Report plenary meeting
Actuele vraag over de middelentoets voor sociale huurders
Actuele vraag over de nieuwe maatregelen voor sociaal wonen
Actuele vraag over sociaal en betaalbaar wonen en de mogelijkheid tot gemengde projecten
Actuele vraag over het betrekken van de private sector bij de bouw van betaalbare huurwoningen
Actuele vraag over de betrokkenheid van de private sector bij de bouw van sociale en bescheiden woningen
Actuele vraag over de aankondiging dat er middelen voor sociale woningbouw naar bouwpromotoren zullen gaan
Report
De heer D’haeseleer heeft het woord.
Voorzitter, minister, de Vlaamse Regering heeft deze week beslist dat vanaf 2024 de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) via de zogenaamde middelentoets zullen controleren hoeveel de kandidaat-huurders op hun rekening hebben staan. Wie te veel op zijn rekening heeft staan, zal geen aanspraak meer kunnen maken op een sociale woning.
Op zich hebben we niks tegen het principe dat we ervoor moeten zorgen dat de sociale woningen terechtkomen bij degenen die er het meeste recht op hebben. Maar we zullen het er toch ook over eens zijn dat het louter een symbooldossier is. Mensen die al jaren op een wachtlijst staan, moeten voldoen aan de inkomensgrens en mogen dus niet te veel verdienen. Denkt u nu echt dat er veel mensen zijn die naast hun maandelijkse huur- en energiekosten nog eens tienduizenden euro’s kunnen sparen? Dit bewijst nog maar eens hoe ver deze regering staat van de realiteit. Hoe wereldvreemd kan men zijn? Bovendien zijn er op het eerste gezicht nog ontelbare achterpoortjes waardoor kandidaat-huurders er wel voor zorgen dat ze onder die maximumbedragen blijven.
Minister, het zal dus niet via deze weg zijn dat u de wachtlijsten zult inkorten. Integendeel, u moet sociale woningen bouwen. Dat is uw opdracht. Ik vrees dat u met deze maatregelen vooral de aandacht wilt afleiden van de kern van de zaak, namelijk uw falend beleid inzake de bouw en renovatie van sociale woningen. Er zijn de laatste tien jaar nog nooit zo weinig sociale woningen gebouwd als dit jaar. Dat is een triest record dat u op uw naam mag schrijven.
Ik hoop ook dat de Vlaamse Regering evenveel tijd en energie zal steken in het opsporen van rekeningen en vermogens van de grote fraudeurs in dit land, die meestal buiten schot blijven en hun boetes zomaar kunnen afkopen. Ook op dat vlak bestaat er immers een heel groot rechtvaardigheidsgevoel bij de burgers.
Minister, hoe groot schat u het effect van deze middelentoets? Komen er ook extra middelen voor de maatschappijen die deze moeten uitvoeren? Op welke manier zult u de rekeningen en beleggingen van buitenlanders controleren? Ik vrees dat de brave Vlaming hier weer de dupe wordt en de buitenlanders de dans zullen ontspringen. Wanneer bent u van plan om ook de grote fraudeurs aan te pakken? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, er moest weer eens een ballonnetje worden opgelaten over mensen die het moeilijk hebben. Sociale huurders moeten van u nu gecontroleerd worden, en dat moest op de radio grootscheeps verkondigd worden, want er moest ergens maar eens iemand zitten die een beetje profiteert. Natuurlijk, u weet wat dan het effect is: sociale media beginnen te gonzen van de woordspelingen: ‘Ah ja, sociale huur, dat zit vol met profiteurs.’ Mensen die recht hebben op een sociale woning en op dit moment in moeilijkheden zitten, zullen wel twee keer nadenken voor ze zich op dit moment op de wachtlijst inschrijven.
U bent minister van Wonen. U moest trots zijn dat sociaal wonen mensen uit de miserie kan helpen. U moest al uw energie steken in het ervoor zorgen dat die wachtlijst van 170.000 mensen, meer dan er op dit moment sociale woningen ter beschikking zijn, wordt weggewerkt.
U kent de feiten heel goed, of u zou ze toch moeten kennen, als minister van Wonen. Jaar na jaar zijn het armere mensen die een sociale woning toegewezen krijgen. Dat zijn de feiten. Het gaat om veel mensen die in of op de rand van de dakloosheid zitten door een totaal oververhitte huurmarkt. Die mensen zijn het die u zou moeten helpen. En u steekt de energie van de sector en van uw kabinet in een pestmaatregel.
U hebt op dit moment 6,5 procent sociale woningen. Als we even rond ons kijken, zien we dat Nederland er 28 procent heeft, Frankrijk 18 procent, Denemarken 20 procent. En gemeenten die meer willen bouwen dan 15 procent, die weigert u leningen. U zou nu volop moeten bouwen, en volop patrimonium moeten opbouwen voor de generaties gezinnen die het nog moeilijk gaan krijgen in de sociale woningbouw. En wat beslist u? U zult de privésector subsidiëren met een half miljard euro. Een half miljard euro, minister. Een negatieve rente van min één procent – gewone mensen kunnen het niet geloven, als ze dat horen – om tijdelijk te mogen sociaal verhuren.
Minister, wanneer zult u eindelijk eens kwetsbare mensen beschermen in plaats van hen schrik aan te jagen? Wanneer zult u eindelijk een beleid voeren voor kwetsbare mensen in plaats van voor bouwpromotoren? (Applaus bij Groen)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, collega’s, bedankt voor de algemene aandacht voor dit thema hier vandaag, vooral bij de meerderheid, moet ik zeggen. (Opmerkingen van de voorzitter)
Minister, ik wil beginnen met u proficiat te wensen. Proficiat, het is u weer gelukt! U staat weer op de voorpagina, over sociale huurders, over misbruik, over fraude. Het is u weer gelukt! Misbruik en fraude, terwijl het gewoon gaat over een paar mensen met een laag inkomen die er toch in zijn geslaagd om een beetje spaarcentjes aan de kant te zetten. Dat is genoeg voor u om over fraude en misbruik te spreken.
Ondertussen komen er amper sociale woningen bij, is de wachtlijst nog nooit zo lang geweest, gaat dit absoluut niets veranderen aan de lengte van die wachtlijst. U doet dus niets voor die 170.000 mensen die op een sociale woning staan te wachten, maar u staat er weer mee in de kranten. Proficiat!
266 miljard euro verdwijnt elk jaar uit ons land, van grote bedrijven richting belastingparadijzen. Daar hoor ik de N-VA nooit over, nooit. Maar als het gaat over mensen die hun hele leven lang gewerkt hebben, met een klein pensioentje, die recht hebben op een sociale woning, dan gaan die wel hun rekeninguittreksels op tafel moeten leggen, zodat jullie kunnen controleren of ze zeker niet te veel gespaard hebben tijdens hun leven. Dat zijn twee maten en twee gewichten, minister.
