Report plenary meeting
Report
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Koen Daniëls, Loes Vandromme, Jean-Jacques De Gucht, Annabel Tavernier, Hilâl Yalçin en Arnout Coel tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, tot wijziging van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap en tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, er ligt vandaag een voorstel van decreet voor om het mogelijk te maken dat onze Vlaamse scholen extra ondersteuning krijgen voor de opvang van de vluchtelingen uit Oekraïne. Het is een spoedbehandeling aangezien, er zovele zaken in het onderwijs decretaal moeten worden geregeld. Daarom leggen we dat vandaag voor. Ik weet dat collega's vragende partij waren om dat decreet snel te krijgen. Er is nog wat overleg geweest met de sociale partners. Ik neem aan dat iedereen de spoed bij dezen wel zal ondersteunen, gezien de vraag ernaar.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
We kunnen dat alleen maar bijtreden, voorzitter. Wat ons betreft, is het inderdaad absoluut niet spoedig genoeg geweest, want het had er voor de vakantie moeten zijn. Nu de spoedbehandeling niet goedkeuren, zou een klein beetje hypocriet zijn.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Is het parlement het eens met dat voorstel tot spoedbehandeling? (Instemming)
Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Koen Daniëls, Loes Vandromme, Jean-Jacques De Gucht, Annabel Tavernier, Hilâl Yalçin en Arnout Coel tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, tot wijziging van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap en tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, hier ligt inderdaad een nooddecreet voor, waarin er een aantal zaken worden geregeld. Ik vat het samen. In het leerplichtonderwijs wordt er geregeld dat er extra capaciteitsmiddelen zijn voor de opvang, voor extra plaatsen. Dat gaat over modulaire units, alsook over de kosten voor de eenmalige inrichting daarvan.
Dat handelt over het inschrijvingsrecht om Oekraïense vluchtelingenkinderen in overcapaciteit te kunnen nemen. Het gaat ook over de mogelijkheid tot tijdelijke verslagen. U weet dat er voor het buitengewoon onderwijs, voor individueel aangepaste curricula, verslagen nodig zijn. U weet dat we het bij de coronamaatregelen mogelijk hebben gemaakt om tijdelijke verslagen in te roepen, we doen dat nu ook in deze situatie. Het zal u niet vreemd zijn dat er van kinderen die hier aankomen, niet noodzakelijk veel informatie is, maar dat zij wel maximaal ondersteuning nodig hebben.
Wat belangrijk is voor onze scholen zijn de extra telmomenten. Normaal gezien krijgt een school middelen op basis van de leerlingen van het vorige schooljaar op 1 februari. Wij voorzien nu twee extra telmomenten, op 30 juni en 1 oktober, en dat geeft direct omkadering, dat wil zeggen: personeel en financieringsmiddelen voor de scholen. Ik denk dat dat belangrijk is. Niet alleen voor de Oekraïense kinderen, maar ook voor de anderstalige nieuwkomers die daar niet onder vallen. De reden is niet onbelangrijk en tweeledig: ten eerste, ze zijn er, maar ten tweede, het zou heel raar zijn dat OKAN-leerlingen, die al lang op de wachtlijst staan, dan niet binnen zouden worden genomen en dat andere Oekraïense kinderen voorrang zouden krijgen. Dat zou toch wel hele rare effecten geven, vandaar dat we dat ook op deze manier opnemen.
Ook in het kleuteronderwijs was OKAN-onderwijs er nog niet, dat nemen we bij deze ook mee, alsook dat de omkadering voor OKAN-leerlingen flexibel kan worden aangewend. Het zal u niet vreemd zijn, collega’s, maar we vrezen dat we op een bepaald moment een lerarentekort zullen hebben. Als die middelen flexibel kunnen worden ingezet, in de twee richtingen, kunnen die mensen ook lesgeven en in andere profielen worden aangesteld.
