Report plenary meeting
Report
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de motie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Het is eigenlijk heel simpel. Na de interpellatie die we gehouden hebben in de commissie Algemeen Beleid bij minister-president Jan Jambon, vragen we om voor een aantal gemeenten in Vlaanderen die er bij de overstromingen en wateroverlast in juli vorig jaar langs gevallen zijn bij het Rampenfonds, onder andere de gemeenten Herk-de-Stad en Zoutleeuw, te kijken of er buiten de parameters die nu in rekening gebracht worden, geen andere elementen zijn, onder meer van de ambtenaren van officiële Vlaamse instanties die ter plaatste geweest zijn. We vragen om te kijken of die niet kunnen dienen om eventueel in aanmerking te komen, om onder andere ook na te gaan bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) of dat kan.
Een tweede zaak die we zeker vragen is om het overleg dat minister-president Jambon heeft opgestart met de Federale Regering zeker verder te zetten en inderdaad te proberen om dat alsnog tot een goed einde te brengen.
De derde vraag is om de erkenningscriteria voor de tussenkomst van het Vlaams Rampenfonds te evalueren en desgevallend bij te sturen om discrepanties tussen de vaststellingen op het terrein en de wetenschappelijke adviezen te vermijden.
Vier is de uitbreiding en de verfijning van het meetnet, want het is natuurlijk heel moeilijk om te zeggen dat gemeenten en steden niet erkend worden als er geen meetpunten op hun grondgebied zijn.
Tot slot is er het investeren en de nodige maatregelen nemen om de effecten van deze extremere weersomstandigheden te milderen, zeker in het stroomgebied waar het voorgevallen is en zeker in de stroomgebieden en gemeenten die er nu buiten gevallen zijn. Hierover had ik gisteren een vraag in de commissie Leefmilieu. Die is uitgesteld door omstandigheden, maar die zal wel voorwerp uitmaken van verdere besprekingen in de commissie Leefmilieu.
Zoals er in dit Vlaams Parlement vaak een oproep gebeurt om iets over de partijgrenzen heen te steunen, wil ik dat hier ook doen. Ik ga ervan uit dat de partijen die deel uitmaken van het schepencollege in Herk-de-Stad en Zoutleeuw, er zeker en vast mee akkoord gaan en dat al diegenen die in de pers verklaard hebben dat het goed zou zijn als die gemeenten nog in aanmerking komen, deze motie ook gaan steunen.
Mijnheer Vandenhove, mijn excuses voor het feit dat de stemming al was begonnen, maar u ziet dat ik uit beleefdheid nog niet heb gestemd.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Ik begrijp de bezorgdheid heel goed. Ik ben van Herk-de-Stad, dus ik heb van dichtbij gezien welke overlast het water veroorzaakte en hoe het weegt op mensen. Ik ga in op uw vragen wat betreft de evaluatie van de criteria: die werden op 30 oktober 2020 vastgelegd in een besluit van de Vlaamse Regering. Dat besluit is door verschillende adviesorganen gegaan, onder andere de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV), de Vlaamse Toezichtscommissie voor de verwerking van persoonsgegevens, maar ook Boerenbond en het kabinet Landbouw werden betrokken. Ze hebben zich hier allemaal over kunnen uitspreken. Sinds die recente regelgeving zijn er twee rampen erkend: de droogte van 2020 en de wateroverlast van afgelopen zomer. Ik vind dat we het werk van die adviesorganen niet meteen in twijfel moeten trekken na twee rampen. We moeten niet meteen twijfelen aan het werk dat die mensen geleverd hebben. Denken dat die criteria niet kloppen? Het is nu te vroeg om al aan die criteria te sleutelen, om daar te evalueren en te wijzigen.
