Report plenary meeting
Report
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Cathy Coudyser, Orry Van de Wauwer, Stephanie D’Hose, Elisabeth Meuleman, Katia Segers en Marius Meremans over de ondersteuning en relance van de brede cultuursector tijdens en na de coronacrisis.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Collega’s, vrijdag is er opnieuw een Overlegcomité, met mogelijk het schakelen naar een ander niveau na de invoering van de coronabarometer, die de cultuursector toch een groter houvast moet geven. Maar naast die coronabarometer hebben we een aantal aanbevelingen voor de Vlaamse Regering om verder in te zetten op de ondersteuning en de relance van de sector. Ik denk dat het belangrijk is om deze aanbevelingen nog voor vrijdag aan de Vlaamse Regering over te maken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot spoedbehandeling is aangenomen. Dan stel ik voor dat het voorstel van resolutie onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Cathy Coudyser, Orry Van de Wauwer, Stephanie D’Hose, Elisabeth Meuleman, Katia Segers en Marius Meremans over de ondersteuning en relance van de brede cultuursector tijdens en na de coronacrisis.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Collega’s, vandaag willen we een belangrijk signaal uitsturen naar de brede cultuursector, en dat over partijgrenzen van meerderheid en oppositie heen. De aanleiding is eigenlijk het Overlegcomité van december, waarbij alle betrokken partijen voor dit voorstel van resolutie ook regeringspartijen zijn. Dat Overlegcomité van december heeft uit onzekerheid voor de delta- en de omikronvariant en de druk die dat met zich zou meebrengen voor ons gezondheidssysteem, drastische beperkende maatregelen genomen die er echt wel inhakten bij de cultuursector.
Eén cultuurorganisatie heeft die maatregelen ook aangevochten bij de Raad van State, die effectief oordeelde dat ze buiten proportie waren. Collega's, dat signaal van de Raad van State, maar ook de nood van de sector aan een langetermijnperspectief in deze onzekere tijden, werden wel degelijk opgepikt door de verschillende regeringen in dit land en resulteerden in de geboorte van de coronabarometer, die een houvast kan zijn bij de schommelingen van het virus.
Maar niet enkel de ministers, ook de parlementsleden voelen mee met en zijn nauw betrokken bij een sector die door de coronacrisis enorm zwaar getroffen is, vandaar ons gezamenlijke engagement om de Vlaamse Regering op te roepen de sector op korte termijn verder te ondersteunen en te begeleiden, maar ook op langere termijn de sector een duurzame doorstart te laten maken op alle vlakken, en toch ook rekening houdend met de nieuwe realiteit na corona. Digitalisering, nieuwe verdienmodellen, zuivere lucht, energie en klimaatuitdagingen zijn met de coronacrisis nog belangrijker geworden, net zoals ook de noodzaak om de brede cultuursector verder te laten groeien in professionaliteit, met gezonde businessmodellen, en te laten evolueren naar een economisch sterke sector met een duurzame arbeidsmarkt.
Gelet op de breedheid en de specificiteit van diverse deelsectoren, vraagt elke deelsector bijzondere aandacht. Een eerste aanzet van tekst haalde het akkoord van de meerderheid niet, waarop we dan met een nieuwe lei begonnen zijn, wat resulteerde in het voorliggende voorstel van resolutie.
Collega's, de sector was als een van de eersten getroffen. We kenden een opeenvolging van sluitingen en voorzichtige heropstartfases, met steeds andere of nieuwe beperkingen onder invloed van de evolutie van het virus en zijn varianten. Alle begrip dus dat dat voor frustraties zorgt, maar ook voor kopzorgen: kopzorgen rond personeel dat na al die tijd van onzekerheid andere oorden opzoekt, cultuurwerkers die niet kunnen repeteren of spelen, het mentale welzijn dat telkens opnieuw een deuk krijgt, derving van inkomsten met financiële zorgen, zoektochten naar alternatieven, boekingen, omboekingen, annulaties. Kwetsbare spelers waren er al voor corona, maar die hebben het nu bijzonder lastig.
Wat telkens weer opvalt, is ook de veerkracht die in de culturele sector groot is, heel groot. En net daarom willen we hen nu een hart onder de riem steken om te blijven volhouden en willen we gezamenlijk dit signaal geven. Van bij het begin van de crisis, en ook met de oprichting van de taskforce cultuur, heeft de Vlaamse Regering zo goed mogelijk begeleid en afgestemd met de brede en diverse sector en de steunpunten en belangenbehartigers rond bijvoorbeeld protocollen, maar ook nu, bij het tot stand komen van de coronabarometer. Er zal dan ook blijvend geluisterd worden en samengewerkt worden met de sector. Want zij kennen het terrein. Zij kennen de problemen en kunnen helpen zoeken naar oplossingen.
Er werd ingezet op een versterking van Cultuurloket als zakelijk begeleider. En we proberen de sector ook zo goed mogelijk door de crisis te loodsen en ook financieel te ondersteunen.
Naast de subsidies die doorliepen en de bijkomende sectorspecifieke steun, zoals het coronanoodfonds, de activatiepremie en het innovatiemechanisme, werden ook de generieke economische steunmaatregelen van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) zoveel mogelijk toegankelijk gemaakt voor de brede cultuursector. Volgens de laatste cijfers die ik opvroeg rond die financiële ondersteuning, gaat het nu al over 194 miljoen euro steun. De steun wordt nog steeds voortgezet, bijvoorbeeld met het Vlaams beschermingsmechanisme en de globalisatiepremie.