Ik blijf nog even bij OKAN. Dat moet normaal gezien via een programmeringsprocedure langs de Vlaamse Regering, maar we maken dat nu vrij, zodat er heel snel kan worden geschakeld voor scholen die dat initiatief willen nemen. Ik denk dat dat nodig is en ik wil scholen, ook in grootsteden, oproepen om dat te doen. Als zij daarvoor – niet alleen voor OKAN, maar ook voor andere opvang – extra vestigingsplaatsen willen openen, kan dat met een verkorte procedure, zodat het allemaal zo snel mogelijk kan worden geregeld.
Het zou raar zijn mochten we de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) niet meenemen in dit verhaal, wat we uiteraard wel doen. Ze krijgen voor het onthaal en de begeleiding van de vluchtelingen ook extra ondersteuning.
Dan zijn er ook nog twee zaken die we in het hoger onderwijs doen. Namelijk, ervoor zorgen dat de mensen die onder die Europese richtlijn vallen, zijnde Oekraïense vluchtelingen, worden meegeteld in de financiering en dat ze ook een beroep kunnen doen op studiefinanciering, zodat, als mensen een beroep willen doen op het NARIC-verhaal (National Academic Recognition Information Centre) voor de erkenning van hun diploma, dat ook kosteloos kan gebeuren.
Nog een laatste puntje is het NT2-aanbod in het volwassenenonderwijs, dat we versneld mogelijk maken. We zorgen er ook voor dat ze ook worden meegeteld voor korte, intensieve cursussen Nederlands als tweede taal.
Dat is de inhoud in een notendop, collega’s. De inwerkingtreding is voornamelijk met terugwerkende kracht naar 4 maart, omdat dan ook die richtlijn in werking treedt. Als de Europese richtlijn stopt, stoppen ook de maatregelen, behalve een aantal specifieke maatregelen die we laten doorlopen tot het einde van dat schooljaar, omdat scholen natuurlijk in schooljaren werken en niet noodzakelijk vasthangen aan de datum van de richtlijn.
Collega’s, dat is in kort bestek wat dit decreet, met die hele lange titel, inhoudt. De reden dat de titel op deze manier moest worden geformuleerd, is van juridische aard, voorzitter. Maar kort samengevat is het eigenlijk het Oekraïnedecreet Onderwijs.
Collega’s, ik kan er ook nog wel bijzeggen dat er nog een aantal zaken in onderzoek en overleg zijn, dus de kans bestaat dat we binnenkort nog met een tweede Oekraïnedecreet komen. Uiteraard worden een aantal zaken ook wel geregeld bij besluit van de Vlaamse Regering, wat hier dan natuurlijk niet passeert.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Het onderwijs staat na de coronacrisis opnieuw voor hele grote uitdagingen. We hebben het hier al vaak besproken, alsook in de commissie Onderwijs, maar nu gaat het over het aanbieden van goed onderwijs voor Oekraïense jongeren en volwassenen. Vooral het leerrecht van elk kind vinden we vanuit onze fractie altijd al heel belangrijk. Door goed onderwijs aan te bieden, kunnen we ook houvast bieden. Ik denk dat de kinderen en jongeren uit Oekraïne zich net in een heel moeilijk situatie bevinden en het ook wel gepast is om te zorgen voor goed onderwijs. Naar ik las in een krantenartikel, loopt dat ook allemaal zeer goed.
Het is de verantwoordelijkheid van ons om scholen en directies te ondersteunen om dat onderwijs goed te kunnen aanbieden. Wat doen we? Collega Daniëls had het er al uitgebreid over. Ik zal nog wat zaken specifiek benadrukken.