Toen Fernand Huts, multimiljardair, bij de Vlaamse Regering kwam aankloppen voor miljoenen euro’s subsidies voor zijn zonnepanelenparken, hebben jullie dan gevraagd om zijn rekeninguittreksels op tafel te leggen, om te zien of hij die centen wel echt nodig had? Ik dacht het niet, minister. Maar wanneer mensen die zo weinig verdienen dat ze recht hebben op een sociale woning, zich inschrijven op een wachtlijst, om die woning effectief te kunnen opnemen, dan zegt u hun dat ze eerst al hun spaarcentjes moeten opgebruiken vooraleer ze zich zelfs maar mogen inschrijven op die wachtlijsten.
Minister, dat soort beleid straalt geen rechtvaardigheid uit, zoals u zegt. Dat soort beleid straalt enkel en alleen hypocrisie uit. Als u ziet dat dit beleid niet zal helpen om de wachtlijsten te verkorten, als u ziet dat er in tien jaar zo weinig sociale woningen bij zijn gekomen, en u ondertussen zelfs het geld voor sociale woningen doorsluist naar privéontwikkelaars, dan is mijn vraag: wat is uw concrete ambitie voor het realiseren van publieke sociale woningen deze legislatuur? (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Collega’s, minister, wij hebben hier in januari een soortgelijk debat gevoerd. U hebt toen, naar aanleiding van een half miljard euro middelen bestemd voor sociale woningbouw die niet uitgegeven geraakten, een voorstel geopperd om dat te besteden aan andere doelgroepen. Wij hebben toen, vanuit de cd&v, heel duidelijk gemaakt dat het voor ons cruciaal is dat elke euro bestemd voor sociaal wonen ook gaat naar sociaal wonen.
Ik herhaal wat ik ook toen zei: het maakt voor ons niet uit wie het bouwt, wel wie erin woont. Het is dan ook goed dat vrijdag beslist is dat alle middelen ook zullen gaan naar de bouw van sociale woningen, en dat binnen gemengde projecten. Mijns inziens, onzes inziens, is dat het model van de toekomst: projecten met minstens een derde sociale woningen, gefinancierd vanuit middelen die voorzien zijn voor sociale woningen, die ook enkel naar sociale woningen gaan, en daarnaast ook een stuk betaalbare woningen voor jonge mensen, voor starters, voor mensen met een karig loon, die net niet in aanmerking komen voor sociale woningen, maar die het ook moeilijk hebben op de woningmarkt. Daarvoor moet u extra middelen voorzien, om dan die gemengde projecten mogelijk te maken.
Kunt u mij bevestigen, minister, dat elke euro die werd voorzien voor sociaal wonen, naar sociaal wonen zal gaan en dat er bijkomende middelen voorzien zijn voor het onderdeel betaalbaar wonen? Dank u wel. (Applaus van Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz)
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, door de huidige Vlaamse Regering werd het budget voor sociaal wonen fors opgetrokken, tot 4,5 miljard euro. Elk jaar dus een goed miljard om te investeren in de renovatie of in nieuwbouw van sociale woningen: een zeer goed en een zeer sociaal plan. En toen kwam corona en slonk de capaciteit van de bouwsector. Ook – en u bent niet te beroerd om dat telkens ook te benoemen – zorgde de hervorming van de woonmaatschappijen voor enige vertraging. Maar u bleef niet bij de pakken zitten. Om te vermijden dat meer dan de helft van dat jaarlijks voorziene miljard euro verloren zou gaan, lanceerde u een paar maanden geleden – en we herinneren ons nog de commotie hier in het parlement – het idee om de private bouwsector, de private investeerders, warm te maken om mee te bouwen aan die extra sociale woningen. U liet zich in dat debat in het parlement en in de commotie die daarop ontstond niet uit uw lood slaan en u hebt nu dus dat financieel plan, die financiële stimuli klaar om private investeerders te overtuigen mee te bouwen aan die broodnodige extra sociale woonprojecten. U noemde dat zelf ‘gemengde bouwprojecten’. Mijn vraag is of u dat project en die financiële stimuli wat extra kunt duiden voor ons. (Applaus bij de N-VA)
Vooraleer ik het woord geef aan collega Van Volcem, wil ik nog iets zeggen aan collega Jans. Ik zie hier net een tweet van u: “Élke partij in @vlaparl dient vraag in over sociaal wonen. Thema leeft duidelijk. En toch staat voorzitter geen debat toe.” Wanneer hebt u mij die vraag gesteld?
Voorzitter, u weet dat u het bent, en enkel u, die beslist wanneer er wordt overgegaan tot een debat op basis van de actuele vragen. Het is vrij uniek dat er hier zeven actuele vragen zijn over een thema en dat we de kans niet krijgen om daar met elkaar grondig over in debat te gaan.
Uw fractie had dat perfect kunnen vragen. (Opmerkingen)
Er was geen vraag om een actualiteitsdebat. U hebt gelijk dat ik als voorzitter inderdaad kan beslissen, maar we hebben hier eerder al met zeven vragen gestaan over andere thema’s.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, vorige vrijdag en de week voordien hebt u een aantal beslissingen genomen inzake het woonbeleid. Wat zien we vandaag? Dat er inderdaad 170.000 mensen – en wellicht zal er morgen een nog groter cijfer bekendgemaakt worden – wachten op een sociale woning. We zien ook – ik heb gisteren nog de lijsten geanalyseerd, die ook gepubliceerd zijn op de website van het VMSW – dat er vorig jaar 686 woningen bij gekomen zijn, voor alle huisvestingsmaatschappijen samen. Dat betekent 1 à 2 per gemeente.
Minister, in de 13 centrumsteden samen, die ik nauw opvolg, zijn er 72.000 wachtenden. Vorig jaar is het aantal sociale woningen in die 13 centrumsteden zelfs met 332 verminderd.
Minister, ik zit al lang in de commissie Wonen en reeds lang zeg ik dat het bestaande systeem op zijn grenzen botst, dat het louter bijbouwen van sociale woningen door sociale bouwmaatschappijen telkens maar druppels op een hete plaat zijn. En vandaag is de lijst historisch lang en zijn er nog nooit zo weinig sociale woningen gebouwd.
Minister, van de linkse partijen krijgt u veel kritiek, maar van mij in dezen niet. Ik zeg u: het is geen dag te vroeg dat u de onbenutte kredieten, kredieten van 600 miljoen euro die normaal allemaal bedoeld zijn voor die sociale huisvestingsmaatschappijen maar waarvoor ze geen projecten indienen of waartegen in beroep wordt gegaan, blijft aanwenden voor wonen en dat u ervoor zorgt dat er, om het even wie ze bouwt, voor de mensen die wachten en die het moeilijk hebben en ook voor jonge gezinnen, betaalbare huurwoningen bij komen en dat u ook de private sector betrekt bij het realiseren van het doel.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Mag ik nog mijn vraag stellen?
Snel dan, alstublieft.
Minister, is dit alleen het begin of zult u dat ook structureel verderzetten? (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, er staan 170.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Dat zijn mensen die geen woning kunnen kopen en voor wie de private markt onbetaalbaar is geworden. Al maanden is mijn fractie, en vooral mijn collega Maxim Veys, aan het zeggen dat u bijna niets doet om extra sociale woningen te bouwen om die mensen te helpen. Er wordt veel met budgetten gegoocheld, maar u krijgt het budget niet uitgegeven en de woningen niet gebouwd. Deze week lezen we dat u twee nieuwe maatregelen lanceert om die wachtlijsten in te korten.