Maar onze oproep nu aan de regering is duidelijk: blijf waakzaam, ook al zien we stilaan het licht aan het eind van de tunnel. Samen met de brede cultuursector moeten we nu de rug rechten en ons richten op de toekomst. Daarom zijn de belangrijkste aanbevelingen die we doen de volgende. De coronabarometer biedt de sector en de overheid nu een goed en voorspelbaar sectoroverschrijdend kader om de crisis, zolang ze nog duurt, beter te beheren en de sector hoop en perspectief te geven. Maar essentieel zijn en blijven heldere en hanteerbare protocollen die opgemaakt zijn door en met de sector. Indien wenselijk en ook nodig, vragen we dat de coronabarometer mogelijkheden biedt tot regionale differentiatie en maatwerk op basis van het specifiek regionaal ecosysteem van onze gewesten en gemeenschappen.
We vragen ook om de economische en maatschappelijke impact van de crisis blijvend in kaart te brengen en te monitoren om, als het nodig is, de gepaste ondersteuning op maat van de sector en met bijzondere aandacht voor de kwetsbare spelers te bieden. Het is daarbij belangrijk dat de gesubsidieerde culturele actoren ook in periodes met beperkende maatregelen – maar laten we hopen dat die er niet meer komen of er zo weinig mogelijk komen – solidariteit tonen om de cultuurwerkers correct te verlonen.
We willen ook dat we het momentum van die heropstart kunnen aangrijpen om in te zetten op vorming en competentieontwikkeling van cultuurwerkers en om echt een lans te breken voor ‘fair pay’ en ‘fair practices’. Enkel zo kan die sector verder evolueren tot een gezonde economische sector met een duurzame arbeidsmarkt en met aandacht voor kwetsbare spelers. We hopen dan ook dat de hervorming van het kunstenaarsstatuut die de federale overheid momenteel voorbereidt, de nodige hefbomen voor de cultuurwerkers in een duurzame arbeidsmarkt bevat.
We gaan met de expertise van steunpunten en belangenbehartigers aan de slag om de specificiteit en de noden van de verschillende deelsectoren te bewaken en oplossingen op maat te voorzien. Vooral ons rijk verenigingsleven, met vele vrijwilligers, moet heropleven. Maar even belangrijk is ook om het publiek te motiveren om opnieuw cultuur te beleven in veilige omstandigheden. Cultuur kun je beleven als toeschouwer maar ook als participant, als amateur of als vrijwilliger. Cultuur heeft jullie dus nodig. En jullie hebben cultuur nodig. Een grote campagne die veel geld kost, is niet nodig. Dat geld zetten we beter duurzaam in, rechtstreeks voor de sector. Maar we vragen de regering wel om te stimuleren dat iedereen zoveel mogelijk kan deelnemen aan cultuur.
Zoals al aangegeven, bieden het plan Vlaamse Veerkracht maar ook andere hefbomen kansen om nu volop in te zetten op en te in investeren in infrastructuur. Digitalisering, een goede luchtkwaliteit, duurzaamheid en innovatie moeten onze leidraad zijn in die verdere relance. Daarmee kan de Vlaamse cultuursector kwaliteitsvolle cultuur aanbieden aan alle Vlamingen, maar ook blijvend een belangrijke speler zijn op de internationale cultuurscene. Ik dank jullie. (Applaus bij de N-VA)
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Voorzitter, we zitten nu bijna twee jaar in de pandemie. Dat was een heel moeilijke periode voor heel veel mensen, voor heel veel sectoren. Vandaag hebben we het hier specifiek over de cultuur- en evenementensector. De voorbije twee jaar is er vanuit deze Vlaamse overheid en ook vanuit de federale overheid enorm veel gebeurd en werden veel inspanningen geleverd om die cultuursector zo goed mogelijk door die coronacrisis te loodsen.
We hoorden een en dezelfde kritiek wel altijd terugkomen en dat was dat die sector nood had aan duidelijkheid en aan perspectief. Ik denk dat die duidelijkheid en dat perspectief er met die barometer, waartoe we ook al langer opriepen, zijn. We zijn nu nog altijd in code rood. Gelukkig kan al redelijk veel voor de cultuursector. Op voorwaarde van een goede ventilatie, goede verluchting, kan tot 70 procent van de capaciteit van de zaal worden gebruikt, maar voor de eventsector en zeker voor het nachtleven is dat nog onmogelijk. Zo zit de muzieksector met een de facto sluiting. Als je alleen maar met een zittend publiek kunt werken, dan blijft het nachtleven nog volledig op slot.
Hopelijk kunnen we binnenkort naar code oranje, maar ook onder die code zullen er nog altijd beperkingen zijn voor een aantal van die subsectoren. Daarom komen we nu bij hoogdringendheid met dit voorstel van resolutie om in elke fase van die coronabarometer steunmaatregelen te kunnen voorzien, want elke fase kent nog altijd een aantal beperkingen die nodig zijn vanuit veiligheidsoverwegingen.
We weten dat de cijfers vandaag goed zijn. We anticiperen op code oranje, die er binnenkort zal komen. Laat ons zelfs hopen dat we naar code geel kunnen gaan, collega Coudyser, maar het omgekeerde kan natuurlijk ook nog altijd gebeuren. Een paar maanden geleden hadden we niet verwacht dat die omikronvariant er zou komen, dus we weten dat het in principe ook kan dat er in de toekomst opnieuw moet worden opgeschaald. Daarom is het belangrijk dat we vragen om per kleurcode in de barometer de nodige steunmaatregelen te voorzien.
