Report plenary meeting
Report
Dames en heren, aan de orde is de toespraak van de heer Olivér Várhelyi, Europees commissaris voor Nabuurschap en Uitbreiding, over het Europese nabuurschaps- en uitbreidingsbeleid.
Geachte mijnheer de Eurocommissaris, geachte collega’s, mijnheer Várhelyi, als voorzitter heet ik u van harte welkom in ons mooie Vlaams Parlement. Wij zijn zeer vereerd dat u hier vandaag, naar aanleiding van de Dag van Europa, aanwezig wilt zijn om onze plenaire vergadering toe te spreken.
Het is intussen een traditie dat het Vlaams Parlement rond 9 mei een prominente spreker uitnodigt die zijn of haar visie op Europa met ons wil delen. Op 9 mei 1950 pleitte de toenmalige Franse minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schuman, voor een samenwerkingsverband in Europa dat de vrede op het continent moest bewaken. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, een belangrijke voorloper van de hedendaagse Europese Unie, zou dat jaar het levenslicht zien.
Door de oorlog in Oekraïne bevindt Europa zich ook vandaag op een scharniermoment, waarbij het geconfronteerd wordt met menselijk leed, vluchtelingenstromen, een energiecrisis, een vermindering van de koopkracht, politieke instabiliteit, militaire bedreiging en democratische vrijheden die onder druk komen te staan. Het belang van eendracht en solidariteit binnen de Europese Unie is nog nooit zo groot geweest om aan al deze uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.
Door de oorlog in Oekraïne en de oplopende spanning in de Westelijke Balkan staat het Europese uitbreidingsproject volop in de schijnwerpers. Het levert stof tot discussie en kritische analyse, door zowel historici, journalisten, wetenschappers als politici. Het leeft absoluut ook bij de burgers. Er is de belofte van de Europese Commissievoorzitter, Ursula von der Leyen, voor een versneld proces rond de toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie en er is het fundamentele vraagstuk over hoe ver Europa kan opschuiven richting het Oosten, en wat de consequenties daarvan allemaal kunnen zijn.
Mijnheer Várhelyi, ook in het Vlaams Parlement zijn we actief bezig met het Europese uitbreidingsvraagstuk. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het voorstel van resolutie over een fundamentele strategische heroverweging van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije, dat op 9 december 2020 in deze plenaire vergadering werd aangenomen, en waar u in het kader van de politieke dialoog vanuit de Europese Commissie ook op hebt geantwoord, waarvoor dank overigens.
Geachte heer Várhelyi, als Europees commissaris voor Nabuurschap en Uitbreiding bent u het best geplaatst om ons een standpunt te geven wat betreft de uitbreidingspolitiek. Wilt u die ook even toelichten en een stand van zaken geven bij de lopende dossiers?
Hoe gaat de Europese Commissie om met de veranderende realiteit inzake uitbreiding en nabuurschap? Wat is de standaardprocedure voor toetreding en zal er van het Europese uitbreidingsbeleid kunnen worden afgeweken? Waar staan we vandaag en zullen deze kwesties door de huidige context anders worden aangepakt?
Beste collega’s, na de toespraak van de heer Várhelyi nodig ik elke fractie uit om vragen te stellen en in dialoog te gaan met de Europees commissaris over zijn discours, maar eerst geef ik met heel veel plezier het woord aan de heer Várhelyi, Europees commissaris. (Applaus)
Mevrouw de voorzitter, geachte leden van het Vlaams Parlement, geachte leden van de Vlaamse Regering, ik wil u van harte bedanken voor deze uitnodiging. Het is voor mij een grote eer om hier deze middag aanwezig te zijn. Europa bestaat immers uit zijn mensen, en de mensen van Europa worden vertegenwoordigd door de parlementen. Als ik naar hier kom is dat dus de beste manier om een open dialoog te voeren met de mensen, de burgers van Europa. Ik wil u dus bedanken voor uw uitnodiging.
Deze dialoog komt op een goed ogenblik, gelet op de huidige veiligheidssituatie in Europa. Die heeft uiteraard invloed op ons nabuurschap en op het uitbreidingsbeleid, en heeft ook invloed op ons dagelijkse leven.
Ik ben heel dankbaar voor de belangstelling die u toont voor deze onderwerpen. Voor mij is dat natuurlijk wat ik elke dag doe, maar voor u is dat misschien iets minder vertrouwd.
Ik zou willen beginnen met het onderwerp Oekraïne. Dat staat natuurlijk al twee en een halve maand bovenaan de agenda. U weet dat de Europese Unie (EU) en de internationale gemeenschap op de sterkst mogelijke manier de oorlog van Rusland in Oekraïne hebben veroordeeld. Voor ons is Rusland volledig verantwoordelijk voor de vernietiging en het verlies aan mensenlevens. Ik denk dat we deze veroordeling allemaal delen. De VS heeft sterk en in volledige eenheid gereageerd. Er is humanitaire, militaire en noodfinanciering vrijgemaakt om om te gaan met de gevolgen van de Russische agressie in Oekraïne, om de Oekraïense bevolking, de economische stabiliteit en de weerbaarheid van het land te ondersteunen, en ook om om te gaan met de vluchtelingen die aankwamen in de lidstaten. We werken aan de herschikking van de fondsen van 200 miljoen euro om in te gaan op de allergrootste noden van de Oekraïense bevolking en autoriteiten. Enkele dagen geleden hebben wij een financieringsakkoord van 330 miljoen euro ondertekend voor verdere noodsteun die vooral gericht is op de intern ontheemden in Oekraïne. Dit bedrag zal ook besteed worden aan het herstellen van de infrastructuur en de energie- en voedselzekerheid, het versterken van de cybersecurity en de strijd tegen discriminatie.
Wij steunen ook de Oekraïense Regering met een directe begroting, hetzij via leningen zoals de 1,2 miljard euro macrofinanciering, hetzij via subsidies zoals de 120 miljoen euro die reeds verdeeld werd in april.
Dit alles komt boven op de humanitaire hulp van het humanitaire bijstandsagentschap van de Europese Unie en ook van de bijdragen van de lidstaten, waaronder België. Dit is gebeurd via het burgerbeschermingsmechanisme van de EU. Meer dan 25.000 ton aan hulp is al geboden, zoals medische hulpgoederen, tenten, stroomgeneratoren, digitale ondersteuning en zelfs ambulances en tomatenzaad.
Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om u oprecht te bedanken voor alle steun en de solidariteit die is getoond door Vlaanderen en het Vlaamse volk. Ik wil ook van de gelegenheid gebruik maken om de Vlaamse Regering te bedanken omdat u ook onderdak hebt geboden aan de Oekraïense vluchtelingen. De Oekraïense Regering blijft met ons samenwerken. Het is een betrouwbare partner. We willen ons engagement bewijzen aan Oekraïne, ook wat betreft de heropbouw en het herstel op lange termijn.
De agressie van Rusland heeft ervoor gezorgd dat de EU ongeziene maatregelen moest nemen. Dat heeft natuurlijk de schijnwerpers gezet op ons uitbreidingsbeleid. De lidmaatschapsaanvragen van Oekraïne, Moldavië en Georgië geven natuurlijk ook heel duidelijk aan hoe centraal de rol is van de EU en van het lidmaatschap van de EU inzake het verzekeren van vrede en stabiliteit op lange termijn.