We maken het mogelijk om op een flexibele manier onderwijs mogelijk te maken voor anderstalige nieuwkomers uit Oekraïne, zowel uit het leerplicht- als uit het volwassenenonderwijs. Heel specifiek wil ik de aandacht vestigen op het feit dat we ook voor het kleuteronderwijs extra financiële tegemoetkomingen mogelijk maken, namelijk voor de anderstalige nieuwkomers en voor de leerlingen met een andere thuistaal dan de onderwijstaal uit dezelfde leeftijdsgroep, daarvoor voorzien we ook een financiële ondersteuning. Er zijn extra middelen voor de CLB’s, het hoeft geen uitleg dat al die leerlingen een goed gevulde rugzak meebrengen met allerlei minder positieve ervaringen. Het is belangrijk dat zij goed worden onthaald en begeleid. Voor het volwassenenonderwijs voorzien we extra intensieve taalopleidingen. Onze fractie kijkt uit naar het volgende nooddecreet dat ook nog een aantal zaken zal regelen, maar we keuren dit voorstel van decreet alvast goed.
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, de collega’s hebben het geheel al goed toegelicht. Mij rest enkel het volgende: wat vandaag voorligt, is heel belangrijk. Het laat zien dat we eenieder die in moeilijke omstandigheden zit – wat vandaag in Oekraïne gebeurt, gaat veel verder, dit is een trauma voor alle vluchtelingen – maximale kansen bieden. Onderwijs kan hier een belangrijke invulling aan geven en dat is heel belangrijk. Onderwijs kan natuurlijk het trauma niet wegwerken, maar het kan ervoor zorgen dat dit geen verloren generatie is, dat het kinderen zijn die op een goede manier worden opgevangen. Als Westers democratisch land geven we met die ondersteuning een heel belangrijk signaal.
Daarnaast wil ik de collega’s natuurlijk danken, maar ook de administratie Onderwijs die erin geslaagd is om dit voorstel van decreet rond te krijgen, rekening houdend met de moeilijke situatie die corona al met zich meebrengt. In afwachting van de goedkeuring van het voorstel van decreet straks zijn al twee omzendbrieven vertrokken waardoor het onderwijs zich kan klaarmaken om hierop verder te werken.
Het is heel belangrijk om dit signaal te geven, maar vooral om ervoor te zorgen dat de kinderen die hun land moeten ontvluchten door deze vreselijke oorlog, de maximale ontwikkelingskansen krijgen en dat Vlaanderen hiervoor garant staat.
De heer Laeremans heeft het woord.
Voorzitter, de minister had ons dit decreet beloofd in de tweede week van de paasvakantie, dat was net iets handiger geweest om het grondig door te nemen, maar goed, er ligt nu een voorstel van decreet voor.
Er staan een aantal positieve dingen in en ook een aantal logische. Ik geef een paar voorbeelden. De inschrijving van Oekraïners in overcapaciteit van scholen is een gunst, geen verplichting. Dat is logisch. We kunnen scholen niet verplichten zodat ze geen plaatsen overhouden om extra kinderen op te nemen. Er zijn technische versoepelingen voor de OKAN-klassen (onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers): minder administratieve rompslomp om de klassen in te richten, dat is ook terecht. De CLB’s krijgen een extra budget, omdat ze nu al een hoge taaklast hebben. Dit komt er nog eens bovenop, dat budget is zeker en vast oké. Alles van huurunits en tijdelijke infrastructuur wordt terugbetaald, weliswaar met een plafond. Het was niet helemaal duidelijk hoe men tot dat bedrag is gekomen, maar goed, ook dat is oké.
Dan komen we bij het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs, de centra voor volwassenonderwijs (CVO’s) en de centra voor basiseducatie (CBE’s). Met de aanvraag tot erkenning van diploma’s worden de Oekraïense vluchtelingen gelijkgesteld met andere erkende vluchtelingen. Dat betekent dat ze dus ook in aanmerking komen voor een studietoelage en, net zoals gewone vluchtelingen, niet moeten betalen voor een procedure tot diploma-erkenning bij het National Academic Recognition Information Centre (NARIC). Er wordt ook extra budget voorzien voor CVO’s en CBE’s, vooral voor hun lessen Nederlands tweede taal (NT2), al dan niet in het kader van een inburgeringstraject.