We vragen in dit voorstel van resolutie om de generieke steunmaatregelen ook toe te passen voor de cultuur- en evenementensector. Dat is al grotendeels gebeurd. Binnen het Vlaams beschermingsmechanisme is er al aandacht voor die sectoren. Minister Crevits heeft onlangs ook de NACE-codes uitgebreid zodat die sectoren er ook voor in aanmerking komen. In dit voorstel van resolutie vragen we ook meer begeleiding van de sector en om meer promotie te voeren, zodat de sector ook de weg vindt naar de steunmaatregelen waar hij recht op heeft.
Naast die generieke steunmaatregelen vragen we dat er vanuit het beleidsdomein Cultuur echt sectorspecifieke maatregelen worden voorzien, en dat er dan vooral aandacht is voor de kwetsbare derden. Wie zijn die kwetsbare derden? Dat zijn de cultuurwerkers, kunstenaars, technici, die vandaag en de voorbije jaren, heel vaak tussen de mazen van dat beschermingsmechanismenet glipten. Dat probleem is ook zeker heel pertinent voor de evenementensector. We zien vandaag dat voornamelijk technici vaak elders aan de slag gaan. Dat zijn mensen die goed opgeleid zijn. Ze hebben de nodige expertise en ervaring in huis, maar vluchten nu weg uit de sector om elders aan de slag te gaan. Dat is een braindrain die daar aan de gang is. Dat is begrijpelijk, dat zijn mensen die willen werken. Niet iedereen, maar sommigen kunnen misschien beroep doen op tijdelijke werkloosheid of steun, maar dat er een inkomen wordt gegarandeerd is niet het enige wat hier belangrijk is. Aan de slag zijn of werken is ook een vorm van zingeving, zeker wanneer je dat doet uit liefde voor de sector en dan begrijp ik dat sommige mensen daar na twee jaar sluiting genoeg van hebben en andere oorden opzoeken. Dat is wel een probleem voor de evenementensector. Ook dat verlies van die professionele expertise in die sector erkennen wij ten volle in dit voorstel van resolutie.
Collega’s, een voorstel van resolutie is altijd een verzoek aan de Vlaamse Regering. Wij kunnen de cultuursector niet zelf aanspreken, maar wij roepen de Vlaamse Regering wel op om hier de hand naar de cultuursector te reiken. Die draagt zelf ook een bepaalde verantwoordelijkheid en die ontloopt de sector vandaag zeker niet voor alle duidelijkheid. Wat we bijvoorbeeld vragen is dat de overheid samen met de sector op zoek gaat naar manieren om cultuurparticipatie te stimuleren, verder uit te werken en verder te voorzien.
Collega’s, cultuur is ook meer dan kunsten alleen. Dat is ook ons sociaal-culturele veld. Dat is ons rijke verenigingsleven. Dat zijn de amateurkunstenorganisaties, de lokale theatergezelschappen, al die verschillende koren waarvan we er duizenden over heel Vlaanderen hebben. Ook hen moeten we mee zuurstof geven. In dit voorstel van resolutie vragen we om, gekoppeld aan die barometer, heel werkbare protocollen voor dat vrijetijdsleven en verenigingsleven te voorzien. De protocollen moeten werkbaar zijn en niet onderling, voor de verschillende subsectoren, tegenstrijdig zijn. Die anomalieën willen wij wegwerken. Dat is heel belangrijk omdat we op die manier ook zuurstof en ruimte kunnen geven aan de sociaal-culturele sector, aan onze amateurkunsten en ons verenigingsleven.
De tekst die voorligt, is een heel uitgebreide resolutie. Collega Coudyser ging er al uitgebreid op in. Ik denk dat we hiermee tegemoetkomen aan de grootste verzuchtingen vanuit de sector en dat we aanvullend op de bestaande coronabarometer, de sector nog meer perspectief kunnen geven. Het is heel mooi dat dit een resultaat is van een samenwerking van de meerderheid en de oppositiepartijen Groen en Vooruit. Ik hoop ook dat de andere partijen in dit halfrond deze tekst unaniem zullen aannemen, want dan is onze vraag aan de Vlaamse Regering nog sterker. Dat is dan een signaal dat wij allemaal samen de brede cultuursector willen steunen, maar ook het vertrouwen geven aan de Vlaamse Regering om haar beleid voor die sector en de steun aan de sector verder te zetten.
De voorbije jaren waren dus moeilijk voor de sector. Ik heb hier heel veel vragen gesteld voor steun, verschillende collega’s deden dit ook. De Vlaamse Regering heeft heel veel steun voorzien: het Vlaams beschermingsmechanisme, het noodfonds cultuur, het fonds voor lokale besturen specifiek voor cultuur-, sport- en jeugdverenigingen, de cultuurcoronapremie, de culturele activiteitenpremie, enzovoort. De Vlaamse Regering, minister Jambon en minister Crevits hebben enorm veel gedaan voor de sector.
