Report plenary meeting
Report
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, collega's, u kent mij meestal als iemand die hier staat om op een zeer zachte en op consensus gerichte wijze soms wat kritiek te geven op zaken die vanuit het federale niveau een impact hebben op ons Vlaams niveau. Maar nu zal ik een uitzondering maken: ik ga even een actuele vraag stellen over iets waarover ik wat kritisch ben op het Vlaamse niveau.
Iets wat ons allemaal zeer bezorgd maakt, is het feit dat er in Vlaanderen meer dan 70.000 mensen langdurig werkzoekend zijn, wat wil zeggen dat zij meer dan twee jaar een werkloosheidsuitkering krijgen. Sommige mensen krijgen al heel lang een werkloosheidsuitkering. Wij allemaal willen die mensen snel en goed naar werk kunnen helpen, vooral omdat het aantal openstaande vacatures exact overeenkomt met het aantal langdurig werkzoekenden.
In 2017 hadden de sociale partners voorgesteld om een premie voor de aanwerving van langdurig werkzoekenden in te voeren. Die premie zou voor een tewerkstelling van 80 procent ongeveer 4250 euro bedragen. Ik herinner mij dat toenmalig minister Muyters, maar ook ikzelf daar niet zo enthousiast over waren. Want als je aan een werkgever zegt dat hij, als hij persoon x aanwerft, 4250 euro krijgt, dan zou ik niet graag persoon x zijn. Ik vind dat een beetje denigrerend. Als je persoon x aanwerft, dan krijg je er een zak geld bij. Werkgevers zijn op zoek naar waarde in werknemers en medewerkers en die zit in de poule van langdurig werkzoekenden.
We hebben altijd gezegd dat we eerder willen gaan naar maatregelen waarbij we middelen inzetten om die mensen op te leiden, om hen te versterken en op die manier efficiënter te werk te gaan. We hebben ook in ons bestuursakkoord gezegd dat we die premie zouden evalueren. Nu blijkt dat die premie jaar na jaar amper wordt benut. Elk jaar is er een overschot van 16 miljoen euro. Minister, mijn vraag aan u is heel simpel: kunnen we die afschaffen en inzetten voor de opleiding van langdurig werkzoekenden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, ik had u eigenlijk vorige week op het spreekgestoelte verwacht. We hebben toen namelijk – u die altijd zo kritisch bent tegenover het federale niveau – éíndelijk een protocol kunnen afsluiten met de federale overheid om langdurig zieken te begeleiden. Ik weet dat u mij het een en ander hebt beloofd, maar u was er niet. Deze week bent u er wel, met een kritische vraag. Dat kan natuurlijk ook, al is het is een andere manier van werken. (Opmerkingen)
Voorlopig is hij hier zonder cadeau, maar de week voordien had hij er wel een mee.
Ik zal het simpel houden. Ik deel uw bezorgdheid, omdat ik zelf ook zie dat de premie die werd ingevoerd in de vorige legislatuur niet of niet naar behoren werkt. U kunt wel zeggen dat minister Muyters wat kritisch was, maar ik ga mij niet aan zo'n gedrag bezondigen. We zaten samen in de regering en we hebben ze samen ingevoerd en daarbij een sociaal akkoord gerespecteerd.
Maar we zien nu na een aantal jaren dat een van de maatregelen die we ingevoerd hebben niet het resultaat heeft dat het zou moeten hebben. Als u me dus vraagt of ik bereid ben om die premie stevig te hervormen, is mijn antwoord resoluut ‘ja’.
Ik deel trouwens uw bezorgdheid over het feit dat je in eerste instantie moet zorgen dat middelen die je inzet naar mensen gaan, naar mensen die toegeleid moeten worden naar een job. Maar ik wil toch ook meegeven dat VDAB hier niet bij de pakken blijft neerzitten. Vandaag is het zo dat elke langdurig werkzoekende opnieuw geïndiceerd wordt. We bekijken dus of dat wel iemand is die naar een reguliere job toegeleid kan worden. Als blijkt dat dat zo is, dan gaan we hem straks zeer intensief begeleiden naar een job met de GLOW-partners – dat is een totaal nieuw initiatief. Als blijkt dat die persoon niet toeleidbaar is naar een reguliere job, dan is er straks het individueel maatwerk, waarbij mensen effectief ook een plaats, met begeleiding, kunnen krijgen op de werkvloer.