Jullie weten wel dat wij als Vlaams Belang toch wel vragen hadden bij het verlenen van voordelen aan niet-Europese Unie-onderdanen en bij het zomaar, zonder enig onderscheid, dingen gratis maken voor vluchtelingen. Daar staan we kritisch tegenover en zullen we kritisch tegenover blijven staan. Maar de legistieke realiteit is wat ze is. En als deze voordelige regels gelden voor gewone vluchtelingen – waar toch ook wel wat mensen tussen zaten die niet echt vluchteling waren, maar gewoon gelukszoekers –, dan gelden deze regels zeker voor echte vluchtelingen zoals die uit Oekraïne.
Wat de teldagen betreft zijn er een paar rare dingen. De scholen krijgen extra middelen voor de hele groep bij de teldag in juni. De niet-Oekraïnevluchtelingen en de Oekraïnevluchtelingen worden samengeteld om extra uren en middelen te krijgen. Voor de teldag van oktober worden die groepen apart toegekend, als er in de ene of de andere groep een stijging is waar te nemen ten opzichte van juni. Waarschijnlijk is dat omdat men bij de gewone nieuwkomers nogal vaststelt dat er minder nieuwe gevallen zijn in oktober dan in het tweede semester. Op die manier zou de school dan toch weer wat extra geld krijgen als ze komende zomer – ik wens dat niet – plots massa’s Oekraïners bij zou krijgen en de gewone nieuwkomers zouden dalen of stagneren. Voor de teldag in juni 2023 krijgen de scholen dan opnieuw extra middelen voor de hele groep. Dan worden die samengeteld. Dezelfde regeling zien we voor het secundair onderwijs.
We vinden het ook eigenaardig dat bij het actualiteitsdebat begin maart 2022 en de opvolgende besprekingen in de commissie, de minister en de parlementsleden van de NV-A toch stellig gezegd hebben dat die extra middelen er enkel zouden komen voor die vluchtelingen die uit Oekraïne afkomstig zijn. Maar ja, net voor het paasreces is er nog een actuele vraag van collega Meuleman gekomen. Die polste of die extra middelen voor alle vluchtelingen zouden worden vrijgemaakt door middel van extra teldagen of enkel voor diegenen die uit Oekraïne kwamen. Dan is daar toch niet veel meer over gezegd. Hoe zit het daar nu mee? Ik heb een korte uitleg van collega Daniëls gehoord. Men wil niet dat leerlingen uit de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) die al op de wachtlijst staan, voorbijgestoken zouden worden door Oekraïners. Maar mij lijkt dit toch eerder het gevolg van een politiek compromis. Of is het ook het gevolg van overleg met onderwijsveld? Of is het om juridische redenen dat men blijkbaar geen onderscheid zou mogen maken tussen kinderen uit Oekraïne en andere nieuwkomers inzake middelen voor de scholen?
Als we deze zomer zouden zien dat er bijvoorbeeld een extra instroom is van immigranten uit, zeg maar, het Midden Oosten en Afrika – dat zou kunnen – of, omgekeerd, dat de Oekraïneoorlog tot stilstand zou komen – laat het ons hopen – maar er wel een hoop andere vluchtelingen komen, schept dat dan ook geen precedent om telkens opnieuw wanneer er zich een internationale crisis voordoet met tijdelijke immigratie richting de EU en Vlaanderen, dan weer extra teldagen te gaan opzetten, ook al doet de crisis zich voor in een niet-Europees land? Want die nieuwkomers gaan tellen, zorgt ook weer voor extra planning en zo voort.
Ik rond af met de ondersteuning voor de kleuters. Normaal gezien krijgen anderstaligen jonger dan 5 jaar geen omkadering, in tegenstelling tot anderstalige nieuwkomers die 5 jaar en ouder zijn. Nu komt er wel een extra ondersteuning voor het kleuteronderwijs. Per bijkomende anderstalige nieuwkomer jonger dan 5 jaar of bijkomende kleuter die voldoet aan het leerlingenkenmerk thuistaal niet-Nederlands die geteld wordt op een van die nieuwe instapdagen, hebben de scholen recht op 950 euro extra ondersteuning.