Toch was het moeilijk. Er bleven veel onduidelijkheden bestaan. Het departement heeft altijd geprobeerd om heel snel te schakelen. Toen we hoopten dat de crisis bijna voorbij was, kwam er de derde golf, de vierde golf. Op het einde van vorig jaar werd uit vrees voor de omikronvariant vanuit het Overlegcomité een collectieve beslissing genomen: de sluiting van de cultuursector. Dat is iets wat wij betreurden. We hebben toen ook hier in de plenaire vergadering gezegd dat we de collectieve beslissing van het Overlegcomité betreurden, dat we dat niet begrepen omdat wij die proportionaliteit heel belangrijk vonden. Geen algemene sluiting, ook geen generieke beperking van maximaal x personen ongeacht de grootte van de zaal. Collega’s D’Hose, Segers en ikzelf zijn zelf mee op straat gekomen met de sector. Wat we daar gezegd hebben, is hetzelfde wat we hier zeggen. Uiteindelijk heeft de Raad van State die beslissing toen teruggeschroefd. De coronabarometer is er gekomen en nu is de volgende stap met deze resolutie ook een heel belangrijke steun aan de sector, waarbij we steun vragen per fase in die barometer.
Collega’s, ik hoop dat we dit eensgezind allemaal goedkeuren, niet alleen uit steun voor de sector, maar ook uit liefde voor de sector en ook uit erkentelijkheid dat de sector de voorbije twee jaren een heel moeilijke periode heeft doorgemaakt. Ik hoop op heel brede steun en dat we zo op die manier een heel duidelijk signaal kunnen geven naar de sector van cultuur en evenementen.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Het is al twee jaar dat wij op dezelfde hamer kloppen. Er is eigenlijk één sector die het hardst getroffen is door de coronacrisis. Dat is de cultuur- en evenementensector. Die heeft eigenlijk de grootste omzetverliezen. De reden daarvoor is heel simpel. De essentie van de cultuur- en evenementensector is mensen samenbrengen, mensen doen genieten, mensen entertainen, samen. Dat is net het moeilijkste aan dit virus. Samen rijmt niet met een pandemie waar je de mensen natuurlijk net uit elkaar moet houden.
Ondertussen collega’s, zijn we allemaal virologen geworden. We kijken naar de barometer, naar de grafieken van de ziekenhuisopnames, enzovoort. Daaruit leren we dat het virus gigantisch grillig is. Laat ons toch ook een beetje eerlijk zijn: het beleid is ook soms wat grillig geweest. We zijn af en toe wat jojo geweest. Daarvoor moeten we collectief mea culpa slaan. Dat heeft de sector gefrustreerd en dat heeft heel fel het werk van heel wat kunstenaars, cultuurwerkers en -technici bedreigd. We noemen hen de zogenaamde kwetsbare derden. Ook in precoronatijden wisten we al hoe de financiële situatie van individuele kunstenaars is en we wisten hoe precair die eigenlijk is. Door natuurlijk de lege concertzalen en de lege festivalweides ging het echt wel veel te ver. Kunstenaars waren door het wegvallen van hun werk genoodzaakt om aan te kloppen bij het OCMW of ze hebben aangeschoven bij de voedselbanken.
En, collega's, ik geef toe: ik heb het daar heel moeilijk mee gehad, zeker met het sluiten van de sector eind 2021. Ik heb daarover ook samen met de collega’s – collega Van de Wauwer heeft het daarnet gezegd – mijn ongenoegen geuit, hier in het parlement bij het begrotingsdebat, maar ook later, tijdens de betoging op de Kunstberg. Want ik denk dat het onze plicht is als volksvertegenwoordiger om meer te zijn dan willoze stemrobots. En daar hoort in mijn ogen een engagement naar de sector bij, om te weten wat er leeft, en vooral om in dialoog te gaan.
We hebben nu gelukkig wel een zekere standvastigheid met de cultuur- en de coronabarometer. En gelukkig denk ik dat de code oranje met de dag toch zekerder wordt, zeker als ik de minister van Volksgezondheid deze morgen op de radio hoor. Dus we kijken uit naar een voorjaar dat kan knallen. En ik denk dat er geen betere timing kan zijn voor dit voorstel van resolutie om dit moment aan te grijpen.
Collega’s, ik wil het ook even expliciet met jullie hebben over ‘fair pay’ en ‘fair practice’. Het aantreffen van de artiesten in die rijen van voedselbanken toont eigenlijk aan hoe ongelooflijk kwetsbaar ze zijn. Het is eigenlijk een heel ecosysteem dat ineens, plots werd onderbroken. En wanneer dan natuurlijk prompt die voorstellingen worden geannuleerd, krijgen die kunstenaars in sommige gevallen compleet niets uitbetaald. En ik begrijp dat het voor iedereen in die sector keihard is, en dat het voor iedereen zeer moeilijk is. Maar ik zou toch willen oproepen, samen met mijn collega’s, om ook solidair te zijn, en te denken aan het algemeen belang. De een zijn brood mag ook niet de ander zijn dood betekenen. En dat is een boemerang die vroeg of laat terugkomt. Want collega’s, zonder visagistes geen film of serie, zonder podiumbouwers geen voorstellingen. En elk uitvoerend kunstenaar, we weten dat ondertussen al heel lang, heeft een volledig leger van onzichtbare krachten achter zich staan, en die krachten moeten we zeker ook ondersteunen. En dat doen we in dit voorstel van resolutie.
Dit toont ook het belang aan van meer competentieontwikkeling en competentiedenken in de sector. Ik denk dat we zo verder moeten evolueren naar een gezonde economische sector die een heel duurzame arbeidskracht tot stand brengt. Het is ook een van de elementen uit ons gedragen voorstel van resolutie. En ik denk dat er daar nog veel meer parlementair werk en initiatief in zit. En ik ben persoonlijk ook aan een conceptnota aan het broeden over het sociaal statuut van de kunstenaar. Ik hoop dat we daar in de toekomst samen nog hard aan kunnen werken.
