Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies en tot opheffing van het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van “Toerisme voor Allen”.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Anaf heeft het woord.
Voorzitter, het ontwerp van decreet met betrekking tot de toeristische verblijven werd uitgebreid in de commissie besproken. Het is nauw gelinkt met het ontwerp van decreet dat straks nog aan bod komt over de jeugdverblijven. In de commissie heeft collega Vandenberghe dit ontwerp van decreet voor zijn rekening genomen, maar gezien de link tussen die twee neem ik nu beide voor mijn rekening.
Ik zal de bespreking in de commissie niet herhalen. Een aantal zaken zijn voor onze fractie belangrijk. Het zijn twee bezorgdheden.
Ten eerste blijven wij, samen met vertegenwoordigers van de sector, bezorgd over de ingeschreven vrijstelling van eerst negen en nu – na het amendement van de meerderheid – zeven toeristische plekken die gratis worden aangeboden op de toeristische markt. Er is in de commissie uitvoerig op ingegaan. Vooruit blijft ook nu nog bezorgd over de impact van die vrijstelling. We blijven voorstander van een regelgevend kader dat kwaliteit, duurzaamheid en rentabiliteit voor de sector vooropzet. Het feit dat dit ontwerp van decreet niet van toepassing is voor wie zeven toeristische plaatsen aanbiedt, staat daar voor ons haaks op. Het zou, denken wij, goed zijn als u alsnog met de sector opnieuw aan de tafel zou gaan zitten, minister, om te bekijken of u alsnog aan hun bezorgdheden tegemoet kunt komen.
Een tweede belangrijk element dat we vanuit onze fractie graag nog willen meegeven, is hoe dit decreet concreet zal worden uitgevoerd. In het bijzonder wat betreft de handhaving is het voor onze fractie belangrijk dat er een efficiënt en effectief handhavingsbeleid wordt ontwikkeld in de uitvoeringsbesluiten. Die handhaving staat of valt met een goede samenwerking tussen Vlaanderen en de lokale overheden. Minister, onze fractie rekent er dan ook op dat u voor die besluiten ook nauw zult overleggen met die lokale besturen, in het bijzonder met onze toeristische steden. Daarover leeft er blijkbaar toch enige bezorgdheid. Maar vooral is er veel bereidwilligheid om samen met de Vlaamse overheid een efficiënt en effectief handhavingsbeleid uit te tekenen.
In afwachting blijft onze fractie nog enigszins terughoudend. En daarom zullen wij ons op dit ontwerp van decreet onthouden.
Mevrouw Talpe heeft het woord
Voorzitter, mag ik voorstellen om het woord aan collega Coudyser te geven, omdat zij het amendement namens de meerderheid eerst zou toelichten.
We werken hier met een beurtrol, maar van mij mag het.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik neem die taak met veel plezier op.
Voorzitter, minister, collega's, het is een wijzigingsdecreet met betrekking tot het toeristisch logies. Het bevat dus een aantal wijzigingen die eigenlijk tot stand zijn gekomen op basis van een evaluatie en in samenspraak met de sector. Op basis van die evaluatie zijn een aantal verbeterpunten naar voren gekomen. De vier belangrijkste aanbevelingen uit die evaluatie worden met dit ontwerp van decreet gevat.
Een eerste aanbeveling was om jeugdlogiezen op te nemen in het Logiesdecreet. Een tweede aanbeveling was de aandacht voor de problematiek van logiesuitbatingen die erkend zijn door Toerisme Vlaanderen, maar stedenbouwkundig niet in orde zijn. Een derde aanbeveling is de nood aan verduidelijkingen rond de situaties waarin de wetgever voorschrijft dat Toerisme Vlaanderen logiesgegevens mag opvragen bij tussenpersonen, dit om de rechtszaken met tussenpersonen zoals Airbnb in de toekomst te vermijden. Ten slotte was er ook een vraag van de campingsector om oneerlijke concurrentie met gratis logiezen, in dit geval vooral camperplaatsen, te beperken.
