Report plenary meeting
Report
Voorstel tot aanvulling van de agenda (Voortzetting)
Collega's, ik herhaal mijn vraag van daarnet. Is het parlement het eens om de beraadslaging over het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Tinne Rombouts, Steven Coenegrachts, Arnout Coel, Bart Dochy en Freya Perdaens tot wijziging van het Mestdecreet, wat het invoeren van de mogelijkheid om adviescommissies op te richten en de afschaffing van de nutriëntenemissierechten-MVW betreft, en tot wijziging van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, wat het invoeren van overgangsmaatregelen voor vergunningen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof betreft, nu onmiddellijk voort te zetten? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking (Voortzetting)
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van de algemene bespreking van het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Tinne Rombouts, Steven Coenegrachts, Arnout Coel, Bart Dochy en Freya Perdaens tot wijziging wat het invoeren van de mogelijkheid om adviescommissies op te richten en de afschaffing van de nutriëntenemissierechten-MVW betreft, en tot wijziging van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, wat het invoeren van overgangsmaatregelen voor vergunningen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof betreft.
De heer Vandaele heeft het woord.
Dit voorstel van decreet wil de nutriëntenemissierechten mestverwerking afschaffen omdat we niet willen dat de veestapel nog verder groeit. Het voorstel van decreet wil ook de mogelijkheid bieden om adviescommissies op te richten die de efficiëntie van nieuwe technieken kunnen onderzoeken en valideren. Het decreet wil ook een tijdelijke verlenging van vergunningen mogelijk maken tot eind 2023, halfweg 2024.
Nu, we hebben op voorstel van de oppositie, collega Rzoska, het advies van de Raad van State gevraagd. De Raad van State heeft een aantal opmerkingen. We hebben die verwerkt in de zes amendementen die we in ons voorstel opnemen. De commentaar van de Raad van State gaat met name over het derde onderdeel van het voorstel van decreet, namelijk de verlenging van de vergunningen. Daar moeten we in elk geval nog eens grondiger naar kijken en daarom stellen we voor om de eerste twee onderdelen van het voorstel van decreet wel degelijk te behouden. Daar zijn een paar kleine wijzigingen in aangebracht. Als daar uitleg nodig is, kan collega Rombouts die desgewenst geven. Maar het zijn technische aanpassingen, u ziet dat.
Het derde onderdeel gaan we later verder uitwerken. De eerste twee onderdelen zouden we graag vandaag ter stemming leggen, voorzitter.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij collega Vandaele. Het gaat in dit voorstel van decreet inderdaad om drie elementen, zijnde enerzijds de decretale stopzetting van de uitbreiding emissierechten mestverwerking. Met deze maatregel konden bedrijven in het verleden meer dieren houden onder de welbepaalde voorwaarde dat ze de bijkomende mestproductie voor 125 procent verwerkten. Met andere woorden, ze dienden 25 procent meer of extra te verwerken dan hetgeen ze mochten bij produceren.
Nu, met de uitdagingen waar we momenteel met de sector voor staan lijkt het belangrijk dat er ook op het vlak van de veestapel een standstill wordt georganiseerd en dat die uitbreiding mits mestverwerking decretaal wordt stopgezet. Er was al een beslissing van de Vlaamse Regering maar met dit voorstel van decreet wordt het dus ook decretaal stopgezet.
Ten tweede wordt er een Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV) geïnstalleerd. De uitdagingen om de stikstofdepositie te doen dalen zijn groot. En ook vanuit de landbouwsector worden heel grote inspanningen verwacht.
Nu, innovatieve technieken, zoals ammoniakreducerende staltechnieken, zullen hieraan ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Belangrijk is dan ook dat deze technieken op een vlotte manier erkend kunnen worden, zodat landbouwers deze ook kunnen toepassen en ze de zekerheid hebben dat ze ook goed werken.
Met dit voorstel van decreet wordt er een rechtsbasis gecreëerd dat er een wetenschappelijk comité geïnstalleerd kan worden voor deze erkenningen. Bij dezen wil ik dan ineens ook de minister oproepen om dit wetenschappelijk comité op zeer korte termijn te installeren en aan het werk te zetten.