En het is dus wat mij betreft toch wel met enige trots dat we dit voorstel van resolutie bijna kamerbreed indienen. Collega’s, ik denk dat het voor onze commissie de eerste keer is in deze legislatuur dat we dit doen. En het is ook een zeer belangrijk signaal naar de sector toe.
Ik zie dat de collega’s van het Vlaams Belang een beetje ambetant zijn. (Opmerkingen van Immanuel De Reuse)
Wel, ik zou daar even op willen ingaan, collega’s, waarom wij met een aantal partijen dat niet aan jullie gevraagd hebben. Dit voorstel van resolutie is geschreven door mensen die het heel goed voorhebben met die sector, die een heel groot en kloppend hart hebben voor kunst en cultuur. En als ik dan, eerlijk gezegd, bepaalde uitspraken hoor van onze Vlaams Belangvrienden, dan durf ik daaraan te twijfelen. En wij weten dat in dit parlement al langer, maar voor de mensen thuis wil ik er toch twee in herinnering brengen.
Ik denk bijvoorbeeld aan maart 2020. Kunstencentrum Vooruit in Gent voelt de bui hangen, en uit zijn bezorgdheid over het schrappen van de evenementen. En dan moet ik een tweet lezen van collega Brusselmans, die luidt: “Ja maar Cultuur is toch veel belangrijker dan zo een stom virus???” Een maand later zie ik opnieuw eenzelfde houding, wanneer de minister-president de projectenpot voor de kunsten aanvult, een zeer terechte beslissing, voor de tweede ronde. Dan lees ik opnieuw eenzelfde tweet van de heer Brusselmans: “4 miljoen extra geven aan projectsubsidies in tijden van crisis, je moet maar durven.”
Collega's, ik geef even mee dat dit de middelen zijn die bij uitstek individuele kunstenaars bereiken. U weet wel, diegenen die zo hard getroffen zijn, en die we ook willen helpen met dit voorstel van resolutie. Ik vind dat dit eigenlijk een mooi voorbeeld is van het werken van het Vlaams Belang: bij het begin van de pandemie een klein beetje neerbuigend doen over een sector die wil openblijven en dan, wanneer de Raad van State beslist dat de sector mag openblijven, blij gaan tweeten dat de sector open kan. Sorry, collega’s, maar ik vind dat doorzichtig, ik vind dat dat plat-populistisch is. Toen de sector een paar jaar geleden zwaar onder druk stond met besparingen, toen vlogen de beledigingen in het rond. Er stond toen iemand van jullie fractie in de gang te schreeuwen dat het allemaal linkse cultuurbobo’s zijn. Maar nu jullie beginnen te voelen dat de bevolking inzit met die sector, zijn jullie ineens kwaad dat jullie niet meegenomen worden in het voorstel van resolutie. Ik vind voortschrijdend inzicht tof, maar sorry, collega’s, het moet een klein beetje geloofwaardig blijven.
De heer De Reuse heeft het woord.
U bent constant bezig van ‘kamerbreed, kamerbreed’. Zeg dan gewoon direct: ‘Wij hebben u niet gevraagd.’ Ik heb daar ook geen probleem mee, hoor. Ik ben dat ondertussen al gewoon van de democratische partijen, dat ze niet iedereen vragen.
Ik ben aan het uitleggen waarom u niet gevraagd bent. Als u mijn uitleg niet begrijpt, luister dan een keer.
Ik begrijp het heel goed, maar u doet zo heel neerbuigend, zo van: ‘Nu gaat u een beetje zitten smeken om mee te doen.’ Op het moment dat u ‘kamerbreed’ zei, toen zei ik, met mijn lichaamstaal: ‘Het is niet kamerbreed, want u hebt het ons niet gevraagd.’ Niet meer en niet minder. Dat is juist, en terecht.
Ik heb niet gezegd ‘kamerbreed’, ik heb gezegd ‘bijna kamerbreed’.
Collega’s, neem het mij dan niet kwalijk wanneer ik het niet ernstig neem wanneer u zich plots gaat beginnen profileren als de beschermengelen van de cultuursector. We weten ondertussen al hoe jullie denken over die cultuursector.
Ik zou willen eindigen met een positieve noot, collega’s. Ik ben zeer blij dat we op die manier kunnen samenwerken over meerderheid en oppositie heen, en ik hoop dat we dat in de toekomst nog veel meer kunnen doen. Dank u wel.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik ga proberen zo weinig mogelijk te herhalen. De collega’s hebben al voldoende gezegd dat de cultuur- en evenementensector een sector is die heel hard getroffen is geweest, en dat we een ondersteuningsplan nodig hebben. Wat ik persoonlijk echt wel belangrijk vind in dit voorstel van resolutie is dat het niet alleen een plan op korte termijn is, maar een duurzaam ondersteuningsplan op lange termijn. De effecten van corona op de cultuur- en evenementensector zullen niet voorbij zijn op het moment dat wij overschakelen naar code oranje of code geel, of zelfs code groen. Corona heeft erin gehakt bij veel van onze cultuurwerkers. Er zijn onlangs nog een aantal stukken verschenen in de pers over het feit dat men nu wanhopig op zoek is naar cultuurwerkers, technici, en mensen die achter de schermen kunnen meewerken, omdat er door twee jaar corona een enorme braindrain is geweest. Heel veel mensen zijn uit die sector weggelopen omdat het gewoon niet meer houdbaar was. De centen waren op, en het was onmogelijk om als freelancer het hoofd nog boven water te houden, omdat al het spaargeld uit de sector op was.
