bijleggen. Ik denk dat het ook groot is om op een bepaald moment over een meningsverschil heen te kunnen stappen. Ik wil de coalitiepartners absoluut hartelijk danken. Ik kan u garanderen dat ik de behoeder zal zijn van álle gemaakte afspraken in deze oefening. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de verklaring houden.