Report plenary meeting
Report
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, de fiets is een speerpunt in het Vlaams mobiliteitsbeleid, het mobiliteitsbeleid van deze Vlaamse Regering. We willen allemaal veel meer mensen op de fiets, naar school en naar het werk. De fiets is ook een van de belangrijke fundamenten in die grote omwenteling die wij in het mobiliteitsbeleid willen realiseren met de basisbereikbaarheid. De fiets is dus heel belangrijk en de infrastructuur voor die fiets is natuurlijk een cruciale randvoorwaarde om mensen op de fiets te krijgen. Een veilig fietspad, minister, is een goed verlicht fietspad. En daar knelt op dit ogenblik het schoentje.
De legislatuur is ondertussen meer dan halfweg. We stellen vast dat die nieuwe lichtvisie er nog steeds niet is. We stellen op het terrein vast dat het Agentschap Wegen en Verkeer nog steeds geen goedkeuring kan verlenen aan fietspaddossiers die in uitvoering zijn voor de aanleg van de bijbehorende verlichting.
Ik heb daarom de volgende vraag, minister. Hebt u ondertussen het licht gezien? Hoe ver staat het met de nieuwe lichtvisie voor de fietspaden in Vlaanderen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mijnheer Brouns. Het zou me zeer straf lijken als het Agentschap Wegen en Verkeer vandaag zegt dat het bepaalde fietspaden niet kan verlichten omdat er geen lichtvisie is. Dat lijkt me straf, collega’s, om de eenvoudige reden dat een lichtvisieplan, dat in de maak is, tout court geen normenboek is, dat dat geen dwingende richtlijnen zijn waaraan men moet toetsen of men al dan niet verlichting kan plaatsen. Dat is een eerste punt.
Ten tweede – en dat weet ons Agentschap Wegen en Verkeer ook heel goed en u zegt het zelf ook – willen we dat onze fietspaden veilig en comfortabel zijn. Veilige fietspaden – dat komt ook telkens opnieuw in onze commissie naar voren – zijn meestal ook heel goed verlichte fietspaden. Daar zit juist het probleem. We hebben heel wat middelen voorzien om fietspaden en fietsoversteekplaatsen te verlichten. We investeren daar ten volle in. Er wordt gezegd dat er eerst een lichtvisieplan moet zijn. Wel, er lag een lichtvisieplan op tafel, dat was samengesteld door een stuurgroep. Daarin ontbrak het woordje ‘verkeersveiligheid’ quasi volledig. Men heeft een boomstructuur opgemaakt en verkeersveiligheid kwam daarin niet aan bod. Dan geef ik prioriteit aan ons verkeersveiligheidsplan, dat we vorige zomer hebben goedgekeurd, waarin we de actieve weggebruiker centraal stellen en waarin we blijven hameren op het signaal dat een veilig en comfortabel fietspad een goed verlicht fietspad is. Goed verlichte fietspaden zullen ervoor zorgen dat meer mensen de fiets nemen voor functionele verplaatsingen. Dat willen we uiteraard doen. Daarom zijn er heel wat extra middelen voor verlichte fietspaden en wordt gevraagd aan het team om het vademecum of het lichtvisieplan uit te rollen om voor de verkeersveiligheidstoets te zorgen zoals we die hebben voorgelegd aan de taskforce verkeersveiligheid.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. We hebben hier de gewoonte om vragen te stellen die uit het leven gegrepen zijn, uit de dagelijkse praktijk. Ik stel vast dat de lichtvisie die vandaag bestaat nog dateert van 2017 en dat we nog wachten op een nieuwe lichtvisie. Ik stel ook vast dat er vandaag fietspaddossiers in uitvoering zijn in onze eigen provincie, zoals dat van de functionele verbinding langs de N73, waar men mogelijk opnieuw moet graven omdat de verlichting vandaag niet geïnstalleerd kan worden. Dat is een vaststelling uit de praktijk.
In het fietsvademecum zitten een aantal aanpassingen aan te komen die noodzakelijk zijn om een aantal wijzigingen door te voeren in heel wat belangrijke fietspaddossiers, zoals een eenzijdig fietspad in twee richtingen. Wat daarvan de breedte zal zijn, is een van de praktische zaken waarmee we lokaal aan de slag moeten kunnen gaan. Wanneer zal dat fietsvademecum geactualiseerd worden?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, wij bij Vooruit willen fietsen ook zo aantrekkelijk mogelijk maken, want iedereen weet: meer fietsers is minder auto’s, minder files en minder uitstoot. Als we dat succesvol willen doen, is het cruciaal dat dat fietsen veilig en aangenaam kan gebeuren. En we weten allemaal dat minder dan de helft van de fietspaden in orde is, dus er is wel wat werk.