Collega Ronse, we zijn ondertussen ook aan het onderhandelen over een nieuw sociaal akkoord. Die premie ligt natuurlijk opnieuw op tafel. De vraag is of je zomaar kunt zeggen dat werkgevers geen recht hebben op een vergoeding als ze iemand met een heel grote afstand tot de arbeidsmarkt aanwerven. We zien dat de premie voor oudere werknemers wel werkt. Maar ik ben het absoluut met u eens dat de tijd van geld geven zonder dat er begeleiding voorzien wordt, voorbij is.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik had niet verwacht dat u me zo gemist zou hebben na een week afwezigheid. Het is vertederend. Ik sta hier vandaag met lege handen, maar het feit dat u wilt ingaan op mijn vraag om die premie minstens grondig te hervormen en minstens te komen tot een systeem waarin we investeren in opleiding of begeleiding, zoals bij maatwerkafdelingen en dergelijke, vind ik een goede zaak die alle lof verdient. Mijn vraag is: hoe ziet u dat nu zelf, geheel persoonlijk? Mocht u carte blanche krijgen en niet hoeven te overleggen, hoe zou dat systeem er dan uitzien? Wanneer wilt u dat invoeren? Persoonlijk vind ik dat we al in 2023 een nieuw systeem moeten hebben. Elk jaar gaat het toch over 18 miljoen euro. Vorig jaar zijn er maar 808 van die premies toegekend. Ik vraag me trouwens ook af of een werkgever die die premie krijgt, die werkgever niet aangeworven zou hebben mocht hij die premie niet gekregen hebben. Ik denk dat daar heel veel ‘deadweight’ in zit. Laten we dus spaarzaam en slim omgaan met onze middelen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Er is altijd heel veel vreugde over bekeerlingen in de hemel. Ik ben heel blij dat zowel de N-VA als CD&V hun fouten uit 2017 inzien. Want we hebben toen gezegd dat die aanwervingspremie niet zou werken, dat mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag houden duurzame investeringen vraagt, bijvoorbeeld in de loonkost. Ik zou daar nu dus alvast opnieuw voor willen pleiten.
Ten tweede: investeer ook in maatwerk. Investeer in die sociale economie, in individueel maar ook in collectief maatwerk, zodat mensen die werkzoekend zijn en willen werken, kunnen werken en dat ook de werkgevers daarvoor maximaal gesensibiliseerd worden. (Applaus bij Vooruit)
De heer Ongena heeft het woord.
Proficiat, collega Ronse, voor uw actuele vraag over Vlaams beleid. Ik juich dat toe. U legt natuurlijk de vinger terecht op de wonde: er zijn 70.000 mensen langer dan twee jaar werkzoekend in Vlaanderen en dat aantal daalt niet. Het is duidelijk dat die aanwervingspremie zijn effect mist. Ik denk dus dat het heel goed is, minister, dat u die tegen het licht wilt houden en wilt aanpassen. Maar ik maak me een beetje zorgen, omdat in het regeerakkoord ook staat dat we gaan naar een doelgroepkorting op maat. Volgens de echo’s die ik daarover opvang, gaat men daarvoor opnieuw kijken naar de duur van de werkloosheid als criterium, terwijl die aanwervingspremie toch wel aantoont dat we ons vragen moeten stellen bij dat criterium. Mijn bijkomende vraag is dus: kunt u al een tipje van de sluier oplichten aangaande die doelgroepkorting op maat die in de steigers staat? Op basis van welke criteria zal die vorm krijgen?
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik denk dat men die maatregel indertijd genomen heeft met de beste bedoelingen. Het is nu aangetoond dat die premie niet heeft gewerkt. Het is dus goed dat u dat erkent. Mijn vraag is heel simpel. Als die maatregel niet werkt en dat budget is nog vrij, hoe gaat u dan dat resterend budget investeren? Gaat u dat investeren in opleiding? Of gaat u dat effectief investeren in die werklozen om hen toch aan het werk te krijgen? Want de premie heeft niet geholpen om hen aan het werk te krijgen.
Dus concreet: welke maatregelen zult u nemen, en vooral, binnen welke termijn?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Het klopt inderdaad, zoals collega Ronse zei, dat ongeveer 38 procent van de werkzoekenden langdurig werkloos is. Die cijfers tonen jammer genoeg aan dat het aandeel langdurig werklozen de afgelopen jaren, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt, nauwelijks gedaald is. Het afgelopen jaar daalde het aantal langdurig werkzoekenden met 2,5 procent. Ter vergelijking: de algemene werkloosheid daalde met bijna 15 procent. We moeten eerst en vooral vermijden dat werkzoekenden langdurig werkzoekend worden. We moeten snel schakelen, zodat elke werkzoekende een passende job kan verwerven. Elk potentieel talent moet worden ondersteund, om zijn kansen op een job te vergroten, ook de langdurig werkzoekenden.
In het Vlaams regeerakkoord staat inderdaad dat de aanwervingspremie geëvalueerd en bijgestuurd zal worden. We zijn blij, minister, dat u dat zopas bevestigd hebt. We moeten de nieuwe instrumenten om langdurige werkloosheid aan te pakken een kans geven. Pas dan kunnen we evalueren of een bijsturing van het doelgroepenbeleid nodig is. Het beleid moet op maat van de werkzoekende, en het doel is uiteraard een duurzame tewerkstelling.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor alle zeer geïnteresseerde aanvullingen.
Collega Muyters kan nog altijd woordeloos met mij communiceren. Hij was daarnet aan het fluisteren. U hebt het niet gehoord, ik wel. Zo gaat dat. Maar toen collega Gennez een opmerking maakte, zei collega Muyters: ‘het was op vraag van het ABVV’. Die premie is er volgens collega Muyters dus gekomen op vraag van de socialistische vakbond zelf. Dus laat iedereen hier een beetje aan introspectie doen, dat zou…
Zeker, ik ben lid van het ABVV, maar ik praat namens Vooruit.
