Report plenary meeting
Report
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, collega’s, onze waterputten zijn opnieuw leeg. Het is vier jaar lang droog geweest. Vorig jaar was er de waterbom. Vandaag kondigt zich opnieuw een extreem droog jaar aan. En dat is het gevolg van de klimaatverandering. Een paar maanden geleden heeft het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) een nieuw rapport gepubliceerd, dat aankondigt dat het alleen maar erger zal worden, dat het aantal klimaatslachtoffers, nu al duizenden per jaar in Europa, tegen het einde van deze eeuw 150.000 mensen zullen zijn.
Minister, om ons daartegen te beschermen, hebben we echt een klimaatadaptatiestrategie nodig. Vlaanderen heeft die, of had die. Er is een klimaatadaptatieplan opgemaakt in 2013 en dat is afgelopen in 2020, net het jaar dat het zo extreem droog was. Minister, ik denk dat het heel belangrijk is dat wij Vlaanderen beschermen tegen de klimaatverandering, dat we echt adaptieve maatregelen nemen. Wanneer zult u met een nieuw stevig klimaatadaptatieplan komen om ons te beschermen tegen de klimaatverandering?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, het klopt inderdaad dat het eerste Vlaamse klimaatadaptatieplan goedgekeurd werd in 2012. Dat ging over de periode 2013-2020. Ik stel voor dat iedereen dat plan eens goed bekijkt. Daar zaten niet de maatregelen in die we nodig hebben om ons te bewapenen tegen droogte. Er zat ook niets in over het realiseren van CO2-captatie in broekbossen, natte natuur enzovoort. En dat zijn net de dingen die we nodig hebben om van Vlaanderen weer een spons te maken. Ik denk dat dat het uitgangspunt is dat we moeten hanteren.
Enkele maanden geleden heb ik van mijn verschillende administraties een ontwerp van klimaatadaptatieplan ontvangen, maar ik vond het niet stevig genoeg. Ik vond dat de lat daarin niet hoog genoeg lag. Dat was ook de reden waarom we dat weer naar de tekentafel hebben geduwd. Samen met collega Lydia Peeters heb ik ook een studie besteld rond hoogwaterbeveiliging, onder leiding van Henk Ovink. Die wil ik dus nog even afwachten.
Ten tweede willen we voortdoen met de Blue Deal. Toen ik aangesteld ben, hebben we duidelijk de prioriteiten gezet. De Blue Deal was een van de eerste dingen die we onmiddellijk hebben gedaan, omdat daarin hetgeen zat rond natte natuur en het hermeanderen van rivieren, maar ook het regelgevende. Ik verwijs naar de bronbemaling, maar ook nog andere zaken, die nu bij de Raad van State zitten en waarvan ik hoop dat we daar binnenkort mee naar het parlement kunnen gaan. En er is ook ons bosuitbreidingsplan. Dat waren de zaken die ik qua timing naar voren heb geduwd. Maar dat zal natuurlijk ook een onderdeel zijn van het klimaatadaptatieplan, waarvan ik hoop dat we het binnenkort, als de studie van Henk Ovink is afgerond, kunnen meenemen. En dan zal het een kwestie zijn om dat ook minutieus uit te voeren.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, minister. Dat is natuurlijk exact hetzelfde antwoord dat ik enkele maanden geleden van u hoorde: het plan is op komst. Maar we zijn 2022, minister. Er is opnieuw een extreem droge zomer op komst. De landbouwers, iedereen kreunt onder de droogte.
U hebt een Blue Deal aangekondigd met een aantal goede maatregelen, maar dat is slechts een eerste stap. We hebben echt structurele maatregelen nodig. We zijn 2022. Het plan is afgerond in 2020. Het is toch dringend tijd dat u daarmee komt. Ik wil nogmaals oproepen om te gaan voor die structurele maatregelen die echt zorgen dat we ons voorbereiden op de klimaatverandering. Want aankondigen is één ding, maar uitvoeren is nog iets anders. Ik verwijs daarmee ook naar de watergevoelige openruimtegebieden (WORG’s) die afgebakend zouden worden of de stroomgebiedsbeheersplannen die aangekondigd zijn. Dat zijn allemaal aankondigingen waarvan ik nog altijd het resultaat niet gezien heb. Dit weer en dit klimaat toont ons dat we dat dringend nodig hebben.