Ik zoom nog even in op de voorliggende wijzigingen. De eerste wijziging is een belangrijk element en een uitdrukkelijke vraag van de sector, namelijk de herintroductie van het adviescomité voor toeristische logiezen. En daarmee is een advies vanuit de brede logiessector aangaande alles wat met toeristische logiezen te maken heeft, verzekerd. Ik vernam ook dat dit comité na de goedkeuring van dit ontwerp van decreet ook zeer snel zal worden samengesteld, zodat het ook bij alle uitvoeringsbesluiten heel nauw kan worden betrokken. Dat kan al een antwoord zijn op de bezorgdheid die de heer Anaf heeft geuit.
De tweede wijziging is de inkanteling van jeugdlogiezen in het Logiesdecreet. Hostels en sociaal-toeristische volwassen bedrijven waren in 2017 al overgeheveld naar het Logiesdecreet, maar de jeugdverblijven zoals we die nu kennen, de jeugdverblijven A, B en C, bleven in het ‘Toerisme voor Allen’-decreet. Vandaag worden nu ook die jeugdverblijven in dat Logiesdecreet ingekanteld en kan het ‘Toerisme voor Allen’-decreet dus worden opgeheven. Er zullen nu dus ook aparte uitvoeringsbesluiten worden opgemaakt met beschermde benamingen specifiek voor de jeugdverblijven, erkenningsvoorwaarden, comfort- en brandveiligheidsnormen, maar wel degelijk op maat van de jeugdlogiezen.
Er is ook een overgangsperiode van drie jaar voorzien. Het is dan ook van groot belang om heel zorgvuldig en in samenspraak met onder andere het Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT) die uitvoeringsbesluiten voor te bereiden. Ik verneem dat de eerste gesprekken daarvoor ook al werden opgestart en in een heel constructieve sfeer gebeuren. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat dat verder positief verloopt en dat we met die inkanteling in dit ontwerp van decreet ook de kwaliteit, de duurzaamheid en de brandveiligheid van onze jeugdlogiesinfrastructuur verder zullen verhogen. Onze eigen jeugd, maar ook buitenlandse jongeren die op vakantie komen naar Vlaanderen, verdienen dat.
Minister, u hebt ook al bijkomende middelen voorzien om de nodige investeringen in die zin te kunnen doen. Jeugdlogiezen zullen kunnen blijven genieten van een fiscale vrijstelling, wat toch ook niet onbelangrijk is.
Het derde aandachtspunt is de stedenbouwkundige conformiteit. In 2017 hebben we de keuze gemaakt om alleen te focussen op het toeristische aspect van comfort en veiligheid, en dus geen andere bestaande regelgeving, waar uiteraard logiesuitbaters ook rekening mee moeten houden, opnieuw op te nemen in het Logiesdecreet. We behouden dit principe, maar we moeten wel vaststellen dat sommige uitbaters hun logies wel degelijk correct aanmelden bij Toerisme Vlaanderen, soms zelfs een erkenning en comfortclassificatie vragen, maar vergeten dat ze zich ook qua ruimtelijke ordening in regel moeten stellen. Vooral de lokale besturen hebben het daar inderdaad lastig mee, maar ook voor Vlaanderen zelf is het een heel vreemde situatie dat een logies een kwaliteitslabel of een erkenning krijgt van Vlaanderen, maar stedenbouwkundig dan niet in orde is. Daarom hebben we in het ontwerp van decreet de stedenbouwkundige conformiteit toch opnieuw opgenomen als specifieke exploitatievoorwaarde voor de toeristische logies. Decretaal voegen we ook toe dat Toerisme Vlaanderen vanaf nu over de mogelijkheid beschikt om de aanmelding van een logies te herroepen als aan die exploitatievoorwaarden niet wordt voldaan.
Ik wil hierbij wel opmerken dat het niet de bedoeling is dat Toerisme Vlaanderen handhaaft op regels van ruimtelijke ordening. Dit blijft onverminderd de bevoegdheid van andere Vlaamse, provinciale of lokale overheden. Toerisme Vlaanderen heeft daar dus de bevoegdheid niet toe, maar de regelgeving is zodanig complex en heeft vaak ook lokaal grote onderlinge verschillen, zodat toeristische handhavers of ook de toeristische logiescoaches niet altijd de expertise hebben in deze complexe materie. Dus doen ze de handhaving niet.
Daarnaast hebben we wel ook decretaal verankerd dat Toerisme Vlaanderen in het register dat ter beschikking wordt gesteld alle aangemelde logies zal opnemen, dus niet alleen de erkende, zoals het eerder decretaal vastgelegd was. Maar in de praktijk deden we dat al. We leggen hier dus een juridische basis voor een feitelijke situatie die al langer bestond.