De eerste is die middelentoets voor kandidaat-huurders. Kijk, we vinden het niet meer dan rechtvaardig dat mensen die ze het meest nodig hebben, het eerst in aanmerking komen voor een sociale woning. Maar u gaf eigenlijk zelf al toe dat er amper mensen zijn die vandaag op de wachtlijst staan die zulke bedragen op hun rekening hebben staan. Dat is dus een pure symboolmaatregel. Ik neem trouwens ook akte van het feit dat de N-VA plots voorstander is van een overheid die inzage krijgt in de rekeningen en het vermogen van haar burgers. Maar laten we dat dan vooral doortrekken, minister. Niet alleen een vermogenstoets voor het toekennen van sociale rechten aan de laagste vermogens, maar ook een vermogenstoets voor de hoogste vermogens zodat die ook eindelijk een eerlijke bijdrage gaan betalen aan onze welvaartstaat.
Met de tweede maatregel belooft u extra sociale woningen te bouwen. U wilt private bouwpromotoren geld geven voor gemengde projecten met een derde sociale, een derde betaalbare en een derde marktconforme woningen. Nu, laat mij eerst focussen op het eerste derde, want zij doen er voor ons het meeste toe. Mag ik ervan uitgaan dat het beschikbare budget van 600 miljoen euro voor sociale woningen enkel en alleen naar die eerste categorie gaat? Ik heb het over die 600 miljoen euro waarmee u tot dusver geen sociale woningen hebt gebouwd gekregen en die u eerst gewoon aan uw vrienden in de privé zou geven. Strikt genomen geeft u ze natuurlijk nog altijd aan de privé, alleen moeten ze de middelen nu specifiek voor sociale woningen gebruiken. Dat klopt toch?
Wat ons het meest interesseert is dat die woningen worden gebouwd. Maar het is natuurlijk belangrijk dat ze ook gewoon sociale woningen zijn en blijven. Want anders is het opnieuw een verdoken subsidie aan de privé.
Minister, kunt u garanderen dat de sociale woningen die nu via de privé worden bijgebouwd altijd sociale woningen zullen blijven? (Applaus bij Vooruit)
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank aan de 7 vraagstellers. Dit is inderdaad een heel belangrijk debat. Ik mag nu 14 minuten besteden om te antwoorden, heb ik begrepen. Maar ik zal het zo lang niet trekken.
Eerst en vooral ben ik er eigenlijk van overtuigd, als ik jullie vraagstellingen hoor, dat jullie met de uitgangsprincipes die we hier gekozen hebben helemaal akkoord gaan. Jullie stellen die niet in vraag. Er zijn namelijk twee sporen waarop we van het begin van deze legislatuur al uitdrukkelijk werken en waarvan dit, de beide maatregelen, een nieuwe stap is. Het geconventioneerd verhuren, het betaalbaar wonen en de middelentoets zijn op die twee principes geënt. Eerst en vooral betekent dat dat we meer aanbod nodig hebben. Als je iets wilt doen aan de druk op de woonmarkt in Vlaanderen, dan ga je moeten zorgen dat je meer aanbod hebt. Dat extra aanbod is zoals een ventiel op een fietsband. Als je dat ventiel lost, dan verlaagt ook in de rest van de band de druk. Dus gaan we nu specifiek kijken naar dat deel waar we het het meest nodig hebben om de druk op de volledige woonmarkt te verminderen. Dat betekent dat we zowel extra sociale woningen zullen bijbouwen – daar zetten we specifiek op in – alsook private huurmarktwoningen zullen realiseren aan de onderkant van de private huurmarkt waar we vandaag zien dat er een te klein aanbod is. We zien in heel wat steden en gemeenten in Vlaanderen dat zowat alle partijen, behalve uiteraard de PVDA en het Vlaams Belang, mee dergelijke projecten op poten zetten. Dat gebeurt in Gent, het bestaat in Leuven, in Antwerpen. Het bestaat vandaag al dat we op de onderkant van de private huurmarkt inzetten.
Het tweede principe – en dat is ook een dat ik jullie in zijn algemeenheid niet heb horen challengen of in vraag stellen – is het feit dat we die rechtvaardigheid in het oog moeten houden. We hebben inderdaad nog altijd een zeer grote wachtlijst. Naast het wegwerken en afbouwen van die wachtlijst moeten we natuurlijk zorgen dat de woningen die er wel zijn gaan naar de mensen die ze ook effectief nodig hebben. Dat is een zeer moeilijke oefening. Het is niet zo evident om die keuze te maken. Ik geef dat grif toe. Voor elk voorbeeld dat u nu geeft en waarvan u zegt dat er iemand wordt gekwetst of gepest, kan ik u een voorbeeld op de wachtlijst geven van iemand die dat spaargeld niet heeft en die dus die woning meer nodig heeft dan die persoon met dat spaargeld. Dat is geen gemakkelijke afweging, absoluut niet, maar ze moet wel gebeuren om een eerlijk systeem te hebben.
Dat we die rechtvaardigheid, die eerlijkheid daar opnieuw gaan inbouwen, met verschillende maatregelen, waarop ik straks nog zal terugkomen, is belangrijk voor de sociale huurders zelf. Ik ben er zeker van dat genoeg mensen onder jullie regelmatig ook eens praten met die sociale huurders. Dan zullen jullie horen dat dat ook de bezorgdheid is bij zowel sociale huurders als kandidaat-huurders, en misschien bij die kandidaten nog het meest van al, omdat zij zich dikwijls achteruitgesteld voelen. Dat is natuurlijk een subjectief gevoel, maar dat gevoel is er desalniettemin wel.
Die eerlijkheid is bovendien heel belangrijk voor de rest van Vlaanderen. Er zijn daar 6 miljoen mensen die bereid zijn om die solidariteit te betalen, die daar graag voor bijbetalen, maar die willen natuurlijk ook zien dat hun centen, hun solidariteit terechtkomt bij die mensen die dat het meest nodig hebben. Voor het draagvlak voor sociaal wonen is het belangrijk dat we dat signaal geven en die maatregelen nemen.
De twee principes zijn dus het aanbod en de rechtvaardigheid. Ik ga nu concreet in op het aanbod. We gaan inderdaad kijken in de richting van private ontwikkelaars om hen te verleiden om gemengde projecten op poten te zetten. Moet je die vraag aan private ontwikkelaars stellen? Ja, dat gebeurt vandaag óók al. Er bestaat vandaag al heel wat ter zake, zoals de constructieve benadering overheidsopdrachten (CBO), Design & Insulate, SVK Pro en ga zo maar door. Die systemen bestaan al. Mijnheer D’Haese, wie bouwt vandaag eigenlijk de sociale woningen, denkt u? Denkt u dat dat vrijwilligers zijn of zo? Die aannemers zijn ook private ondernemers, en daar is ook niks mis mee! (Applaus bij de meerderheid)
Er is niks mis mee dat die daarmee winst boeken. Ik hoop maar dat we nog altijd een welvaartsstaat hebben die op die economische groei is gebouwd. Laten we dat dus ook ondersteunen. Ik ben het er helemaal mee eens dat we zeker niet aan oversubsidiëring mogen doen. Dat hebben we ook al op verschillende manieren teruggedraaid. We kunnen echter wel vanuit de overheid ondersteunen om ervoor te zorgen dat daar een bepaalde maatschappelijke rol mee wordt vervuld. Ik kom daar nog op terug.