Na het verzoek van de raad heeft de commissie gekeken naar de drie lidmaatschapsaanvragen. We zijn gestart met het bekijken van de antwoorden van de drie aanvragers op het eerste deel van de vragenlijst over de politieke en economische criteria. Op maandag 9 mei heeft Oekraïne antwoorden gegeven op het tweede deel van de vragenlijst, die gaat over de andere hoofdstukken van het Europees acquis. Het gaat dan voornamelijk over de Europese regelgeving zoals we die kennen. We hebben begrepen dat Moldavië en Georgië dat ook gaan doen. Wij verwachten hun antwoorden een dezer dagen.
We zijn van plan om deze adviezen nog voor de Europese Raad van juni goed te keuren. Verdere beslissingen over deze procedure zullen daarna door de Europese Raad genomen moeten worden. Het pad naar de EU is gebaseerd op een aantal weloverwogen criteria waar de aanvragende landen ook aan moeten voldoen. Dat zal ook een grote inspanning vergen van heel veel landen. De EU-leiders hebben gezegd dat ze een volledig engagement willen tonen om onze relaties te versterken met Oekraïne, Moldavië en Georgië, om hen daarbij te steunen en ook rekening te houden met het associatieverdrag en de vrijehandelszone.
Dit zijn heel moeilijke tijden in de samenwerking met onze partners in het Oosten. Maar het Oostelijk Partnerschap blijft werken. We moeten ook kijken naar de basis van de weerbaarheid zoals dat ook gedefinieerd is in maart 2020. Vorig jaar heeft de Europese Commissie een economisch investeringsplan voor deze partners gelanceerd met het potentieel om 17 miljard euro vrij te kunnen maken in private en publieke gelden. Dat gaat dan over groei, jobs, economie, het versterken van de democratische instituten en de rechtsstaat, het ondersteunen van de groene en digitale transities en het promoten van een eerlijke en billijke samenleving. We moeten nog kijken naar de exacte wijze waarop dit zijn beslag gaat krijgen voor het Oostelijk Partnerschap in het licht van de recente ontwikkelingen. Maar één ding is absoluut duidelijk: de enige optie waarbij er vrede, welvaart en een betere toekomst voor onze partners komt, bestaat erin door nauw samen te werken met de EU en met de hele regio.
De Westelijke Balkanlanden horen bij Europa. Het is een geostrategische prioriteit om van die perspectieven een realiteit te maken. Het is in ons aller belang om met hun aanvraagprocedure verder aan de slag te gaan. De Westelijke Balkanlanden hebben ons een heel duidelijk teken gegeven. Ze weten wat hun strategische keuze is. Ze steunen het Europese standpunt en ze veroordelen mee de Russische agressie.
De onderhandelingen met Montenegro en Servië lopen. Montenegro heeft een nieuwe regering gevormd. Die wil verder werken aan Europese hervormingen. Servië heeft een grondwetsherziening voor onafhankelijkheid doorgevoerd en heeft ook verkiezingen georganiseerd waar alle partijen aan konden deelnemen. Verdere vooruitgang hangt dus af van die hervormingen en ook de mate waarin zij zich aansluiten bij het Europese buitenlandbeleid.
De Europese Commissie wil ook verder werken met Noord-Macedonië en Albanië. Het is de bedoeling om nog dit semester formele onderhandelingen over lidmaatschapsaansluitingen te beginnen, dus onder het Franse voorzitterschap.
Bosnië-Herzegovina moet ook werken aan de veertien sleutelprioriteiten. Die staan in ons advies om de weg op te gaan van het nieuwe pad. Ik vind het heel jammer dat de politieke leiders geen akkoord hebben over de verkiezingshervormingen. Die zijn heel noodzakelijk. Vrije eerlijke verkiezingen moeten op 2 oktober plaatsvinden. Die moeten plaatsvinden zoals gepland. Dat strookt ook met de vigerende regelgeving. Die regering moet ook alles in het werk stellen om de verkiezing op 2 oktober te organiseren. Die moet ook gefinancierd worden. Er moeten fondsen voor vrijgemaakt worden.
Voor Kosovo is het belangrijkste thema de visumliberalisering. We blijven achter de beoordeling van 2018 staan. We hebben gezegd dat Kosovo voldoet aan alle benchmarks van visumliberalisering. De lidstaten moeten daar dus verder mee aan de slag. We hopen dat dat snel kan gebeuren. We hopen ook om op uw steun te kunnen rekenen wanneer het daarover gaat.
De toetredingsprocedure is gebaseerd op een economisch investeringsplan voor de Westelijke Balkanlanden om 30 miljard euro vrij te maken via vlaggenschipprojecten op het gebied van connectiviteit in transport, digitale infrastructuur en ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen. Voor de Roma in de regio kan dit echt een gamechanger zijn.
Het kan de basis creëren voor een versnelde economische en sociale ontwikkeling die de kloof tussen de EU en de regio zou kunnen dichten.
Het plan wordt aangevuld met een gemeenschappelijke regionale markt, met als doel het implementeren van de vier vrijheden binnen de regio, op basis van EU-regels. We moeten barrières wegwerken in de regio, zodat de voordelen van onze investeringen in infrastructuur en mensen kunnen worden genoten door de burgers en ondernemingen van de regio en van de EU.
De vertragingen in het uitbreidingsproces hebben voor frustratie en wat desillusie gezorgd in de regio. Men begrijpt er niet waarom de EU niet over de brug komt, indien de beoordeling van Commissie bevestigt dat aan de criteria en aan alle behoeften qua hervormingen werd voldaan. Dit is echter een politieke oefening, en onze lidstaten moeten overtuigd zijn wanneer ze de beslissing nemen. De Commissie is klaar om te helpen. We hopen nog steeds dit jaar belangrijke mijlpalen te bereiken. Ondanks de uitdagingen en de zorgwekkende politieke en veiligheidssituatie in de regio ben ik dus optimistisch, en geloof ik dat we een kans hebben om vooruitgang te bewerkstelligen wat de agenda betreft en het proces te versterken.
Dan is er Turkije. Het toetredingstraject van Turkije is tot stilstand gekomen. Het respect voor mensenrechten en de rechtsstaat blijft een hoeksteen voor de relaties tussen de EU en Turkije. Wij blijven betrokken bij het maatschappelijk middenveld in Turkije. Tegelijk blijven we werken aan onze positieve agenda, zoals die werd gedefinieerd door de Europese Raad. We hebben een aantal productieve overlegvergaderingen op hoog niveau met de Turkse autoriteiten gehad. We zetten onze belangrijke samenwerking op het vlak van migratie voort. We hebben net het investeringsplatform voor de hefboomfinanciering van Turkse ondernemingen gelanceerd, om de tweevoudige uitdaging van de digitale en de groene transitie te kunnen aangaan en voor toegang tot financiering voor kmo’s te zorgen, ook in de domeinen van connectiviteit, koolstofvermindering, energie, openbaar vervoer, stadsontwikkeling en menselijk kapitaal.
