Report plenary meeting
Report
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van decreet van Katja Verheyen, Vera Jans, Gwenny De Vroe, Sarah Smeyers, Joke Schauvliege en Allessia Claes tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Ik denk dat de vraag naar spoedbehandeling in dezen redelijk evident is. Door de geëscaleerde situatie in Oekraïne verwachten wij toch een potentiële vluchtelingenstroom van tussen de 100.000 en 200.000 mensen die onze richting uitkomen, en die wij allemaal op een menswaardige manier willen huisvesten of opvangen. We gaan alle opvangplaatsen en -instrumenten nodig hebben om in die huisvesting en die opvang te voorzien, onder meer ook de instrumenten die we via dit nooddecreet goedgekeurd willen zien.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Is het parlement het eens met dat voorstel tot spoedbehandeling? (Instemming)
Dan stel ik voor dat het voorstel van decreet onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Katja Verheyen, Vera Jans, Gwenny De Vroe, Sarah Smeyers, Joke Schauvliege en Allessia Claes tot regeling van de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Collega’s, we hebben het er deze namiddag ook al tijdens de actuele vragen over gehad: de verwoestende oorlog in Oekraïne brengt vandaag een vluchtelingenstroom op gang die wel eens een van de grootste sinds de Tweede Wereldoorlog zou kunnen zijn. De Federale Regering heeft enkele weken geleden de beslissing genomen om de Oekraïense vluchtelingen het bijzonder statuut van tijdelijke ontheemden toe te kennen. Dat is een statuut dat de federale overheid quasi volledig ontslaat van haar verplichting om in een collectieve opvang door het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil) te voorzien. Dat stelt Vlaanderen en de lokale besturen voor de immense taak om in een menswaardige opvang voor deze vluchtelingen te voorzien. Ze doen dat ook. Vlaanderen en de lokale besturen zijn doeners, zij blijven zeker niet aan de zijlijn staan. Met de instrumenten en de kaarten die ze in de hand hebben, nemen ze al sinds het begin van de crisis het heft in eigen hand. Zo ook met dit nooddecreet, dat hier vandaag voorligt.
Collega’s, ik ga niet het hele debat van deze namiddag opnieuw doen, maar ik herinner u graag aan het feit waarom we dit moeten doen. We gaan namelijk iedere plaats buiten de reguliere woonmarkt nodig hebben. Iedere gewone plaats, buiten die reguliere woonmarkt, of in collectieve opvang, is weer een beetje druk aflaten van de nu al overbevraagde woonmarkt. Wat ik wel ga doen, is kort de belangrijkste krachtlijnen van dit voorstel van decreet toelichten.
Vandaag is het al mogelijk om voor bepaalde vormen van noodopvang tijdelijk af te wijken van de bestaande woningkwaliteitsnormen. Dat is in de praktijk ook al toegepast, denk aan de opvang van daklozen in leegstaande woningen. Met dit voorstel van decreet gaan we de afwijking van zes maanden, die nu al bestaat, tijdelijk en specifiek voor de Oekraïense vluchtelingen, uitbreiden naar één jaar. Waarom één jaar? Omdat het bijzonder statuut dat zij genieten ook een duurtijd heeft van een jaar. We stemmen dat om praktische redenen op elkaar af.
Daarnaast gaan we ook de sociale woonactoren in de mogelijkheid stellen, omdat zij de expertise in huis hebben, om onder meer grote voorzieningen, zoals leegstaande woonzorgcentra, of andere grote locaties van de Vlaamse besturen en overheden te huren, om ze dan tegen een billijke en correcte prijs verder onder te verhuren. We gaan de Vlaamse Regering ook vragen om daarvoor tijdelijk juridisch robuuste huurregimes voor uit te werken, omdat iedereen zo aanvoelt dat het Vlaams Woninghuurdecreet iets te streng is voor deze noodopvangvorm. Dat huurregime kan dan ook door de OCMW’s en andere welzijnsvoorzieningen gebruikt worden.
Ook op andere fronten zullen we op zoek moeten naar alternatieve vormen van huisvesting. Zo maken we het bijvoorbeeld, met dit voorstel van decreet, mogelijk om de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale woonactoren de handen in elkaar te laten slaan om mobiele woonunits aan te kopen, en verder onder te verhuren aan Oekraïense vluchtelingen. Zij hebben die expertise, en die mobiele units kunnen nadien perfect gebruikt worden bij de tijdelijke herhuisvesting binnen de woonmaatschappijen, bijvoorbeeld wanneer zich een broodnodige renovatie opdringt.