Het vierde aandachtspunt wil tegemoetkomen aan de problematiek van Airbnb. In detail wordt nu meer omschreven wat we moeten verstaan onder een steekproef. Bij een steekproef kunnen maximaal de gegevens worden opgevraagd van alle toeristische exploitanten in eenzelfde stad of gemeente. Bijvoorbeeld een hele provincie opvragen kan niet. Wij hopen dat de samenwerking met Airbnb op dat vlak een stuk duidelijker is geworden.
Dan de gratis logies. Het Logiesdecreet, zoals het in 2016 werd goedgekeurd en in uitvoering is sedert 2017, is momenteel niet van toepassing op toeristische logies die gratis worden aangeboden. Om nu tegemoet te komen aan de terechte opmerkingen van de beroepsfederatie Recread voorzag de Vlaamse Regering in het voorliggende wijzigingsdecreet om enkel nog kleinschalige gratis toeristische logies buiten het toepassingsgebied te laten. De grote, vanaf tien plaatsen of eenheden, komen wel onder het toepassingsgebied van het Logiesdecreet. Na een goedgekeurd amendement werd de grens van kleinschalige logies nog teruggebracht tot maximaal zeven eenheden of plaatsen. Vanaf acht eenheden vallen ze dus wel degelijk, ook al worden ze gratis aangeboden, onder het toepassingsgebied van het Logiesdecreet. Na de stemming in de commissie bezorgde de beroepsfederatie Recread echter aan verschillende parlementsleden een nota waarin zij haar bezorgdheid over deze aanpassing van het Logiesdecreet uitte. De juridische nota van Recread geeft aan dat men hiermee het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod zou schenden. De Raad van State heeft echter bij de beoordeling van het decreet nooit expliciet die opmerking geformuleerd, maar om nu geen rechtsonzekerheid te creëren – dat zou in een periode van crisis en corona niet goed zijn voor de toeristische uitbaters – stellen we voor om de minister dit toch nog even verder te laten onderzoeken en de betreffende bepalingen in het voorliggende in de commissie goedgekeurde ontwerp van decreet aan te passen en de bepalingen die daarop slaan voorlopig te schrappen. Door deze schrapping keren we evenwel terug naar de situatie van 2017 waarbij inderdaad opnieuw alle gratis toeristische logies vrijgesteld zijn van het Logiesdecreet ongeacht de capaciteit van het logies, maar we nemen onze tijd om verder in overleg te gaan met Recread. We zijn ervan overtuigd dat we tot een goede oplossing kunnen komen die ook juridisch sterk is.
We kijken ook uit naar de bijdrage van het opnieuw opgerichte adviescomité voor het toeristische logies, dat ons daarbij mogelijk een goed advies kan geven. Daarom moeten we hier een amendement voorleggen, waarbij we artikel 2 en 3, het tweede stukje, schrappen. De verantwoording daarvoor heb ik hier net duidelijk gegeven.
Wij zijn ervan overtuigd dat we met dit ontwerp van decreet echt wel belangrijke verbeteringen aanbrengen aan het Logiesdecreet van 2016, zonder die oorspronkelijke basisfilosofie, namelijk het verminderen van administratieve lasten, vertrouwen in ondernemers, kansen geven aan de sector voor innovatie en duurzaamheid en kansen geven om in te spelen op maatschappelijke trends, uit het oog te verliezen.
We hebben nu alle vertrouwen in u, minister, om in nauwe samenspraak met het adviescomité, de verschillende sectorspelers en de jeugdverblijven, werk te maken van de uitvoeringsbesluiten, want dan zal logeren in Vlaanderen nog kwalitatiever, attractiever, veiliger en comfortabeler zijn. Dank u wel.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega's, het is natuurlijk collega Tine Van den Brande die in de commissie de bespreking van het ontwerp van decreet heeft gedaan. Wij hebben ons toen onthouden bij de stemming. We zullen straks hetzelfde doen, omdat we een aantal vragen en bezorgdheden die er zijn, ook wel delen. Collega Anaf heeft er ook al een aantal vermeld.
