Report plenary meeting
Report
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, al is het de vijftiende keer niet meer origineel, toch wens ik u ook van harte proficiat. Ik dacht u goed te kennen uit onze backbenchertijd maar ik heb de voorbije dagen veel over u en de delicatessen van Kinrooi bijgeleerd. De afgelopen dagen miste ik wel – dat is misschien uw schuld niet – het belang van het domein werk en ondernemen en van onderzoek en innovatie. Het leek erop alsof dat bijkomstig was, terwijl alle welvaart komt van de mensen die werken in dit land en van de ondernemers. U hebt de cruciale hefbomen in handen voor de toekomstige welvaart in Vlaanderen. Ik ben er zeker van dat u dat beseft en dat u het werk van uw voorgangster zult verderzetten. Ik heb direct al een eerste vraag en het betreft iets dat al een tijd aansleept.
Vorig jaar deze tijd hebben we in het Vlaams Parlement een resolutie goedgekeurd – u hebt meegestemd – om onze lokale handelaars te versterken. Dat zijn de mensen die onze schoenen en onze kleren verkopen in onze lokale kernen. Maar ze zijn zoveel meer dan dat. Ze vormen ook het hart van de samenleving, van de dorpen, van de gemeenten. Ze zijn de sponsors van de lokale Chiro en dat soort dingen. Wij wachten op een aanpassing van het decreet Handelsvestigingsbeleid. Dat sleept al een aantal jaren aan en dat zou ervoor moeten zorgen dat onze lokale handelaars meer slagkracht en meer vrijheid hebben en dat de regels gelijk toegepast worden voor iedereen. Mijn eerste eenvoudige vraag is: gaat u daar snel werk van maken zodat we dat aan onze ondernemers en aan onze lokale handelaars kunnen voorleggen?
Minister Brouns heeft het woord.
Maakt u zich vooral geen zorgen, goede collega, ik wil keihard werken, net zoals elke Vlaamse ondernemer. Elke Vlaamse stad en elke Vlaamse gemeente wil dynamisch zijn, en dan is men uiteraard niet gebaat met leegstand. De cijfers zijn helaas bekend. Het gaat nog altijd over een op de tien panden. Dat is veel te veel.
We hebben het actieplan met daarin twee belangrijke sporen. In eerste instantie is dat het spoor dat verwijst naar de lokale besturen en naar ondersteuning voor slimme investeringen, zoals de aankoop van strategisch gelegen panden en de ontsluiting op een duurzame wijze. Er is verwezen naar een ‘profploeg’, een niet onbelangrijk project. De ambitie mag nog iets hoger. We bereiken vandaag 82 gemeenten, dat mag gerust wat meer zijn. In de relancemaatregelen zijn budgetten voorzien, zo’n 25 miljoen euro.
Een tweede spoor gaat over de evaluatie van het handelsvestigingsbeleid en het decreet. Als we dat lezen zie ik in de evaluatie twee dingen. Ten eerste is er vandaag al vrij veel autonomie voor de lokale besturen. Ze gaan aan de slag met een aantal ruimtelijke instrumenten zoals verordeningen en ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het is belangrijk om de lokale autonomie te vrijwaren zodat ze zelf het heft in handen mogen nemen om de winkelshift te realiseren. We zien vaak dat capaciteit op lokaal niveau een uitdaging is. Daarom geeft Vlaanderen middelen voor de begeleiding van de opmaak van de plannen.
VLAIO is momenteel bezig met de evaluatie van de aanpassing van het decreet. Er komt een verzameldecreet met een aantal concrete wijzigingen. Daar zit bijvoorbeeld het voorstel in – en nu moet ik even spieken – over het vergunningsplichtig maken van het opsplitsen van panden, en om lokale besturen meer handhavingsbevoegdheden te geven. Dat zijn voorbeelden die worden opgenomen in de aanpassingen van de decretale context en die worden opgenomen in het verzameldecreet dat VLAIO binnenkort bij ons zal neerleggen, zodat we daarmee naar de regering kunnen gaan.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ondanks het feit dat u moet spieken, is het al een eerste goede aanzet. We zijn er uiteraard voorstander van om die lokale besturen meer autonomie te geven. Ik denk wel dat dit verder moet worden verfijnd. Maar ik zal u even via de praktijk aantonen wat het echte probleem is bij die lokale handelaars. Die werken dag en nacht aan hun winkel, aan hun product. Wanneer een klant ontevreden is, komt hij terug en zorgt de handelaar ervoor dat dat gefikst geraakt. En als het niet anders kan, neemt de lokale handelaar de producten ook terug.