Het laatste wat we willen, is dat die cultuursector niet meer kan bloeien en voor langere tijd voor een stuk zijn kracht en zijn creativiteit verliest, en nog heel lang die molensteen van corona blijft meedragen. Vandaar dat het zo belangrijk is dat we vanuit Vlaanderen inzetten op duurzame ondersteuning. Er zijn een aantal dingen in ons voorstel van resolutie te lezen, die door de collega’s ook al aangehaald werden, specifiek voor freelancers. Daarbij gaan we heel expliciet inzetten op ‘fair pay’ en op ‘fair practice’. Ook het mentaal welzijn is voor ons belangrijk om in het oog te houden, en we willen ook lang en duurzaam gaan monitoren wat de effecten van corona zijn op de sector, niet alleen economisch, maar ook maatschappelijk. Dat zijn toch wel een aantal zaken waarop wij fier zijn dat ze zijn meegenomen in dit voorstel van resolutie.
Een zekere voorspelbaarheid is voor de cultuursector extreem belangrijk, en ook dat zit in dit voorstel van resolutie. Sioen zegt het ongeveer elke dag op Twitter: cultuur is niet zoals de horeca. Als men beslist dat vanaf 18 februari de deuren weer open mogen, dan kan dat voor een café of een restaurant. Voor de evenementensector en de kunstensector is dat veel moeilijker. Daar gaan maanden van planning, repetitie, decoropbouw enzovoort aan vooraf. Die voorspelbaarheid is voor hen dus heel belangrijk. Ook in die voorbereidende fase kruipt heel veel geld en spaargeld voor men daadwerkelijk kan optreden en er inkomsten komen. Die sector is dus specifiek. Dat we in dit voorstel van resolutie specifieke aandacht geven aan die sectorspecifieke problemen, is echt wel een goede zaak.
Elk van ons had uiteraard een eigen voorstel van resolutie kunnen indienen, of de meerderheid en de oppositie hadden een voorstel van resolutie kunnen indienen, zoals dat zo vaak gebeurt. Dan hadden we misschien nog eigen klemtonen gelegd. Ik denk dat elk van ons wel nog zijn eigen stokpaardjes heeft, zaken heeft die hij nog belangrijker vindt en naar voren wil schuiven. Ik ga niet liegen: bij ons is dat zeker het geval. Aanvankelijk had onze fractie een voorstel van resolutie ingediend, dat een beetje aan de basis van het gezamenlijke initiatief ligt. Daarin kaartten we bijvoorbeeld ook aan hoe belangrijk we de duurzame financiering van de sector vinden. Ik begrijp dat, als het over budgetten gaat, dat moeilijke zaken zijn om op te nemen. Dat is iets wat ministers dan onder elkaar bespreken bij een begrotingsaanpassing. Collega’s, ik wil dat echter nog even aanhalen. Als we immers spreken over ‘fair practice’, ‘fair pay’, aandacht voor freelancers, duurzaam cultuurbeleid, bijvoorbeeld de budgetten die beschikbaar zullen zijn binnen het Kunstendecreet, waarover we de discussie vorige week hebben gevoerd, dan is dat de beste garantie voor ‘fair pay’ en voor ‘fair practice’, als je heel wat organisaties kunt garanderen dat ze voor de volgende vijf jaar subsidies kunnen krijgen en kunnen rekenen op een bedrag waarmee ze kunnen voortbestaan. Ook daarover hebben we – en ook dat stemde me wel heel positief – vanuit de meerderheid echter toch wel de signalen gekregen dat ze er ook op zal aandringen dat er voldoende budgetten zijn voor dat nieuwe Kunstendecreet, om ervoor te zorgen dat de sector inderdaad kan heropleven en die zekerheid heeft voor de komende jaren. Dat hangt daarmee samen, vind ik. Dát zal dan de bal doen rollen, ook richting ‘fair pay’ en ‘fair practice’. Ik ben dus heel blij met die samenwerking, in dit geval, en ook op andere vlakken. Ik hoop dat we verder kunnen werken aan de duurzame ondersteuning van die sector, waarover we ons, los van partijgrenzen – dat voel ik echt wel oprecht zo aan –, enorm bezorgd voelen en die we willen steunen. (Applaus)
Mevrouw Segers heeft het woord.
Collega’s, elke collega heeft het al zowat benadrukt: de cultuur- en evenementensector is een van de sectoren die het al twee jaar lang zeer moeilijk hebben in de crisis. Het is een sector die mensen samenbrengt, en dat in grote groepen samenkomen is nu net wat we al twee jaar lang vooral niet hebben kunnen doen wegens de pandemie. De mensen in die sector zijn bijzonder zwaar getroffen. Er zijn mensen die cultuurwerkers blijven bestempelen als ‘subsidieslurpers’. Wel, die weten niet waarover ze spreken. Het aantal kunstenaars in vast werkverband is een minderheid. De meeste zijn zelfstandigen, freelancers, die van de ene dag op de andere zonder werk vielen. Dat zijn inderdaad niet alleen artiesten, maar ook kabelslepers, mensen die in de vestiaires werken, noem maar op – elke job voor en achter de schermen. Velen zijn gaan werken in andere sectoren en zullen daar misschien ook wel blijven, maar dat is ook niet voor allen mogelijk geweest. Tal van schrijnende verhalen hebben ons allemaal bereikt, van een muzikant die zijn instrument moest verkopen om eten te kunnen kopen tot een topgeluidsman in België die bij het OCMW moet aankloppen, want zolang er geen festivals kunnen plaatsvinden, moet hij rondkomen met een budget waarmee hij na aftrek van zijn huur echt geen eten op tafel zet.
