Report plenary meeting
Report
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, we hebben er heel lang op mogen wachten, negen maanden lang. Zeven bijzonder verstandige mensen, zeven vertegenwoordigers van de Vivaldipartijen, onder leiding van premier De Croo en minister Dermagne, hebben zich opgesloten in een kamer en hebben zich gebogen over het vraagstuk: hoe kunnen we ervoor zorgen dat er meer mensen aan de slag gaan, hoe kunnen we mensen motiveren om te werken? Na negen maanden zijn ze naar buiten gekomen met wat ik in drie ‘cartouches’ samenvat.
Een eerste cartouche is – houd u vast: we gaan werkgevers verbieden om mensen na de kantooruren nog e-mails te sturen of te telefoneren. Dat zal onze arbeidskrapte vooruithelpen.
Ik kom tot de tweede Vivaldicartouche. Zeven wijze mensen zijn gekomen tot het extreem verstandige besluit dat men in sectoren waar heel veel piekwerk, seizoensgebonden werk is, het uurrooster niet meer ten laatste vijf dagen kan wijzigen, maar zeven dagen vooraf moet wijzigen. Zeven dagen, om meer rekening te houden met piekwerk.
En die gigantisch verstandige zeven mensen van Vivaldi zijn nog tot een fantastisch derde besluit gekomen: we gaan mensen de kans geven om hun uren te presteren in vier dagen in plaats van in vijf. En ze mogen die vraag om de zes maanden aan de werkgever stellen en als die werkgever weigert, dan moet die een gemotiveerd verslag indienen om uit te leggen waarom hij weigert.
Dat, collega's, zijn de drie cartouches waar wij al zo lang om vragen en die die zeven genieën in dat Vivaldikamertje voor ons hebben uitgewerkt.
Minister, mijn enige vraag aan u is: hebben die mensen in dat kamertje u geraadpleegd? (Applaus bij de N-VA)
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Ronse, ik dank u voor uw vraag. Sta mij toe eerst te stellen dat ik toch wel tevreden ben dat er een akkoord is. We hebben hier vorige week naar aanleiding van de federale werkgelegenheidsconferentie gevraagd om die deal zo snel mogelijk en onverkort te sluiten. Die deal is er nu. Het was inderdaad een traject van negen maanden, dat is gestart in september van vorig jaar. Daarbij zijn er vanuit Vlaanderen inderdaad een heel aantal voorstellen op tafel gelegd.
Naast de deal zijn er door mijn voorgangster ook een aantal afspraken gemaakt in een samenwerkingsovereenkomst met collega Vandenbroucke. Het gaat over een aantal niet onbelangrijke elementen, zoals de re-integratie van langdurig zieken, die trajecten die van 5000 naar 12.000 gaan op enkele jaren tijd, en ook over de RSZ-harmonisering voor de maatwerkbedrijven. Dat zijn heel belangrijke zaken die naast de arbeidsdeal werden gerealiseerd in samenwerking met de federale overheid.
Er zijn een aantal punten die vanuit Vlaanderen op tafel werden gelegd en die we daar vandaag in terugvinden. Zo is de inschrijving van tijdelijk werklozen, zodat zij op de radar komen van onze werkgevers, een niet onbelangrijke maatregel. Ook de activerende ontslagregeling vind ik belangrijk. Mensen die bij werkgever A in opzeg komen, gaan meteen in opleiding richting werkgever B. Ontslag is geen eindpunt, maar een doorstart. Dat vind ik belangrijk.
Hebben we daarmee voldoende richting 80 procent? Dit zijn de stappen die men heeft gezet, maar er is inderdaad duidelijk meer nodig om die werkloosheid te voorkomen en mensen langer aan de slag te houden.
Positief is dat de verschillende vragen die wij hebben gesteld positief werden beantwoord: de tijdelijk werklozen, het activerend ontslagrecht en de aandacht voor flexibel en werkbaar werk.
Maar, collega Ronse, ik heb ook mijn zorgen over een aantal zaken die daarin staan. Ik krijg het zelf ook niet zo warm van de combinatie van werkloosheidsuitkering en loon. We zullen dat zeer kritisch blijven opvolgen, zodat het niet het omgekeerde effect heeft en tot uitstelgedrag zou leiden.
U zult inderdaad merken dat niet alle 29 punten werden gerealiseerd. We zullen dat verder blijven monitoren in het interfederaal platform rond asymmetrie. Daarbij is de beschikbaarheid van de werkzoekende voor ons de voornaamste prioriteit.