Langs de andere kant zijn er momenteel – en ik ben de laatste die tegen e-commerce is – heel veel mensen die online opereren, de zogenaamde dropshippers. Ik weet niet of u die term al hebt gehoord, maar u moet die zeker eens opzoeken. Dat zijn mensen die goedkope brol aankopen in Azië. Vaak gaat het over onveilige, giftige en namaakproducten. Die verkopen zij dan online met advertenties, zonder enige aansprakelijkheid. Wanneer er dus iets scheelt aan dat product, wat vaak ook het geval is, dan zij die dus helemaal niet aansprakelijk. Dat zijn mensen die zich aan geen enkele regelgeving moeten houden, en dat stoort onze lokale ondernemers. Zij doen immers alle moeite van de wereld en leven echt voor hun product. Dat is meer dan een product voor hen, dat is hun passie. Zij willen mensen blij maken. Maar zij zien dan aan de andere kant dat alles kan en mag online. En ik heb het echt niet over de goede e-commercewinkels, die er zeker ook zijn, maar over die dropshippers, die eigenlijk teren op het maken van goedkope winsten door brol te verkopen. Die moet u in de aanpassing van het handelsbeleid ook echt aanpakken. Ik hoop, maar ben er eigenlijk zeker van, dat u dit ondersteunt, maar kan ik verwachten dat daar het komende jaar concrete actie over komt?
Mevrouw De Vreese heeft het woord
Minister, ook ik wil u graag heel veel succes wensen.
We hebben het vandaag al gehad over lokaal kopen, over de korte keten, over de impact van e-commerce. Ook bol.com gaat enorm uitbreiden in Nederland. Ook daar zien we dat er op federaal vlak heel wat hefbomen zijn om op onze verstarde arbeidsmarkt zaken te veranderen. Ik wil u vragen om daar heel hard op in te zetten.
Ik zal u vandaag geen lastige bijkomende vragen stellen, die komen zeker en vast nog in de toekomst, maar ik wil wel heel graag vragen om alles op alles zetten en te zorgen voor een gelijk speelveld voor onze lokale ondernemers. We hebben samen met de collega’s een voorstel van resolutie opgesteld waarbij we inzetten op een kernversterkend beleid, en ik wil u dan ook vragen om daar met een zeer groot hart voor onze ondernemers heel hard op in te zetten, minstens even hard als uw voorganger, minister Crevits.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, wij steunen uiteraard vanuit cd&v volop alle initiatieven die zijn genomen en die nog in de maak zijn om onze lokale ondernemingen te laten bloeien en vooral om de leegstand tegen te gaan. Uw voorganger, minister Crevits, heeft heel wat in de steigers gezet, zoals de profploegondersteuning voor investeringen in handelspanden en de subsidies voor lokale besturen om de nodige ruimtelijke plannen op te maken wanneer zij daar niet de nodige capaciteit voor hebben.
Om lokale besturen nog meer kansen te geven om hun kleinhandel en winkelcentrum te laten bruisen, moet er inderdaad nog een aanpassing komen van het Handelsvestigingsdecreet, met onder andere aanpassingen aan de categorieën van kleinhandel die men kan afbakenen. We hebben er uiteraard het volste vertrouwen in dat u evenzeer een groot believer bent van de aanpak die is uitgetekend. U gaf tijdens de persconferentie al aan dat u er alles aan wilt doen om de lokale economie verder te steunen. Wij zullen u daar blijven in voeden met voorstellen in de commissie, zoals we dat in dit parlement ook in het verleden al hebben gedaan met een voorstel van resolutie over het handelskernbeleid.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik denk inderdaad dat het een gedeelde bezorgdheid is, de eerlijke handelspraktijken. Die bezorgdheid heb ik vooral bij u gehoord, collega en ook bij collega De Vreese. Maar dat is uiteraard een federale bevoegdheid, wat niet wegneemt dat we dat moeten opnemen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
U bent nog geen federaal minister, hebben we daarnet geleerd. (Applaus van Tom Ongena)
Maar u kunt dat zeker opnemen met alle collega’s. Het is wel een gedeelde bevoegdheid, er zijn ook Vlaamse aspecten, maar ik ben er zeker van dat u daar verder werk van zult maken.
Ik zal u, tot slot, nog een derde aanbeveling of werkpunt meegeven waar u de komende tijd aan kunt werken. Dat zijn de investeringen die wij met Vlaams belastinggeld doen in Vlaamse ondernemers, niet alleen lokale handelaars maar ook kmo’s. Dat gebeurt via onze participatiemaatschappij, PMV. U hebt vandaag misschien ook gelezen dat die winstgevend is, wat natuurlijk een goede zaak is. Maar heel veel van die middelen van PMV – en het gaat echt over miljarden aan investeringen – gaan ook naar het buitenland, naar ondernemingen en fondsen daar. Dan vraag ik mij wel af of wij daar niet meer meerwaarde voor de Vlaamse economie uit kunnen halen. Ik ben verre van een protectionist, maar als het om Vlaams belastinggeld gaat, dan denk ik dat onze kmo’s daar als eerste voor in aanmerking komen. Ook daar hebt u geluk, want daar is ook een nieuwe beheersovereenkomst voor in de maak. Die is al ingezet door uw voorgangster en u kunt die afwerken. Ik vraag u gewoon om daar meer transparantie te bieden en meer feedback te geven aan het parlement, zodat we die investeringen ten volle kunnen inzetten voor de Vlaamse welvaart.
De actuele vraag is afgehandeld.