Ook bemoedigend is de recente vooruitgang die Turkije heeft gemaakt in het aanpakken van enkele van de handelsobstakels. Er moet zeker blijvend worden gewerkt aan het aanpakken van de overblijvende handelsobstakels. Wat de oorlog in Oekraïne betreft, zijn de huidige Turkse actieve diplomatieke inspanningen en solidariteit met Oekraïne essentieel en welkom, de inspanningen om tot een staakt-het-vuren te komen inbegrepen. We juichen het toe dat Turkije een constructieve rol speelt in het de-escaleren van het conflict, ook door het erkennen van de impact van de oorlog op handel, toerisme en de economie in haar geheel. Tegelijk blijven we Turkije aanmoedigen om nog meer uitgesproken stelling te nemen en zich meer aan te sluiten bij de standpunten van de EU. We verwachten extra waakzaamheid van Turkije als het gaat over het verhinderen van het omzeilen van onze sancties.
Wenden we ons ten slotte tot de andere kant van de Middellandse Zee. De Russische aanval op Oekraïne heeft een erg negatieve impact op onze zuidelijke buren, met grimmige gevolgen op het dagelijks leven en de basisbehoeften voor de bevolking in haar totaliteit. De economieën van de regio hebben de jongste twee jaar al geleden onder de neveneffecten van de COVID-19-pandemie. De oorlog in Oekraïne heeft in het bijzonder een substantiële impact op de bevoorradingsketens van grondstoffen, met gevolgen voor de voedselzekerheid. Hij leidt ook tot een toename van de inflatie, uiteraard, en tast de socio-economische toestand in de regio aan. Een stijging van de energieprijzen kan ook leiden tot lagere binnenlandse landbouwopbrengsten. Dit alles zorgt mee voor nog meer inflatie. Zo’n inflatoire druk zou een impact kunnen hebben, op migratiestromen, maar ook op het algemene veiligheidslandschap.
Wij volgen de situatie van nabij. Ons antwoord op de dreigende voedselcrisis moet gezwind zijn. We moeten onmiddellijke en buitengewone maatregelen nemen om onze zuidelijke buurlanden bij te staan en te helpen. In die context heeft de Europese Commissie het initiatief voorgesteld van een regionaal instrument inzake voedsel en veerkracht ter waarde van 225 miljoen euro, om de noden op korte en middellange termijn van onze zuidelijke partners te lenigen.
Die steun komt bovenop de 2,5 miljard euro die de EU al heeft opzijgezet en die beschikbaar is tot 2024 om de regio’s te helpen die het zwaarst worden getroffen door de voedselonzekerheid. Dit gezegd zijnde moeten we er ook voor zorgen dat de nieuwe Mediterrane Agenda en de economische en investeringsplannen voor de regio op een doeltreffende en vlotte manier ten uitvoer worden gelegd.
Er is 17 miljard euro privaat en publiek geld voorzien om de gevolgen van de pandemie en de oorlog aan te pakken. Dat betekent dus meer banen, betere perspectieven voor de gezinnen en de jongeren en de regio.
Mevrouw de voorzitter, daarmee ben ik aanbeland bij het einde van mijn betoog. Ik wil u bedanken.
Leden van dit huis, ik luister graag naar uw opmerkingen en vragen. Bedankt. (Applaus)
Dank u, commissaris Várhelyi, voor de boeiende uiteenzetting.
Ik geef nu graag het woord aan de heer Vanlouwe, namens de N-VA-fractie.
Elke fractie heeft vier minuten. De klok staat op.
Voorzitter, geachte commissaris, geachte collega’s, het is bijzonder nuttig dat we hier in het Vlaams Parlement jaarlijks leden van de Europese Commissie ontvangen. Vandaag geldt dat des te meer. De Russische invasie in Oekraïne bewijst onomstotelijk het absolute belang van onze Europese samenwerking. Het is dan ook een eer u hier als Europees commissaris te mogen ontvangen, bevoegd voor het uitbreidings- en het nabuurschapsbeleid. Dat zijn bevoegdheden die vandaag zeer hoog op de politieke agenda staan.
Onze reactie op de ongeziene Russische agressie, zowel in Vlaanderen als elders in Europa, was er een van onvoorwaardelijke solidariteit. De Vlaamse Regering toonde hier daadkracht en reageerde snel met onder meer de oprichting van een taskforce, de organisatie van noodopvang en hulp, heel wat humanitaire bijstand. En ook veel Vlamingen toonden individueel hun solidariteit en hun hart voor Oekraïne.
De Europese Unie nam sancties aan die wij steeds loyaal steunden en ook uitvoerden. Over het zesde sanctiepakket is er nog steeds geen consensus. Mijnheer de commissaris, wanneer verwacht u hierover consensus te kunnen bereiken binnen de Europese Commissie? De voorzitter van de Commissie zou een vergadering beleggen met de buurlanden om de bezorgdheden inzake de oliebevoorrading te bespreken. Graag dan ook hierover bijkomende toelichting.
Los van de initiële solidariteitsacties en de sanctiepakketten rijst ook de vraag naar de toekomstige relatie tussen de Europese Unie en Oekraïne. De vraag om toe te treden – u hebt er zelf naar verwezen – werd heel expliciet gesteld door Oekraïne. Oekraïens lidmaatschap op lange termijn is zeker mogelijk. Voor onze fractie is er zeker een Europees perspectief voor Oekraïne. Maar de essentie is: op langere termijn. Er is een weg voor Oekraïne richting de Europese Unie, maar dat is die van de bestaande procedures en de geldende voorwaarden en parameters. Interne hervormingen zijn nodig, bijvoorbeeld op het vlak van democratische standaarden, de rechtsstaat en ook de strijd tegen corruptie. En toch lijkt de Europese Commissie af en toe de vlucht vooruit te nemen. Misschien kunt u hierover ook wel duidelijkheid geven.
Toetreden tot de Europese Unie is een hervormingstraject dat nauwgezet moet worden gevolgd. Volgens mij is dat een lang en moeizaam proces. Kijk naar de landen in de Westelijke Balkan, kijk naar Turkije. U hebt ernaar verwezen. Een uitzonderingsbehandeling kan volgens ons geen optie zijn. De vraag rijst dan ook welke landen op korte of langere termijn uit de Westelijke Balkan klaar zijn voor een volwaardig lidmaatschap.
Onze assemblee is alvast van mening dat bijvoorbeeld Turkije op dit ogenblik niet klaar is voor toetreding tot de Europese Unie. Transformeren tot een lidstaat van de Europese Unie impliceert grootschalige interne hervormingen, die niet van vandaag op morgen te realiseren zijn. Maar intussen kunnen de banden met Oekraïne wel aangehaald worden, zeker op economisch en humanitair vlak. Zo steunen we het voorstel om nultarieven in te voeren voor alle producten die we vanuit Oekraïne invoeren.
Wat opvalt, is dat het voor Oekraïne, volgens sommigen, niet snel genoeg kan gaan. Zo zouden geldende parameters en voorwaarden mogelijk opzijgeschoven worden. Maar wanneer een deelstaat die op een democratische en wettelijke manier onafhankelijk wil worden van een bestaande lidstaat – wat een mogelijkheid was tijdens het Schotse onafhankelijkheidsreferendum of na een referendum in Catalonië –, moet die achteraan in de rij gaan staan. Is dat niet vreemd, aangezien zij al het hele Europese acquis toepassen? Voldoen zij dan niet aan die objectieve parameters en voorwaarden? Moet er dan ook geen procedure van interne uitbreiding zijn?
