Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Andries Gryffroy, Robrecht Bothuyne, Mercedes Van Volcem, Inez De Coninck, Joke Schauvliege en Wilfried Vandaele tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en tot wijziging van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, wat de introductie van een geïntegreerde lening betreft.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Gryffroy heeft het woord.
We hebben hier een tijdje geleden een voorstel van decreet goedgekeurd, met name Mijn VerbouwPremie. Het ging over een samenvoeging van de tot dan inkomensgebonden renovatiepremie van Wonen Vlaanderen met de premies die men kon krijgen bij Fluvius. We hebben die hervormd naar één systeem. Hetzelfde doen we met Mijn VerbouwLening. Dat is de omvorming van de huidige renteloze energielening tot 50.000 euro aan 0 procent tot niet enkel een lening die kan worden gebruikt voor het bevorderen van het rationeel energiegebruik maar ook voor het bevorderen van de woningkwaliteit. We trekken daar de middelen op tot 50.000 euro in plaats van 15.000 euro en een maximale looptijd van 25 jaar, ook aan 0 procent.
Als basis daarvoor hebben we de Energielening genomen. We hebben het instrument uitgebreid zodat er op dit moment een decretale basis is om de verbouwing uit te werken via de nodige ministeriële besluiten. Maar het belangrijkste is dat Mijn VerbouwLening zal gelden voor het bevorderen van het rationeel energieverbruik maar ook voor het bevorderen van de woningkwaliteit, met hogere bedragen en langere looptijden, maar nog altijd aan 0 procent.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik denk dat collega Gryffroy perfect heeft geduid dat we naast Mijn VerbouwPremie met Mijn VerbouwLening ook de financiering mogelijk maken van renovaties en de combinatie mogelijk maken van energierenovatie en investeringen in het beter comfort van de woning. Dit beantwoordt aan een heel belangrijke roep op het terrein om investeringen mogelijk te maken in woningen, om investeringen haalbaar en betaalbaar te maken voor iedereen.
Bovendien maken we het hier ook mogelijk dat de regering verhuurders van woningen zal vatten en op die manier ook de huurmarkt een stimulans zal geven om energiezuinige woningen voor iedereen mogelijk te maken.
Daarnaast wordt ook voorzien in de nodige ontzorging via renovatiecoaches die mensen zullen begeleiden bij het vinden, niet alleen van financiering en premies vanuit de overheid, maar ook van de aannemers en de mensen op het terrein. Zo kunnen we ook wie op dit moment een renovatie van de eigen woning niet ziet zitten, toch helpen om energie te besparen. Dat is de kortste weg naar een lagere energiefactuur, en dat is iets wat hier kamerbreed wordt nagestreefd. We hopen dan ook dat er een kamerbrede meerderheid is voor dit voorstel van decreet.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het voorzien in een rechtsgrond en de verruiming van de taken van de energiehuizen is een goede zaak. Maar zoals ik al eerder zei, kunnen wij ons allesbehalve vinden in het vage artikel 10. De mogelijkheid die dit artikel biedt aan de Vlaamse Regering om een batterij aan voorwaarden op te leggen, zowel aan huurders als aan verhuurders, zal volgens ons eerder contraproductief werken. We begrijpen dat er bepaalde voorwaarden moeten worden vastgelegd voor het verkrijgen van een dergelijke lening om te vermijden dat men de extra kosten achteraf zal doorrekenen aan de huurder, maar in een dergelijke vage omschrijving zoals in artikel 10, kunnen wij ons niet vinden. De bedoeling moet toch net zijn, collega’s, om zoveel mogelijk eigenaars de woonkwaliteit te laten verbeteren, maar te veel voorwaarden en regels opleggen kan net afstotend werken, waardoor er net minder gebruik van zal worden gemaakt, wat ongetwijfeld niet de bedoeling is. Daarom zullen we ons ook onthouden.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik heb in de commissie al op dezelfde tussenkomst van collega Blancquaert opgemerkt dat het voor het Vlaams Belang blijkbaar bijzonder moeilijk is om huurders te beschermen tegen verhuurders die van hen willen profiteren en dat die fameuze linkse praat niet langer leeft dan 1 mei. Het is goed dat dat duidelijk is.
Voor de rest wijst het ook wel een beetje op een zwakheid van dit voorstel van decreet. Het staat namelijk vol met een aantal goede intenties, die echter bijzonder weinig body krijgen. Men wil renovatie stimuleren, en dat is bijzonder goed nieuws want we hebben daar heel veel nood aan. Men wil verhuurders aanzetten om woningen energiezuiniger te maken, en dat is bijzonder goed nieuws. Men wil verbouwleningen richten op gezinnen die woonbehoeftig zijn, en ook dat is bijzonder goed nieuws. Maar eigenlijk is dit voorstel niet echt een afgewerkt bouwwerk, het is in het beste geval een maquette. Er staat nergens duidelijk wie die woonbehoeftige gezinnen dan zijn, hoe we die moeten omschrijven, wat de criteria zijn.