Het derde luik gaat over de vergunningen. Er waren eveneens artikelen voorzien voor bedrijven die vandaag in een vergunningsprocedure zitten of er in de komende maanden zouden komen te zitten en zich momenteel in een zeer onzekere periode bevinden, namelijk dat de definitieve Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) nog niet klaar is. Het kan natuurlijk niet zijn dat er bedrijven tussen wal en schip vallen en daardoor hun vergunning dreigen te verliezen. Het doel van deze artikelen was dan ook om bedrijven wier vergunning in 2021, 2022 of 2023 zou komen te vervallen, een verlenging te geven als bewarende maatregel om zo een standstill te creëren in de tussenperiode waarin we nu verkeren.
Gelet op een aantal opmerkingen en bezorgdheden van de Raad van State leek het ons inderdaad beter om dit nu niet op te nemen in het voorstel van decreet, maar om iets meer tijd te nemen voor een meer degelijke decretale uitwerking. Dit wil zeggen dat we tijdelijk verder werken met het instrument van een ministeriële instructie en dat we tegen september een nieuw voorstel van decreet zullen neerleggen.
Ik wil even ingaan op de amendementen, zoals gesuggereerd, ook al spreken ze voor zich.
Het eerste van onze amendementen, amendement nr. 3, betreft een wijziging van het opschrift. Aangezien de vergunningen uit het voorstel van decreet gehaald worden, is het ook het best dat dit niet meer in het opschrift wordt opgenomen om verwarring te vermijden.
In amendement nr. 4 worden bij de commissie de woorden ‘onder meer’ geschrapt omdat het een te grote delegatie leek voor de Raad van State. We hebben een aantal elementen opgenomen waarvoor die WeComV kan worden opgericht, maar daar stond ‘onder meer’ bij. Daaruit zou blijken dat dit ook nog voor heel wat andere zaken zou kunnen worden opgericht. De Raad van State vond dit te ruim. Door de schrapping van deze woorden wordt de delegatie meer beperkt.
In amendement nr. 5 wordt er een datum gewijzigd. Dat gaat over de nutriëntenemissierechten mits mestverwerking (NER-MVW). Zoals ik heb aangegeven, wordt de uitbreiding ‘mits mestverwerking’ in de toekomst geschrapt, maar er zijn natuurlijk nog altijd bedrijven die vandaag NER-MVW’s hebben. Dat systeem op zich moet dus ook op een correcte juridische manier zijn werking kunnen hebben. Daarvoor zijn ook overgangsmaatregelen opgenomen. Er werd verwezen naar de datum van 1 mei, maar die zullen we vervangen door 2 maart omdat de beslissing van de Vlaamse Regering van 1 april 2022 reeds verwees naar de scharnierdatum van 2 maart. Om geen tussenperiode te krijgen wordt die datum aangepast naar de datum van het besluit van de Vlaamse Regering, meer bepaald 2 maart. In de realiteit zal dit geen impact hebben want er zijn in die tussentijd geen extra NER-MVW’s toegekend.
In de amendementen nrs. 6, 7 en 8 wordt opgenomen dat die artikelen worden geschrapt. Voor de vergunningen zal er verder gewerkt worden met een ministeriële instructie. Aan het begin van het nieuwe werkjaar zal er een nieuw voorstel van decreet worden voorgelegd.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
De tussenkomst van mevrouw Rombouts was allesomvattend. Ik zal dus enkel toevoegen wat ik de vorige keer ook heb gezegd, namelijk dat een zeer belangrijk onderdeel van dit PAS-akkoord voor mijn fractie is dat we innovatie alle kansen geven en we het als een belangrijk onderdeel van de oplossing onderschrijven, niet alleen technologische innovatie. We zullen ook moeten kijken naar manieren waarop aan landbouw wordt gedaan, waarop dieren worden gevoederd enzovoort. Het is een positieve zaak dat we snel werk maken van dat wetenschappelijk comité dat een en ander zal coördineren.
Het is natuurlijk een spijtige zaak voor de landbouwbedrijven die vandaag een aflopende vergunning hebben, dat wij hun niet in één keer het perspectief kunnen geven dat hun vergunning verlengd wordt tot het definitieve PAS-kader er is. Maar collega Rzoska, het is de verdienste van de oppositie dat wij een advies van de Raad van State hebben dat duidelijk genoeg is om dat vandaag dan ook uit het voorstel van decreet te lichten en – zoals collega Rombouts zegt – het verder en beter doordacht opnieuw te brengen, hopelijk in september.
De heer Sintobin heeft het woord.