Maar zelfs voor de coronacrisis had de sector het al heel moeilijk. Er waren bij de aanvang van de legislatuur zware besparingen, maar specifiek in deze sector zijn mensen heel vaak tewerkgesteld in slechte statuten of zelfs zonder statuut. Die problemen in de sector zijn door de coronacrisis alleen maar uitvergroot.
De steun die de Vlaamse Regering op touw heeft gezet, heeft er voor een groot deel voor gezorgd dat de sector niet volledig is ingestort. Er zijn vele miljoenen euro's gegaan naar de verschillende steunmaatregelen die de Vlaamse Regering uitdokterde, maar die ook de Federale Regering uitdokterde, om ervoor te zorgen dat de sector niet volledig kopje-onder ging.
Die steun is de redding geweest van cultuurhuizen, organisaties en kunstenaars in donkere tijden, en dat juichen wij toe. Bij elk van de instrumenten die de Vlaamse Regering ontwikkelde, bleek het tegelijk onmogelijk om te vermijden dat de meest kwetsbaren, de zogenaamde kwetsbare derden, vaak freelancers, toch door de mazen van het net bleven glippen.
Ja, collega Coudyser, u verwees naar het federale niveau, waar momenteel zeer hard wordt gewerkt aan een betere sociale bescherming voor de cultuurwerkers. Die gaat er binnenkort komen en is het resultaat van een succesvol, intensief en participatief traject, waar de sector zelf intensief aan meewerkt via het platform ‘Working in the Arts’.
Het is belangrijk dat we die steun nu voortzetten. Het lijkt erop dat we uit de pandemie aan het geraken zijn, maar niemand kan met zekerheid zeggen wanneer mensen zich ook veilig genoeg gaan voelen om opnieuw met zoveel mensen samen te komen.
Het is niet zo dat eenmaal alle maatregelen zullen worden opgeheven, mensen automatisch de weg gaan vinden naar zalen en cultuurhuizen. Het is niet zo dat als de maatregelen worden opgeheven, producties van de ene dag op de andere opnieuw kunnen plaatsvinden. We moeten ons publiek dus aansporen om opnieuw aan cultuur te doen. We moeten de cultuursector ook verder blijven ondersteunen. De crisis zal niet eindigen bij het begin van de endemie, maar nog jarenlang doorgaan.
Daarom heeft onze fractie als eerste in de zomer van 2020, nog eerder dan Groen en de meerderheid, een voorstel van resolutie in dit parlement ingediend om een uitbreiding van de maatregelen te vragen, maar ook om een relanceplan dat de toekomst van de cultuursector moest veiligstellen. Een relanceplan in 2020 bleek al te optimistisch, maar vandaag is het wel aan de orde.
Vandaag hebben we ook de barometer, en die blijft in de komende jaren een belangrijk instrument om hoop en perspectief te geven. Het is heel fijn dat de meerderheid, aangejaagd door Vooruit en Groen, ook een voorstel van resolutie opmaakte, en vervolgens bereid is geweest om onze punten heel collegiaal mee te nemen. Daarom zijn we verheugd dat we over de grens van meerderheid en oppositie heen ons voorstel van resolutie hier kunnen indienen, want de crisis is echt nog niet voorbij.
Ik hoop dat we met dit gezamenlijk voorstel van resolutie een signaal kunnen sturen naar de cultuur- en eventsector dat we hen horen, dat we alles in onze macht zullen doen om ervoor te zorgen dat de sector de crisis overleeft, en dat we de Vlaamse Regering aansporen om dat te blijven doen.
Afsluitend wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om de collega's van de meerderheid en Groen te danken voor het collegiale werk. Tegelijk wil ik hen ook oproepen dat we niet alleen de regering met dit voorstel van resolutie vandaag vragen om snel aan de slag te gaan, maar dat we de komende maanden en allicht jaren de toestand in de brede cultuur- en eventsector van nabij moeten blijven opvolgen en monitoren. We moeten verdere stappen zetten en nadenken over hoe we de lacunes in de sector, die daarin verweven zitten, kunnen oplossen.
Wij van Vooruit denken dat structureel overleg met de creatieve sectoren in de komende jaren blijvend nodig zal zijn om een toekomstgericht plan op te stellen, waarbij er wordt gekeken naar de mogelijkheden om in die sector stabiele contracten en statuten uit te werken, opdat ze steviger staan in een mogelijke volgende crisis of besparingsronde. Werken in de creatieve sector mag niet gelijkstaan aan een broodjob.
Dus wij zijn vanuit Vooruit heel blij om samen deze resolutie te kunnen meestemmen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Collega’s, het staat buiten kijf dat de cultuursector in de breedste zin van het woord door de gedwongen sluitingen en annuleringen tot de hardst door de pandemie getroffen sectoren behoort. Natuurlijk onderschrijven we nadrukkelijk het belang van het ondersteunen van de sector, afgewogen tegen de meer dan nefaste impact van de pandemie op de cultuur- en evenementensector. In theorie zouden we dit voorstel van resolutie dan ook moeiteloos kunnen goedkeuren, ware er niet het spreekwoordelijke addertje onder het gras.