Ik denk dat ik daarmee, voorzitter, de belangrijkste lijnen van dit voorstel van decreet heb toegelicht.
Ik wil er misschien nog het volgende aan toevoegen. We weten dat de Vlaming een warm hart heeft en solidair is. We hebben dat de afgelopen twee jaar heel vaak gezien. Maar laat ons dan vandaag alstublieft ook aan het werk gaan om deze mensen op te vangen. Mijn eigen stad Bree, waar ikzelf schepen van Welzijn ben, is een van de eerste die Oekraïense vluchtelingen heeft opgevangen, ongeveer honderd de afgelopen week. Als je dat afzet tegen het aantal inwoners in Bree, dan hebben we procentueel waarschijnlijk het meeste vluchtelingen in Limburg. We blijven rustig, we houden het hoofd koel, we blijven hard doorwerken, maar ik kan u zeggen dat we ieder bijkomend instrument hard verwelkomen, maar ook zeer dringend nodig hebben. Daarom hoop ik namens de meerderheid op uw steun.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, dit voorstel van decreet is inderdaad aan onze agenda toegevoegd om ons in staat te stellen ons goed voor te bereiden op de vele te verwachten vluchtelingen en om hun een menswaardig dak boven het hoofd te bieden.
De collega is al ingegaan op de mogelijkheid om tijdelijk af te wijken van de woningkwaliteitsnormen, specifiek voor de huisvesting van mensen uit Oekraïne met het statuut van tijdelijk ontheemden. De duurtijd van die afwijkingen kan nooit langer zijn dan dat statuut. Ook geven wij lokale besturen wat meer mogelijkheden, omdat we inderdaad merken dat veel lokale besturen vandaag klaarstaan om over te gaan, of er goed over aan het nadenken zijn, tot opvang en huisvesting van Oekraïense vluchtelingen.
Er zijn ook extra mogelijkheden voor de sociale woonactoren, die in dit verhaal een logische partner zijn. De aankoop van mobiele units door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) is daar een van. Zij kunnen die ter beschikking stellen van sociale huisvestingsmaatschappijen. Er is ook de verruiming van infrastructuursubsidies, bijvoorbeeld voor als bij die mobiele units verharding of nutsvoorzieningen voorzien moeten worden. Ook dat zit in dit voorstel van decreet. Er is ook de mogelijkheid voor de sector – een opdrachtverruiming – van de sociale huisvestingsactoren om woningen in te huren en door te verhuren aan mensen uit Oekraïne.
De krachtlijn voor ons is: iedereen een dak boven het hoofd. Dat is nu prioritair en dat is voor ons ook een argument om in te stemmen met een tijdelijk opschorten van een beperkt aantal woningkwaliteitsnormen. Het spreekt echter voor zich dat de veiligheid en gezondheid niet in het gedrang komen. Dat is de filosofie die in het besluit naar voren kwam en die we met dit voorstel van decreet proberen te volgen.
Daarnaast moeten we behoedzaam zijn voor alle mogelijke vormen van wantoestanden op de huisvestingsmarkt, huisjesmelkerij en noem maar op. Het is echter onze overtuiging dat, als we deze versoepelingen niet zouden doorvoeren, onze woningmarkt alleen maar meer ontwricht zou worden en we alleen maar mensen in de armen van huisjesmelkers en anderen duwen dan nu via deze gecontroleerde versoepelingen.
En natuurlijk zijn de sociale woonactoren onze logische partners, ook bij de lokale besturen, om deze crisis het hoofd te bieden. Ik denk daarom dat het goed is dat de reglementering geflexibiliseerd wordt, om hen die rol te laten spelen, en dat we de nodige financiering voorzien om hen daarin te ondersteunen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Collega’s, het is belangrijk dat we de Oekraïners hier een snelle ontvangst geven en dat we hen hier snel en goed laten integreren. Met dit voorstel van decreet – de collega’s hebben er al naar verwezen – worden eigenlijk zes maatregelen genomen in verband met de noodzakelijke tijdelijke huisvesting van vluchtelingen uit Oekraïne. Daarbij wil ik opnieuw het tijdelijke karakter van de maatregelen die inspelen op de toch wel heel acute vraag naar huisvesting, te benadrukken. Belangrijk daarbij is dat we daarbij ook rekening houden met de reeds precaire situatie van de Vlaamse huur- en koopmarkt.