Wat gaan we precies vragen aan die private investeerders? In de gemengde projecten die zij moeten realiseren, moeten er minstens voor een derde sociale woningen zijn. Voor dat deel kunnen zij een rentesubsidie krijgen. Het gaat niet om die leningsmachtiging, want dat vervalt sowieso. Dat is begrotingstechnisch. Dat wordt omgezet naar een rentesubsidie. Die private ontwikkelaars kunnen daar een tegemoetkoming krijgen, tot het equivalent van min 1 procent. Dat derde van de woningen moet dan natuurlijk wel sociaal worden verhuurd. Mevrouw Jans, dat betekent dus dat dat specifiek is gericht op die sociale doelgroep. Daarvoor gebruiken we die ongebruikte middelen van de FS3-leningen uit de sociale woningbouw.
Verder moet minimaal een derde naar betaalbaar wonen gaan. Dat is nieuw. Aan de onderkant van de private huurmarkt zijn de problemen vandaag de dag dikwijls het grootst. Aan iedereen uit linkse hoek die een vraag stelde: die mensen zitten vandaag de dag ook in de miserie. Zij hebben het óók niet gemakkelijk. Mijn initieel voorstel was daar het meest op gericht. Dit systeem biedt daar een oplossing voor. Dit systeem zal die mensen aan de onderkant van de private huurmarkt helpen. Een derde van het project zal daarop gericht moeten zijn. Wat krijgt men daarvoor? Geen min 1 procent rentesubsidie, maar wel een rentesubsidie die maakt dat het renteloos is. Dat komt uit een ander potje binnen de begroting Wonen dan dat van de FS3-leningen die worden omgezet.
Wij géven dat geld niet aan die private investeerders. Dat is het belangrijkste. Dat is geen cadeau dat ze krijgen. In ruil moeten zij die woningen een aantal jaren verhuren voor een lagere huurprijs. Twee vliegen in één klap: niet alleen zullen we daarmee zorgen dat er een groter aanbod is specifiek voor dat deel van de huurmarkt waar de uitdaging vandaag het grootst is, we gaan daarmee ook de algemene huurprijzen wat drukken. Dat is heel bescheiden en zal niet meteen het grote verschil maken, maar het is met dergelijke ingrepen dat we het moeten doen. Daarmee kunnen we die huurprijzen een klein beetje drukken. Volgens de berekeningen gaat dat al gauw over 100 à 200 euro per maand. Dat is wel degelijk een wereld van verschil voor die mensen aan de onderkant van de private huurmarkt. Het gaat over mensen die net afgestudeerd zijn en willen sparen om een eigen woning te kopen, over gescheiden mensen, over alleenstaande ouders, over mensen die door een langdurige ziekte of wat dan ook hun job zijn kwijtgeraakt. Die groep wordt hiermee geholpen. Voor die groep is er trouwens ook een inkomensgrens. Dat is ook zeer belangrijk. Anders zouden we die ondersteuning nooit mogen geven van Europa, want dat zou bedrijfssteun zijn. De inkomensgrens is 46.000 euro voor een alleenstaande en 65.000 à 66.000 euro voor een gezin.
Met het andere derde mag die private ontwikkelaar doen wat hij wil. Er zijn drie mogelijkheden. Ofwel zet hij die ook in als sociale woningen en dan krijgt hij hetzelfde voordeel: die rentesubsidie die overeenkomt met een 1 procentlening, zoals u weet. Dat kan hij kiezen. Maar hij kan er ook voor kiezen om dat derde in te zetten voor betaalbaar wonen en dan krijgt hij opnieuw dat renteloze voordeel: dezelfde ondersteuning met uiteraard dezelfde voorwaarden, namelijk verhuren aan een lagere huurprijs dan de markthuurprijs. De derde optie is dat de private ontwikkelaar dat helemaal vrij doet. We moeten hen ook verleiden om daar met hun kapitaal in te stappen en er zo voor te zorgen dat we die versnelling kunnen krijgen. En dan mogen zij zelf kiezen, daarmee kunnen ze doen wat ze willen. Maar uiteraard krijgen ze daar geen euro ondersteuning voor. Dat is evident. Dat is het systeem dat we nu op poten zetten.
We zullen absoluut ons best moeten doen om private investeerders daar warm voor te maken. We hebben al informele contacten gehad en ik ben er zeker van dat er daar interesse voor is. Je krijgt dan natuurlijk ook heel wat andere problemen te horen, dat weten jullie: het vergunningenbeleid, de ruimte om te gaan bouwen, beroepschriften, voortdurende beroepen die tegen elk groot project worden opgestart. Die problemen liggen allemaal buiten mijn bevoegdheden, maar daar zullen we ook op moeten letten.
We zullen daarover de komende weken een formeel overleg opstarten. Tegelijkertijd met het verder regelgevend uitwerken van die regeling zullen we proberen geïnteresseerde partijen daarvoor rond de tafel te krijgen. Dat is het eerste deel.
Ik kom nu tot het tweede deel. Ik zal effectief mijn 14 minuten kunnen volpraten. Het tweede deel is het principe van de rechtvaardigheid. Ook dat hebben jullie niet in vraag gesteld. Terwijl we een inspanning doen om die wachtlijst weg te werken, moeten we er natuurlijk ook voor zorgen dat de woningen die er vandaag zijn naar de mensen gaan die die het meeste nodig hebben. En die twee elementen zijn even belangrijk voor mij. Ik heb ook de mails gekregen van de mensen die daardoor nu uit de boot zouden vallen. Dat begrijp ik heel goed. Maar voor elk voorbeeld dat u daarvan geeft, staat er daarnaast iemand op die wachtlijst die dat spaargeld niet heeft. En dan is mijn redenering dat zo iemand het vandaag nog moeilijker heeft om in zijn of haar woonbehoeften te voorzien. En dus is het logischer dat we hen iets sneller zullen helpen dan degenen die daar wel spaargeld voor hebben.
Zo hebben we al verschillende instrumenten in het leven geroepen. We hebben ook het eigendomsonderzoek in het buitenland. Ook dat is een manier om ervoor te zorgen dat we met die woningen mikken op die mensen die we effectief voor ogen hebben om te helpen, die de zorg van de samenleving nodig hebben. En zullen dat er zeer veel zijn? Ik denk het niet. Ik hoop eerlijk gezegd van niet. Want anders zou dat echt wel het failliet van ons systeem betekenen. Ik denk en hoop van niet. Maar al zijn het er maar enkelen, daartegenover staan wel gezinnen en mensen die daardoor wél die beschikbare woning krijgen. En daar is het mij om te doen. Niet om die ene buiten te werken of buiten te houden, maar wel om die persoon, dat gezin dat het wél nodig heeft, dat het méér nodig heeft, te helpen. Dat is wat hier tegenover staat.