Deze regeling zou gelden tot en met de instapdag van februari 2023. Dat is weer eens een beetje vreemd. Het is een maatregel in het kader van de Oekraïnecrisis, maar eigenlijk omvat dat ook alle andere nieuwkomers, en ook nog eens gewone nieuw ingeschreven kleuters die niet het Nederlands als thuistaal hebben. Dat is in mijn gemeente toch nogal vaak het geval, en dat zijn meestal dan nog kinderen van Belgen. Dat is dus een beetje eigenaardig. Begrijp ons niet verkeerd: de noden bij de kleuterleidsters met klassen met zeer veel anderstaligen zijn echt wel groot, en zelfs los van die Oekraïnecrisis is extra ondersteuning altijd welgekomen, als we tenminste leerkrachten vinden. De vraag is echter waarom dit nu zo moet worden beslist in een nooddecreet dat zich eigenlijk zou moeten beperken tot de vluchtelingenstroom als gevolg van de Oekraïnecrisis. Het lijkt ons dus een wat te algemene maatregel. Die had toch fijnmaziger kunnen worden uitgewerkt. We zullen ons dan ook onthouden met betrekking tot dit voorstel van decreet, maar zonder de aanpassingen die hier nu zijn gebeurd, zouden we dat zeker wel hebben goedgekeurd.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
In tegenstelling tot de collega van de fractie die zonet aan het woord was, zijn wij wel heel blij dat het onderscheid tussen Oekraïense anderstalige nieuwkomers en anderstalige nieuwkomers met een andere origine niet langer wordt gemaakt. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Collega’s, wij zijn bijzonder blij met dit voortschrijdend inzicht bij de N-VA. Het is inderdaad zo dat de minister het eerst anders had gezegd in de commissie, maar het zou absoluut niet te verantwoorden zijn om A-vluchtelingenkinderen en B-vluchtelingenkinderen, A-anderstalige nieuwkomers en B-anderstalige nieuwkomers te gaan creëren. Kinderen die al heel lang op de wachtlijst staan, maar niet uit Oekraïne, maar uit andere gebieden komen, hebben evenveel recht op onderwijs. Dat is een universeel mensenrecht. Het is dus een goede zaak dat dat onderscheid niet is behouden.
Collega Daniëls en collega’s van de meerderheid, ook hartelijk dank dat ook de kleuters worden gefinancierd. Ik denk dat dat ook een heel goede stap vooruit is geweest. Daar hebben we in de vorige legislatuur ook discussies over gevoerd. Dat zijn dus echt wel heel goede punten in dit voorstel van nooddecreet. Gefeliciteerd daarvoor. Er zitten ook andere echt goede zaken in. Ik heb bij een aantal dingen ook nog wel wat extra vragen, vragen die mij bereiken vanuit het terrein, bijvoorbeeld over de extra middelen voor die mobiele units. Daar wordt de vraag gesteld of dat enkel over extra middelen gaat, dan wel of er ook verdere, bijkomende ondersteuning komt, los van de financiële. Komen er eventueel raamcontracten in dezen? Kan er juridische ondersteuning komen? Dat is nog een vraag die mij wordt gesteld, maar dat zal ons zeker niet tegenhouden om het voorstel van decreet goed te keuren. Dat is een vraag voor de collega’s van de meerderheid.
Er is nog een vraag die mij bereikte vanuit het terrein. Ik weet niet of dat iets is wat jullie eventueel nog in overweging kunnen nemen in een volgend nooddecreet, want ik hoor dat er nog iets komt. Er is toch wel een groot verschil tussen de extra omkadering voor het secundair onderwijs en die voor het basisonderwijs, terwijl directeurs van het basisonderwijs echt wel aangeven dat de basisscholen nu een enorme toestroom kennen. Dat zijn de kinderen die nu eerst naar de scholen beginnen door te stromen. Die hebben het zeer zwaar te verduren gehad. Ze zitten eigenlijk al op hun tandvlees. Ze stellen de vraag of dat toch niet een beetje gelijker kan komen. Nu is de ondersteuning voor basisonderwijs 1,5 uur. Kan dat ook niet worden opgetrokken tot 2,5 uur omkadering, dus een gelijkschakeling met het secundair onderwijs? Dat is iets wat ik meegeef om in overweging te nemen, om eventueel misschien nog aan te passen in een volgend nooddecreet.