Ik denk dat er ook wel echt goede stappen in het ontwerp van decreet zitten. Maar voor ons is het meest fundamentele – en we hebben dat tijdens de bespreking in de commissie ook ingebracht – dat wij rond duurzaamheidsclassificaties een hele stap verder zouden willen gaan. Uiteraard neemt iedereen daar de positie in die hij of zij wenst, maar er is toen vanuit de meerderheid voor gekozen om daar niet op in te gaan. Maar het leek ons toch wel aangewezen om naast comfortclassificaties, een systeem waarbij de reiziger snel kan checken welke kwaliteit en luxe er aangeboden wordt, ook een systeem toe te voegen waarbij de toerist meteen kan checken in welke mate logiezen echt duurzaam zijn. Ik denk dat iedereen van ons aanvoelt dat de toeristische sector in totale transitie is op dat gebied en dat het gewicht van duurzaam reizen alleen maar groter wordt. Het Europees erkende en door het toerisme ondersteunde Green Keylabel leek ons de bestaande ideale hefboom te zijn om daarop verder te werken.
Investeren in duurzaamheid zou op die manier op gelijke voet komen te staan met investeren in comfort. Dat was ook ons voorstel in de commissie. Ook toeristische ondernemers geven steeds meer aan dat zij hun schouders willen zetten onder de transitie naar een duurzaam toerisme, want de toerist gaat steeds bewuster reizen.
De implementatie van dat classificatiesysteem zou snel kunnen gebeuren en biedt tal van voordelen. De erkenning gebeurt namelijk op vrijwillige basis. De toekenning en de controle gebeuren door Toerisme Vlaanderen, zoals nu bijvoorbeeld ook voor de comfortclassificatie gebeurt. Er zou één basisregister zijn dat raadpleegbaar is voor alle partijen, zowel de reiziger, de pers, als de ondernemer. Toeristen zouden in één oogopslag kunnen zien hoeveel sterren een logies heeft, maar ook – en dat is toch wel fundamenteel – hoe duurzaam die plek is. Dus qua transparantie zou dat een enorme stap voorwaarts zijn, maar ook qua kwaliteit. En vooral honoreren en ondersteunen we op die manier ook ondernemers die in de toeristische sector effectief de stap zetten richting duurzaamheid. Het is een welgekomen extra marketingtroef. En toeristen zijn zeker dat het een degelijk kwaliteitsmerk is en dat het niet over ‘greenwashing’ gaat. Ik denk ook dat de minister daar vanuit andere hoedanigheden ook wel met zeer veel bewustzijn naar kijkt.
Hoewel het amendement is weggestemd, doen we toch nogmaals die oproep – hopelijk wordt dat ook met open armen onthaald – om in het actieplan duurzaamheid dat in april dit jaar vanuit Toerisme Vlaanderen zou moeten worden afgerond, deze suggestie mee te nemen. Wij vragen dus ook om extra in te zetten op de ondersteuning van duurzame ondernemers in de toeristische sector, in te zetten op de visibiliteit via het Green Keylabel voor reizigers, de uitbreiding en de bekendmaking van het Green Keylabel verder te ondersteunen en van dit belangrijke ontwerp van decreet, met ook een aantal inkantelingen en zo verder, een momentum te maken om de toeristische sector nog meer ‘future proof’ en duurzaam te maken.
Dat is in de commissie niet aanvaard. We hebben het hier vandaag niet opnieuw voorgelegd, omdat we denken dat het oordeel van de collega’s in de commissie duidelijk was. Maar dat is wel een van de fundamentele redenen waarom wij ons onthouden. We zullen ook in de komende maanden en jaren ten aanzien van de minister blijven opvolgen dat die keuzes rond duurzaamheid consequent gemaakt worden en verder ondersteund worden. Wij zouden dus nog een stapje verder gegaan zijn, maar kijk, we zullen dat verder opnemen in onze opvolging in de commissie.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Collega Coudyser heeft de wijzigingen en de doelstelling eigenlijk al omstandig toegelicht, maar ik geef toch nog graag enkele beschouwingen mee. Ten eerste is onze toeristische sector, en dus uiteraard ook de logiessector, door de aanhoudende pandemie in bijzonder woelig vaarwater beland. De uitdagingen zijn er vandaag nog altijd. Onze ondernemers zijn bijzonder veerkrachtig en ze hebben zich ook al creatief getoond in de voorbije intense periode. Dat siert hen ook. Het is terecht een ambitie van de Vlaamse Regering om die wilskracht en ‘goesting’ om te ondernemen maximaal te ondersteunen.