In de eerste plaats was het de voltallige oppositie die een advies vroeg aan de Raad van State. Uit het advies blijkt toch dat het nuttig was. Maar zoals collega Vandaele kort en collega Rombouts allesomvattend de drie punten aangehaald heeft, hebben wij inderdaad altijd gesteld dat vanaf de bespreking van het stikstofdossier een groot deel van de oplossing in innovatie lag. Ik vond dat daar te weinig nadruk op gelegd werd.
Men begint hier trouwens met amendement nr. 3 omdat wij de vorige keer twee amendementen ingediend hebben om zo snel mogelijk een wetenschappelijk comité op te richten. Nu staat dat verankerd in een van deze amendementen, samen met de stop op de uitbreiding mits mestverwerking. Collega Rombouts noemt het een standstill.
Ten derde, wat betreft de vergunningen: er is nu tenminste rechtszekerheid voor de lopende vergunningen, zij het dat het momenteel via de ministeriële instructie loopt en niet via een decreet. Maar ik heb begrepen dat er eind dit jaar, begin volgend jaar een nieuw decreet zal komen om ook dit op te lossen. Ik wil er gewoon nog bij vermelden dat we vanuit de sector zelf al langer vragende partij zijn dan vandaag. Gisteren hebben we nog allemaal een mail gekregen van Fedagrim om inderdaad te vragen om dit voorstel van decreet of de artikelen ervan van elkaar los te koppelen, zodat we verder konden met de uitwerking zoals ik juist gezegd heb, de drie belangrijkste zaken. Vandaar dat wij deze amendementen allemaal zullen goedkeuren.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega’s van de meerderheid, jullie moeten maar durven. Anderhalf jaar nadat de PAS-regeling vernietigd is, ligt er hier één nieuw decreet op tafel. Wat is dat dan? Dat is de aanpassing of het opstarten van een wetenschappelijk comité om in te zetten op innovatie en de aanpassing van een NER-regeling. Jullie hebben een poging gedaan om de vergunning van alle landbouwbedrijven tussentijds zonder passende beoordeling te verlengen tot medio 2024. Daarvan wist iedereen, dat stond in de sterren geschreven, dat dat helemaal niet conform de uitspraken van de Raad van State zou zijn. Jullie hebben dus een poging gedaan om de Raad van State te omzeilen. Wat blijkt? De Raad van State zegt dat er een uitspraak was over een stal in Kortessem. Uiteraard moet die gerespecteerd worden. Uiteraard kan het niet dat jullie zonder passende beoordeling, zonder openbaar onderzoek, zonder milieueffectrapport (MER) zomaar vergunningen zullen verlenen.
Wat doen jullie nu? Jullie halen dat nu uit het decreet en het wordt snel opnieuw op de agenda geplaatst. Eerlijk gezegd, wij begrijpen niet waarom hier vandaag over gestemd moet worden, waarom daar geen debat in de commissie Landbouw over gevoerd kan worden. Ons voorstel is dus om nu niet te stemmen over dit voorstel van decreet en het grondig te bespreken in september op de commissie Landbouw en dan ook een deftige regeling te krijgen voor de problematiek van de vergunningen. Want ik begrijp dat mevrouw Rombouts zegt dat ze in september met een nieuwe tijdelijke oplossing zal komen om die vergunningen te regelen.
Het stond in de sterren geschreven dat dit vernietigd ging worden. Dat is ook logisch en helemaal in lijn met de uitspraak van februari 2021. Maar wij begrijpen niet dat die twee aanpassingen er nu snel door gehaspeld moeten worden zonder grondige bespreking. Het is heel duidelijk dat jullie de focus echt alleen maar willen leggen op innovatie. Innovatie is een goed instrument, maar is absoluut niet het eerste wat we nodig hebben als we een oplossing willen bieden voor de landbouwsector. Als we een echte oplossing willen bieden, hebben we een globale visie nodig die ervoor zorgt dat die landbouwer een echte toekomst heeft, en niet dat we ze in innovatieve investeringen duwen die nadien mogelijk toch geen oplossing blijken te zijn. Wij zullen dit voorstel van decreet dan ook niet goedkeuren.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik interpreteer de eerste tussenkomst van collega Vandaele als een dankwoord aan de oppositie die het advies van de Raad van State heeft gevraagd en die deze meerderheid behoed heeft voor nog eens een decreet dat – achteraf dan – door verstandige rechters vernietigd geweest zou zijn en die hen ervoor heeft behoed om nog eens – omdat het goed klonk en een paar mensen plezier deed – een zeer rechtsonzeker, ongelijk en in wezen illegaal systeem bij een decreet van het Vlaams Parlement te stemmen en dan achteraf te zeuren wanneer ‘het tegen de muur liep’. Dus we zijn blij dat de Raad van State van ons de kans heeft gekregen om de Vlaamse meerderheid te behoeden voor dat soort van dwaasheid. We zijn zelfs blij – en ik vind dat we dat mogen zeggen – dat de Vlaamse meerderheid op dit ogenblik ten minste ook de eerlijkheid en de moed heeft gehad om dat zelf in te zien en dan ook consequent die onzin uit het voorstel van decreet te schrappen. Ik vind dat we daar alleen maar voor moeten applaudisseren. Het is een mooi voorbeeld van samenwerking tussen meerderheid en oppositie. Dit kan leiden tot productieve keuzes, nietwaar, collega Rzoska? Ik ben blij om dit op de voorlaatste zitting – misschien – van het parlementaire jaar nog een keer in de verf te kunnen zetten. Het is misschien een stukje voor de speech van de voorzitter morgen, om daar toch nog even aan te herinneren.