Ik ben heel blij dat heel wat lokale besturen al heel gretig zelf in gang geschoten zijn. We hebben er al verschillende communicaties over gezien, gisteren nog de communicatie over de mobiele units in Mechelen. Ik denk dat het een goede zaak is dat er op alle vlakken wordt samengewerkt en dat die regierol effectief bij die lokale besturen zit.
De noodtoestand waarin we ons momenteel bevinden, toont andermaal aan dat we voor het woonbeleid snel en flexibel moeten kunnen inspelen, ook op nieuwe situaties. Deze Oekraïnecrisis is voor het woonbeleid een bijkomend element dat ons heel wakker moet houden om de woningmarkt ook te moderniseren zodat mensen betaalbaar en op maat kunnen wonen.
De Oekraïners worden opgevangen in woningen van onze Vlaamse gezinnen. Het is ook belangrijk om toekomstgericht te denken aan een noodkader voor cohousing en woningdelen, zoals ik ook vorige week al in het debat heb aangehaald. Momenteel is dat nog niet structureel geregeld, maar zit dit in een proeffase.
De conclusie is dat we met dit voorstel van decreet inzetten op verschillende paden om de huisvesting van de Oekraïners te faciliteren. De tijdelijkheid van de maatregelen moeten we dus echt wel benadrukken, net als de opportuniteit om het Vlaamse woonbeleid toekomstgericht te moderniseren om enerzijds tegemoet te komen aan de fundamentele maatschappelijke veranderingen en anderzijds om in te spelen op acute noodsituaties zoals we die vandaag kennen. (Applaus van Tom Ongena)
Mevrouw Blancquaert ik het woord.
Collega's, u kent allen het standpunt van mijn fractie. Europa moet uiteraard solidair zijn met de Oekraïense vluchtelingen en Vlaanderen moet daarbij zeker zijn steentje bijdragen. Voor mijn partij zou het echter een evidentie zijn dat de Oekraïense vluchtelingen, zoals we weten hoofdzakelijk vrouwen en kinderen, worden opgevangen in de meer dan 30.000 speciaal daarvoor voorziene plaatsen van de federale opvanginstellingen van Fedasil. Helaas, helaas slaagt de federale overheid er niet in haar plicht te vervullen omdat de federale voorzieningen volledig vol zijn door een volgens ons volledig onverantwoord beleid dat mensen uit andere continenten aanzuigt die in meerderheid geen echte vluchtelingen zijn en misbruik maken van de asielprocedure. Daardoor is er dus geen plaats voor de echte Oekraïense vluchtelingen die in ons land maar tijdelijk onderdak, maar tijdelijk asiel, maar tijdelijke veiligheid zoeken.
Collega’s, Vlaanderen mag de Oekraïense vrouwen en kinderen niet in de steek laten. Het Vlaams Belang vindt het dan ook geen duurzame en geen ideale oplossing dat deze mensen worden opgevangen bij particulieren in thuissituaties. Gezien de omstandigheden is het voor ons de beste oplossing dat er bij gebrek aan Vlaamse opvangstructuren collectieve voorzieningen ter beschikking worden gesteld voor de opvang van deze vluchtelingen. Onze fractie steunt dan ook de decreetsaanpassingen die hier nu voorliggen en die een wettelijk kader moeten creëren om bepaalde wettelijke beletsels die er nu zijn, uit de weg te ruimen.
Collega's, dit voorstel van decreet creëert ook de mogelijkheid voor sociale huisvestingsmaatschappijen om woonunits in te zetten voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Voor ons is het echter duidelijk dat deze woonunits enkel tijdelijk mogen worden gebruikt voor deze Oekraïense vluchtelingen en later nooit opnieuw mogen worden gebruikt om nieuwe vluchtelingen te huisvesten.
Nood breekt wet en van de nood kunnen we een deugd maken om nadien Vlamingen te huisvesten die tijdelijk een sociale woning moeten verlaten voor renovatie. Door de enorme wachtlijsten in de sociale huisvesting kan het zeker een meerwaarde zijn.
Om deze redenen en met deze bedenking zullen we dan ook dit voorstel van decreet goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, er komt bij hoogdringendheid een voorstel van decreet op de agenda en het is een heel belangrijk voorstel van decreet. We hebben er alle begrip voor dat het snel moet gaan en hebben daarom ook de hoogdringendheid gesteund.