Minister, wanneer komt u met die stroomgebiedbeheerplannen? Wanneer zult u die WORG’s beginnen af te bakenen?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, het is goed dat de Vlaamse Regering na jarenlang met de duimen te draaien eindelijk in gang schiet rond dit thema. Vlaanderen heeft onwaarschijnlijk veel achterstand in te halen. Het is inderdaad ook uitkijken naar resultaten daarvan in de praktijk. Op korte termijn is er nood om ervoor te zorgen dat we geen drinkwatertekorten hebben, dat de landbouw verder kan en dat onze rivieren niet droog vallen. Er is nood aan maatregelen op de lange termijn om insijpelingen, ‘versponsingen’, enzovoort te realiseren.
Natuurlijk moeten we ook iets doen aan de oorzaken. Daar schiet uw beleid helemaal tekort: het klimaatbeleid van deze regering. Vlaanderen heeft zijn vorige doelstelling niet gehaald. Vlaanderen zal zijn volgende doelstelling niet halen en weigert ook om de nodige ambitie aan de dag te leggen.
Minister, sporen deze toestanden, die we ieder jaar opnieuw zien, u niet aan om uw klimlaatbeleid aan te scherpen en ervoor te zorgen dat we daar een serieuze stap vooruitzetten?
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, in het begin van deze legislatuur bij uw aantreden hebt u in uw beleidsnota beloofd dat er een robuuster adaptatieplan voor Vlaanderen zou komen en ook een robuuster land- en bodemgebruik. Maar ook het Vlaams watersysteem moest voor de droogte robuuster worden. Maar u bent nog steeds enkel minister van beloftes en plannen. We zien het niet gebeuren. De laatste tweeënhalf jaar hebt u met de realisatie van de Blue Deal wel kwistig rondgestrooid met miljoenen euro’s. In berichten en in recente studies lezen we dat er nog altijd droogte- en waterschaarsteproblemen zijn voor Vlaanderen, maar dat er nog niks te zien is van al uw plannen.
Collega Brouns heeft in de voorbereiding van zijn ministerschap aangegeven dat de helft van de wedstrijd al gespeeld is. U hebt daar nog niet gescoord. Het wordt dus hoog tijd dat u ook in de tweede helft van de wedstrijd scoort in de klimaat- en de wateradaptatie.
Minister, welke controles zult u bij uw verdere wateradaptatieplannen inlassen om absolute zekerheid te hebben dat u al uw verdere investeringen snel, concreet en effectief resultaat laat opleveren?
Mevrouw De Vroe
Minister, we moeten er inderdaad op korte termijn voor zorgen dat er water blijft lopen uit de kranen, dat mensen niet zonder water vallen. Dat is de evidentie zelf. We hebben de Blue Deal. Die is goed en die moet goed, correct, snel en versneld, eventueel met extra incentives uitgevoerd worden, inderdaad in combinatie met een goed en ambitieus – en daar hebt u honderd procent gelijk – klimaatadaptatieplan. Dat staat ook in het regeerakkoord. Dat moet zo snel als mogelijk uitgerold worden. Momenteel ontbreekt er in Vlaanderen inderdaad een langetermijnvisie.
Minister, wanneer zal die langetermijnvisie er komen? Want daar is hoge nood aan. Iedereen die vandaag nog ontkent dat er met de klimaat- en droogteproblematiek een groot probleem is dat alleen maar groter zal worden, zal anders gezien zijn.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, er zitten inderdaad een aantal goede aanzetten in de Blue Deal, maar het gaat inderdaad wel bijzonder traag. In een paar vorige tussenkomsten over dezelfde discussie heb ik opgemerkt dat we ons eigenlijk moeten beginnen te gedragen als een land waar systematisch altijd waterschaarste is, terwijl we in veel gevallen nog altijd het omgekeerde doen. We zien dat er gevochten wordt om wat men kan krijgen om dan drie maanden later vast te stellen dat er tekorten zijn voor iedereen en dat men drastischere maatregelen moet nemen.