Dat gezegd zijnde, moet u daar vooral niet uit afleiden dat we dit voorstel van decreet met Vooruit nu plotseling enthousiast gaan goedkeuren. Dat is ook een beetje te ver. Wat er blijft in staan, is namelijk nog altijd problematisch, om allerlei redenen. De voornaamste reden is misschien – die heeft collega Schauvliege net zelf ook al in correcte bewoordingen uiteengezet – dat de hele saga rond het proberen om technologische oplossingen te vinden voor het probleem dat er nu is op zichzelf niet fout is, maar op zichzelf ook niets waard is. Het is niet nieuw dat men zoekt naar technologische oplossingen. Het is niet nieuw dat men zoekt naar allerlei manieren om het probleem op te lossen via technologische vooruitgang. Het is ook niet nieuw dat men vaststelt dat die technologische hulpmiddelen ofwel niet ingezet worden of dat er niet op gehandhaafd wordt, maar vooral ook dat het effect van die technologische hulpmiddelen in de meeste gevallen is dat ze voor de landbouwer en het landbouwbedrijf kostenverhogend zijn en dwingen tot schaalvergroting, in plaats van tot leefbare en duurzame landbouw. En dat is nu precies waarmee dit hele probleem is ontstaan.
Men wil nu bij voorrang verder werken op die piste. Daarom is dit voorstel van decreet plotseling om onbegrijpelijke redenen dringend, om het snel goedgekeurd te krijgen vooraleer we hier in het parlement zelfs maar de rest van het stikstofakkoord gezien hebben of men er in de regering zelfs maar akkoord over is. Dit op zich doen, op z’n eentje doen, zonder een globaal akkoord over bijvoorbeeld een leefbare schaal voor de veeteelt in Vlaanderen, zonder een akkoord over een begeleide afbouw, zonder een akkoord over ondersteuning van landbouwers in die afbouw en in het investeren in een meer duurzaam model enzovoort, is de absolute drang om toch weer de illusie te koesteren van met een aantal technologische binnenwegen toch maar verder te kunnen groeien. Dat is eigenlijk een lege doos, in het beste geval. In het slechtste geval is het een zeer dure doos, voor landbouwers die alweer gigantische investeringen zullen moeten doen en waarvoor we de belastingbetaler achteraf de factuur gaan presenteren.
Dus collega’s, ik was geneigd te zeggen dat dit voorstel van decreet een voorbeeld is van salamipolitiek, waarbij men stukjes afsnijdt en iedere keer probeert om een deeltje op te lossen. Maar als ik nu echter naar de inhoud kijk, vind ik salami zelfs een te genereuze term. Het is in het beste geval een schijfje carpaccio van iets wat in zijn geheel een serieuze biefstuk had moeten zijn, in de vorm van een echt akkoord over stikstof, een echt akkoord over wat de landbouw, en dan voornamelijk de veeteelt, in Vlaanderen zou moeten doen en hoe we daar als Vlaams beleid naartoe zouden gaan. Dit soort schijfjes, daar heeft niemand iets aan. Het is leuk dat u ermee op vakantie kunt en dat u, wanneer u in de vakantie wat landbouwers zult bezoeken, hen kunt beloven dat u iets hebt gedaan. Ik hoop dat u er dan ook bij zegt dat het op zich niet veel waard is en misschien evenveel problemen creëert als het oplost. Met Vooruit zullen we ons dus onthouden bij de amendementen, want ze komen ons een stuk tegemoet, maar we stemmen tegen dit soort van minuscule schijfjes, het voorstel van decreet dus met andere woorden. (Applaus bij Vooruit)
De heer Dochy heeft het woord.