Ten tweede mag de vraag naar de meetpunten en de werking hier al zeker gesteld worden. Waar ik me persoonlijk zorgen over maak, is dat die meetpunten voldoende fijnmazig of gebiedsdekkend zijn. Zelf heb ik daar twijfels over, maar de minister-president heeft in zijn antwoord in de commissie al aangeven dat er een evaluatie loopt. Het doel is om de rapportage te stroomlijnen en te bekijken of het meetnet verder verfijnd moet worden. Die evaluatie wordt uitgevoerd worden door het team Rampenfonds, samen met het waterbouwkundig laboratorium en de VMM. Afhankelijk van de resultaten zal er bijgestuurd worden. Laten we dus wachten tot die evaluatie is afgerond. De moties zijn op dit vlak dus zonder voorwerp. Wat jullie in de motie vragen is ook onze vraag, maar het gebeurt al. De evaluatie is lopende.
Wat betreft de kunstmatige dijkbreuk heeft de Limburgse gouverneur gehandeld als federale ambtenaar tijdens de federale rampenfase. Hij handelde te goeder trouw in een noodsituatie en voorkwam erger. Federaal minister Verlinden zei vorige week in de commissie Binnenlandse Zaken dat ze met haar dienst de zaak opnieuw aan het analyseren is. Dat is alvast een stap in de goede richting. Opnieuw is deze motie dus achterhaald.
Wat betreft de vraag naar een globaal plan voor het Demerbekken: hier zet minister Demir haar schouders onder. Ze nam al verschillende maatregelen om de druk op het Demerbekken te verlichten. Ik zal daar verder geen toelichting over geven, maar ik verwijs naar het antwoord op mijn schriftelijke vraag, dat gepubliceerd staat. Met andere woorden, er gebeurt door de Vlaamse Regering al heel wat op het terrein.
Collega's, de wateroverlast van juli 2021 heeft veel leed veroorzaakt. We moeten er zeker onze conclusies uit trekken. De kern van de motie, de algemene bezorgdheid, die ondersteun ik ten volle. Maar ik zie dat de minister-president de nodige stappen onderneemt om te evalueren en ik heb er vertrouwen in dat er goede besluiten uit zullen worden getrokken. Ik heb ook vertrouwen in de structurele aanpak van minister Demir. Onze fractie zal deze motie daarom niet goedkeuren.
De heer Danen heeft het woord.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om nu een korte tussenkomst te houden, aangezien ik de motie die volgt, dan niet meer hoef toe te lichten, aangezien die hetzelfde voorwerp behelst.
Een van de belangrijkste taken van een overheid is het beschermen van haar burgers, preventief als het kan en curatief als het moet. En hier gaat het over de curatie. Met andere woorden: er is een ramp gebeurd en er moet worden bekeken wat er moet gebeuren.
In april 2019 is er een decreet gestemd. We zijn ervan overtuigd dat dat vandaag aan evaluatie toe is, omdat we inderdaad merken dat in een aantal gemeentes, zoals Herk-de-Stad en Zoutleeuw de criteria blijkbaar niet voldoende zijn om hen te laten gebruikmaken van dat fonds, terwijl we toch met onze eigen ogen kunnen vaststellen dat er een ramp is gebeurd.
We vragen dan ook dat de criteria worden geëvalueerd om te spreken van hevige regenval en vervolgens van een ramp. Ten tweede vragen we dat de criteria worden geëvalueerd om te bekijken of een overstroming als ramp kan worden erkend. Ten derde – en dat is hier misschien het belangrijkste – vragen we dat er bij duidelijk en evident vast te stellen schade altijd een advies wordt gevraagd aan de bevoegde instanties. In het geval van Herk-de-Stad is dat niet gebeurd en dat heeft toch wel zeer vergaande gevolgen. We hebben een heel eenvoudige, heldere en eenduidige motie ingediend die dat soort dingen vraagt om de decreetgeving van april 2019 te evalueren. Dat is een vraag aan de regering. Ik hoop dat jullie dat kunnen steunen.
Einde van de stemming.
Stemming nr. 12
Ziehier het resultaat:
119 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
51 leden hebben ja geantwoord;
68 leden hebben neen geantwoord.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de motie niet aan.