Report plenary meeting
Actuele vraag over de toename van private bijlessen
Actuele vraag over het toenemend gebruik van privélessen in het onderwijs
Report
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, de cijfers liegen er niet om: steeds meer ouders sturen hun kinderen naar de bijles. We konden gisteren in de krant lezen dat er 81 procent meer aanvragen zijn in een aantal bijleskantoren. Dat kost nochtans handenvol geld, die bijlessen. Dat kan oplopen tot honderden euro’s. Het is zeker niet voor iedereen weggelegd. Daar maken wij ons uiteraard grote zorgen over.
Er is natuurlijk ook wel een reden waarom ouders dat doen. Het echte probleem is dat heel veel ouders vaststellen dat hun kinderen vandaag nog altijd, ook na corona, uren in de studie zitten. Er zijn eigenlijk gewoon niet genoeg leerkrachten om de leerachterstand op school, in de klas, aan te pakken, zoals het eigenlijk zou moeten gebeuren. Als we eerlijk zijn, dan kun je het ouders ook niet kwalijk nemen dat ze het beste willen voor hun kind, en dat ze gaan kijken naar bijlessen, als ze het zich kunnen permitteren. Maar de realiteit is wel dat kinderen, van wie de ouders dat geld niet hebben, uit de boot vallen. Die moeten opnieuw, zoals zo vaak met deze Vlaamse Regering, hun plan trekken. Dat vinden wij compleet onaanvaardbaar. Het antwoord is nochtans simpel: als je echt iets wilt doen aan de leerachterstand, als je die op school wilt aanpakken en bijlessen overbodig wilt maken, dan moet je zorgen dat het lerarentekort wordt aangepakt. Dat moet nu de eerste prioriteit zijn. We zien dat de Vlaamse Regering er toch echt niet in slaagt om daar iets aan te doen, en dat u niet de resultaten kunt voorleggen die nodig zijn.
Mijn vraag is dus opnieuw heel simpel, minister: wat gaat u extra doen om ervoor te zorgen dat de leerachterstand echt wordt aangepakt, en er geen enkel kind uit de boot valt? (Applaus bij Vooruit)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, wie meer uitleg wil, moet betalen. Dat was gisteren de kop in Het Nieuwsblad. De krant kopt dat omdat private bijlessen natuurlijk een booming business zijn in ons land. Het aantal bijleskantoren schiet als paddenstoelen uit de grond. Superprof, GoStudent, My Sherpa, Het Bijlesbureau, en noem maar op. Er zijn ook multinationals in ons land die bijles geven, hier en in andere landen, en zelfs investeringsfondsen.
Minister, ik denk dat u met mij akkoord gaat dat het toch niet de bedoeling kan zijn dat de winstlogica binnenkomt in ons onderwijs. Ik citeer Stefan Grielens, dat is de algemeen directeur van de vrije centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s): “Als het de logica wordt dat je voor extra uitleg buiten het onderwijs terecht moet, dan ontstaat een kloof tussen wie het wel en wie het niet kan betalen.”
Minister, onderwijs is een recht, geen voorrecht. Maar we gaan stapje voor stapje naar dat laatste toe. De ongelijkheid in ons onderwijs is al gigantisch. Als goed onderwijs, en meekunnen, nu ook nog eens afhankelijk wordt van private bijlessen die je moet betalen, dan wordt die kloof tussen rijk en arm nog groter.
Minister, een jaar geleden vroeg ik u wat u zou doen aan die groeiende bijlesindustrie. U hebt toen een paar maatregelen opgesomd, een kort puntenplan. Nu is het een jaar later, en die bijlesindustrie is alleen maar verder gegroeid. U zegt neen. De cijfers zeggen dat er bijleskantoren zijn die met 50 à 80 procent zijn gegroeid, op één jaar tijd. Mijn vraag is dus: wat gaat u doen aan de groeiende nood aan bijlessen in ons onderwijs? (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Minister, toen we aan deze legislatuur begonnen, hebben we na onderhandelingen samen een regeerakkoord bereikt waar ik fier op ben en dat tot doel heeft de structurele problemen in ons onderwijs aan te pakken. Een van die structurele problemen was dat de kwaliteit achteruitging. De lat hoog, weet u wel. U bent die maatregelen structureel ook een voor een aan het uitwerken. Alleen duurt het natuurlijk lang voor een tanker gekeerd raakt.