Een laatste bedenking, commissaris. Leden snel toelaten, kan ook voor problemen zorgen. Kijk naar Polen of Hongarije, landen waartegen de Commissie vaak moet optreden voor bepaalde maatregelen die toch minstens de wenkbrauwen doen fronsen. Waarom is de Commissie dan stil wanneer Spanje op flagrante wijze bepaalde democratische principes schendt? Denk maar aan Catalangate of Pegasusgate, de gevangenzetting van politici of de vervolging van meer dan tweeduizend activisten.
Een Europese Unie met twee maten en twee gewichten verdeelt Europa, en dat moeten we voorkomen. Ik kijk dan ook uit naar de antwoorden op mijn vragen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Bedankt, commissaris, voor uw komst naar dit parlement en uiteraard ook voor uw uiteenzetting.
Voorzitter, commissaris, collega’s, sinds de inval van Rusland in Oekraïne lijkt de bubbel waarin de Europese Unie vertoefde definitief uiteengespat. De werkelijkheid heeft ons ingehaald. Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 en nadien de val van de Sovjet-Unie in 1991 leefden we in het Westen een tijdlang in de illusie dat democratie, vrijhandel en vrede internationaal voorgoed verworven waren. Internationale handel en globalisering zouden het westerse liberalisme en de westerse democratie wereldwijd doen zegevieren. Quod non. De covidpandemie en de inval van Rusland in Oekraïne hebben ervoor gezorgd dat ook onze Europese leiders door de realiteit zijn ingehaald. Plots worden we gedwongen wel degelijk over macht, invloedssferen en het beschermen van onze strategische economische belangen te praten – zaken die niet langer bon ton waren.
We hebben te lang gedacht dat onze vrijheid verworven en onaantastbaar was. Te lang dachten we met opgeheven vinger de rest van de wereld en onze buren te kunnen dicteren hoe ze mensenrechten correct horen te interpreteren, dat terwijl we onze reële invloed in de wereld enkel zagen tanen. We moeten onze positie in de wereld en onze verhouding met onze dichte en minder dichte buren daarom grondig durven herbekijken. We moeten assertiever durven zijn. Maar dat kunnen we enkel als we werken aan onze eigen kracht. We mogen daarbij absoluut niet in de val lopen te denken dat we sterker staan door de EU om te vormen tot een imperialistisch project. Want, collega’s, vergis u niet: het is net het Russische imperialisme dat ons in deze situatie heeft doen belanden en de wereldvrede bedreigt.
Het gevaar bestaat ook dat we onze zwaktes, die we decennialang hebben opgebouwd, plots gaan compenseren door enthousiast met lidmaatschap van de Europese Unie te leuren. Want, collega’s, laat ons duidelijk zijn: Oekraïne is Europa, Oekraïners zijn Europeanen. We voelen ons sterk verbonden met Oekraïne. Maar Oekraïne is als staat momenteel niet klaar voor versneld lidmaatschap van de EU. Dat is de realiteit die we onder ogen moeten zien.
We bewijzen Oekraïne allesbehalve een dienst door beloftes te doen die we niet kunnen waarmaken. Daarom mijn vraag aan u, mijnheer Várhelyi, of u niet vindt dat de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, niet te snel is gegaan toen ze de Oekraïense lidmaatschapsaanvraag nog deze zomer aan de Raad wilde voorstellen. En als u dat vindt, wat kunnen we dan volgens u wel doen in de nabije toekomst?
Met een debat over de toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie treedt het hete hangijzer van de westelijke Balkan opnieuw op de voorgrond. Want wat doen we met staten die jarenlang de belofte kregen op een snel EU-lidmaatschap maar die vandaag nog altijd in de wachtkamer zitten? Is het niet realistischer en respectvoller om geen beloftes te doen die we de komende jaren niet kunnen waarmaken?
Commissaris, u stelde daarnet dat u de dossiers snel vooruit wilt zien gaan en gaf concrete voorbeelden. Maar hoe concreet zijn deze plannen en zijn ze vandaag nog wel opportuun?
Tot slot zou ik ook nog graag een woordje over Turkije willen zeggen en een oproep willen richten aan de commissaris. Het Turkse regime gebruikt de immigratiedruk om de EU te chanteren. Alles wat Turkije uitstraalt, staat in schril contrast met de Europese waarden. Toch bevindt Turkije zich nog altijd in de wachtkamer van de EU. Het wordt tijd om definitief klaarheid te scheppen en duidelijk te maken dat Turkije geen lid kan worden van de Europese Unie. Steeds meer lidstaten zijn die mening toegedaan. Commissaris, wat is uw visie en de visie van de Commissie daarover? Tot zover de vragen en opmerkingen die ik binnen dit korte tijdsbestek met u wou delen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Geachte commissaris Várhelyi, graag wil ik u namens CD&V, de Vlaamse christendemocraten, van harte welkom heten in het Vlaams Parlement naar aanleiding van de Dag van de Europese Unie, een Unie die de voorbije zeventig jaar heeft gezorgd voor welzijn en stabiliteit maar die vandaag, naast de bekende, ook wordt geconfronteerd met heel wat nieuwe uitdagingen. Zo hebben we de afgelopen twee decennia vanuit de Europese Unie alle zeilen moeten bijzetten om het hoofd te bieden aan de bankencrisis, aan de Brexit, aan de pandemie en nu aan de oorlog in Oekraïne: crisissen die wij als individuele staten wellicht veel minder vlot zouden zijn doorgekomen wanneer we deze problemen niet gezamenlijk hadden aangepakt met de 27 lidstaten.
Dankzij die aanpak leven we hier in de Unie in vrijheid, in vrede en in voorspoed. Maar we zijn langzamerhand gaan geloven dat die voorspoed en die vrede vanzelf komen. Jean Monnet, een van de founding fathers van de Europese Unie, stelde al dat vrede iets is waar je continu aan moet werken, en dat conflicten en geweld enkel kunnen worden opgelost wanneer naties boven het nationalisme uitstijgen. Met andere woorden: duurzame vrede maakt alleen een kans wanneer men samen aan een project werkt dat niet alleen over de interne grenzen van de lidstaten heen gaat maar ook over de externe grenzen.
Aan het begin van deze eeuw was het geloof in Europa zonder oorlog en zonder crisis zeer groot. De aanpak werkte en had een grote aantrekkingskracht op landen in het oosten van Europa zoals de Balkanlanden en Turkije, ook op landen in nabuurschap. Een mooie toekomst lag voor ons, en we verloren hierbij bijna uit het oog dat aan vrede voortdurend moet worden gewerkt. Nationalisme stak de kop op, niet alleen binnen de EU maar ook bij kandidaat-lidstaten in naburige staten. De instabiliteit is in tal van landen groot. Er is de militaire expansiedrang van Rusland, er is extremisme en er is een vluchtelingenproblematiek die de cohesie binnen de EU ontwrichtte.
Die problemen mogen voor ons niet de waarden doorkruisen waar de Unie voor staat. Realisme mag menselijkheid niet in de weg staan. We moeten opnieuw inzetten op het delen van onze waarden, democratische beginselen en economische welvaart met de omringende landen. We moeten het beeld aanscherpen dat de EU meer is dan louter een zakelijk partnerschap.