We hebben er ook alle begrip voor dat het, in deze context, zeker in de eerste fase, ‘en-en-en-en’ zal zijn, zoals de ministers Somers en Diependaele hebben gezegd. De uitdaging is enorm. We gaan een aantal dingen moeten combineren.
Op de laatste tussenkomst: wat ons betreft – ik heb het bij de actuele vragen al gezegd – is het een evidentie dat we goed weten voor welke normen en waarden Vlaanderen staat, welke geschiedenis we zelf hebben doorgemaakt als regio en land. Het is heel evident op een moment dat er zo’n strijd is voor de vrijheid, dat we altijd aan de zijde zullen staan van het slachtoffer van die strijd of van degenen die ervoor strijden om de vrijheid binnen Europa te bewerkstelligen. Dat geldt voor de Oekraïners, maar dat geldt voor onze fractie ook heel duidelijk voor anderen elders in de wereld die dezelfde strijd voeren. We zullen nooit meegaan in de hypocrisie om te zeggen: ‘Nu mag het één keer, want nood breekt wet, en daarna mag het nooit meer, en andere vluchtelingen zijn hier eigenlijk niet welkom en we maken er een beeld van alsof die mensen in een totaal andere situatie zitten.’ Ik nodig u uit om de levensverhalen van Syriërs en anderen te horen en te ontdekken. Misschien lijken we meer op elkaar, misschien lijken zij meer op de Oekraïners dan hier gemakshalve wordt voorgesteld. Het is misschien goed, om met een goed geweten te gaan slapen, om uzelf dat wijs te maken, maar het is alvast niet waar onze fractie voor staat en hoe wij naar de realiteit van vandaag en morgen kijken.
Over het voorstel van decreet zelf heb ik net gezegd dat ik alle begrip heb voor de snelheid en de uitdaging. We zijn niet principieel tegen een aantal zaken. We steunen de tijdelijke opvang en de nooddorpen. Dat zal niet de ideale manier zijn om mensen op te vangen, maar de situatie maakt niets anders mogelijk. We zullen een aantal paden moeten verkennen.
We hebben bij het voorstel van decreet wel vragen en opmerkingen die maken dat we ons gaan onthouden bij de stemming. We willen ons onthouden, omdat we wel willen samenwerken en oplossingen zoeken, en we zijn niet fundamenteel tegen de oplossingen in het voorstel van decreet, maar toch zijn er bezorgdheden.
Ten eerste zijn er de tijdelijke afwijkingen op de woningkwaliteitsnormen. Het is niet de eerste keer dat we dat doen, we hebben dat in andere situaties ook al gedaan. In dat opzicht moet die piste zeker worden verkend en ingevoerd. Maar we maken ons een klein beetje zorgen omdat er geen concrete timing is opgenomen. Er staat dat dit niet langer mag duren dan het statuut waarvoor deze tijdelijke erkenning geldt. Die tijdelijke erkenning kan per half jaar twee keer worden verlengd. Dat zou naar een termijn van twee jaar kunnen gaan. Die termijn zal bij iedere vluchteling anders zijn. Voor wie binnen een week toekomt, gaat de termijn voor erkenning op dat moment in. In het voorstel van decreet staat niet ‘voor een jaar’. Het geldt voor de periode van erkenning, en dat is zeer complex. Als mensen hier dan twee jaar moeten zitten, zal een afwijking van de kwaliteitsnormen niet evident zijn. Uiteraard staat in het voorstel van decreet niet wat die kwaliteitsnormen inhouden. Daarvoor geven we het mandaat aan de Vlaamse Regering. Voor onze fractie gaat het vandaag zeer ver om de Vlaamse Regering het mandaat te geven voor de bepaling van de kwaliteitsnormen, en om daar als parlement akte van te nemen zonder te weten voor welke termijn. Dat is een vraag. We hebben geen principiële tegenstand tegen het verlagen van die kwaliteit op een aantal gebieden, voor alle duidelijkheid, tijdelijk, maar die tijdelijkheid is een grote vraag voor ons. Wat is dat dan exact?