Ik wil als bijkomende vraag maar één specifiek punt aanraken: hoe staat het ondertussen met het in kaart brengen van alle grondwaterputten, -winningen en -boringen? Een jaar geleden waren we aan het discussiëren, en we stelden vast dat de Vlaamse overheid waarschijnlijk van niet eens de helft van de grondwaterputten die in gebruik zijn weet dat ze bestaan, laat staan hoeveel water er uit geput wordt? Dat staat eigenlijk totaal haaks op het idee dat we verstandig, rationeel en eerlijk voor iedereen omgaan met water. Hoe staat het nu ondertussen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, de Blue Deal is een zaak, het klimaatadaptatieplan is een andere. We hadden een klimaatadaptatieplan voor de periode 2013-2020, en ik denk dat het ook duidelijk is dat droogte meer en meer een belangrijke uitdaging voor de toekomst wordt.
Collega Bothuyne heeft op 12 mei 2021 reeds gevraagd naar een stand van zaken van het klimaatadaptatieplan. U stelde toen – ik citeer –: “Ik heb van de administratie een ontwerp van adaptieplan ontvangen, maar helaas bevat het volgens mij niet de juiste prioriteiten en ook te weinig effectieve maatregelen. Zo is er maar één zin over droogte en alles wat met waterschaarste te maken heeft. Ik heb de administratie dan ook gevraagd het plan te herwerken.”
Minister, u had het daarnet over een plan. Gaat het dan over een nieuw, aangepast plan dat u hebt beoordeeld, een jaar later? Was dat dan opnieuw niet goed, en hebt u dat opnieuw teruggestuurd? Wat is er intussen gebeurd, wat is het knelpunt? We zijn ondertussen een jaar later, maar ik heb geen duidelijk zicht op de timing. Wanneer zouden we effectief kunnen landen met dat klimaatadaptatieplan?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, de collega heeft natuurlijk een terechte vaststelling gedaan: het is ongelooflijk droog. De plantjes hebben dorst en de dieren hebben dorst. Wij vragen nu, bij code geel, aan de mensen om extra spaarzaam te zijn met hun drinkwater, en om zoveel als mogelijk in te zetten op hun regenwaterput, voor de planten en voor het spelplezier van de kinderen in het komende weekend. We moeten extra spaarzaam zijn. Maar als we aan elke Vlaming vragen om thuis spaarzaam te zijn, dan moeten we dat natuurlijk ook vragen aan de drinkwatermaatschappijen.
Minister, ik weet dat u al een tijdje strijd voert tegen de lekverliezen. Ik vroeg me af hoe het daarmee zit?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Ik moet u natuurlijk niet vertellen dat Vlaanderen veel te laat op de trein is gesprongen om effectief iets te doen aan de droogte. Het probleem bestaat al lang. De experten hebben al tien jaar geleden gezegd: ‘Vlaanderen, doe alstublieft iets aan de droogteproblematiek!’ Het werd tijd dat die Blue Deal er kwam. Het werd hoog tijd!
In 2020 hebben we met de Vlaamse Regering beslist om een half miljard vrij te maken. En dat is voor deze legislatuur, collega’s, ook van cd&v. De volgende legislaturen zal er ook nog geld moeten worden vrijgemaakt om het probleem op te lossen. Ik wil daar duidelijk over zijn, collega’s, we weten dat Vlaanderen de laagste waterbeschikbaarheid heeft. U hoeft maar naar het OESO-rapport te kijken. We weten dat in de laatste vijftig jaar 75 procent van de natte natuur vernietigd werd. Je moet dan ook niet versteld staan van de problemen waar we vandaag voorstaan. Ik vind het dus heel fijn dat sommige collega’s me daaraan herinneren, maar ik kan helaas niet toveren. Dat is ook de reden geweest waarom we de Blue Deal en de bosuitbreiding naar voren hebben geschoven.
Collega Pieters, het is geen kwestie van geld uitdelen. Het gaat over heel concrete projecten.