Intussen zijn de dingen er niet gemakkelijker op geworden. Intussen hebben we er een coronacrisis bovenop gekregen. Daar komt nog een Oekraïnecrisis bij. Daarover hebben we het daarnet gehad. De problemen tikken aan, en de tijd tikt verder. De extra leerachterstand in ons Vlaams onderwijs is op dit moment al meer dan een half jaar. Minister, ik denk dus dat we los van die structurele maatregelen ook een soort noodplan nodig hebben, een actieplan, zoals we vaccinatiecentra hebben gemaakt op het moment dat er moest worden gevaccineerd, zoals deze regering nooddorpen bouwt op het moment dat we met een onverwachte vluchtelingencrisis worden geconfronteerd: actie om te zeggen dat Vlaanderen de ambitie heeft om die leerachterstand die werd opgelopen, weg te werken.
Ik weet dat u dat niet alleen kunt. Ik maak u ook geen verwijt. Onderwijs is immers een zaak van ons allemaal. Bent u bereid om, los van die structurele maatregelen om de tanker te doen keren, een echt actieplan te maken om ervoor te zorgen dat kinderen les krijgen, dat de leerachterstand wordt weggewerkt en we uit dat uitzichtloze straatje komen van in de studie zitten? (Applaus van Willem-Frederik Schiltz en Jos D’Haese)
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal misschien eerst even de aanleiding tot de berichtgeving schetsen, namelijk een online bevraging die vrijwel dagelijks wordt georganiseerd en waarbij de vraag werd gesteld of men ooit al eens iemand heeft aangeraden om betalend bijles te volgen. Daar heeft 38 procent ‘ja’ op geantwoord. Als je dat gaat vergelijken met een vorige peiling door hetzelfde orgaan, dan was dat een jaar eerder 54 procent. Dat om maar te zeggen dat er een beetje nuance moet zijn. Zeg ik nu dat het aantal bijlessen daalt? Neen, maar als je je daarop baseert, moet je toch enigszins nuanceren om het plaatje correct te schetsen.
Ongetwijfeld zal er meer een beroep worden gedaan op bijlessen, eenvoudigweg omdat scholen sluiten niet ongestraft blijft. Er ís een leerachterstand. De vraag is hoe je die het meest efficiënt aanpakt, geconfronteerd met de uitdagingen die er vandaag zijn, en ook nog eens wetend dat we worden geconfronteerd met een uitval door corona en griep. Je kan nooit voorkomen dat ouders een beroep doen op bijlessen. Je moet er wel voor zorgen dat ze ervoor mogen kiezen. Je moet verhinderen dat ze ervoor moeten kiezen. Het aanbod op school moet altijd voldoende zijn om te maken dat leerlingen de eindtermen kunnen halen.
U spreekt over concrete acties. Ik kan er al vijf voor u schetsen. Mevrouw Goeman, u stelt het allemaal simpel voor. Dat is het bij uitstek níet. Wat we wel doen, is concreet investeren zoals we nog nooit hebben gedaan. We zijn ook creatief. We verleggen grenzen en doorbreken taboes. We hebben de Bijsprong georganiseerd. We trekken 100 miljoen euro uit om te zorgen voor extra handen in de klas, voor gepensioneerde leerkrachten en vrijwilligers. Dat is 10 miljoen euro per maand.
We hebben er zelfs voor gezorgd dat een oud taboe is gesneuveld. De uren die daarvoor worden toegekend aan de scholen, kunnen zij omzetten in zogenaamde punten. Dat wil zeggen dat men niet alleen leerkrachten kan inzetten met die middelen, maar ook niet-leerkrachten. Dat ongelooflijke taboe is gesneuveld. Dat wil ik zelfs doortrekken naar de reguliere financiering. Dat is een grens die verlegd is.
Nog een maatregel is: extra handen, vooral in het basisonderwijs, voor 50 miljoen euro.