Dat prikte, vermits u tussenkomt. En uw micro werkt als u tussenkomt. Bij mij werkt dat nooit, als ik wil tussenkomen met een persoonlijke opmerking.
In elk geval, ik denk dat we het er kamerbreed over eens zijn dat de premie, zoals ze vandaag geconcipieerd is, niet werkt.
Collega Ronse, u spreekt over ‘deadweight’. Dat geloof ik eigenlijk niet, ten eerste omdat de premie niet automatisch wordt uitbetaald. Je moet ze aanvragen. En ten tweede krijg je ze pas na een jaar volledig uitbetaald. Een van de problemen is dat veel werkgevers een beetje aarzelen, door die ‘duurzame tewerkstelling’. Ze vragen zich af of ze dat wel zouden doen, onmiddellijk een contract geven aan iemand die al twee jaar niet meer aan de slag is. Men zegt mij dat dit een van de redenen is waarom de activapremie die vroeger bestond eigenlijk beter werkte dan de premie die nu bestaat.
Wat zouden we nu kunnen doen? Collega Ronse vraagt er ook naar. Wel, duurzame begeleiding op maat zie ik wel zitten, maar we zien dat de grootste indicator om niet aan werk te geraken net de lange duur is waarin je niet tewerkgesteld bent. Dat is bij langdurig zieke mensen ook zo. Na meer dan een jaar zie je dat de onmogelijkheid om herin te treden bijna honderd procent is. Bij zeer langdurige werkloosheid is dat ook zo. We moeten dus echt gaan investeren in de omkadering en begeleiding, en voor mij moet dat op maat. Ik denk dat er sowieso een duurparameter blijft. Wie gaat anders beoordelen wat het probleem is? Maar in de begeleiding die er moet bij komen, collega Ronse, daar moet je op maat van mensen gaan werken, als ik mocht kiezen. Voor de ene is er veel nodig, voor de andere weinig. Dat is net wat we doen bij individueel maatwerk. Een dergelijk langdurig concept zou ik ook heel graag toegepast zien op mensen die langdurig werkzoekend zijn.
U weet dat alle sociale partners er heel sterk voor pleiten om terug te gaan naar een RSZ-korting (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid), daar is al een advies over geweest. Zij pleiten dus om niet meer te werken met een premie die je moet aanvragen, maar wel met een korting die je per kwartaal kunt krijgen. Ik heb me daar nog niet over uitgesproken, maar ik zie dat dat een unanieme vraag is. Maar tegelijk merk ik ook dat alle sociale partners inzien dat de premie, die ze zelf gevraagd hebben, niet werkt zoals ze vandaag geconcipieerd is. En tegelijk vragen ze ook allemaal om te voorzien in datgene wat collega Ronse zei: begeleiding.
Ik vind het dus niet fout dat je een stuk tegemoetkomt in de loonkost, zoals collega Gennez zegt. Een RSZ-korting is tegemoetkomen in de loonkost, dat kun je niet anders zien, maar daarnaast moet er een stuk begeleiding staan. Ik denk dat dat een concept is waarmee we zouden kunnen werken.
Collega Malfroot, u vroeg wat we doen als er budget over is. Wel, als je weet dat je wat te veel budget hebt, investeer het dan in mensen. Iedereen die we in een duurzame tewerkstelling krijgen is een goede zaak, voor de inkomsten van onze regio, maar ook voor het vertrouwen van mensen.
Collega Vanryckeghem, ik ga volledig akkoord met uw opmerkingen, maar ik heb u het kader gegeven waarbinnen er volgens mij aan een oplossing gewerkt kan worden die ons niet meer hoeft te kosten dan wat vandaag voorzien is, maar die er wel voor kan zorgen dat het voor werkgevers eenvoudiger wordt en dat er voor langdurig werkzoekenden een betere omkadering is om een job te vinden.
De heer Ronse heeft het woord.
Eerst en vooral, ik was even in paniek, omdat u de slotrepliek die collega Muyters me hier subtiel had toegefluisterd, deelde.
Twee, ik ga mij bekeren. Ik ga inderdaad minder vragen stellen over het federale niveau, want als ik dingen vraag over het Vlaamse niveau, word ik op mijn wenken bediend.
Ik ben heel blij dat dit hervormd wordt. Het zal ten goede komen aan heel veel mensen die op dit moment langdurig werkzoekend zijn. Het is ook belangrijk dat werkgevers ook door vooroordelen heen kijken. Als je die mensen aan een werkgever aanbiedt met een zak geld en een premie, dan versterk je net de vooroordelen over die mensen. Als je die mensen aanbiedt en de werkgever tegelijkertijd begeleidt om die mensen goed te integreren op de werkvloer en er sterke werknemers van te maken, dan bied je hun een goede dienst. Ik ben ook blij dat we het hierover bijna kamerbreed eens zijn. Fantastisch. Dank u wel. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.