Twee, we staan open voor de mobiele woonunits. Dat sluit aan bij diezelfde opmerking: momenteel geen principiële bezwaren gezien de situatie, maar onze voorkeur gaat ernaar uit dat de lokale besturen uitkijken naar leegstaande panden dicht bij cruciale voorzieningen die na bepaalde werken ook kunnen dienen voor opvang. Het zal een en-en zijn. Dat is onze voorkeur, die leegstaande panden. De mobiele woonunits zijn maar de tweede optie, gezien die kwaliteitsnormen. Het is belangrijk om dat hier mee te geven.
Drie, inzake de opdrachtverruiming voor de SHM’s en de woonmaatschappijen maken we ons wel wat zorgen. Daarnet heeft de minister terecht gezegd dat dit niet mag leiden tot een vertraging van de ambities op alle andere gebieden van sociale huisvesting.
Wij denken dat dat klopt en wij zijn het daar helemaal mee eens. We denken ook dat dat een belangrijke conditie is, om op die manier ook geen onnodige spanningen in de samenleving te laten ontstaan. Maar er zal natuurlijk ook boter bij de vis moeten, de Vlaamse Regering zal ook haar verantwoordelijkheid moeten nemen om ervoor te zorgen dat die verhuurmaatschappijen en woonmaatschappijen versterkt worden om deze tijdelijke opdracht er ook bij te kunnen nemen. Je kunt, aan de ene kant, de opdracht natuurlijk decretaal verruimen, als daar niet tegenover staat dat die fundamenteel versterkt worden in de komende tijd. Iedereen weet ook wat de uitdagingen op de arbeidsmarkt zijn, en dan zijn wij wel bezorgd dat we onszelf eigenlijk iets zouden wijsmaken met dit decreet en we daar zouden vaststellen dat het finaal dan niet kan en er dan spanningen ontstaan. Dat is voor ons ook wel een aandachtspunt bij de uitvoering ervan.
En dan heb ik twee meer algemene, maar ook wel een stuk principiële opmerkingen, die ook aansluiten bij de vorige tussenkomst. Ten eerste, wij stellen toch wel fundamenteel vast dat dit blijkbaar wel kan voor vluchtelingen uit Oekraïne, maar niet voor vluchtelingen uit andere regio’s. Voor ons gaat het er toch ook wel principieel over dat wij die normen en waarden ook zullen verdedigen op andere momenten.
Ten tweede – en dan kijk ik naar de leden van de meerderheid van deze Vlaamse regeringsploeg –: als we nu nog niet doorhebben dat dit een gigantische wake-upcall is wat betreft ons Vlaamse huisvestingsbeleid, dan weet ik het niet meer. Collega Veys heeft het daarnet ook gezegd: met heel wat fracties hier in het parlement waarschuwen we al jaren dat er onaanvaardbare wachtlijsten zijn, dat we Vlamingen in de kou laten staan als het gaat over huisvesting, en dan komt er dit soort crisis om te beseffen dat we niet nog meer instroom op onze woningmarkt mogen hebben, anders hebben de Vlamingen een probleem, als ik het in een bepaald discours mag gaan uitdrukken. Wel, collega’s, wij hopen dat het praten over verdringingseffecten deze Vlaamse Regering nu eindelijk overtuigt om misschien echt werk te gaan maken van structurele sociale huisvesting, en huisvesting in de brede zin van het woord, en een toegankelijke woningmarkt voor iedereen. Dan kunnen we misschien zowel mensen die hier nieuw binnenkomen als mensen die hier al heel lang wonen, de woning geven waar zij recht op hebben. Dat is voor ons fundamenteel. We zullen niet nalaten om de aandacht daar de komende maanden op te blijven vestigen. Voor ons mag het, ook na de bespreking van dit voorstel van decreet, heel erg duidelijk zijn dat de ambitie rond sociale huisvesting en betaalbaar wonen in Vlaanderen omhoog moet en dat Vlaanderen nu eigenlijk oogst wat het heeft gezaaid door het probleem jarenlang in grote mate te ontkennen.
Vandaar dus, collega’s, – ik heb een aantal opmerkingen gegeven – dat wij ons zullen onthouden bij de stemming over dit voorstel decreet, maar we gaan de komende maanden mee op zoek naar extra pistes om deze uitdaging samen te beantwoorden.
De heer Veys heeft het woord.
Het is aan de immer constructieve Vooruitfractie om haar mening te geven over dit nooddecreet, sta mij toe het zo te noemen. Het was ook niet onverwacht dat dit voorlag. We zijn er vanmiddag ook mee gestart in onze actuele vragen. Vorige week was er een actuadebat en ook toen vroegen we al om snel beslissingen te nemen, want het is nodig. We zitten in een crisis, er is nood. En enkel door samen te werken over de partijgrenzen en over de beleidsgrenzen heen zullen we hierin slagen.