Onze normen en waarden zijn maar zinvol en doeltreffend als ze de toegangspoort tot de Unie vormen en mensen en samenlevingen dichter bij elkaar kunnen en zullen brengen.
Goed nabuurschap vergt echter meer, zoals de gewezen voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, het treffend samenvatte: “Europe has to secure its borders and support those in the neighbourhood who share our values.” Er moet aandacht zijn voor bemiddeling in de regio’s en landen die ons omringen. Dat vergt ook meer investeringen in ontwikkelingssamenwerking en handel, zodat er een sterk toekomstperspectief geboden kan worden.
Dat alles geldt evenzeer voor de Balkanlanden, die we een duidelijk perspectief moeten bieden met het oog op toetreding. We moeten de muren die hen van ons scheiden, neerhalen, maar uitbreiding dwingt ons ook tot herijking, want anders importeren we enkel instabiliteit. We moeten intern nagaan of er voldoende draagvlak en solidariteit is om die instabiliteit op te vangen.
Kortom, het Europees project is geen huis dat men op enkele decennia bouwt, maar een werk dat men constant moet opbouwen en verbouwen. Het is een proces waarbij we niet alleen onze eigen belangen voor ogen moeten houden, maar ook die van de landen in nabuurschap en die landen die we het perspectief op toetreding bieden. Want vandaag zijn we meer dan ooit met elkaar verweven, zonder dat we daarbij onze eigenheid moeten opgeven.
Dank u wel voor uw aandacht. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Tommelein heeft het woord.
Geachte Europees commissaris Várhelyi, namens de liberale fractie in het Vlaams Parlement wil ik u oprecht danken om hier vandaag het woord te willen nemen. 65 jaar geleden, 12 jaar na het eind van de Tweede Wereldoorlog, kwamen de ‘founding six’ samen om een gewaagd en revolutionair project op de benen te zetten, een project dat zou leiden tot vrede, veiligheid en welvaart in Europa. De Europese Economische Gemeenschap (EEG) zag het levenslicht.
De gemeenschap, die zich ondertussen tot een echte Europese Unie heeft ontpopt, heeft als welvaartsproject van bij het begin tal van andere landen geïnspireerd. Stap voor stap zijn we verdergegaan in het verhaal van de Europese integratie, niet enkel in de diepte, maar ook in de geografische breedte. En het is opvallend: terwijl Europese burgers zich vandaag kritischer opstellen tegenover de Unie, zien we dat landen en burgers buiten de Unie er nog steeds van dromen om deel te kunnen uitmaken van het Europese welvaartsproject.
Mijnheer Várhelyi, de Westelijke Balkan is een prioriteit voor deze Europese Commissie. U hebt niet alleen een heel belangrijke portefeuille in handen, maar ook een bijzonder uitdagende. Ik wil graag een aantal aandachtspunten formuleren die voor mijn liberale fractie van belang zijn. Ten eerste is het van belang om tijdens de toetredingsonderhandelingen een voldoende gedifferentieerd beleid te gaan hanteren. Al te vaak wordt gesproken over dé Westelijke Balkan, maar daarmee ontkennen we eigenlijk de diversiteit tussen de landen in die regio. Albanië is nu eenmaal Servië niet, Montenegro is Noord-Macedonië niet. Hun geschiedenis mag dan wel sterk verbonden zijn, elk land volgt een eigen pad en elk land moet dan ook individueel beoordeeld worden wat betreft de vooruitgang die het boekt. Elk land moet individueel vooruitzicht hebben op toetreding.
Daarnaast willen we graag de nadruk leggen op de zogenaamde Europese verworvenheden, het acquis communautaire. Er wordt soms gesproken over een te snelle toetredingsprocedure en de noodzaak om die sneller en efficiënter te laten verlopen. Dat is begrijpelijk, want voor velen is het een ultieme droom om lid te worden van de EU. Maar laat ons ook waakzaam blijven: de Unie kan en mag niet afwijken van haar basisprincipes.
Voor de liberale fractie is het respect voor de rechtsstaat en de liberale waarden waarop deze Unie is gebouwd, onaantastbaar.
Sta me toe hierover enkele vragen te stellen. In 2020 zei u in het Europees Parlement dat u de Westelijke Balkan in vier of vijf jaar zou transformeren en veel dichter bij de Unie zou brengen. Hoe evalueert u dat proces vandaag? Zijn er landen die dichter naar de Unie zijn toegegroeid? Of zijn er landen die veeleer een andere koers aan het varen zijn? Hoe kijken de burgers van die kandidaat-lidstaten na al die jaren naar de Europese Unie? Volgens peilingen, afgenomen in maart, zou slechts een op de vijf Servische burgers een positieve mening hebben over de EU. Minder dan de helft zou voorstander zijn van toetreding. Baren die cijfers u geen zorgen, mijnheer de commissaris?
Tot slot is het voor de Open Vld-fractie van essentieel belang dat de kloof tussen de Unie en de dorpsstraat wordt overbrugd, ook op het vlak van het al dan niet toetreden van nieuwe lidstaten. De uitbreiding van de Unie is geen debat dat enkel tussen de Europese Commissie en de kandidaat-lidstaten zelf moet worden gevoerd. Het is een debat waar alle Europese burgers bij betrokken moeten worden. Daar ligt een zeer grote uitdaging. Hoe brengen we het debat dichter bij de dorpsstraat? Uw aanwezigheid hier vandaag, mijnheer de commissaris, is alvast een bijzonder positief signaal, waarvoor onze oprechte dank. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Aerts heeft het woord.
Mijnheer de commissaris, beste collega’s, al 72 jaar geleden ontstond na twee wereldoorlogen vanuit samenwerking het vredesproject van de Europese Unie. Ondertussen waren we die vrede als vanzelfsprekend gaan beschouwen, tot eind februari Oekraïne binnengevallen werd door Rusland. Weer oorlog in Europa. Het zet meteen de waarden van de Europese Unie als vredesproject stevig in de verf, voor onszelf, maar zeker ook voor de buurlanden van onze Europese Unie. Want voor hen is de Europese Unie een oase van rust, stabiliteit en welvaart, die op die schaal nergens anders bestaat. Het Europese model is aantrekkelijk en dat jaagt de oosterse buren de stuipen op het lijf.
Dat ervaart Oekraïne nu elke dag, met de ongelooflijke wreedheid van de oorlog, een vuile oorlog. De beelden van het gebombardeerde kinderziekenhuis, het theatergebouw en vele woontorens staan nu al in ons collectieve geheugen gegrift. Er wordt ook niet voor teruggeschrikt om oorlogsmisdaden tegen de Oekraïense bevolking te plegen. Dat kunnen en mogen we nooit tolereren.
Oekraïne vraagt nu om versneld tot de Europese club te mogen toetreden. We zullen ons toetredingsbeleid moeten aanpassen. Een land dat letterlijk aan het sterven is omdat een meerderheid van de bevolking zich naar de Europese Unie wil toewenden, kunnen we niet decennialang voor gesloten poorten laten staan. We hebben nood aan een geloofwaardig traject naar lidmaatschap, waarbij we vaart maken om de wil van de nodige hervormingen erin te houden. Maar als de Europese Unie nog verder wil uitbreiden, moeten we ook ons interne besluitvormingsproces aanpakken. Het Franse voorstel om een Europese politieke gemeenschap op te richten, is in dat opzicht interessant. Mijnheer de commissaris, hoe staat u tegenover dat Franse voorstel om met die nieuwe vorm van een politieke gemeenschap te werken?