Want we lezen in de tekst, en ik citeer: “de coronabarometer heeft tot doel een grotere mate van voorspelbaarheid in te bouwen in het beheersen van de pandemie.” Dat is natuurlijk larie en apekool. Als de pandemie ons de afgelopen twee jaar iets heeft geleerd, dan is het wel de complete onvoorspelbaarheid ervan. Een coronabarometer was mogelijk een goed instrument geweest prevaccinatie en pre-omikron, maar niet vandaag. De huidige coronabarometer impliceert vandaag bovendien ook nog steeds het gebruik van het Covid Safe Ticket (CST), ook gekend als de vreselijke coronapas, een coronapas waar wij ons steeds hebben tegen verzet. Wie met een barometer werkt gaat ervan uit dat hij de aard van de situatie volledig kent en afhankelijk van de graad van die situatie, veel of weinig besmettingen, meer of minder maatregelen moet nemen. Maar als het coronavirus muteert, verandert de aard van de situatie. Dat was zo met de deltavariant en dat gebeurt ook met omikron. Delta maakte de mensen sneller en ernstiger ziek, omikron verspreidt zich veel sneller, maar lijkt tot nu toe minder zware gezondheidsproblemen te veroorzaken.
Zulke radicaal verschillende situaties vereisen andere maatregelen voor wat wel en niet kan in de maatschappij. Hoe gaan we het organiseren en welke noodplannen moeten we klaar hebben? De creatie van een barometer en daaraan gelinkt een stappenplan loopt bij een nieuwe onverwachte ontwikkeling gegarandeerd stuk. Men kan, zoals in dit voorstel van resolutie wordt gesteld, er nog op zoveel aandringen om de maatregelen van de coronabarometer te implementeren, maar het onvoorspelbare karakter van de pandemie kan nog steeds roet in het eten strooien. Daar zal geen coronabarometer aan verhelpen.
Al even naïef is het om in het voorstel van resolutie te stellen om in de afspraken over de toepassing van de coronabarometer zoveel mogelijk te ijveren voor mogelijkheden voor regionale differentiatie op maat van het specifieke ecosysteem van de gewesten en de gemeenschappen. Het beleid zoveel mogelijk afstemmen op de gewestelijke situatie is ongetwijfeld een nobel doel, maar dat is, collega’s, de afgelopen twee jaar eigenlijk nog nooit gebeurd. Trouwens, bij opbod van maatregelen, om ter stoerst, was de Vlaamse minister van Cultuur zelfs de enige minister van Cultuur in Europa die zijn sector wou sluiten. We weten intussen toch allemaal in hoeverre het federale niveau tot nu toe rekening heeft gehouden met de wensen en de verzuchtingen van Vlaanderen. Of niet soms?
Tot slot, collega’s, nog dit: na veel gepalaver komt men nu met een gemeenschappelijke tekst op de proppen. Voor alle duidelijkheid: dit is geen gezamenlijke resolutie want de op één na grootste fractie in dit halfrond werd bewust uitgesloten en niet betrokken, en dit ondanks het feit dat collega Brusselmans herhaaldelijk en op verschillende manieren heeft gevraagd om betrokken te worden. Ik hoorde daarnet collega’s praten over een voorstel van resolutie dat is ontstaan over grenzen van oppositie en meerderheid heen. Dat is dus niet waar. Ik neem akte van het intentieproces van collega D’Hose ten aanzien van het Vlaams Belang. Zij probeert door te citeren uit individuele tweets een excuus te vinden om het Vlaams Belang uit te sluiten. Hoe triest is dat. Er zijn ook vele tweets van onze parlementsleden terug te vinden waar we ons op een positieve manier uitspreken over de cultuur- en de evenementensector. Collega D’Hose heeft die niet gevonden en neemt ons blijkbaar kwalijk dat we niet steeds meegaan in de denktrant van de meerderheid.
Ook in andere dossiers worden we in dit parlement uitgesloten. Dit is dus een structurele zaak, een structurele uitsluiting. Bespaar me dus uw hypocriete verontwaardiging. De kinderachtige spelletjes van de particratie gaan zelfs in coronatijden blijkbaar boven het belang van de Vlaming in het algemeen, en de cultuursector in het bijzonder. Het zal u dan wellicht ook niet verwonderen, collega’s, dat mijn fractie zal tegenstemmen. Maar ik wil nogmaals benadrukken dat dit niet betekent dat we niet meeleven met de cultuursector, die al twee jaar hard lijdt en dit nog steeds doet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, we gaan het voorstel van resolutie steunen omdat er waardevolle zaken in staan. Ik heb wel één kritische opmerking, namelijk over het zoveel mogelijk ijveren voor mogelijkheden tot regionale differentiatie. Ik dacht dat we in het beleid van deze pandemie net naar wat meer eenheid zochten, en niet nog meer opsplitsen in stukjes. Dus, dat snap ik niet helemaal, maar verder steunen we het voorstel van resolutie.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Collega D’Haese, voor de goede orde, dat gaat over de mogelijke situatie in de verschillende regio’s, zodat we ook verschillende stappen kunnen zetten om de cultuursector zoveel mogelijk open te houden aangezien het een volledig Vlaamse bevoegdheid is.
Collega Deckmyn, u beschuldigt ons van kinderachtige spelletjes, maar u zult de tekst niet goedkeuren omdat u zich uitgesloten voelt. Dat vind ik kinderachtig. U hebt hier de kans om een heel mooi signaal te geven aan de cultuursector. U voelt zich uitgesloten omdat het hypocriet is van ons dat we samenwerking bepleiten, maar net uw partij en de drijfveer van uw partij bestaan erin om mensen uit te sluiten. Van u pik ik dergelijke kritiek natuurlijk niet.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.