Daarnaast verwijs ik naar de taalkennisvereiste. Sociale huurders hechten daar trouwens zelf zeer veel belang aan en we krijgen daar zeer veel reacties op in persoonlijke gesprekken.
Ten derde is er het feit dat men zich moet inschrijven bij VDAB. Dat lijkt mij ook maar logisch. Dat is ook niet zo'n groot deel, want het grootste deel van de mensen in een sociale woning is trouwens gepensioneerd. Maar van zij die kunnen werken, vragen we dat ze ook gaan werken en dat ze indien mogelijk in hun eigen woonbehoefte voorzien omdat die woning dan kan gaan naar diegene die dat niet kan.
En nu is er dan de middelentoets. Ik heb er al een paar zaken over gezegd. Die bestaat ook in buurlanden. Daarnet gaf iemand een voorbeeld over het aantal sociale woningen in andere landen. Wel, ook in andere landen bestaat zo'n middelentoets. In Nederland bestaat dat bijvoorbeeld ook. Daar is het op een andere leest geschoeid. U weet dat de definitie van sociaal wonen daar iets anders is, maar ook daar bestaat dat. Ook bij het OCMW bestaat het. Velen onder u zijn lokaal actief. Wat gebeurt er daar wanneer er een leefloon wordt toegekend? Dan wordt er ook een dergelijke toets bekeken, dan wordt er ook gecontroleerd of het effectief nodig is dat we die mensen ondersteunen. Dat lijkt mij de basis te zijn van uw solidariteit. Het draagvlak van uw solidariteit zal daarvan afhangen.
Hoe zullen we dat systeem praktisch aanpakken? We zullen dat in twee stappen doen. Ten eerste zullen we op het moment dat je je inschrijft op die wachtlijst een verklaring op eer vragen dat je effectief voldoet aan de voorwaarden waaraan je moet voldoen om een sociale woning te krijgen. De middelentoets is een van die voorwaarden. En ten tweede zullen we op het moment van de toewijzing wel degelijk vragen om rekeningafschriften te tonen van alle rekeningen die men heeft, ook de buitenlandse rekeningen. Men zal die dan optellen en bekijken of men al dan niet aan die voorwaarden voldoet.
Ik denk dat ik hiermee de meeste vragen heb beantwoord. Dank u wel. (Applaus bij de meerderheid)
De heer D’haeseleer heeft het woord.
Minister, in grote lijnen kunnen we u volgen voor wat de principes betreft, maar het probleem is natuurlijk dat u veel aan aankondigingspolitiek doet en zwaait met budgetoverschotten, maar dat er op het terrein niets verandert. Er geraakt geen spade in de grond onder uw beleid. Dat is de realiteit.
Als u het hebt over rechtvaardigheidspolitiek, dan denk ik inderdaad ook dat de burger voor een deel uw redenering kan volgen. Maar de burger zou het ook rechtvaardig vinden als u naast de rekeningen van de kleine man, van de kleine Vlamingen, ook eens de rekeningen van de grote fraudeurs gaat controleren. Maar daar hoor ik u niets over zeggen.
U zegt ook dat we moeten werken aan de aanbodzijde. Dat is waar. Maar zolang u niet werkt aan de vraagzijde, minister, dan blijft het dweilen met de kraan open. Zolang u niet werkt aan de massale immigratie dan kunt u morgen nog 10.000 sociale woningen per jaar bouwen en dan zult u er nog niet geraken. Dan zal de vraag nog altijd groter blijven dan het aanbod.
Ik heb een bijkomende vraag – u hebt er zijdelings al even op geantwoord – over de controle op de rekeningen van de buitenlanders. U slaagt er nog niet in om via die regeringen de kadastergegevens te pakken te krijgen van de eigendommen in het buitenland. Hoe zou u er dan in slagen om inzage te krijgen in hun rekeningen? Mijn concrete vraag is welke gegevensbronnen u daarvoor zult gebruiken? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Het is een interessante insteek, minister. Eerst grootscheeps ballonnen oplaten, en daarna zeggen: kijk naar mijn beleid. Oké, we zullen kijken naar uw beleid.
Hoe komt het eigenlijk dat die 4,5 miljard euro niet opgeraakt? Dat is geld dat u normaal gezien investeert – want het is geen geld dat u uitgeeft – in sociale woningen. Dat komt ten eerste doordat u de sector in een zeer complexe hervorming hebt gestort, op een moment dat die volop de oververhitte markt en de wooncrisis aan het temperen zouden moeten zijn. Ten tweede komt dat omdat u het de gemeenten die meer willen bouwen niet toelaat, want ze krijgen geen leningen meer. Dan zijn er degenen die de doelstellingen niet halen, omdat ze het niet willen, en daar gaat u niet achteraan.
Ten derde komt het omdat u een instrument zou kunnen inbouwen waardoor de mensen meer sociale woningen zouden bouwen: de bindende sociale last. De vorige bindende sociale last is bij Europa afgesprongen op een administratief punt. U kunt dat probleemloos weer indienen, maar dat gebeurt niet. In plaats daarvan zegt u dat we gaan subsidiëren om woningen te laten bouwen die de Vlaamse overheid eventjes mag lenen. Het gaat over negen à tien jaar, minister. Op dit moment is het bij de sociale verhuurkantoren (SVK’s) wel minstens vijftien jaar. U zegt dat we sociaal gaan wonen, minister, maar welke afgestudeerde heeft opeens 44.000 euro per jaar? Als u wijst naar de lokale besturen dan gaat het wel over mensen die minder verdienen, over mensen die worstelen.
Gaat u nu, in plaats van ballonnetjes op te laten over uw beleid, eens echt beleid voeren voor die kwetsbare mensen, in plaats van voor mensen die het op dit moment kunnen betalen? (Applaus bij Groen)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, u hebt het over rechtvaardigheid en solidariteit, maar bij de N-VA is het altijd solidariteit tussen hen die weinig hebben en hen die nog minder hebben, en nooit solidariteit tussen hen die veel hebben en hen die een klein beetje meer kunnen gebruiken. U organiseert de concurrentie tussen mensen met een laag inkomen en met een beetje spaargeld, en mensen met een laag inkomen zonder spaargeld. Als het gaat over de Panama-fraudeurs, als het gaat over de grote vermogens, dan horen we de N-VA nooit. Dan is het privacy, dan is het bankgeheim, dan mogen we er niet aankomen. (Opmerkingen bij de meerderheid)
Minister, u spreekt hier over sociaal wonen, en aan de andere kant spreekt u over sociaal verhuren. Ik denk dat het tijd wordt dat u dat verduidelijkt. Volgens mij gaat dit helemaal niet over een derde sociale woningen, het gaat over woningen die voor een derde door sociale verhuurkantoren verhuurd zullen worden. Uiteraard gebeurt de bouw door private bedrijven, dat is evident. Er bestaan geen staatssteenbakkerijen! Het gaat er hier over wie het eigendom heeft van die woningen, wie de sleutels in handen houdt. U geeft die sleutels, met de centen erbij, aan de privésector. Minister, waarom aarzelt u om niet gewoon opnieuw een sociale last in te voeren die het voor grote projecten verplicht maakt om een bepaald percentage sociale woningen te bouwen, zonder dat u daar nog een subsidieslurf moet aan hangen? Wat houdt u tegen? (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw heel heldere antwoorden. Ik wil heel duidelijk stellen dat wij niet alleen … (Opmerkingen bij de N-VA)
Collega’s, mevrouw Jans heeft het woord.