Mijnheer de commissaris, er moet mij toch ook nog iets van het hart. De Europese Unie moet in haar gesprekken met kandidaat-lidstaten uiteraard blijven hameren op respect voor de universele waarden van de Europese Unie: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, respect voor de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. Maar ondertussen staan die waarden in uw eigen thuisland Hongarije stevig onder druk. Ik ga daar niet uitgebreid over uitweiden, maar het anti-lgbtqi+-beleid van Hongarije stoot ons, als Vlaams Parlementsleden, tegen de borst. We veroordeelden dat hier in een breed gesteunde resolutie en we onderlijnden dat ook door met een stevige delegatie van parlementsleden aan de Budapest Pride deel te nemen.
Maar hoe pijnlijk is het niet dat we als parlementsleden in de hoofdstad van een andere Europese lidstaat mee moeten protesteren voor respect voor die Europese waarden? (Applaus bij Groen, Vooruit, CD&V en Open Vld)
Mijnheer de commissaris, ik ben me er terdege van bewust dat u hier vandaag staat als vertegenwoordiger van de Europese Commissie en niet van Hongarije. Maar niettemin rekent onze fractie erop dat u uw invloed inzet om ook in uw thuisland meer respect voor die Europese waarden te krijgen. Ik dank u. (Applaus bij Groen, de N-VA, CD&V, Open Vld, Vooruit en de PVDA)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Geachte commissaris, collega's, eerst en vooral dank ik u voor uw heldere uiteenzetting. Uw komst naar ons parlement komt op een zeer cruciaal moment. De oorlog in Oekraïne heeft ons nog maar eens met de neus op de feiten gedrukt: vrede en stabiliteit in Europa kan alleen maar wanneer er ook vrede en stabiliteit is in de landen rond Europa. De Europese Unie is geen eiland. De Russische invasie bedreigt niet alleen de democratie en de stabiliteit van Oekraïne, ze bedreigt de democratie van het Europese continent tout court.
Op de ruïnes van twee wereldoorlogen werd onze Unie opgericht, vanuit de absolute overtuiging dat structurele samenwerking op het Europese continent de beste garantie was voor vrede en stabiliteit, en dat, wanneer de Europese landen hun lot structureel aan elkaar verbonden, ze nooit meer met elkaar in conflict zouden treden. Deze strategie heeft binnen de EU gewerkt. Historische vijanden, landen die elkaar ooit hebben bezet of die door elkaar werden bezet, werken vandaag samen en geloven meer dan ooit in een onderhandelde oplossing, en dat die altijd beter is dan een uitgevochten oplossing.
Maar collega's, commissaris, de geschiedenis heeft ons ook lessen geleerd, lessen waar we niet blind voor mogen zijn, lessen die in het licht van de bevoegdheden nabuurschap en uitbreiding als zeer relevant naar voren komen. Ten eerste hebben we moeten leren dat er grenzen zijn aan ons project. Een Europese Unie heeft maar zin als ze werkt, als we erin slagen om samen tot oplossingen en compromissen te komen. Er moet dus een gedeeld waardenkader zijn, een gedeelde visie op de democratie, op de rechtsstaat en op hoe problemen op te lossen, op hoe met mensenrechten om te gaan, op hoe elkaar met respect te behandelen. En om dit te garanderen, werd voor de nieuwe lidstaten een traject voor toetreding uitgetekend. Dat traject dient ertoe en kan ertoe leiden dat deze gedeelde visie ook wordt verankerd in het DNA van de kandidaat-lidstaat, dat er volgens de principes en maatstaven van de EU wordt gehandeld alvorens men kan toetreden.
Een versnelde toetreding, om welke reden dan ook, verzwakt dat gedeelde waardenkader en zorgt vroeg of laat voor problemen. De Europese Unie is geen ‘free lunch’. Wie deel wil uitmaken van onze groep moet aantonen dat men dat lidmaatschap waardig is, niet met vage beloftes en halve realisaties, maar met concrete bewijzen van dat gedeelde waardenkader. Onze collega verwees al naar Hongarije. Laten we de fouten uit het verleden dan ook niet herhalen en geen overhaast lidmaatschap beloven uit kortetermijnoverwegingen.
Wat de huidige kandidaat-lidstaten betreft, moet het dan ook duidelijk zijn dat er eerst aan alle voorwaarden moet worden voldaan eer er sprake kan zijn van verdere uitbreiding. Voor landen die onvoldoende vooruitgang boeken, moet het duidelijk worden dat de deur naar het lidmaatschap langzaamaan dicht gaat.
Ten tweede moeten we beseffen dat de EU als een zwart-witverhaal van leden en niet-leden eigenlijk onvoldoende is om de stabiliteit op het Europese continent te verzekeren. Naast lidmaatschap moeten we als Europese Unie en individuele lidstaten nog sterker inzetten op onze buurlanden. De landen die de EU omringen zijn minstens even belangrijk voor onze stabiliteit als de landen die er deel van uitmaken. Daarom hebben we nood aan een sterk beleid rond nabuurschap, een beleid dat samenwerking met de landen die ons omringen in Oost-Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika versterkt vanuit die Europese waarden.
De grote uitdagingen van de 21ste eeuw, zoals klimaat, migratie en betaalbaarheid van grondstoffen, en met andere woorden betaalbaarheid van het leven hier in Vlaanderen, zullen we enkel kunnen aanpakken als we in nauw partnerschap staan met de EU, maar ook met de nabuurlanden.
Bovendien kennen verschillende buurlanden van de EU reeds een historische nauwe samenwerking zonder dat ze lid zijn. Ik denk aan Zwitserland en Noorwegen. Een helder kader is daar onontbeerlijk. In dat opzicht stelt, geachte heer commissaris, collega’s, het Oostelijk Partnerschap, waaronder onder andere Oekraïne, Moldavië en Georgië vallen, een zeer grote uitdaging.
Kunt u stilaan afronden, alstublieft?
Geachte heer commissaris, hoe ziet u de uitbreiding van dat partnerschap?
Een collega zei het al: de Frans president Macron heeft in de Europese Conferentie over de toekomst van Europa gepleit voor een nieuw Europees samenwerkingsverband waar ook landen buiten de EU bij betrokken zouden kunnen worden voor energie, veiligheid en vervoer van goederen en personen. Hoe staat u daartegenover, commissaris? (Applaus bij Vooruit, CD&V, Open Vld en Groen)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, commissaris, er is vandaag terecht veel aandacht geweest voor de misdadige oorlog in Oekraïne die daar door Rusland wordt gevoerd. Ik kan alleen maar herhalen, commissaris, dat de Commissie alle mogelijke inspanningen doet om tot een de-escalatie van het conflict te komen. Ik hoop dat er na het militaire en sanctie-offensief een diplomatiek offensief wordt ingezet om de oorlog tot een einde te brengen, om het aantal slachtoffers te beperken, om de verwoestingen en misdadigheden te beperken.