Ik noem er nog twee specifiek ten aanzien van de bezorgdheid omtrent de ongelijkheid. In een internationale vergelijking is ons land niet zo dramatisch, maar de bekommernis is er altijd. We hebben de systematiek ingebouwd in de financiering naar de scholen. De scholen die aantrekken op zogenaamde SES-kenmerken (sociaal-economische status) en een andere thuistaal dan het Nederlands, krijgen extra financiering, dit jaar nog eens extra 27 miljoen euro.
Er gaat een specifieke investering naar leersteun of leerlingenbegeleiding van 50 miljoen euro.
Tot slot, voor een kosteloos aanbod op het vlak van bijscholing gaan we de zomerscholen nu structureel verankeren, ondanks een negatief advies van de Vlaamse Onderwijsraad. Zij moeten er bij uitstek voor zorgen dat de kinderen en jongeren bij wie een leerachterstand wordt gedetecteerd, worden bijgespijkerd. Dat moet kosteloos zijn en in een aangename sfeer, in combinatie met spel en vertier. Als we een onderwijs met twee snelheden willen verhinderen – ook dat is weer een beetje breedsprakerig –, is het belangrijk om meer en een betere onderwijskwaliteit na te streven. Ook die ambitie zit vervat in het regeerakkoord. We zorgen voor een actualisering van de eindtermen, we leggen de lat hoger, en maken het lerarenberoep aantrekkelijker. Met de leersteun vervangen we het M-decreet, net om de meest kwetsbaren op de juiste plaats te onderwijzen.
Dat zijn allemaal maatregelen. Het is inderdaad zeker geen eenvoudige opdracht, mevrouw Goeman, maar we zetten alle mogelijke zeilen bij. Als er concrete suggesties zijn, nemen we die altijd graag mee. Als die realistisch en haalbaar zijn, willen we altijd vanuit eenzelfde bekommernis daarmee aan de slag gaan.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat we het erover eens zijn dat leerachterstand op school moet worden aangepakt, in de klas. Het kan echt niet dat de slaagkansen van een leerling afhangen van de dikte van de portemonnee van de ouders.
U belooft altijd veel maar doet in de praktijk te weinig. De resultaten liggen er niet. Vandaag zitten nog altijd kinderen uren in de studie. Ik hoef u niet uit te leggen dat dat absoluut niet helpt om de leerachterstand aan te pakken. Ik begrijp niet – en ik zal u een concrete suggestie doen – waarom u nog altijd aarzelt om de anciënniteit voor leerkrachten op te trekken, zodat we nu onmiddellijk meer mensen overtuigen om de overstap te maken. (Opmerkingen)
Nee, nog meer, het is nog altijd niet voldoende. Terwijl we allemaal weten dat u op dit moment miljoenen euro’s bespaart om die niet-ingevulde vacatures in het onderwijs ... (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Het is gewoon zo. Ja natuurlijk, al die mensen die hun job niet moeten opnemen, dat is toch geld dat u niet moet uitgeven?
Alle experten zeggen dat u moet inzetten op ‘one-on-one tutoring’. U hebt het project Leerbuddy Vlaanderen gelanceerd. Ik hoor daar ondertussen heel weinig over. Dat zou u veel verder moeten verkennen. Zet gepensioneerde leerkrachten en leerkrachten in opleiding in om via die buddywerking leerlingen intensief te begeleiden. Een stad als Leuven bewijst dat het werkt.
Waarom is dat nog allemaal niet gebeurd? (Applaus bij Vooruit)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, u zegt dat we de ongelijkheid in ons onderwijs moeten relativeren. Maar een kind uit een arm gezin heeft in ons onderwijs zeven keer meer kans op schoolse achterstand dan een kind uit een rijk gezin. Zeven keer: ik vind dat schandalig! Ik hoop dat we het er allemaal over eens zijn dat een kind uit een arm gezin niet dommer is dan een kind uit een rijk gezin.
Dus die ongelijkheid is gigantisch en die vergroot. Dat is één punt.