Ik blijf positief. Het Vlaamse werkgelegenheidsakkoord dat er binnenkort definitief zal zijn, gaat daar natuurlijk op verder, om die activering en de werkzaamheidsgraad te verhogen.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, u overtreft uw voorgangster om in superbeleefde en stijlvolle termen te zeggen dat u de arbeidsdeal compleet ontoereikend en complete onzin vindt. (Applaus bij de N-VA)
En uw kleine glimlach verraadt dat ik gelijk heb.
Collega’s, het is over en uit! We zijn op twee jaar van het einde van de legislatuur en er is nougatbollen, niets zinvols, gebeurd om de arbeidskrapte aan te pakken. Wij doen niets anders dan vragen stellen. Ondernemers, werknemers, schreeuwen om extra krachten.
Mijn oproep vandaag is de volgende. Ik geloof er niet meer in dat Vivaldi acties gaat nemen om de 1,3 miljoen werklozen aan de slag te helpen. Ik heb een oproep voor u, minister, laat ons gaan naar een algemene mobilisatiecampagne, want er zijn ontzettend veel mensen die vandaag aan de slag zijn, die ons vragen om hen meer dan 38 uur te laten werken, om hen niet kapot te belasten op overuren. Minister, laat ons met de Vlaamse Regering naar Vivaldi gaan en vanuit die asymmetrie minstens oproepen dat wie wil werken, langer en meer kan doen, aan gunstiger voorwaarden en dat het loon niet weggevreten wordt door Vivaldi. (Applaus bij de N-VA)
De heer Ongena heeft het woord.
Voorzitter, collega Ronse doet daar natuurlijk smalend over, dat is niet de eerste keer. Ik wil u zeggen, collega, toen u in de regering zat, toen u aan de knoppen zat, bent u niet eens in een kamertje geraakt. Op het vlak van arbeidsmarkthervorming is nougatbollen gebeurd, ‘niente’, niets, ‘rien de knots’.
Het is belangrijk dat er nu een arbeidsdeal ligt die op drie vlakken stappen vooruitzet. Inzake flexibilisering en opleiding komen er maatregelen. Inzake activering wordt artikel 39ter na jarenlang gepalaver uitgevoerd. Het is alleen wel belangrijk dat VDAB klaarstaat om die extra taken rond activering en opleidingen uit te voeren, kwestie van te vermijden, collega Ronse, dat die belangrijke arbeidsdeal, die belangrijke hervormingen op het federale vlak, dode letter zouden blijven door een Vlaamse instelling die niet in staat is om haar kerntaken te verrichten.
Het is belangrijk, minister, dat VDAB klaar is. Staat VDAB klaar? Kunnen we erop rekenen dat VDAB en Vlaanderen de nieuwe mogelijkheden ten volle gaan gebruiken?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Mijnheer Ronse, waarschijnlijk zaten er zeven genieën rond de tafel bij Vivaldi, maar hier staat week na week alvast één clown op het spreekgestoelte. (Applaus bij Vooruit en Groen. Opmerkingen van de N-VA)
Het is een beetje triestig om smalend te doen over de o zo noodzakelijke hervormingen waar we het met zijn allen over eens zijn. (Opmerkingen van Axel Ronse. Rumoer)
Ja, werken moet lonen. Ja, er moeten meer Vlamingen en Belgen aan de slag. Drie, en dat is een heel concrete vraag aan de minister, ik ken zijn engagement in dezen, wanneer zal ook de Vlaamse Regering erin slagen om na de federale arbeidsdeal een Vlaams werkgelegenheidsakkoord te smeden? (Rumoer)
Werken moet netto meer lonen, opleiding en vorming moeten gegarandeerd zijn, en de sociale partners die akkoorden sluiten, moeten een regering achter zich hebben die hun engagementen ten volle opneemt en honoreert. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, ik merk dat sommige collega’s wat last hebben van de warmte. Collega Vanlouwe, ik hoop dat het verder goed gaat met u. Anders hebben we dankzij de bevoegdheden van de Vlaamse overheid heel wat instrumenten in handen om u te begeleiden in uw job en de werkbaarheid van uw carrière. (Rumoer. Opmerkingen)
Collega’s, we hebben heel wat bevoegdheden in Vlaanderen waar we heel actief mee aan de slag gaan. We doen dat zoveel mogelijk in samenwerking met de federale overheid. Ik ben blij dat er stappen vooruit worden gezet. Het mag wat ons betreft sneller gaan, maar deze regering zorgt ervoor om ook op het federale niveau een en ander in beweging te zetten. Laat ons vooral niet vergeten dat wij in Vlaanderen bevoegd zijn voor het grootste deel van het arbeidsmarktbeleid en dat we bakens verzetten op dat vlak inzake tijdelijke werklozen, langdurige zieken en het activeren van leefloners. Wij zorgen ervoor dat de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen recordhoog is. Collega’s van de meerderheid, laat ons daar trots op zijn.