De update van het logiesdecreet, die hier voorligt, past in die ambitie. Het is niet zo dat het bestaande decreet van 2016 geen goede elementen bevatte, integendeel. We zijn dan ook heel tevreden dat een aantal belangrijke pijlers daarvan worden behouden en zelfs bevestigd, namelijk de focus op de vrijheid van ondernemen, het verminderen van de administratieve lasten, het creëren van een ‘level playing field’ en het vertrouwen in de kracht van onze ondernemers.
Het decreet werd na de evaluatie uiteraard bijgeschaafd, in nauw overleg – en dat vind ik toch bijzonder belangrijk – met alle betrokken actoren. Ik verwijs onder meer naar het luik rond de handhaving van het gelijk speelveld, het herinstalleren van het adviescomité, maar ook kleinere aanpassingen zoals de dubbele benaming, de brandveiligheidsnormen en de comfortclassificaties. Eveneens positief is de inkanteling van de jeugdverblijven, want op de gratis logies na, waarvoor we uiteraard ook willen zoeken naar een optimale regeling, landen we hier nu op een unieke decretale basis voor alle toeristische verblijven in Vlaanderen, ongeacht het type of doelpubliek. Dat maakt het ook een stuk eenvoudiger voor uitbaters, gebruikers en sectorspelers.
We hebben ook hoge verwachtingen voor dat permanent adviescomité, dat opnieuw wordt ingericht. Dat laat ons toe om de vinger aan de pols te houden en in te spelen op nieuwe trends en ontwikkelingen. Collega Coudyser lichtte zonet het amendement toe inzake het vervolgtraject voor de gratis logies. Ook daarbij zal het adviescomité, zoals ze aanhaalde, een belangrijke rol spelen. Zijn eerste opdracht is dus alvast een feit.
Ik eindig met een uiting van onze volledige steun aan het geoptimaliseerde Logiesdecreet. Dit ontwerp van decreet biedt de mensen in de sector een duidelijk kader en een stabiele basis om zich de volgende jaren volop te kunnen focussen op hun passie, namelijk gasten verwennen door hun een aangenaam verblijf te bieden.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, dit ontwerp van decreet werd inderdaad uitgebreid besproken in de commissie Toerisme. Algemeen beschouwd zijn de meeste wijzigingen aan het decreet verbeteringen: minder administratie, een gelijker speelveld – dat is alleszins toch de bedoeling –, de oprichting van een adviescomité, de handhaving, maar bijvoorbeeld ook de opname van de stedenbouwkundige conformiteit als exploitatievoorwaarde voor een logies. Want soms leidde dat inderdaad tot absurde situaties, waarbij een logies niet voldeed aan de spelregels van de ene overheidsdienst maar wel een kwaliteitslabel kreeg van een andere overheidsdienst. De Vlaams Belangfractie vindt deze aanpassingen zeker en vast positief.
Naar aanleiding van de bespreking in de commissie bereikten ons enkele bezorgdheden vanuit de kampeersector. Zo werd er in december een brief gestuurd naar de commissieleden. Een van de bezorgdheden die geuit werden is de zogenaamde oneerlijke concurrentie in het Logiesdecreet: gratis logies vallen niet onder het decreet en moeten dus niet voldoen aan de spelregels waaraan andere zich wel moeten houden. Maar de vrees voor oneerlijke concurrentie is vandaag, met de wijziging van dit decreet, zeker en vast nog niet weggenomen, integendeel. Het gaat over artikel 3. Weet de meerderheid het eigenlijk zelf nog wel? Eerst worden de gratis locaties beperkt tot en met negen plaatsen. Dan dient de meerderheid een amendement in waarbij het aantal plaatsen wordt beperkt tot zeven. Nu dient de meerderheid opnieuw een amendement in om totaal het tegenovergestelde te doen en wordt teruggekeerd naar de oude situatie, waarbij alle gratis toeristische logies vrijgesteld zijn van het Logiesdecreet, en dat terwijl vanuit de kampeersector nochtans gevraagd werd om het aantal plaatsen te beperken tot vier. Want de vrees voor oneerlijke concurrentie blijft bestaan, een bezorgdheid die onze fractie wel kan begrijpen.