Andere zaken, zoals die vrije programmatie, die nieuwe vestigingsplaatsen die mogelijk worden gemaakt op een regelluwe manier, zijn allemaal heel goed. Jullie kennen echter mijn allerbelangrijkste vraag, waarvan ik hoop dat die ook zal worden geregeld in het volgende decreet. Dat is ook de reden waarom we dit voorstel mee zullen goedkeuren. Wat ik heel belangrijk vind, is het volgende. De omzendbrief van de minister is er inderdaad al gekomen, vóór de paasvakantie, zonder dat het decreet er was. Daarin stond letterlijk dat de extra financiering geldt voor de opvang van kinderen in Nederlandstalige klassen, in het basisonderwijs dus, voor de opvang van kinderen in OKAN-klassen, aparte klassen in het secundair onderwijs, en voor de opvang in bijvoorbeeld opvangcentra voor volledig Oekraïens onderwijs.
Wat niet mogelijk is op dit moment, is financiering van onderwijsvormen die een tweesporig beleid ontwikkelen. Een aantal scholen zijn voor de paasvakantie, voor de omzendbrief, gestart met onderwijs in het Oekraïens voor Oekraïense leerlingen in de Nederlandstalige scholen. Daarnaast laten ze de kinderen ook les volgen in het Nederlands. De reden is dat de situatie bijzonder onzeker is. Zullen die kinderen teruggaan? De meesten willen teruggaan, de meesten hopen erop terug te gaan. De meeste ouders houden vast aan dat Oekraïens onderwijs, willen dat curriculum niet loslaten en hopen dat hun kind dat kan afmaken. Er zijn heel wat Oekraïense leerkrachten meegekomen die dat onderwijs willen geven. Dat is dus eigenlijk een ideale oplossing voor dat stuk.
Daarnaast kan het zijn dat het langer duurt en dan hebben die kinderen er alle belang bij dat ze ook Nederlands leren. Ik denk dat dat tweesporenbeleid nuttig is omdat we nog niet weten wat er zal gebeuren. Het zorgt ook voor een verhoogd welzijn. Die kinderen zijn veel meer op hun gemak als ze af en toe nog Oekraïens kunnen praten met een Oekraïense leerkracht en zijn dan ook enthousiaster om naar school te komen en ook Nederlands te leren. Dat tweesporenbeleid werkt dus. Ik ben daar 100 procent van overtuigd. Meer en meer scholen experimenteren daarmee.
Ik zou willen vragen, beste collega’s van de meerderheid, om ook daarvoor financiering te voorzien. Nu worden die projecten gefinancierd door de Rotary Club. Die leerkrachten worden betaald in de vorm van aankoopbonnen. Ik denk dat dat het Vlaams onderwijs onwaardig is en dat we moeten zorgen dat dat tweesporenbeleid mogelijk gemaakt wordt. Dat is dus mijn bijkomende vraag voor het volgende nooddecreet. Dat zal ons er echter niet van weerhouden om dit voorstel van decreet goed te keuren. Beter laat dan nooit, zal ik maar zeggen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat we alles op alles moeten zetten om die kinderen uit Oekraïne die een verschrikkelijke oorlog moesten ontvluchten een plaats te geven in ons onderwijs. Ik maak van deze gelegenheid ook gebruik om een grote dankuwel te zeggen aan alle leerkrachten, directeurs en CLB-medewerkers die het alweer aan het waarmaken zijn op het terrein. In die zin ben ik heel blij dat dit voorstel van decreet hier vandaag ter stemming voorligt. Ik denk dat het daarvoor absoluut de tijd was, want veel scholen zijn natuurlijk al anderhalve maand bezig met het opvangen van die kinderen. Die wachten wel op deze maatregelen en op de extra middelen die daaraan gekoppeld zijn. Wij hopen dus dat die nu snel volgen.