Jammer genoeg is de oorlog in Oekraïne niet het enige conflict in de regio waarover u net sprak. U sprak over de impact van covid en de impact van de crisis door de oorlog in Oekraïne op de landen rond de Middellandse Zee ten zuiden van Europa. Daarom heb ik een vraag over een heel specifieke beleidskeuze die u daarrond hebt gemaakt en waar u door België al werd op aangesproken.
Het conflict tussen Israël en Palestina laait op dit moment ongelooflijk weer op. Israël vernielt Palestijnse scholen gebouwd met Belgisch geld. Israël bouwt illegale kolonies in Palestina. Israël gooit Palestijnse huizen plat. Israël schiet met traangas in de Al-Aqsamoskee. Israël sluit de Gazastrook af, waardoor duizenden mensen niet naar hun werk kunnen. Zonet werd zelfs een journalist doodgeschoten.
En tegen wie treft u sancties? Niet tegen Israël, maar tegen Palestina. Sinds december hebt u miljoenen euro’s, die bestemd zijn voor ziekenhuizen en scholen, geblokkeerd. Die twee maten en twee gewichten, commissaris, dat moet echt stoppen. U zult misschien zeggen dat u de middelen hebt geblokkeerd omdat er antisemitische teksten staan in Palestijnse schoolboeken. Maar u weet evengoed als ik dat de studie waarop u zich daarvoor baseert, exact het omgekeerde zegt.
België heeft samen met veertien andere lidstaten gevraagd om die fondsen zo snel mogelijk vrij te maken. Zijn die middelen ondertussen vrijgegeven? Als dat niet zo is, wanneer zult u dat dan doen? (Applaus bij de PVDA en van Hannelore Goeman en Stijn Bex)
De heer Várhelyi heeft het woord.
Dank voor de grote belangstelling. Ik kom net van het Europees Parlement. Er was een geopolitieke dialoog over het IPA-instrument (instrument voor pretoetredingssteun). Het lijkt een voortzetting van hetzelfde debat, en dat is goed, dat is Europa. Zo werkt dat nu eenmaal, van het ene parlement naar het andere.
Eerst de vragen van de vertegenwoordiger van de N-VA: wanneer zal de Commissie een akkoord bereiken over het zesde sanctiepakket? De Commissie heeft al een akkoord bereikt. De beslissing moet genomen worden door de Europese Raad. We begrijpen dat er nog discussies aan de gang zijn in de Raad, en we hopen dat er snel een akkoord zal zijn.
‘Europa in het perspectief van Oekraïne: de hervormingen moeten worden voortgezet, waarom is de Commissie zo gehaast?’ Dat is de notitie die ik neerschreef, voor mezelf. Ik denk dat er nog anderen waren die ook dezelfde vraag stelden.
In Vlaanderen is het normaal om zeer direct te zijn, dat weet ik. Laat me dus zeer direct en helder zijn. Wij zijn geen Russen. We hebben gezien dat, in een respons op de criminele agressie tegen hen, drie landen op rij een aanvraag voor lidmaatschap hebben ingediend. De Raad heeft ons gevraagd om met deze opinies, die een eerste deel zijn van elk uitbreidingsproces, naar voren te komen als een kwestie van urgentie. En daar handelen wij naar. Wij handelen daarnaar, omdat wij denken dat we moeten beantwoorden aan het zeer sterke, krachtige politieke signaal dat deze drie landen hebben uitgestuurd – landen die op de rand van de oorlog staan, of al in oorlog zijn –, namelijk dat zij het EU-lidmaatschap beschouwen als een garantie op lange termijn voor vrede en voorspoed voor henzelf. Dat doen wij, wij nemen geen binnenweg, we overhaasten niets. De criteria voor lidmaatschap zijn vastgelegd. Ze zijn onveranderd, en wij zullen voortdoen met werken zoals we in het verleden gedaan hebben. We gaan onze voorwaarden niet versoepelen. Als we dat zouden doen dan zouden we juist de keuze, die deze landen maken, ondermijnen. Ik denk dat ik dezelfde vraag had van het Vlaams Belang, en dit is ook mijn antwoord daarop.
Wat Turkije betreft: zoals ik al in mijn speech heb uitgelegd, zijn de toetredingsonderhandelingen met Turkije on hold gezet. Dat is gebeurd omdat we een terugval gezien hebben op het vlak van de rechtsstaat, de democratie, en het respect voor mensenrechten. Het was de Europese Raad die beslist heeft dat de onderhandelingen on hold staan. Om ze te laten voortgaan zal het dus nodig zijn dat de leiders van Europa het hele proces heropstarten, er opnieuw mee beginnen. Turkije is nog steeds een kandidaat-lidstaat. Op politiek vlak is het een zeer krachtig signaal dat deze onderhandelingen nu al bijna vier jaar on hold zijn.
Aan de collega van de CD&V: ik ben het volledig met u eens dat Europa voor ‘vrede en voorspoed’ staat. De EU is het anker om dit bereiken, en we zien hoe snel die drie landen gereageerd hebben in die zin.
Aan de Open Vld: u had een vraag over wat ik zei in het Europees Parlement in 2020 – eigenlijk was het niet in 2020, maar tijdens mijn hoorzitting in 2019 – dat we tegen het einde van het mandaat, in oktober 2024, minstens één land van de Westerse Balkan klaar moesten hebben om toe te treden. Ik werk daar nog steeds aan. Dat is niet veranderd. Het kan elk van die landen zijn, elk land dat aan alle criteria beantwoordt. Het is mijn taak om hen te helpen om daar te geraken. Dat is wat ik doe.
Ik denk dat we hier en daar vooruitgang boeken, bijvoorbeeld met Montenegro en Servië. We hebben ook een beetje vooruitgang geboekt met Noord-Macedonië en Albanië, maar er ontbreken nog cruciale fases. Dat is het hele proces en voor de gewone mensen is dat eigenlijk niet interessant, dat zijn dingen die worden geregeld onder politici en bureaucraten. Het echte probleem is de echte integratie van maatschappij en economie van die landen in de EU. Daarom hebben we veel dingen gewijzigd toen ik mijn mandaat begon.
Ten eerste, de methodologie van onze onderhandelingen. De rechtsstaat staat nu centraal in het hele onderhandelingsproces. Met andere woorden, men kan geen vooruitgang boeken in sectorale dossiers, rond bijvoorbeeld milieu of economie, tenzij er ook vooruitgang wordt geboekt in het dossier van de rechtsstaat. Ik hoop dat dat meteen ook andere vraagstukken beantwoordt. Ik denk dat deze commissie dat al heeft gedaan in februari 2020, want we zijn maar aangetreden op 1 december 2019.