Nu, we stellen ons constructief op maar dat betekent niet dat we zomaar blind ons vertrouwen kunnen geven. Men spreekt van afwijkingen op de woningkwaliteitsnormen. Die beslissingen zijn maandag al genomen door de regering. We zijn daar wat bezorgd over. Het zal moeten blijken. Dat luik zit nog niet in het ontwerp van decreet, maar – ik kijk naar de collega’s van de meerderheid – ik ben ervan overtuigd dat we samen in de commissie Wonen daar een systeem voor kunnen vinden. Hoe gaan we daar toch een minimale controle op doen? We gaan wat toegeeflijk zijn op het vlak van watervlekken en elektriciteit. Dat is oké. Maar op termijn, binnen enkele weken of maanden, moet daar toch een systeem op staan dat we daar toch een beetje controleren.
Ik lees in jullie voorstel van decreet dat lokale besturen vandaag niet strenger kunnen zijn. Dat is een goede optie. Maar we zullen dat toch moeten bekijken omdat – dat zeiden we ook vorige week en de minister was daar ook akkoord mee, dat gebeurt niet vaak – we huisjesmelkers geen kans mogen geven. Dit betekent geen carte blanche om misbruik te maken van mensen die moeten huren en die kwetsbaar zijn. Als ik vandaag andere debatten zie over renovaties denk ik soms dat te veel mensen uit de meerderheid niet weten dat er veel huurders zijn in Vlaanderen. Dat is toch iets dat we in het achterhoofd moeten houden.
Er komt ook een opdrachtverruiming zodanig dat sociale woonactoren ook rechtstreeks kunnen verhuren aan tijdelijk ontheemden. Wij denken dat het goed zou zijn dat er toch minimaal een melding komt bij het lokaal bestuur. Wij hopen ten zeerste dat de lokale besturen toch de touwtjes in handen houden en die coördinatie doen. Bijkomend stellen we ons ook vragen bij nieuwe taakstellingen voor woonactoren die een heel, heel korte deadline hebben om een woonmaatschappij te vormen, opgelegd door deze regering. Ook daar gaan we goed moeten bekijken of alles nog haalbaar is. Om nog maar over de kerntaak te zwijgen om meer sociale woningen te bouwen. We weten allemaal dat we daar niet goed zitten in Vlaanderen.
Dan is er ook een mogelijkheid om een specifiek tijdelijk huurregime ook voor particulieren open te stellen. Ook daar wordt er heel veel vertrouwen gevraagd, collega’s. Dat zal op basis van Titel 2 zijn. Meer weten we dan ook vandaag niet. Ook dat is voor ons de reden dat wij maximaal een onthouding kunnen geven. En dat zullen we ook doen.
Ik wilde graag nog wat dieper ingaan op de aankoop van mobiele woonunits door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). Collega Schryvers heeft het er daarnet ook over gehad. Dat is een voorstel. We hadden al in oktober 2021 gevraagd om daar, na de rampen in Wallonië, voor Vlaanderen op in te zetten want die komen ooit wel eens van pas. Ik had niet gedacht dat we zo snel gelijk zouden krijgen. Maar in ieder geval is het goed dat dat er komt. Ik merk wel dat die mobiele woonunits niet ter beschikking worden gesteld van lokale besturen. Daar verwachten wij toch ook wel nog wat beslissingen binnenkort. Dan zijn er de lokale besturen en die nooddorpen. Hoe gaan die eruitzien? Ik denk dat we die hard zullen nodig hebben. Als we meer containerklassen in het onderwijs nodig hebben, zullen we die ook hard nodig hebben, en dat zit hier nog niet in.
Ik apprecieer het wel dat er verder wordt gekeken. Ik weet niet of de Vlaams Belangfractie dat gelezen heeft, maar het is de bedoeling dat die mobiele woonunits achteraf kunnen worden ingezet voor de herhuisvestingsbeweging, een zeer belangrijke problematiek om snel te kunnen renoveren in het sociaal patrimonium. Ik betreur het wel een beetje dat die later voor niets anders mogen worden gebruikt dan voor Oekraïense vluchtelingen. We weten niet hoe het conflict zich verder zal ontwikkelen maar ik hoop dat, als Poetin verdergaat, mensen uit Litouwen of Estland toch ook kunnen worden opgevangen bij ons. Daar zou ik toch, als ik jullie was, nog eens goed over nadenken, want het standpunt van jullie fractie wijzigt ook vaak.