U relativeert blijkbaar ook het onderzoek van Het Nieuwsblad, maar dat toont aan dat het aantal bijlessen in een aantal van die bijleskantoren sterk stijgt. Ik heb dan ook twee bijkomende vragen. U hebt het over budgetten en over miljoenen hier en daar en op zich vind ik dat goed. De intentie is goed, maar wat is het effect? Zijn er nu minder leerkrachten die het onderwijs verlaten en komen er effectief meer bij? Kunt u daar cijfers over geven?
Mijn tweede vraag gaat over die commerciële spelers in de bijlesindustrie. U hebt wellicht het verhaal gelezen van die leerkracht die zegt halftijds te werken in het onderwijs en halftijds buiten het onderwijs om zo meer te verdienen. Wenst u de commerciële spelers in de bijlesindustrie aan te pakken? (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Minister, dit zijn vijf maatregelen die niet alleen een aankondiging zijn maar ook een realiteit en die het verschil maken op het terrein. Het omzetten van uren maakt een reëel verschil. Ik weet ook dat er veel gebeurt en ik weet dat heel veel mensen hun best doen maar ik ben niet overtuigd dat we er zullen geraken. Ik zie elke dag opnieuw scholen, leerlingen, klassen die in de helft van de dag stoppen. Ik zie de cijfers van de leerachterstand. Ik zie de generatie die verloren dreigt te gaan. En dus, minister, moeten we proberen om samen met de onderwijsspelers de lat te leggen waar we willen geraken, een doel te stellen. We willen die leerachterstand weg hebben tegen het einde van deze legislatuur. Dat moet het objectief zijn en we zullen doen wat nodig is om dat te bereiken. Dat zou ik graag van u horen. (Applaus bij Open Vld en van Jos D’Haese)
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Collega’s, Vlaanderen heeft zich decennialang onderscheiden door zijn goed onderwijs waar iedereen, ongeacht zijn afkomst, door hard te studeren op school iets kon bereiken. En nu is er jarenlang afbreuk gedaan aan ons onderwijs door een dogmatisch gelijkheidsdenken. Deze vragen over de booming business van de bijles getuigen daarvan.
Wanneer leerkrachten zelf doorverwijzen naar private bijlesgevers, dan moet er toch wel echt iets fundamenteel mis zijn met ons onderwijs. U haalt de zomerscholen aan als oplossing, maar ik heb al meermaals gezegd dat er ook regio’s zijn waar nauwelijks zomerscholen worden georganiseerd. Dus eigenlijk hangt het ervan af waar je precies woont of je daar een beroep op kunt doen. Zult u dit probleem wegwerken?
Minister, het recht op goed onderwijs moet voor alle kinderen gelden. Dat zou op school moeten gebeuren en niet buiten de school. En het recht op goed onderwijs mag zeker en vast niet afhankelijk zijn van de portefeuille van de ouders. En, minister, bij goed onderwijs zijn privébijlessen zo goed als overbodig.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega’s, minister, voor de CD&V-fractie is het fundamenteel de opdracht van elke school om ervoor te zorgen dat elk kind maximaal de onderwijsdoelen haalt. En het kan echt niet zijn dat het halen van een diploma of van een getuigschrift afhangt van de vraag of men al dan niet private lessen volgt. Wij starten dan ook altijd bij de leerkrachten, want zij zijn de experten en experten geef je de ruimte om zich te professionaliseren om een veerkrachtig onderwijs te organiseren. De herwaardering van de leerkracht start bij de volledige samenleving, maar ook in een plan op korte termijn.
Ik herhaal hier heel graag mijn oproep om ook werk te maken van dat lerarenloopbaanpact.
Evenzeer ben ik benieuwd naar het project van de leerbuddy’s, die net op een zeer laagdrempelige manier jongeren kunnen bijstaan om doelen te halen naast wat er wordt geleverd op school. Mijn vraag is heel concreet wat de stand van zaken van die leerbuddy’s is.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik kon ook niet goed geloven dat u de ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs wat weg relativeert. Het is algemeen geweten dat in Vlaanderen het gezin waarin je geboren bent een grote voorspeller is van je schoolsucces. Die ongelijkheid is er nu al. Het is evident dat we allemaal beseffen dat hoe meer bijlessen er komen en hoe meer mensen moeten betalen om goed onderwijs te krijgen, hoe groter de kloof zal worden en hoe meer leerachterstand degenen die zich geen bijlessen kunnen permitteren, zullen oplopen. Voor ons is dat absoluut geen goede piste en moeten er maatregelen worden genomen, onder andere rond het versterken van leerkrachten om beter te doen in het reguliere onderwijs.