Het risico bestaat dat, als deze decreetwijziging vandaag in deze vorm goedgekeurd wordt, er ook niet meer of toch veel minder geïnvesteerd zal worden in kwaliteit en evenmin in het aantal camperplaatsen. Dat moeten we toch zien te vermijden, aangezien het campertoerisme in de lift zit. Ik denk dat het net belangrijk is dat het imago van Vlaanderen verder opgekrikt wordt op het vlak van degelijke camperplaatsen, en dat kan alleen maar als er, net zoals in bijvoorbeeld Nederland, een zeer goede kwaliteit wordt aangeboden. Daar moeten we hier bij ons ook zeker naar streven.
Ik vrees dat een teveel aan plaatsen met een lage of zeer lage kwaliteit misschien net het omgekeerde effect zal hebben en de verkeerde soort toeristen zal aantrekken, aan wie we in Vlaanderen weinig zullen hebben. Ook het veiligheidsaspect mogen we zeker en vast niet vergeten.
Vanuit onze fractie denken wij dat er meer overleg nodig is met de kampeersector om tot een goede oplossing te komen. Daarom zullen wij ons straks bij de stemming onthouden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Als mede-indienster van het Logiesdecreet van 2016 ben ik tevreden dat ik hier vandaag dit ontwerp van wijzigingsdecreet mee kan goedkeuren. Er is al veel over gezegd. Het bestaande Logiesdecreet trad in werking op 1 april 2017. Er is een hele evaluatie geweest, waaruit onder meer bleek dat er nood was aan een permanent adviescomité.
Wat ik nog even wil aangeven, is dat de aanpassing van het Logiesdecreet in een bredere context van de optimalisering van het juridisch instrumentarium van het Vlaamse toerismebeleid kadert. Zo wordt de regelgeving rond de infrastructuuraspecten van de jeugdverblijven, dat nu in het ‘Toerisme voor Allen’-decreet van 18 juli 2003 zit, overgeheveld naar het Logiesdecreet. Hierdoor zal het Logiesdecreet de unieke decretale basis vormen voor alle toeristische verblijven in Vlaanderen, ongeacht het type of doelpubliek van het logies in kwestie.
Het ‘Toerisme voor Allen’-decreet van 2003 kan daardoor worden opgeheven, omdat de andere aspecten van dat decreet met betrekking tot het sociaal toerisme reeds in 2018 werden overgeheveld naar het ‘Iedereen verdient vakantie’-decreet. Het is ingewikkeld, maar ik vind het belangrijk dat het zo genoteerd wordt: ook dat laatste decreet zal de komende maanden moeten worden aangepast nadat juridische problemen opdoken bij de uitwerking van de uitvoeringsbesluiten, onder andere met betrekking tot de staatsteunregels.
Tegelijkertijd – en dat is vandaag echt letterlijk te nemen, want ook dit ontwerp van decreet staat zo dadelijk op de agenda van deze plenaire vergadering en hierover zal collega Tinne Rombouts straks het woord nemen – werd door minister Dalle het ontwerp van decreet tot vaststelling van de regels voor de subsidiëring van jeugdverblijven, hostels, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme voorbereid. Dat is eigenlijk het hele kader waarin dit speelt. Het is ingewikkeld, we hebben er ook moeten op kauwen en er is regelmatig de vraag gesteld hoe we dit allemaal moesten oplossen, maar ik denk dat het vandaag wel goed is en dat het op termijn veel duidelijker zal worden voor iedereen.
De CD&V-fractie zal dit ontwerpdecreet van minister Demir uiteraard goedkeuren, en wel om deze redenen. We staan volledig achter de verduidelijkende wijzigingen van artikels die de handhaving door Toerisme Vlaanderen zullen vergemakkelijken. Daar is een grondig debat over geweest tijdens de bespreking in de commissie. Het is glashelder, en de minister was daar ook duidelijk over: de handhaving van de regelgeving met betrekking tot de ruimtelijke ordening en stedenbouwkundige voorschriften zal onverminderd de bevoegdheid blijven van andere Vlaamse of lokale overheden. Toerisme Vlaanderen zal louter toezicht uitoefenen op de conformiteit met de stedenbouwkundige regelgeving als uitbatingsvoorwaarde. Hoe Toerisme Vlaanderen dit concreet zal doen, moet nog worden vastgelegd in het uitvoeringsbesluit. Wat dat betreft kregen wij ondertussen interessante suggesties van een aantal collega’s in de stad Brugge, die toch wel enige ervaring hebben met de handhaving van stedenbouwkundige bepalingen én een uitgebreide logiessector hebben.