Ik ben een beetje verrast door de scherpe reactie van de mensen van Vooruit en Groen. Waarom? De reden dat wij die drie zaken hebben gebundeld, is net het feit dat we in de Commissie voor Landbouw, bij de bespreking van de conceptnota PAS met minister Demir en toenmalig minister van Landbouw, minister Crevits, eigenlijk in een vrij brede consensus hebben gezegd dat dat nu eigenlijk drie dingen zijn die we echt wel heel dringend nodig hebben.
In eerste instantie is dat de oprichting of de mogelijkheid – de juridische basis – tot oprichting van de wetenschappelijke commissie, om mensen de mogelijkheid te geven om de creativiteit die ze reeds aan de dag hebben gelegd, voor te leggen ter toetsing en te zien in welke mate het voldoet aan de normering die door Vlaanderen, onze overheid, kan worden opgesteld. Zo kan worden bekeken welke technieken er kunnen worden gebruikt om de noodzakelijke reductie van de ammoniakemissie straks te bekomen.
Ten tweede, wat betreft nutriëntenemissierechten (NER) mits mestverwerking, waren we het allemaal eens dat het nu niet het moment is voor bijkomende nutriëntenemissierechten, hoewel men 125 procent van de mest verwerkt die wordt geproduceerd. Hier spreken we echter vooral in termen van ammoniak, zijnde het compartiment lucht. Het is dus niet opportuun om verdere uitbreidingen toe te laten. Een consensus daarover, maar ook bijkomend, is misschien nog te weinig aan bod gekomen, namelijk de garantie dat mensen die in het verleden NER mits mestverwerking hebben gekregen die ook kunnen behouden, zelfs al kiezen ze ervoor om in een bepaald jaar minder te produceren. Zonder dit decreet zouden mensen die in een bepaald jaar minder produceren de NER mits mestverwerking immers verliezen. Dat zou dus eigenlijk betekenen dat mensen worden gedwongen, of in elk geval worden aangestuurd of gestimuleerd, om meer te produceren dan wat ze misschien willen. Met dit voorstel van decreet is er dus ook de mogelijkheid om eenmalig om de vier jaar te zakken met de NER mits mestverwerking, zonder die te verliezen. De NER mits mestverwerking uit het verleden blijven dus ook behouden.
Tot slot is er het verhaal rond de vergunningen. Verschillende malen hebben collega Rombouts, collega Sintobin, ikzelf en anderen hier in dit parlement gepleit om de rechtszekerheid van de landbouwers individueel niet onderuit te halen. Wat betekent dat? Dat mensen niet in de onmogelijkheid mogen zijn om hun bedrijf verder te zetten tot op het moment dat men de definitieve keuze kan maken op basis van de definitieve PAS. De definitieve PAS zal dus een kader schetsen van hoe de mensen vooruit kunnen naar 2030 en wat ons betreft het liefst naar 2050. Als men nu dus in onzekerheid zit door het feit dat er nog geen beslissing is omtrent de definitieve PAS, dan zou het toch godgeklaagd zijn dat mensen hun vergunning verliezen, in de onmogelijkheid zijn om hun bedrijf verder te zetten en in elk geval ook in de onmogelijkheid zijn om hun leningen te betalen en hun inkomen te verwerven. Dat wil niemand. Verschillende malen is in dit forum dus gezegd dat we niemand in de armoede gaan storten. Mijnheer Tobback, wanneer wij niet de mogelijkheid geven om vergunningen decretaal te verlengen, of straks eventueel via de ministeriële instructie, dan komen er drama’s op bepaalde plaatsen. Dan worden we geconfronteerd met drama’s. Als u dat niet gelooft, wil ik u eens meenemen naar dergelijke bedrijven, waar dit zich zou kunnen voordoen. Dan denk ik dat u zelf zou vinden dat uw grapjes van daarnet echt wel misplaatst zijn.