Bovendien zijn er totaal geen regels of is er geen enkele controle op heel die bijlessenindustrie en die hele markt. Minister, ik vraag mij af of u van plan bent om die wildgroei te bekijken, waarbij er geen controle is op de cowboys en op iedereen die zomaar die bijlessen geeft?
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Ik wil beginnen met erop te wijzen dat scholen absoluut hun verantwoordelijkheid opnemen. Voor kinderen die om diverse redenen extra begeleiding nodig hebben op school of die extra remediëring of huiswerkbegeleiding nodig hebben, trachten de scholen dat zo goed mogelijk te voorzien. Leerkrachten zoals ik ze ken, doen er alles aan om leerlingen bij te houden, om zoveel mogelijk maatwerk te bieden en leerlingen voldoende ondersteuning en aandacht te geven. Die extra ondersteuning hoort ook zoveel mogelijk thuis op school. Dat moeten we daar houden. Dat moet voor iedereen toegankelijk zijn. Dat is de opdracht van scholen en daar krijgen ze ook middelen voor.
Daarnaast bestaat er ook een betalend aanbod. Ouders kunnen naar dit aanbod grijpen als ze vinden dat hun kinderen nog meer ondersteuning nodig hebben. Dat is een private overeenkomst tussen de ouders en die ondernemingen. Dat is ook de keuzevrijheid van de ouders. Ik hoor hier de PVDA en Groen zeggen dat u die commerciële spelers hard moet aanpakken. Willen ze dat privéaanbod verbieden, dan moet u dat controleren. Ik denk wel dat er een vrije markt is. Dat lijkt me wel heel ver te gaan.
Ik hoor trouwens ook de term schaduwonderwijs vallen. Ik lees dat ook in de pers. Ik vind dat eerlijk gezegd een vrij negatief beladen term, zoals een schaduwboekhouding, precies of er gebeurt iets dubieus terwijl het eigenlijk gewoon gaat om betaalde ondersteuning op de vrije markt.
Minister, u bent al bezig om scholen meer ruimte te geven, onder meer door het Leersteundecreet dat klaarstaat. In dat kader werd meer dan 50 miljoen euro extra vrijgemaakt, dat onder meer kan worden ingezet voor de bijkomende leerlingenondersteuning. Op die manier moeten scholen kunnen voorzien in voldoende aanbod. Ook via de bijsprong wordt ingezet op leerachterstand.
Ik heb een bijkomende vraag. Ik hoor hier de Vooruitfractie zeggen dat de cijfers er niet om liegen en dat er een enorme stijging is. Minister, klopt dat? Zijn er cijfers bekend binnen onderwijs van hoeveel er gebruik wordt gemaakt van die extra ondersteuning die aangeboden wordt op scholen? (Applaus bij de N-VA)
Ik wil er toch op wijzen dat de aansluitende replieken beperkt moeten worden tot 1 minuut, anders blijven we bezig natuurlijk.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat dat laatste betreft: men gaat voort op sommige bevragingen. Ik heb erop gewezen dat in 2021 het cijfer zogezegd hoger was, maar de vraagstelling was: hebt u ooit al eens een leerling aangeraden om bijles te volgen? Ik wil die discussie niet voeren maar we moeten het zonlicht niet ontkennen. Gelet op de leerachterstand, die zeker ook is ontstaan door corona, zal er ongetwijfeld meer beroep worden gedaan op bijlessen. Dat lijkt mij evident.
Maar wil ik daarom die sector reguleren en aan banden leggen? Neen. Ten eerste: onze onderwijsinspectie heeft wel wat anders te doen dan die kantoren te inspecteren. Die moet ons echte onderwijs inspecteren en zorgen dat daar de kwaliteit goed is. Ten tweede: er is een vrije markt. Je kunt niemand, ook als je labels gaat toekennen, tegenhouden om alsnog zijn toevlucht te zoeken tot een niet-gelabeld of niet-gereguleerd aanbod. Ten derde: zodra je ze aan banden legt en reguleert, dan legitimeer je ze ook en dan zeg je dat dat een valabel alternatief circuit is. Dat zeg je dan de facto van overheidswege. Dat wil ik ook niet doen.