We kennen ze allemaal, de fietspaden die maar een paar strepen langs de weg zijn of waar betonplaten liggen die niet eens effen liggen. En overdag lukt dat dan nog wel, maar ‘s avonds en ‘s nachts is goede verlichting heel erg belangrijk en een echte uitdaging. Het is essentieel, als we fietsen aantrekkelijk en veilig willen maken, dat we investeren in die kwalitatieve fietsinfrastructuur.
Dat verlichtingsplan binnen het verkeersveiligheidsplan, zoals u uitgelegd hebt, moet er snel komen. Want als er geld nodig is voor verlichting voor auto’s, is dat nooit een probleem. Dan wordt dat nooit vergeten. Maar bij de fietsers gooit men inderdaad soms vijf jaar later de straat weer open, mijnheer Brouns.
Minister, ik heb de volgende vraag voor u. Er is veel budget voor fietspaden, maar hoe kunt u verzekeren dat men bij de heraanleg ervan altijd onmiddellijk rekening gaat houden met kwalitatieve fietsverlichting?
De heer Meremans heeft het woord.
Ik deel voor een stuk de mening van de heer Brouns, in die zin dat wij het ook al hebben meegemaakt dat er wordt heraangelegd en dat men dat allemaal mooi voorziet, prachtig, en dan gaat het open, maar dan wel zonder verlichting. Dat is wel degelijk een probleem.
Ik wil ook even aankaarten dat men soms ook bezwaren heeft vanuit bepaalde groeperingen: de verlichting schijnt te hard, dat is niet goed voor de omgeving en dan krijg je lichtvervuiling en dergelijke. Voor alle duidelijkheid, mensen, wat eerst en vooral op de agenda moet staan, is de veiligheid van de fietser. Dat wil ik toch benadrukken. Ik heb het ook al meegemaakt dat fietsverlichting daardoor vertraagd wordt aangelegd. Ik doe dus nogmaals een oproep, minister, om daar echt werk van te maken. We kijken uit naar dat plan en dat fietsvademecum.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, we hebben het er in de commissie al herhaaldelijk over gehad. Er zijn al diverse vragen gesteld over die verlichting. Er is inderdaad nog heel wat werk aan de uitbouw van onze fietspaden. En dan mag die verlichting inderdaad niet ontbreken, want het gaat niet alleen over het verkeersveiligheidgevoel, maar ook over het veiligheidsgevoel tout court.
We stellen ook vast dat er op gemeentelijk vlak nog heel wat tekortkomingen zijn. Het huidige visieplan, verplicht op bepaalde stukken zelfs geen verlichting. Gemeenten kunnen dat plan volgen, dus waarom zouden ze dan in bepaalde stukken toch verlichting plaatsen? Wij dringen er dus op aan om werk te maken van dat visieplan. Zorg dat erop ingezet wordt. En kijk ook naar modernere vormen van verlichting. Men kan perfect met dynamische systemen verlichting al dan niet laten branden. Ik denk dat het interessant kan zijn om ook die piste te bekijken. Op die manier denk ik dat we heel wat fietspaden die nu misschien niet verlicht kunnen worden, toch kunnen aanpakken.
De heer Keulen heeft het woord.
Aansluitend op wat de collega's hebben gezegd, minister, sluit ik me aan bij uw betoog over dat vereenvoudigde concept. Het ideale is immers de vijand van het goede. Zorg nu dat u dat snel operationeel krijgt. En dan hebben we het over dat aangepaste lichtvisieplan voor de fietspaden, want veilige fietsinfrastructuur is een basisvoorwaarde om meer mensen op de fiets te krijgen en uit de wagen te halen, en dus voor meer en betere modal shift. Daarmee gaat de hele samenleving erop vooruit. Dus liever vandaag dan morgen, maak er werk van. Ik denk dat die vereenvoudigde aanpak daarvoor inderdaad de juiste richting is.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik was eerst niet van plan om tussen te komen, maar hoe verder het debat vordert, hoe meer het mij begint te dagen dat het toch wel bijzonder verbazend is dat u al een aantal jaren geleden hebt aangekondigd dat u ongeziene bedragen gaat investeren in fietsinfrastructuur en dat er nu blijkbaar, als we de heer Brouns moeten geloven, nog altijd vertraging is, doordat nog niet duidelijk is hoe die fietspaden verlicht moeten worden. Ik zou u dus ook namens de Groenfractie willen oproepen om daar snel werk van te maken, zodat we zeker ook geen dingen gaan moeten heraanleggen enkele jaren nadat ze zijn aangelegd.
En voor alle duidelijkheid, ook voor Groen moeten die fietspaden in eerste instantie veilig zijn. Er bestaan perfect oplossingen, collega Meremans, voor de problemen die u daar hebt aangekaart, door aangepaste verlichting te installeren.