Dat is ook structureel, collega Schauvliege. Als je eenmaal natte natuur aanmaakt, dan is het niet de bedoeling dat je die de dag nadien er weer gaat uithalen. Het is de bedoeling dat die daar blijft. Als we een rivier hermeanderen, dan is het de bedoeling dat we dat zo gaan houden. Dat hoop ik toch. En wat de regelgeving betreft: daar ben ik zo snel mogelijk mee begonnen, nadat de Blue Deal was goedgekeurd. Daar zaten zaken in zoals bijvoorbeeld werfwater uit bouwputten. Maar dat heeft wat tijd nodig om dat allemaal rond te krijgen, er zijn verschillende adviezen nodig en Jan en alleman moet daarover zijn mening geven. U weet hoe dat in Vlaanderen gaat.
Collega Tobback: die grondwaterboringen zijn eigenlijk misdadig, tenminste als ze op een illegale manier gebeuren. Dat is ook de reden waarom ik die strijd heb opgedreven. Er is nu een meldpunt, en ook een e-loket om dat in kaart te brengen. Ik kan alleen zeggen dat onze handhavers hun handen vol hebben om te gaan kijken zodra er een klacht komt. Die klachten komen en de handhavers gaan op het terrein. In een derde van de gevallen wordt er effectief een proces-verbaal gemaakt, en gaat dat verder naar het parket.
Wat het drinkwater betreft: de drinkwaterbedrijven hebben geïnvesteerd in een strategische drinkwaterbevoorrading. Dit kwam er ook op vraag van mezelf. Er is nu ook voor de eerste keer duidelijkheid over de vraag: wat als er in een bepaald gebied te weinig is? Van waar moet dat dan komen? Dat zit dus goed.
We hebben ook de strijd tegen lekverliezen opgevoerd, collega’s. Vorig jaar hebben we zo een verlies van ongeveer 7 miljard liter water kunnen vermijden.
Voor het overige is het zo dat het decreet Woonreservegebieden voorligt in het parlement ter bescherming van 12.000 hectare open ruimte van verharding zodat we water kunnen laten infiltreren.
Ik hoop dat dit alles hier zo snel mogelijk kan worden goedgekeurd, collega’s, want de klimaatverandering wacht niet. Ik denk dat we daar zo snel mogelijk aan moeten beginnen. Wat het klimaatadaptatieplan betreft: zoals ik heb gezegd, vond ik inderdaad dat de lat niet hoog genoeg lag. Ik vond het niet voldoende. Dat was ook de reden waarom we nu logischerwijze, als er gevraagd wordt naar de timing, het verslag meenemen van de studie rond die waterbom, zodat we achteraf niet nog eens moeten puzzelen.
Dat zijn dus de zaken die we aan het uitvoeren zijn. Maar ik heb het al gezegd: ik zou wel willen, maar ik kan helaas niet toveren. Ik kan er wel voor zorgen dat de drinkwatermaatschappijen hun werk doen. We hebben het hier over plannen, collega’s, maar Vlaanderen is ziek van plannen. Voor mij was het essentieel om in 2020 honderden projecten te hebben en om die gewoon uit te voeren. Dat is wat we vandaag de dag doen. Er zijn op heel veel plaatsen enorm veel werken. Ik hoop alleen maar dat eenieder die bekommerd is om water, droogte en waterschaarste, zijn schouders onder al die projecten zet.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u kunt niet toveren. Ik kan dat begrijpen. Maar u kunt wel zeer goed aankondigen. Twee jaar geleden kondigde u aan dat er een klimaatadaptieplan zou komen. We hebben dat plan, die langetermijnvisie om ons aan te passen aan het klimaat, nodig, want anders varen we blind. Er zijn een aantal maatregelen genomen in de Blue Deal, een aantal kortetermijnacties die goed zijn. Maar dat is slechts een eerste stap. Een klimaatadaptatieplan gaat verder. Dat gaat verder dan spreken over water. Dat gaat ook over koolstofopslag in de bodem, dat gaat ook over groene lente creëren, dat gaat ook over omgaan met hitte. En daar wachten we in Vlaanderen op. Minister, ik wil u oproepen: stop met aankondigen, voer een echt stevig klimaatbeleid! (Applaus bij Groen en van Jos D’Haese)
De actuele vraag is afgehandeld.