Ik denk dat we echt moeten focussen op ons onderwijsaanbod. Als het dan gaat over oplossingen, komt u opnieuw, mevrouw Goeman, met enkele gemakkelijke oplossingen, gewoon ‘of the shelf’. U wilt ze gewoon twintig jaar anciënniteit geven, maar dat heb ik al eens gehoord. Pascal Smet zou twintig jaar anciënniteit toekennen. Men had er dan op gewezen dat dat de juridische toets misschien niet zou doorstaan, omdat je dan discriminatoir optreedt ten opzichte van de leerkrachten die de overstap vroeger hebben gemaakt. Je zou hen dan ook moeten valideren en dan zit je met een factuur van honderden miljoenen euro’s. Maar Pascal Smet zei: ‘Nee, we gaan dat doen.’ Hoeveel jaar anciënniteit is er uiteindelijk gekomen? Nul.
Nu hebben wij de stap gezet dat er in plaats van nul jaar anciënniteit al acht jaar anciënniteit kan worden meegenomen, en we maken er tien jaar anciënniteit van, voor steeds meer knelpuntvakken. Dat zijn geen woorden, dat zijn daden. Dat is het concreet doorbreken van grenzen en het laten sneuvelen van taboes. Dat is concreet, in daden.
Ten tweede, wat betreft de zomerscholen: ook dat is een novum, we zetten daar tien miljoen euro tegenover. U hebt inderdaad gelijk, mevrouw Beckers, die zullen misschien niet overal en te allen tijde worden georganiseerd, maar ter zake speelt natuurlijk ook nog het vrije initiatief. Wij komen daar wel tussen ter ondersteuning, en toch wel met een serieuze ondersteuning, namelijk tien miljoen euro. Eenieder die het organiseert, is het nu een lokaal bestuur of een school, komt er financieel niet bepaald bekaaid van af. Integendeel, het is ook voor hen een goede zaak.
Wat betreft de buddywerking heb ik er net voor gezorgd dat we aan de bestaande versnipperde initiatieven, die allemaal op goede intenties rusten, ook een beetje centrale ondersteuning kunnen geven. We hebben er ook initiatief in genomen om als een soort platform te gaan fungeren, Buddywerking Vlaanderen ook, om goede praktijken te gaan uitwisselen.
Wat betreft de beginnende leerkrachten – en daarmee wil ik afsluiten – moeten we er inderdaad voor zorgen dat die job aantrekkelijker wordt, niet alleen om in te stromen vanuit de privésector, maar echt om de lerarenopleiding te gaan volgen en die keuze te maken. Dan is die herwaardering heel belangrijk. We hebben nu ook voor de aanvangsbegeleiding extra middelen uitgetrokken. Samen met de sociale partners hebben we ook een akkoord gemaakt om ervoor te zorgen dat de realiteitsschok die men beleeft als men de overstap maakt van de lerarenopleiding, die meer een labo-omgeving is, naar de realiteit, de klas van vandaag, niet te groot wordt. We zorgen dus voor betere aanvangsbegeleiding en namen een nieuwe maatregel voor startende leerkrachten: vroeger was er een leeftijdsdrempel en kon je enkel een anciënniteitssprong maken vanaf de leeftijd van 23, dat hebben we ook afgeschaft. Het kost centen, maar ook dat hebben we gedaan.