Een andere belangrijke beslissing was dat als we echt een speler van tel willen zijn, we echte integratie willen op het terrein en we de kloof willen dichten tussen de EU-lidstaten en de rest van Europa, we veel krachtiger moeten hameren op onze participatie in de economie en de maatschappij. Ook om de hervormingen tot stand te brengen. Daarom hebben we het uitgebreide investeringsplan op tafel gelegd, dat goed is voor een derde van het bbp van de hele regio. Dat is ongezien. Daarom was er een nieuwe werkmethode. Wij hebben gekeken naar elk land afzonderlijk en gekeken naar de belangrijkste bottlenecks. Als men bijvoorbeeld van Skopje naar Tirana wil rijden, twee hoofdsteden in de Westelijke Balkan en een uurtje vliegen van hier, is men 5,5 uur onderweg met de wagen en het is maar 240 kilometer. Dat is niet aanvaardbaar, men kan geen handel voeren, men kan niet investeren, er kan geen mobiliteit van mensen zijn op die manier. Dat is Europa niet. Daarom is het zo belangrijk om daar resultaten te boeken, want dat zal alles veranderen. Als er verbindingen zijn tussen alle hoofdsteden, als er digitale connecties zijn, zoals breedband, als er nieuwe bronnen van energie zijn en als steenkool wordt uitgefaseerd, zullen wij daarin slagen tegen het einde van het mandaat van deze Commissie. Dat zal de realiteit ter plaatse, op het terrein, veranderen. Daarnaast zijn de hervormingen natuurlijk broodnodig.
Wat betreft de andere opmerking over de exitpolls in Servië, dat is natuurlijk slecht nieuws. Het betekent dat er inderdaad veel externe invloeden zijn. Dat ben ik met u eens. Het betekent ook dat we de dingen anders moeten aanpakken. Wij moeten meer impact hebben, daar moeten we aan werken. Deels betekent het dat we aan het volk moeten tonen dat Europa belangrijker is dan al de rest, maar natuurlijk zijn er historisch gezien altijd externe invloeden geweest in de Balkan, zoals Turkije, Rusland of China. Dat is dus niets nieuws. Wat wel duidelijk is, is dat wij degenen zijn die de cultuur en de geschiedenis met hen delen, wij zijn degenen met wie ze al eeuwenlang handel drijven. Dat is een beetje in het slop geraakt en daarom moeten we ons best doen om relevanter te worden.
Natuurlijk mag geen enkele regering in Servië handelen tegen dat perspectief. In de krachtige boodschap, gehoord meteen na de verkiezingen, werden duidelijke keuzes gemaakt door de Servische president. Deze oorlog heeft niet alleen in Servië maar ook in de rest van de regio duidelijk aangetoond dat wij de enigen zijn die staan voor vrede, welvaart en stabiliteit op lange termijn.
Dan kom ik tot Groen. U vraagt om een wijziging van het uitbreidingsbeleid om Oekraïne snel te verwelkomen en om te voorzien in nieuwe manieren, zoals voorgesteld door de Franse president. Aangezien de aanvraag al is ingediend en andere landen al investeren in en werken aan dat lidmaatschap, zou het niet eerlijk zijn ten aanzien van die andere landen om de regels te veranderen in het midden van het spel. Het is ook niet aan de Commissie om de spelregels te veranderen. De spelregels zijn uitgetekend in Kopenhagen in 2002. En de geloofwaardigheid van het hele uitbreidingsproces hangt net af van het feit dat er niet mag worden getornd aan de voorwaarden. Toen Oekraïne de aanvraag heeft ingediend voor lidmaatschap, was het land zich daar maar al te goed van bewust. Desondanks hebben ze die aanvraag ingediend en hebben ze die strategische keuze gemaakt, maar op basis van die criteria. Daar mogen we dus niet van afwijken.
Het voorstel van de Franse president is iets nieuws. Dat moeten we inderdaad bekijken. Dat zal worden besproken door de leiders. Wij van onze kant vinden elk idee interessant en kijken daar met veel plezier naar. Maar laat me duidelijk zijn: we hebben één reeks criteria. We hebben één reeks van criteria voor lidmaatschap en voor uitbreiding. De aanvraag van Oekraïne is voor lidmaatschap, niets anders. Als we iets anders willen aanbieden, dan gaan we ook aan Oekraïne moeten vragen of het geïnteresseerd is in dat andere ding. Voorlopig maken we dus ons huiswerk. Dat is altijd het beste idee. En we hebben dat advies uitgebracht.
De socialistische fractie vroeg hoe ik dat Oostelijk Partnerschap en de uitbreiding bekijk. Drie landen van het Oostelijk Partnerschap hebben al een duidelijke keuze gemaakt. Ze willen niet alleen oostelijke partners zijn, ze willen ook lidmaatschap van de EU. En om die keuze gestalte te geven, wacht hen natuurlijk een lang traject. Er moet nog veel gebeuren: hervormingen, investeringen en kennisoverdracht om te kunnen weerstaan aan de druk, de competitieve druk, de wetgevende druk en de administratieve druk binnen de Europese Unie. Dat is dus niet iets dat ze op korte termijn kunnen behalen. Maar wat wel belangrijk is voor hen, is het perspectief, het perspectief dat dat op een dag werkelijkheid wordt.
Tot slot kom ik tot de communisten en het feit dat er sancties zijn toegepast. Misschien is er wel iets misgelopen in de vertaling. (Gelach)
Het is duidelijk waar we staan. We hebben een uitgebreid voorstel ingediend om de Palestijnse autoriteiten te blijven financieren. De Europese Unie is trouwens zowat de enige die de Palestijnse Autoriteit blijft financieren. De Arabische golfstaten en de andere partners zijn gestopt met de financiering.
Ze weten maar al te goed met wat voor een enorme verantwoordelijkheid Europa daardoor opgezadeld wordt. Daarom hebben wij duidelijk aangegeven dat we bereid zijn om onze rol te blijven vervullen. We hebben dat voorgelegd aan de lidstaten. Nu ligt de bal in het kamp van de Commissie en wij zullen een beslissing nemen. Maar laat me glashelder zijn, één ding is niet mogelijk: de Europese Unie kan nooit, onder geen enkele voorwaarde antisemitische inhoud financieren, antisemitische content die volgens onze studie aangetroffen is in de schoolboeken.
Geacht lid, hebt u die handboeken gezien? Moet ik u misschien een kopie sturen? Het is veel erger dan de beschuldigingen her en der. Ik zou dit echt niet komen vertellen als het geen reëel probleem was. Het is een reëel probleem en er bestaat een oplossing voor. We werken met de Palestijnse Autoriteit daarrond. Ze zijn bereid om mee te werken. Er hoeft hier niet te veel drama verkocht te worden. Integendeel, we moeten snel vooruitgang boeken en steun blijven bieden.
Een voorbeeld daarvan: gisteren hebben we een ontmoeting gehad met de leider van United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), een organisatie met hoge geloofwaardigheid. Zij hebben dezelfde oefening gedaan. Ze hebben de teksten ook geanalyseerd. Ze hebben de schoolboeken veranderd, en nu hebben we eindelijk schoolboeken waar het zionisme bijvoorbeeld niet wordt afgeschilderd als een boosaardige ideologie die enkel gericht is tegen de Arabieren. Zo kan ik, als u wilt, nog een hele reeks voorbeelden geven. Maar wat wel van cruciaal belang is, is dat Europa zijn waarde moet blijven verdedigen. Dat heb ik hier van verschillende anderen ook gehoord. (Applaus bij de meerderheid en het Vlaams Belang)
Mijnheer Várhelyi, ik dank u van ganser harte, niet alleen namens mezelf, maar namens het hele parlement. Het was een hele eer om u hier te hebben. (Applaus bij de meerderheid en het Vlaams Belang)