De uitbreiding naar verhuurders is voor alle duidelijkheid een optie die de regering kán invullen, net zoals ze daar vervolgens een bescherming voor de huurders aan kán koppelen. Maar het sluit dus niet uit dat bijvoorbeeld verhuurders de subsidies voor een renovatie incasseren en vervolgens toch de huurprijs opslaan, om twee keer te profiteren en dus van twee walletjes te eten.
Eigenlijk wordt in het geheel geen enkele van de essentiële criteria in dit voorstel van decreet omschreven. Het zijn allemaal voorzetten die aan de regering – deze of de volgende of eender welke volgende – worden gegeven, maar waar vandaag eigenlijk niemand concreet iets aan heeft. Er is dus met andere woorden geen echte focus in de middelen en de instrumenten die dit voorstel van decreet probeert samen te voegen, waarmee die middelen specifiek zullen worden gericht op prioritaire renovaties of op prioritaire doelgroepen. Het is dus best mogelijk dat het opnieuw geld is dat, als de criteria bepaald zullen zijn, zal gaan naar zeer grote en zeer dure renovatieprojecten van eigenaars die ook zonder steun een rendabele renovatie zouden doen, en dat degenen die het niet uit zichzelf zullen doen, opnieuw in de kou blijven staan.
In dat geval – ik zeg het allemaal hypothetisch, want nog eens: de intenties zijn goed, maar de uitwerking is zeer vaag – is er in het beste geval met middelen uit een aantal verschillende potten in het rond geschoven en geeft dat natuurlijk de indruk dat er iets beweegt, maar gaat het daarmee natuurlijk voor de meeste mensen geen stap vooruit. En dus zal Vooruit zich bij de stemming over dit voorstel van decreet onthouden. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Collega Tobback, ik heb u al gezegd dat onze partij de enige partij is die zich bezighoudt met zowel huurder als verhuurder. Ik nodig u met veel plezier eens uit in de commissie Wonen.
En zoals ik ook aanhaalde in de commissie Wonen, collega Tobback, moet u zich niet bezighouden met onze zogenaamde linkse praat. In uw geval zou ik mij veeleer bezighouden met de rechtse praat die vanuit uw rangen tevoorschijn komt.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik heb niet betwist, collega Blancquaert, dat u zich bezighoudt met zowel verhuurders als huurders. Ik heb alleen maar vastgesteld dat het in uw tussenkomst heel duidelijk is aan wiens kant u staat. En dat is heel duidelijk niet de huurder. (Applaus bij Vooruit)
De heer Aerts heeft het woord.
Wij zullen ons met de Groenfractie ook onthouden bij dit voorstel van decreet. Het bevat, zoals gezegd, goede insteken, maar blinkt verder uit in vaagheid en vrijheid om het nog door de regering te laten invullen. Wij hadden op striktere bepalingen rond het verhuren en dergelijke gehoopt.
Dit geeft insteken in de juiste richting, want renovatie is een belangrijke weg, maar als ik collega Bothuyne hoor zeggen dat dit de kortste weg is naar lagere energiefacturen, dan moet ik dat toch betwisten, want zo’n renovatietraject duurt nog altijd heel lang. De kortste weg is nog altijd ingrijpen op de energiefactuur, maar we hebben deze voormiddag in de commissie nog maar eens kunnen vaststellen dat deze Vlaamse Regering daar niet op wil ingrijpen en op dat vlak geen verdere inspanningen wil doen voor een lagere energiefactuur.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik moet gewoon vaststellen dat bij ieder voorstel van decreet dat hier wordt ingediend over energie-efficiëntie enzovoort, de oppositie zich telkenmale onthoudt, alsof zij zich niet kunnen uitspreken voor of tegen. Het is toch zwart of wit, en niet allemaal grijs? Ik denk dat het voorstel van decreet op dat vlak toch heel duidelijk is. We zorgen voor een rechtsgrond. Het is inderdaad aan de regering om die rechtsgrond verder in detail en concreet in te vullen, omdat dat ook de snelste manier van werken is. Die zal altijd zo toegepast worden en werd in het verleden ook zo toegepast. Dat is alles.
De heer Tobback heeft het woord.
Collega Gryffroy, ik wil u kort uitleggen – maar u bent natuurlijk nieuw in dit parlement – dat het verschil tussen een meerderheidspartij en een oppositiepartij is dat u wel vertrouwen hebt in de regering en wij niet. (Opmerkingen)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1230/1)
– Artikel 1 tot en met 11 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.