Ik denk echter dat we er vooral met z’n allen moeten voor zorgen dat we ook een positief verhaal kunnen brengen. Vandaar dat we die campagne gestart hebben en we opnieuw schouder aan schouder met het brede onderwijsveld, met de sociale partners, met de koepels, met de Vlaamse Scholierenkoepel en met iedereen daarachter zeggen: wij gaan nu echt eens niet inzetten op een kommer-en-kwelverhaal, maar echt zeggen welke fantastische job het lesgeven is. We willen iedereen die iets te geven heeft, uitdagen om alles te komen geven voor de klas. Dat is een positieve boodschap. Laten we ons daar, als Vlaams Parlement, ook achter scharen. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, wat mij interesseert, wat Vooruit interesseert, is dat elk kind goed onderwijs krijgt. U mag nu zeggen wat u wilt, maar iedereen op het terrein stelt vast dat er een probleem is met de leerachterstand. Ouders stellen dat ook vast, en de ouders die het zich kunnen permitteren betalen dus voor bijles. Ouders die het zich niet kunnen permitteren hebben dus kinderen die uit de boot vallen, die opnieuw hun plan moeten trekken. En dat vinden wij onaanvaardbaar. Het is eigenlijk heel simpel: goed onderwijs begint in de klas, met een sterke leerkracht vooraan. Die leerkrachten zijn er vandaag te weinig.
U mag nog zoveel verwijzen naar het verleden als u wilt, maar ik kijk naar de toekomst. Ik ben er zeker van dat als we meer mensen willen overtuigen om voor de klas te staan, ook op korte termijn, we iets aan die anciënniteit moeten doen. Als u eerlijk bent, weet u dat de budgetten er zijn. Dat is voor mij de enige manier om ervoor te zorgen dat elk kind een eerlijke kans krijgt in ons onderwijs. (Applaus bij Vooruit en van Jos D'Haese)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, het probleem van de bijlessen is natuurlijk niet alleen een probleem van het afgelopen jaar. U hebt de studies ook bekeken, neem ik aan. De laatste tien jaar stijgt heel die bijlesindustrie. Er zijn een aantal bedrijven die hun omzet verdrievoudigden op tien jaar tijd.
Dus ja, het gaat over een evolutie, een evolutie van de privatisering van onderwijs, en ik heb daar een probleem mee. Volgens mij is onderwijs nog altijd een publiek goed, een publiek goed waar mensen recht op hebben en waarbij niet gewerkt moet worden met een systeem met twee snelheden. In vergelijking met het buitenland is de ongelijkheid in Vlaanderen gigantisch. U kunt daarmee lachen, want uw kinderen kunnen bijlessen betalen, maar niet alle kinderen kunnen dat betalen, minister. Wij kunnen onmogelijk democratische burgers opvoeden in niet-democratisch onderwijs. Als je moet betalen om wiskunde te begrijpen, dan zit je in niet-democratisch onderwijs. Dat is het probleem. Ik noteer dat u zegt dat u er uiteindelijk niets aan zult doen. Iets doen aan het probleem van het lerarentekort lost dit niet op.
Ik heb u gevraagd naar de juiste cijfers van de impact van al uw beloftes. U hebt daar niets over gezegd. Dat stelt me dus niet gerust. Ik hoop dat u met een noodplan komt om dat aan te pakken. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Collega’s, laten we niet hypocriet doen. Als we hier aan elkaar vragen – en verschillende tussenkomsten hebben dat bevestigd – of we vinden dat het onderwijs in de eerste plaats moet volstaan om de leeropdrachten tot een goed einde te brengen, denk ik dat dat evident is. Maar het is precies omdat er leerachterstand is en het is precies omdat dat niet gebeurt, dat ouders op zoek gaan naar andere oplossingen. Laten we niet hypocriet doen. Als je zelf een kind hebt dat sinds nieuwjaar geen Frans meer heeft gehad en je wilt dat het Frans spreekt, dan ga je een oplossing zoeken. Als er geen chemie gegeven wordt en je hebt een student die verder wil studeren, dan ga je een oplossing zoeken. Die bijles is dus – in tegenstelling tot de strijd die de PVDA daarvan wil maken – gewoon een symptoom. We moeten de ziekte aanpakken en de ziekte is de leerachterstand.
Minister, u neemt echt wel veel maatregelen. Ik denk niet dat er veel voorgangers zijn die er al zoveel van hun lijstje kunnen afvinken. Maar ik wil geen verloren generatie, onze fractie wil geen verloren generatie. En we hebben niet genoeg tijd om de structurele maatregelen af te wachten. Er is een noodplan nodig om de leerachterstand weg te werken. We rekenen daarvoor op u allemaal. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.