Naast een verplicht brandveiligheidsattest, een bewijs van verzekering, een eigendomsbewijs of een geldige huurovereenkomst pleiten zij ervoor dat er, om in regel te zijn, een stedenbouwkundig conformiteitsattest aanwezig moet zijn dat door de lokale overheid via een modelattest aan de logiesuitbater wordt afgeleverd. Dat kan allemaal binnen de stedenbouwkundige regelgeving en het is aan u om dat verder uit te werken, minister.
Door te werken met een verplicht conformiteitsattest wordt de stedenbouwkundige interpretatie bij de lokale overheid gelegd en is het voor Toerisme Vlaanderen duidelijk en eenvoudig om deze voorwaarde te controleren.
Men stelt ook voor dat de vier voormelde documenten noodzakelijk zijn om zich bij Toerisme Vlaanderen te kunnen aanmelden. Veel van deze documenten zijn gedigitaliseerd of digitaal beschikbaar of opvraagbaar, zodat ook de administratieve last beperkt blijft.
En dan pleit men er ook voor om eventueel te werken met een uniek registratienummer, waar de logiesuitbater verplicht zou zijn om dat registratienummer te vermelden op alle kanalen waarop hij promotie voert. Dat zou het voor iedereen eenvoudiger maken om te controleren of een logies al dan niet aangemeld is. En als het aangemeld is en dus met zekerheid beschikt over alle wettelijke attesten, dan krijgt de toerist zekerheid dat het betreffende logies ook voldoet aan alle vereisten op het vlak van veiligheid, kwaliteit en comfort. Het zijn signalen die wij krijgen en die ik meegeef. Momenteel ga ik er verder niet meteen een oordeel over vellen of dit allemaal wel kan, maar het leek ons interessant om mee te geven.
We steunen de inkanteling van de erkenning van jeugdverblijven in het Logiesdecreet, alsook de globale aanpak, om die regelgeving met betrekking tot jeugdverblijven nu op een coherente en gelijktijdige manier te actualiseren via het ontwerpdecreet dat we straks gaan bespreken. Maar we zijn vooral ook tevreden met de ruime steun die ons amendement kreeg om de fiscale vrijstelling voor de betaling van onroerende voorheffing voor jeugdverblijven ook in deze nieuwe regelgeving te behouden. Dat was oorspronkelijk een vergetelheid, maar dat is helemaal rechtgezet. Daar zijn we heel blij om.
Nu de beide decreten vandaag in dit parlement hopelijk zullen worden goedgekeurd, kunnen de ministers dan aan de slag met die belangrijke uitvoeringsbesluiten. Ik heb het er al over gehad. En we willen zowel minister Dalle als minister Demir uitdrukkelijk oproepen om hierbij voldoende aandacht te hebben voor die specificiteit van de jeugdverblijven. Vooral die verstrenging van de brandveiligheidsnormen moet zorgvuldig besproken worden met de sector. Het moet brandveilig zijn, maar er is natuurlijk wel een verschil met andere logiesvormen.
We zijn ook tevreden dat u op die zeer korte termijn het toch wel ingewikkeld kluwen voor het bekomen van infrastructuursubsidies voor jeugdverblijven wilt ontwarren via deze decreetgeving, waarover we hier vandaag gaan beslissen. En we rekenen er wel op dat de bevoegde administraties dit ook goed met elkaar afstemmen, en de sector goed informeren en begeleiden. Want hoe die backoffice georganiseerd wordt, dat zal de sector eigenlijk worst wezen, als de aanvraagprocedure via één loket maar klantvriendelijk georganiseerd wordt. Dat wil ik toch nog even meegeven.
In dit verband willen we echt wel aandringen op een afstemming van de timing van de inwerkingtreding van de twee ontwerpdecreten. Wij hebben het netjes op elkaar afgestemd in het parlement, en wij hopen dat de regering dat dan ook doet, zodat de organisaties niet tussen twee stoelen vallen bij het aanvragen van de subsidies voor personeel, werking en infrastructuur.