Ik was de minister aan het bedanken voor zijn antwoord en aan het zeggen dat wij vanuit cd&v absoluut bondgenoot zijn in de twee principes die u genoemd hebt, maar ook in de projecten waarover beslist werd en waarover u hier nu heel veel helderheid geschapen hebt. Voor ons maakt het niet uit wie de woningen bouwt. Voor ons is het belangrijk dat er sociale woningen bij komen, dat er betaalbare woningen voor mensen met een inkomensgrens bij komen, en dat er bijkomend aanbod zal zijn. Dit is wat er beslist is. Voor ons was het van belang dat elke euro bestemd voor sociaal wonen naar sociaal wonen zou gaan. Dat is een feit. Voor ons was het van belang dat er betaalbare woningen bij komen voor jonge mensen, voor starters, voor mensen met een karig inkomen, die net niet op een sociale wachtlijst geraken voor een sociale woning. Ook zij krijgen in dit model extra aanbod. Ook daarvoor voorziet u bijkomende middelen en ook nog verder bijkomend aanbod.
Minister, mijn bijkomende vraag is wat het tijdpad is om ervoor te zorgen dat de ontwikkelaars zo snel als mogelijk, zoveel als mogelijk deze projecten gaan bouwen. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, u hebt twee kapstokken: rechtvaardigheid langs de ene kant en meer aanbod langs de andere kant. Collega’s, dat rechtvaardigheidsprincipe voelt de Vlaming trouwens als evident aan. Als u aankondigt dat u de spaarrekeningen gaat controleren, dat u de middelentoets zoals bij het OCMW gaat invoeren,– sorry voor de linkse kant van het parlement – dan zegt de Vlaming thuis: ‘Is dat niet altijd zo geweest?’ (Applaus bij de N-VA)
Tegen rechtvaardigheid zeggen wij ja, tegen evidentie ook. En dan is er het belangrijkste: meer aanbod op de sociale huurmarkt. Minister, u gaat dat doen met de vernieuwende oplossing. U doet daar een beroep op de investeerders. Mijnheer D’Haese, u hebt het altijd over wij die de partij van de rijken zijn en wij roepen die investeerders op om mee die stenen te bouwen voor de sociale huurders. Minister, ik wil toch dat vernieuwende benadrukken. Dat vind ik zeer goed. U zet in op meer sociale woningen voor die gekende wachtlijst, maar – en dat is zeer belangrijk – u zet ook in op meer woningen, u noemt dat betaalbaar wonen, voor de middenklasse. Want die wachtlijst bestaat nog niet, maar o wee, wees maar zeker, die mensen hebben het ook broodnodig. Dank u wel voor uw initiatief. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, aanboduitbreiding is inderdaad zeer belangrijk, zeker als we zien dat er maar 668 woningen bij gekomen zijn voor 170.000 wachtende mensen. Maar als u het aanbod wilt uitbreiden, denk ik dat er nog een aantal hete hangijzers zijn. We zien vandaag dat de prijzen van de grondstoffen stijgen en dat de rente ook stijgt. In die zin is uw rentesubsidie een hele goede maatregel. Maar waar wringt ook het schoentje? Dat is bij het vergunningenbeleid. Dat is inderdaad niet uw bevoegdheid, maar vandaag – we zijn allemaal lokaal actief – zien we dat zodra iets beweegt, zodra iets een beetje hoog is, zodra men in een centrum bouwt, er altijd wel een actiegroep is die opstaat, een buur die opstaat om te zeggen dat ze een bepaald project niet willen, of dat het de mobiliteit zal versterken. Er is altijd wel een reden om niet te bouwen. Zelfs uw eigen minister, Zuhal Demir, gaat in haar vrije dagen in de grote vakantie zelf zeggen dat ze tegen dat en dat sociaal project beroep zal aantekenen. Minister, als u het aanbodbeleid voor betaalbaar wonen, zowel huurwoningen, sociale woningen als koopwoningen, wilt realiseren – en we hebben er 400.000 nodig tegen 2050 –, moet u dringend samenzitten met minister Demir. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik heb het al gezegd. Voor ons is het prioritair dat er nu sociale woningen bij gebouwd worden. De wachtlijsten zijn schandalig lang. Dus als we investeren in sociale woningen, dan moeten dat ook sociale woningen blijven. Daar heb ik u geen garanties over horen geven. Dat maakt mij bijzonder ongerust want waar wij natuurlijk bang voor zijn, is dat de sociale woningen die jullie vandaag subsidiëren, die verhuurd worden via SVK’s, dat dat morgen privéwoningen worden in eigendom, in handen van de bouwpromotoren die ze dan met gigawinsten kunnen doorverkopen of doorverhuren terwijl de wachtlijsten er alleen maar langer op worden.
Tweede punt: wij focussen op sociale woningen, dat is voor ons het belangrijkste. Er zijn natuurlijk nog twee andere categorieën: marktconforme en betaalbare woningen, die ze kunnen verhuren aan maximaal 900 tot 1000 euro per maand, minister. Ik weet niet in welke wereld u leeft, maar voor een starter die 1700 euro per maand verdient, in het beste geval, is dat allerminst betaalbaar. Dat is natuurlijk veel lucratiever voor uw vrienden bouwpromotoren om in te investeren.
Kunt u mij garanderen dat het een derde sociale woningen ook echt eerst zal worden gebouwd? (Applaus bij Vooruit)
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor het debat. Ik probeer om nog op de bijkomende vragen te antwoorden.
Eerst en vooral was er de vraag naar een vermogenskadaster. Dat is trouwens een vraag die aan de overkant van de straat moet worden gesteld, maar we weten allemaal dat dat er in de eerste plaats is op gericht om extra belastingen in te voeren en dat is niet waar wij voor kiezen. Dat is de reden waarom wij daarvan afblijven. Voor iedereen die ervoor pleit: het is aan de overkant van de straat dat het moet gebeuren. Ik zou dan willen vragen om eerst te pleiten voor de afschaffing van het fiscale voordeel voor tweede verblijven. Het zou al zeer fijn zijn mochten we dat doen. Wij hebben de woonbonus hier in Vlaanderen afgeschaft, dat was ook geen gemakkelijke maatregel, maar absoluut nodig en ik sta er ook nog altijd achter. Neem die boodschap in elk geval mee naar de overkant van de straat.
Mijnheer D’haeseleer, ik weet dat u graag zou hebben dat wij contacten hebben met Noord-Afrikaanse regeringen en dergelijke meer, om te gaan kijken waar die rekeningen zijn. In alle eerlijkheid ben ik niet geneigd om daar veel vertrouwen in te hebben. We hebben die discussie nog al gehad, u vroeg om het buitenlandse eigendomsonderzoek te laten doen. Wij laten dat nu doen door onderzoeksbureaus, u zei dat we die gegevens te pakken moesten krijgen van de desbetreffende regeringen. Vergeef me, maar voor mij zijn dat geen betrouwbare partners om die informatie te krijgen. Ik begrijp ook niet goed hoe u dat wel kunt beweren.