Maar, minister, de hoofdboodschap is toch dat als u daar meer dan 300 miljoen euro per jaar in investeert, dat u ervoor moet zorgen dat het meteen goed is en dat we niet binnen enkele jaren moeten remediëren aan wat vandaag niet goed gedaan zou zijn.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, we leggen vandaag heel wat verlichte fietspaden aan, ook ecologisch verlichte fietspaden. Daar knelt heel vaak het schoentje. We leggen heel veel ecologisch verlichte fietspaden aan waarbij rekening wordt gehouden met de habitat van de vleermuizen, van de gladde slang en noem maar op. Ik was onlangs in Hoeilaart, bij de F205 richting Brussel, een schitterend fietspad met lage verlichting.
Waarom zeg ik dat hier? Ik heb geen boek van 125 bladzijden nodig om te weten of ik al dan niet een fietspad kan verlichten. Dat is wat men mij met een bestuurlijke groep heeft voorgelegd: een boek van 125 bladzijden dat het principe hanteert: ‘Niet verlichten waar het kan en verlichten waar het moet.’ Men gaat ervan uit dat we zo weinig mogelijk verlichten. Limburg heeft heel veel SBZ-gebieden (speciale beschermingszone), heel veel natuurgebieden. Daar zal quasi geen enkel fietspad verlicht worden. Willen we dat? Ik denk het niet. Over dat ontwerp, dat boek van 125 bladzijden, heb ik gezegd dat het mij stoort dat het woord ‘verkeersveiligheid’ daarin nauwelijks voorkomt. Ik heb dat boek gekregen voordat wij aan het landen waren met ons Verkeersveiligheidsplan inzake verkeersveiligheid tout court.
We hebben het hier in het parlement al heel vaak gehad over het hoge aantal fietsongevallen: solo-ongevallen maar uiteraard ook ongevallen in conflict met andere weggebruikers. Zeker die solo-ongevallen gebeurden heel veel op jaagpaden waar bepaalde boomwortels niet onmiddellijk zichtbaar zijn, of waar je plots – ik spreek uit ervaring – eenden tegenkomt. Als dat allemaal niet verlicht is, geeft dat geen veilig gevoel. Dat is misschien een subjectief onveilig gevoel, maar dat zijn alleszins aspecten die meespelen.
Ik zie hier een aantal mensen knikken die mij allemaal gelijk geven. Ik wil maar zeggen dat de beslissingsboom die men heeft opgenomen in dat boek van 125 bladzijden niet uitging van de verkeersveiligheid. Wij zijn in juli 2021 met ons Verkeersveiligheidsplan gekomen. Daarbij stellen we de actieve weggebruiker centraal. We zeggen dat we meer verkeersveiligheid voor de fietser willen, en meer comfort conform het vademecum, maar ook meer veiligheid. En dat betekent meer verlichting. Dan zal ik mij niet naar de lichtvisie van 2014 laten duwen, die zegt dat alle mogelijke verlichting ecologisch onverantwoord is. Neen, als we meer mensen op de fiets willen, dan moeten we zorgen voor goedverlichte, comfortabele en veilige fietspaden. Als ik van onze administratie een boek of een handleiding of een vademecum of wat dan ook krijg dat beantwoordt aan ons Verkeersveiligheidsplan dat we in de zomer hebben afgeklopt, dan wil ik dat perfect ter beschikking stellen, maar opnieuw met de boodschap dat dat vademecum of dat richtlijnenboek eigenlijk geen dwingend kader is, dat het louter een afwegingskader is op grond waarvan men de conclusie kan maken of men zal verlichten, ja dan neen.
Ik wil alleszins gaan voor meer comfortabele en veilige fietspaden. Mevrouw Lambrecht, ik investeer inderdaad heel veel in de fiets. Vorig jaar was dat 329 miljoen euro. Ook dit jaar is opnieuw 300 miljoen euro voorzien. Daarnaast hebben we, in het kader van de verkeersveiligheidsmiddelen, 5 miljoen euro extra voor de bijkomende verlichting van fietspaden, en 5 miljoen euro voor veilige fietsoversteekplaatsen. We investeren dus wel degelijk vandaag al in het verlichten van onze fietspaden.
– Filip Dewinter, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik denk dat u heel breed hebt aangevoeld dat we het erover eens zijn. Een veilig fietspad is een goedverlicht fietspad. Voor het Functioneel Fietsroutenetwerk hebt u dat bevestigd. Het moet zo snel mogelijk de boodschap zijn dat we ze maximaal moeten verlichten. Willen we meer mensen op de fiets naar de school en het werk, willen we de modal shift bereiken, dan moeten we gaan voor veilige fietspaden, en dat zijn goedverlichte fietspaden.
De actuele vraag is afgehandeld.