Over het amendement is al veel gezegd, maar er is blijkbaar toch wat onbegrip. Ik dacht eerst om daar niets meer over te zeggen, want ik dacht dat collega Coudyser dit heel duidelijk had uitgelegd. Maar blijkbaar begrijpt men niet goed waarom het eerst negen is, dan zeven, en dan weer niets. Wel, er is ondertussen wel die brief geweest van Recread. Dit is gewoon niet rijp. We behouden momenteel, met het amendement dat we nu indienen, de situatie zoals ze vandaag is: een vrijstelling voor gratis logies. Oké, dat is zo. Maar we geven daarmee ook de kans aan de regering om dat aspect verder goed te monitoren, en met de nieuwe adviescommissie te gaan kijken hoe dit verder kan worden opgelost. En indien nodig kan men de regelgeving alsnog aanpassen.
Maar nu was het risico dat mensen die niet tevreden waren met de tekst vanwege dat ene aspect, een vernietiging zouden vragen. Daardoor zou heel dat Logiesdecreet, of tenminste al de wijzigingen voor vandaag, weer onderuit worden gehaald. Dat willen we echt wel vermijden. Dit is duidelijk niet rijp. Ik vind het een goed amendement, laat ons dit goedkeuren.
Dat wil niet zeggen dat er over die vrijstellingsbepaling voor gratis logies niets meer gezegd kan worden, want het komt er altijd opnieuw op neer dat dat precies altijd alleen over camperplaatsen gaat. Dat is niet zo. Dat gaat over alle logiesvormen, want er staat ‘eenheden’. Dat gaat dus ook over kamers, vakantiewoningen, stacaravans, tenten, joerten, chalets, tipi’s. En het kan niet de bedoeling zijn dat die vrijstelling de deur gaat openzetten voor het zich permanent vestigen van bijvoorbeeld woonwagenbewoners, malafide uitbaters of huisjesmelkers. Dus we lanceren hier ook echt wel een duidelijke oproep om dit verder te onderzoeken, samen met de sector.
Conclusie – want ik heb al te lang gesproken, vrees ik –, de CD&V-fractie zal dit ontwerp van decreet goedkeuren en positief-kritisch toekijken op de nieuwe uitvoeringsbesluiten, en de implementatie op het terrein van dit hele hervormingsproces voor de jeugdverblijven, inclusief de aanvraag voor infrastructuursubsidies. We kijken ook uit naar het volgende hervormingsdecreet, minister Demir, dat u aan het voorbereiden bent. Dat is de dringende aanpassing van het decreet ‘Iedereen verdient vakantie’, want het is de opvolger van wat we vandaag opheffen. Dat kan nog steeds niet in werking treden, en dat is toch ook wel heel belangrijk, want iedereen verdient ook echt vakantie.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Heel kort, voorzitter, ik wil gewoon een verduidelijking meegeven bij ons stemgedrag, straks, op het amendement zelf. Ik denk dat het goed is dat er geluisterd is naar het schrijven van Recread, en dat het ook veelzeggend is. Ik denk dat het ook goed is dat het heroverwogen wordt. Het is in de commissie al ter sprake gekomen dat dit ook wel impact heeft naar regelgeving rond brandveiligheid en milieunormen, als uitbatingsvoorwaarden. Wij gaan ons onthouden op het amendement omdat, door het schrappen van het hele artikel, de realiteit nu is dat er voor gratis logies op dit moment eigenlijk geen regelgeving is rond brandveiligheid en milieunormen, als het gaat over uitbatingsvoorwaarden. Het is logisch dat jullie dat nog moeten aanpassen, het is dus geen verwijt. Onze onthouding is eigenlijk een positieve stimulans om dat niet op de lange baan te schuiven, en daar echt mee aan de slag te gaan. Wij hopen dus wel degelijk op nog een verrijking van het decreet, door die regelgeving rond brandveiligheid voor gratis logies verder uit te werken. Dat is ook wat collega Van den Brande in de commissie al voor een stuk had ingebracht.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1028/4)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1.
Er is een amendement tot schrapping van artikel 2. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1028/5)
Er is een amendement tot vervanging van artikel 3. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1028/5)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 4 tot en met 20.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen, de artikelen en het ontwerp van decreet houden.