Het gaat in dezen over families, het gaat over mensen. Het gaat over rechtszekerheid voor bedrijven. Die willen wij bieden, momenteel via de ministeriële instructie en voor hen die het nodig zullen hebben in het najaar ook met een bijkomend decreet. (Applaus bij cd&v)
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega’s van de oppositie, dat jullie moeite zouden kunnen hebben met het verlengen van vergunningen als overgangsmaatregel zonder passende beoordeling, daar kan ik inkomen. Ik denk dat de meeste collega’s van de meerderheid daar kunnen inkomen, maar dat, nu dat onderdeel eruit is, jullie dan toch nog altijd moeite hebben met wat voorligt, dat begrijp ik eerlijk gezegd niet. Wat nu overblijft, is al uitgelegd. Commissies kunnen valideren welke nieuwe technieken efficiënt zijn. We hebben daar absoluut behoefte aan.
Wie bij de voorzitter de vergunningen van de jongste jaren is gaan inkijken, en er zijn veel collega’s die dat hebben gedaan, zal hebben gezien dat daar heel wat technieken wat opgelepeld of voorgesteld als zijnde efficiënt en een vermindering van de emissie met zich meebrengend, terwijl die technieken niet gevalideerd zijn en eigenlijk door wetenschappers van tafel worden geveegd. Deze commissies, of commissie, moeten er juist in slagen om daar zekerheid over te bieden: als men dat doet dan zal dat effect hebben, en dan kan dat worden erkend als zijnde een goede techniek. Maar als men dat andere doet, dan is dat eigenlijk een verloren investering en dan zullen we daar dan ook geen rekening mee houden bij nieuwe vergunningen. Daar hebt u dus blijkbaar ook problemen mee.
Collega’s van de oppositie, jullie hebben ook een probleem met het feit dat wij hier zeggen de groei van de veestapel te zullen stopzetten door die NER’s mits mestverwerking te schrappen. Dat vind ik zo mogelijk nog onbegrijpelijker. Echt waar, ik begrijp dat niet. Wij gaan in elk geval voluit voor het voorstel dat wij hier vandaag voorleggen, met die twee elementen. Wat het derde betreft, zullen we dan in de toekomst bekijken of we dat beter kunnen uitwerken, beter kunnen onderbouwen. Maar die twee dingen die wij vandaag hier ter stemming voorleggen, lijken ons echt absoluut twee positieve elementen, ook voor het leefmilieu. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, de PAS-regeling is vernietigd in februari 2021. De eerste decreettekst die hier op tafel ligt, is vandaag bij hoogdringendheid geagendeerd. Dit is niet serieus. Er is geen enkele reden waarom die NER-regeling vandaag per se moet worden goedgekeurd. Er is geen reden waarom dat wetenschappelijk comité vandaag moet worden goedgekeurd. Er is in de commissie al een paar keer aangehaald dat dat een goede oplossing zou kunnen zijn, maar niets belet u om dat daar grondig te gaan bediscussiëren in een globale visie op waar men naartoe wil. Dat gebeurt echter niet, en dat is meteen onze hoofdkritiek hierop. Wij willen gerust mee nadenken over een goede oplossing voor onze landbouwers, die een toekomst biedt aan die landbouwers, maar het eerste dat jullie op tafel leggen, is een voorstel van decreet waar jullie een rechtsonzeker kader hebben proberen in te sluizen. Dat is er nu uit geschrapt, dankzij de oppositie. Wij vinden dat gewoon geen ernstige manier om het debat te voeren over zo’n ernstige zaak.
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega Schauvliege, wij zijn ook helemaal voor grote visies. Wij vinden dat prima, grote visies, maar we zijn ook voor concrete stappen, en dit zijn er twee vandaag. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Het antwoord van collega Vandaele was zeer duidelijk. Ik hoop dat we de principes kunnen overschrijden en daadwerkelijk tot oplossingen kunnen komen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking.
Er is een amendement tot vervanging van het opschrift. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2021-22, nr. 1296/4)
De stemming over het amendement wordt aangehouden.
– Artikel 1 tot en met 3 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er zijn amendementen op artikel 4 en 5. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2021-22, nrs. 1296/2 en 1296/4)
De stemmingen over de amendementen en over de artikelen worden aangehouden.
Er zijn amendementen tot schrapping van artikel 6 en 7. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2021-22, nr. 1296/4)
De stemmingen over de artikelen worden aangehouden.
Er is een amendement op artikel 8. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2021-22, nr. 1296/4)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijk stemming over het voorstel van decreet houden.