Ik heb jullie voorzitter ook gehoord op de radio. Vorige week moesten we er nog alles aan doen om de Oekraïners op te vangen. Een paar weken daarvoor ging men op de koffie bij Poetin, maar goed. Gisteren hoor ik, ‘ja het is toch beter dat ze in Polen en Tsjechië blijven, we gaan ze toch een beetje minder ver laten komen.’ Ik hoop dat dat niet betekent dat ze tegen volgende week in Oekraïne zelf moeten blijven. Ik zeg het enkel maar omdat jullie graag groots uitpakken met ‘wij volksnationalisten, dit is een broedervolk’. Maar in alle eerlijkheid, als dat is wat je overhebt voor je broedervolk, dan ben je er vet mee om broedervolk te zijn met het Vlaams Belang. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang. Applaus bij Vooruit en Groen)
In ieder geval, ik vind het een prestatie dat dit voorstel van decreet snel kan voorliggen. Er zijn nog heel wat onduidelijkheden. We stellen ons constructief op maar wij gaan ons toch moeten onthouden op dit voorstel van decreet. We kijken uit naar verdere uitwerkingen om op het terrein zo goed als mogelijk het verschil te maken. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik zou heel kort willen reageren. We leggen hier inderdaad een nooddecreet voor voor de huidige noodsituatie. Dat klopt. Ik vind het dan wel wat jammer dat we dat dan aangrijpen om de rekening te maken van het volledige huisvestingsbeleid. Er wordt hier gezegd dat men hoopt dat dit een wake-upcall is. Ongeveer alles wat kan mislopen, loopt blijkbaar mis, ook op het vlak van huisvesting. Wel, ik ga daar niet mee akkoord. Ik denk dat als iemand een plan heeft om ervoor te zorgen dat honderdduizend woongelegenheden kunnen worden gecreëerd, dat plan dan maar boven op tafel moet komen. Ook met de meest gezonde woningmarkt zou dat niet voorhanden zijn. Het is een utopie om dat te denken.
Alle regio’s, alle landen, alle gemeentebesturen zijn nu aan het zoeken hoe ze hiermee omgaan, op welke manier ze hier creatief mee omgaan, wat ze gaan toelaten, waar de grenzen zijn. Maar nu zeggen dat we niet meteen honderdduizend woningen kant-en-klaar hebben staan voor een vluchtelingencrisis en daarmee het failliet verklaren van ons volledige huisvestingsbeleid en ons sociale huisvestingsbeleid, vind ik niet correct. Daar wou ik toch even op reageren.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega Jans, ik snap natuurlijk dat dat wat lastig is, maar het zijn niet wij die begonnen zijn over verdringingseffecten. Het is de minister van Wonen die al een paar dagen bezig is dat we moeten oppassen voor verdringingseffecten. En ik snap die bezorgdheid zelfs. Als er 170.000 mensen op een wachtlijst staan en als er een half miljard euro niet uitgegeven raakt – we hebben daar een paar weken geleden een stevig debat over gehad – dan snap ik dat de uitdaging enorm is en dan snap ik dat de minister denkt: ‘Oeioei, al die mensen die nu al jarenlang wachten, gaan nu nog kwaad worden op mij, omdat er andere mensen aankomen en ook huisvesting nodig hebben.’
Het enige wat ik hier zeg, is dat die boodschap niet nieuw is. En misschien was de druk rond die verdringingseffecten minder geweest, als de Vlaamse Regering een aantal zaken al veel langer had opgenomen en ermee aan de slag was gegaan. Niemand kan toveren, maar u kunt dat toch niet wegsteken. Ik heb hier alle collega’s in het halfrond horen zeggen dat we al met een wooncrisis zitten. Dan is de vraag wie hier de Vlaamse Regering is en wie hier de Vlaamse meerderheid is, die volle verantwoordelijkheid en bevoegdheid heeft in het thema wonen, die voor een keer niet naar de federale overheid kan kijken om de schuld daarop te steken, en die misschien de hand in eigen boezem moet steken en zeggen dat ze die wooncrisis zelf mee gecreëerd heeft.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1192/1)
– Artikel 1 tot en met 10 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.