Laat het duidelijk zijn dat we met deze regering wel degelijk sinds het begin het voornemen hebben om maximaal te investeren in sociaal wonen. De 4,5 miljard euro leningsmachtigingen die we voor deze legislatuur hebben, is daar het mooiste bewijs van en die gaan we nu ook omturnen naar een rentesubsidie, waardoor die niet verloren gaan. Er zijn veel redenen waarom het de laatste jaren inderdaad moeilijker is: corona is er geweest en de bouwprijzen zijn gestegen. Ga het maar eens vragen: er zijn heel wat mensen en sociale huisvestingsmaatschappijen die uitstellen omwille van de gestegen bouwprijzen, de supply chain en dergelijke meer. En er was ook de hervorming, dat steek ik niet onder stoelen of banken. Heel eerlijk: ja, we hebben ervoor gekozen om die hervorming nu te doen en wat betekent dat? Dat het nu even moeilijk is om effectief nog zeer veel te bouwen, maar op lange termijn is het er net op gericht om de bouwcapaciteit te verhogen. We doen nu een investering in de toekomst. U mag daarop blijven hameren, maar ik blijf het een goede keuze vinden om die hervorming te doen, omdat we die extra bouwcapaciteit nodig hebben.
Mevrouw Groothedde, wat betreft die 15 procent zegt u dat gemeenten niet meer mogen doen dan … Het gaat om vijf gemeenten: Genk en Zelzate zijn de grootste, dan ben ik er twee kwijt en dan is er nog Spiere-Helkijn. Daarmee zullen we het ook niet doen, hoor, daarmee zal het ook niet lukken.
De sociale last is een vraagstuk voor Ruimtelijke Ordening, voor alle duidelijkheid, dus ik ben zeer terughoudend, ik spreek me daar niet over uit. Ik zal er een bedenking bij meegeven: vandaag zien we – en dat was vroeger wel anders – dat ook de prijzen voor de middenklassenwoningen omhoog gaan. En dat is natuurlijk wat de sociale last ook deed, die zorgde er inderdaad voor dat er een bepaald aanbod was aan een lagere prijs, maar wat men daar verloor aan rendement, werd natuurlijk doorgerekend aan al de rest en de rest steeg. Dat had ook een prijsopdrijvend effect voor de middenklassenwoningen en dat is natuurlijk waarom we toch moeten opletten om dat te gaan promoten, waarom de wereld er vandaag misschien anders uitziet dan tien of vijftien jaar geleden, toen die prijzen nog veel lager waren. Maar goed, nogmaals, ik geef het maar mee als bedenking, het is niet mijn bevoegdheid.
Mijnheer D’Haese, wat betreft de solidariteit: u moet het maar eens uitleggen aan die Vlaming die vandaag de hoogste belastingen van Europa betaalt, van het Westen, denk ik. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben wij trouwens ook al het meest verdelende belastingsysteem van de wereld, we zitten daar bij de top. Als u dus nu komt zeggen dat de solidariteit van de sterke naar de zwakke schouders niet goed is in Vlaanderen, dan is het nergens goed. Nergens, want het is hier wel het beste van overal. Op dat punt scoren wij het beste qua herverdeling, dus we doen het op dat vlak ook zeer goed.
Wat uw vraag over sociaal wonen betreft: het worden woonmaatschappijen. We gooien ze samen. Ik weet dat u de commissie niet opvolgt, en dat is geen verwijt, maar we gaan die twee samenvoegen. We doen dat nu eerst met die hervorming door ze in één maatschappij te steken, maar dat wordt verder vervolgd. Er is al gevraagd om die huurprijsberekeningen en dergelijke op elkaar af te stemmen. We hebben dat nu niet gedaan omdat we met die hervorming zitten die de sector al door hetere vuren stuurt. Daar zal nog een beweging op volgen, maar dat zal voor later zijn. We kunnen het niet allemaal in een keer.
Wat het tijdspad betreft, mevrouw Jans, voor mijn part gebeurt het natuurlijk zo snel mogelijk. Maar we moeten daar eerlijk in zijn: een gemiddeld project vandaag duurt ongeveer tussen vier en zeven jaar. Ik steek dat ook niet onder stoelen of banken. En er zijn een paar mensen, waaronder mevrouw Van Volcem, die daar de redenen voor opgenoemd hebben. Tussen vier en zeven jaar duurt het vooraleer een project effectief tot realisatie komt, door vergunningen, ruimte en ga zo maar door. Wij gaan het uitwerken van de regelgeving nu wel al opstarten. En we gaan natuurlijk ook al in overleg, zoals ik daarnet gezegd heb.
Mevrouw Goeman, er zijn twee zaken. Eerst en vooral, die wachtlijst moeten we afbouwen. Daar doen we nu ook moeite voor. Maar u mag ook niet vergeten hoe die er gekomen is. En dat weet u nochtans het beste. In Vlaanderen breiden we soms het recht op iets uit – en dat is iets wat in mijn ogen veel te veel gebeurt, en dat zeg ik dan eerder als minister van Begroting. In 2013 hebben we in dit geval de inkomensgrenzen verhoogd. Meer mensen hebben dus recht op een sociale woning, maar we hadden ze niet. Dat is iets wat ik betreur. Want zo creëer je natuurlijk elke wachtlijst die je maar wilt. Het is zeer fijn om als politicus te kunnen zeggen dat je ergens recht op hebt. Maar dan blijkt nadien dat we die woningen niet hebben. Dat is wat er in 2013 gebeurd is. Toen heeft men de inkomensgrenzen verhoogd, waardoor meer mensen recht hebben op een sociale woning, maar zonder dat we die woningen hadden. Ik betreur die manier van werken, ik vind dat geen goed idee. Maar goed, wij proberen dat nu aan te passen. Die mensen hebben recht op die woning. Ik denk ook dat zij daar nood aan hebben. En dus doen wij ons best om die woningen nu ook effectief te gaan bouwen.
U hebt het dan over die 900 à 1000 euro, maar ik heb u ook wel gezegd dat dat de marktprijs is. Daar moet u die 100 à 200 euro van aftrekken. Dan maakt het wel al een verschil. Dat is wel al haalbaar. Vandaag is de gemiddelde huurprijs van een woning, een appartement of een huis, 800 euro. Daar maken we het verschil. Deze maatregel gaat op dat punt voor dat betaalbaar wonen wel degelijk een wereld van verschil maken voor die mensen die er een beroep willen op doen. (Applaus bij de N-VA)
De heer D’haeseleer heeft het woord.
Minister, u bent meester in het aankondigen van plannen. Wij hopen dat die plannen nu ook eindelijk eens gevolgd worden door daden, maar ik vrees dat dat deze legislatuur niet meer het geval zal zijn.