Laat me duidelijk zijn: er staan absoluut een heel aantal goede dingen in dit voorstel van decreet. Wij gaan er dus straks zeker voor stemmen, onder andere wegens die extra middelen voor extra gebouwen of modulaire units. We zijn ook heel blij met die extra telmomenten voor alle anderstalige nieuwkomers. Dat zal inderdaad alleen maar helpen om de bestaande wachtlijsten voor het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) op een aantal plaatsen eindelijk te kunnen aanpakken. Het is ook absoluut goed dat er extra middelen komen voor het NT2-aanbod (Nederlands als tweede taal) voor volwassenenonderwijs, dat Oekraïense studenten de mogelijkheid krijgen om een studietoelage aan te vragen en dat er, zoals al werd gezegd, extra financiële ondersteuning komt voor kleuters die OKAN willen volgen.
Het wordt sowieso gemakkelijker om OKAN te organiseren. Dat juichen wij alleen maar toe. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat het een grote uitdaging zal blijven, logistiek maar ook voor het vinden van personeel in de context van een bijzonder prangend lerarentekort. Daar heb ik nog een vraag over. Jullie voorzien dat er nu ook mensen zonder pedagogisch bekwaamheidsbewijs kunnen worden aangeworven. Ik begrijp dat nood wet breekt. Maar onze vraag is: kunnen scholen zelf die personeelspuzzel leggen om dan eventueel bestaande leerkrachten toch in te zetten voor het lesgeven in nieuwe OKAN-klassen? OKAN is natuurlijk een heel specifieke vorm van lesgeven. Ik denk dat men daarvoor toch wel een zekere ervaring nodig heeft.
We hebben ook nog een aantal vragen over zaken waarover niets in het voorstel van decreet staat, met name die piste van de minister om ook onderwijs in het Oekraïens te organiseren in die nooddorpen. Ik denk toch dat we daarover een breder debat moeten voeren, ten eerste over hoe dat juridisch in zijn werk zal gaan, onderwijs in Vlaanderen in een andere taal. Wij staan open om daar constructief over na te denken, laat dat duidelijk zijn. Mevrouw Meuleman haalde het ook al aan: op welke termijn zien jullie van de meerderheid dat gebeuren? Want ik snap absoluut dat we er op dit moment gewoon voor moeten zorgen dat kinderen onderwijs krijgen en dat het absoluut een te overwegen piste is om dat in het Oekraïens te doen. Maar de waarheid is natuurlijk dat we absoluut niet weten hoe lang dat conflict nog zal duren en dat het best nog wel een hele poos zou kunnen zijn. Wij vinden ook wel dat er op een bepaald moment echt de overstap moet worden gemaakt naar het reguliere onderwijs, dat kinderen het best zo snel mogelijk Nederlands leren zodat zij ook hun weg vinden in onze scholen en die overstap kunnen maken.
Dat is nog een vraag waar we misschien nu al een antwoord op hopen te krijgen, maar anders zeker bij het volgende decreet: wanneer denken jullie dat kinderen sowieso allemaal moeten instromen in het reguliere onderwijs?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, dank u wel voor uw vragen bij dit voorstel van decreet. Het is voor onze mensen in het onderwijs na corona inderdaad opnieuw zoeken, roeien en met Google Translate proberen de kinderen zo goed mogelijk op te vangen. Het komt er inderdaad bij. Ik denk dat een dankjewel zeker op zijn plaats is. Een aantal mensen hebben dat al gezegd. Daarom willen we maximaal extra capaciteit proberen mee te nemen.