Vanuit die sterke regionale bevoegdheden kunnen we ook samenwerken met andere regio’s. U hebt op dat vlak het goede voorbeeld gegeven, minister, door met Brussel nieuwe doelstellingen af te spreken. De vraag is heel eenvoudig: hoe kunnen we ervoor zorgen dat er ook met Wallonië dergelijke afspraken worden gemaakt en we Waalse werkzoekenden naar de Vlaamse arbeidsmarkt trekken? (Opmerkingen)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega’s, de Federale Regering heeft inderdaad met een typisch Belgisch compromis een arbeidsdeal in elkaar gestoken die niet zal leiden tot die werkzaamheidsgraad van 80 procent. In die arbeidsdeal die vorige week werd gesloten, zijn geen maatregelen gericht op de activering van de zeer grote groep inactieven. Er worden ook geen maatregelen tegen de langdurige werkloosheid genomen. Er zijn geen maatregelen voorgesteld die het verschil tussen werken en niet-werken zouden vergroten zodat werken opnieuw aantrekkelijk wordt. Bovendien worden zelfs de kosten voor de opleiding volledig doorgeschoven naar de werkgevers, die nu aankijken tegen een extra arbeidskost van vijf dagen. Het recht op deconnectie – waar de heer Ronse het ook over had – kan misschien nuttig zijn, maar vraagt vooral goede afspraken tussen werkgever en werknemer die zullen zorgen voor werkbaar werk of die werk opnieuw werkbaar zullen maken. Om echt vooruitgang te boeken moeten we naar een volledige regionale arbeidsmarkt zodat er van binnen de regio’s kan worden ingezet op die werkbaarheidsgraad.
Minister, mijn vraag is heel kort: tegen wanneer zult u eindelijk werk maken van de problemen die ik zonet heb aangekaart waardoor de werkzaamheids- en de activiteitsgraad zal verhogen?
Minister Brouns heeft het woord.
Er is heel wat dynamiek in de zaal om mee aan de slag te gaan. Dat is alvast heel positief. De Vlaamse mobilisatie vertaal ik in het werkgelegenheidsakkoord dat we voor de zomer en, wat mij betreft, voor 15 juli zullen sluiten. Dat is activeren, opleiden, werkbaar werk en de interregionale mobiliteit. Gisteren was er inderdaad de bevestiging van de goede samenwerking met Brussel. Die ambitie om werkzoekenden vanuit Brussel naar de Vlaamse Rand te brengen zullen we ook realiseren met Wallonië. Het betreft de ambitie van tweeduizend werkzoekenden per jaar.
Voor VDAB is het alle hens aan dek. U hebt volledig gelijk, collega, dat VDAB meer dan een tandje bij mag zetten om de kloof te dichten.
Mevrouw Gennez, wat mij betreft zal het werkgelegenheidsakkoord voor 15 juli worden gesloten.
Mijnheer Bothuyne, de interregionale mobiliteit is inderdaad een belangrijk sluitstuk van het werkgelegenheidsplan dat Vlaanderen voor de zomer zal sluiten.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega Gennez, ik vind het niet netjes dat u minister Brouns een clown noemt nu hij net minister is. Dat zou ik toch niet doen. (Applaus bij de N-VA)
Ik vind trouwens dat hij een schouderklopje verdient. Hij is zo teleurgesteld in die arbeidsdeal die eigenlijk op niks trekt. Ik vind dat schuldig verzuim want week na week roept uw fractie alle fracties hier, ook de mijne, op voor meer geld voor onderwijs, voor gezondheidszorg en voor mentaal welzijn. Vanwaar komen die centen? Die komen van mensen die werken en die bijdragen aan de sociale zekerheid. (Applaus bij de N-VA)
Misschien moet ik u dat aanleren. Deze clown zal dat effectief week na week, dag na dag blijven zeggen totdat er deftige hervormingen komen want op dit moment is er een enorm schuldig verzuim en dat krijgt niemand nog uitgelegd aan de volgende generaties. Collega’s, we zullen hier week na week blijven staan. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.