Ik wil toch nog even terugkomen op de eigendomscontrole bij vreemdelingen. U zegt dat ik blijkbaar meer vertrouwen heb in de buitenlandse administratie. Ten eerste, minister, krijgt België die gegevens al van het buitenland. Alleen mogen ze niet toegepast worden voor sociale doeleinden en mogen ze alleen gebruikt worden in de fiscaliteit. Wat wij altijd gezegd hebben, minister, is dat wij bepalen welke voorwaarden vervuld moeten worden. En wij vragen dat er een door de Vlaamse Regering gecontroleerde, sluitende, gehomologeerde uitwisseling van gegevens komt die sluitend is, waardoor er niemand nog door de mazen van het net kan glippen. Zolang die landen niet willen meewerken, komt er gewoon geen enkele onderdaan van die landen nog in een sociale woning. Ik ben ervan overtuigd dat dit veel meer zal teweegbrengen dan uw gepruts in de marge. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, betaalbare woningen aan 900 à 1000 euro, welke alleenstaande ouder of startende student kan dat in godsnaam betalen? Welke mensen zijn dat? Het patrimonium dat overblijft, is wel te duur. De bindende sociale last kan perfect worden uitgevoerd zonder dat dat een prijsopdrijvingseffect heeft. Uw partij heeft daar alle bevoegdheden voor in handen. Uw erfenis zal zijn dat er 4,5 miljard euro leentegoeden niet uitgegeven zal raken in de grootste wooncrisis in decennia, terwijl u een sector lamlegt.
Wat hebt u wel gerealiseerd? Ja, uw onderzoek naar buitenlandse tegoeden. Ik heb daarstraks even uitgerekend hoeveel succes dat heeft, terwijl u erover aan het praten was. Het gaat over 0,0005 procent, vijf tienduizendsten. Als minister van Begroting zou u er brandhout van maken.
Maar 1 ding hebt u wel bereikt, namelijk dat de 250.000 mensen die recht hebben op een sociale woning nu met wantrouwen naar elkaar kijken. Gefeliciteerd! (Applaus bij Groen)
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik wil nog 2 zaken zeggen, minister. Ten eerste roep ik u op om te focussen om de zaken te deblokkeren die ervoor zorgen dat het aantal sociale woningen niet of nauwelijks aangroeit– vorig jaar waren het er 668 – in plaats van telkens opnieuw voorpagina’s te halen met fraude en misbruik bij sociale huurders. Beste vrienden, beste kameraden van Vooruit, ik moet toch wel zeggen dat het me verbaast dat jullie meegaan in het tegen elkaar opzetten van mensen aan de onderkant van de samenleving in plaats van naar boven te kijken.
Ten tweede stel ik voor dat we, voor we dit systeem van de middelentoets invoeren, dit hier samen uittesten: niet gewoon 6000 euro voor iedereen maar iedereen brengt mooi zijn rekeninguittreksels binnen. We kijken wie het echt nodig heeft en die kunnen dan nog iets krijgen. Al de rest krijgt niets. We zullen eens zien hoe dit werkt en of we dit dan willen invoeren voor sociale huurders. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, wat hier voorligt, is een ijzersterk project. Geld bestemd voor sociaal wonen gaat naar sociaal wonen en er komen extra sociale woningen bij. U voorziet in extra middelen voor betaalbaar wonen, er komen extra betaalbare woningen bij en u investeert in het model van de toekomst, meer bepaald gemengde projecten met een mix van woningen waarbij mensen echt voor elke portefeuille een appartement of een pand kunnen vinden. En ik vind het jammer dat een aantal collega’s van de oppositie hier dan toch wel karikaturen maken van wat er voorligt.
Voorzitter, ik zal onthouden wat ik vandaag heb geleerd. Minister, bij het eerstvolgende debat hierover zullen we samen een aantal argumenten van de oppositie met de grond gelijkmaken want wat u hier hebt beslist, is sterk voor ons woonbeleid en sterk voor ons sociaal woonbeleid. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, u hebt uw kop niet in het zand gestoken. U hebt de realiteit benoemd. U bent niet te beroerd om dat ook te doen, elke keer opnieuw, maar u hebt ook naar een vernieuwende oplossing gezocht om de voorziene 4,5 miljard euro voor sociale woningen te besteden tijdens deze legislatuur. En ik herhaal, en ik kan het niet genoeg benadrukken, dat uw vernieuwende oplossing echt wel goed is, dat die visionair is. U zorgt ervoor dat de bestaande sociale wachtlijst – en u hebt ook geduid waarom die zo lang is – stelselmatig wordt weggewerkt. Dat is broodnodig maar tegelijkertijd ziet u als minister van Financiën ook in dat de inflatie ervoor zorgt dat een hele grote groep, die middenklasse, die alleenstaande ouder, die net afgestudeerde het even moeilijk zal hebben op de betaalbare woningmarkt zoals u die zelf noemt. En dat vind ik net de sterkte van uw project. Dank u wel. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik hoop dat dit het begin is van een reeks maatregelen want we leven toch in niet-evidente tijden. We zien dat de winkelkarren steeds duurder worden, dat de energieprijzen de pan uit swingen, dat de prijzen van grondstoffen om een woning te bouwen steeds hoger liggen, dat de huurprijzen worden geïndexeerd. Dat heeft allemaal een impact op het budget van mensen. Ik denk dat heel veel jonge mensen die vandaag een woning willen huren of kopen het zeer moeilijk hebben.
De prijzen zijn de laatste twee à drie jaar met 20 à 25 procent gestegen. En door de stijgende prijzen voor boodschappen, energie enzovoort kunnen die mensen nog moeilijk sparen om een woning te kunnen verwerven. Ik denk dan ook dat het een goede zaak is dat u inzet op meer betaalbare huurwoningen. Ik ben eigenlijk echt fan van uw beleid want steeds meer mensen zullen moeten gaan huren. Dat aanbod moet er dus ook zijn. Hoe meer huurwoningen u realiseert voor de middenklasse die niet meteen kan kopen, hoe meer u de onderkant van de markt verlicht en hoe meer ademruimte er is voor andere mensen. Ik vraag u dan ook om vooral in te zetten op het aanbodbeleid en alstublieft ook te overleggen met de minister van Omgeving om meer te kunnen realiseren. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ja, Vooruit is een partij die strijdt voor betaalbaar wonen voor iedereen en ik verwacht hetzelfde van de minister van Wonen. Als ik u hier dan bezig hoor dan blijf ik het toch een beetje wrang vinden dat u een hele sector mismeestert waardoor de bouw van sociale woningen stilvalt, om dan te komen zeggen dat de privésector het maar moet oplossen. Dat is een beetje zoals met De Lijn: eerst langzaam doodknijpen en dan zeggen dat privatisering de enige oplossing is. Dat is de story van deze Vlaamse Regering: ‘starve the beast’, privatiseer de boel om nadien vast te stellen dat het probleem alleen maar groter wordt. (Opmerkingen bij de meerderheid)
Minister, als ik u hier bezig hoor, ben ik niet overtuigd dat die sociale woningen snel zullen worden gebouwd, niet overtuigd dat die sociaal zullen blijven, niet overtuigd dat de wachtlijsten korter zullen worden maar wel overtuigd dat vooral uw vrienden in de privésector er goed aan zullen verdienen. (Applaus bij Vooruit)
De actuele vragen zijn afgehandeld.