Ik ga proberen te antwoorden op een aantal vragen die gesteld zijn. Waarom worden de anderstalige nieuwkomers boven op de Oekraïners meegenomen? Dat is wat ik daarnet zei, collega Laeremans: degenen die op de wachtlijst van OKAN staan, krijgen geen extra financiering en de Oekraïners wel. Dan krijgt men in scholen toch wel iets opmerkelijks. Scholen geven dat zelf aan. Ik denk dat we het er ook allebei mee eens zijn. Als een directie dan moet zeggen ‘jij wel en jij niet’, lijkt mij dat een schier onmogelijke opdracht. Daarom nemen we hen mee.
Uw analyse van de telmomenten is inderdaad juist. Als je naar de cijfers kijkt, zie je altijd een daling in het eerste semester en dan een stijging, zowel in het basis- als in het secundair onderwijs. Daarom zit die evolutie er ook in.
Er zijn een aantal vragen gesteld over twee sporen, Oekraïens onderwijs in de nooddorpen en dergelijke meer. Het is inderdaad juist dat dat nu nog juridisch wordt onderzocht en bekeken. Er zijn ook verschillende vormen. Hoe moet dat er dan uitzien? Waar moet dat dan zijn? Dat is ook bij de onderwijspartners nog niet overal uitgekristalliseerd. Dat debat loopt vandaag: hoe zien we dat, hoe ziet dat eruit, wat met de leerkrachten en het statuut, hoe loopt die financiering? Dat ligt op tafel. We zullen daar duidelijkheid over creëren op korte termijn. Ik kan nu niet zeggen of dat volgende week of de week nadien zal zijn. U moet mij dat vergeven want dat is niet zo evident.
Wat betreft de duidelijkheid over uren en tellingen verwijs ik graag naar de omzendbrief die gelanceerd is voor het paasreces, onder voorbehoud van goedkeuring. Daarin staat vrij duidelijk hoe, wie, welke definitie en hoe mensen moeten worden geïnterpreteerd. Dat is een goede aanvulling op dit voorstel van decreet.
Wat betreft de mobiele units en de vraag naar raamcontracten, heeft men mij laten weten dat Het Facilitair Bedrijf daarmee bezig is. Die markt is wel stevig oververhit. Deze vaststelling doen wij niet alleen maar heel wat landen in Europa. Er wordt heel erg naar die mobiele units gekeken, zowel voor residentiële opvang, voor wonen, als voor scholen. Men werkt er samen met de onderwijsverstrekkers aan om die raamcontracten te maken. Daar moet een overheidsopdracht voor worden geplaatst.
Ik kom tot de vraag van collega Goeman in verband met het leggen van de personeelspuzzel. Er is opgenomen dat als men die uren wil omzetten in punten, dat dat altijd via lokaal overleg met de personeelsafgevaardigden moet gebeuren. Het lijkt mij ook goed dat dat langs daar gebeurt en dat niet zomaar uren worden omgezet in punten, net wegens die diplomavereisten en het feit dat we zeggen dat we in het kader van kwaliteit maximaal mensen willen die over de juiste kwalificatie beschikken. Maar als men die mensen niet heeft, kan dat wel gebeuren via lokaal overleg met de personeelsafgevaardigden.
Ik weet niet of ik uw vraag goed heb begrepen, maar ik denk dat het heel moeilijk wordt om vanuit Brussel, de minister, de administratie en het parlement een personeelspuzzel te gaan leggen van wie in aanmerking kan komen en wie niet. Ik denk niet dat het uw vraag was. Als een school OKAN gaat inrichten, moet men kijken wie van het personeel daar wil instappen. Ik denk dat het dan gaat zoals in vele scholen: ‘Beste collega's, we zijn van plan om een OKAN-klas in te richten. Wie wil zich hiervoor opgeven?’ Mijn ervaring leert dat er in scholen altijd wel collega's zijn die zich daarvoor willen engageren. Wij hadden dat vroeger op onze school. Als een vlakke loopbaan dreigt, is het een absolute verrijking om zich daarin te bekwamen.
Collega’s, ik denk dat ik op de meeste vragen die hier nog gesteld zijn, geantwoord heb. Dank aan die partijen die dit voorstel van decreet mee goedkeuren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1240/1)
– Artikel 1 tot en met 34 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.