Report plenary meeting
Report
De heer Gryffroy heeft het woord.
Er zijn in totaal zeventien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), gaande van geen armoede, geen honger, tot klimaatactie, leven in het water, leven op het land, enzovoort. Al die SDG’s zijn dan nog eens afgedekt met in totaal 169 targets.
Het bizarre is, als we kijken naar de targets, globaal gezien, en hoever we staan, dat België in 2020 op de elfde plaats stond en in 2021 is geklommen naar vijfde plaats. Het waren vooral de Scandinavische landen en Denemarken die voor ons kwamen te staan. Er zijn weliswaar geen cijfers op gewestelijk niveau, maar op het landenstatenniveau zijn die cijfers er wel.
Bedrijven beginnen ook wel te beseffen dat ze er iets mee kunnen doen. Er is een zeker besef dat men er iets mee kan doen en dat het zelfs een zekere winst kan opleveren voor hen, figuurlijk en letterlijk dan. Want ze beseffen dat als ze daarmee aan de slag gaan, ze daardoor ook meer innovatief en zelfs ook competitiever kunnen zijn.
De twee hoofddoelstellingen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen zijn uiteraard minder armoede en duurzamer gaan leven. En dat doet men dan rond drie pijlers: economisch, sociaal en ecologisch. Er zijn uiteraard ook een aantal indicatoren die dan opgemaakt worden door het Federaal Planbureau. Je kunt die heel gemakkelijk terugvinden op www.indicators.be. Dat is zeer interessant leesmateriaal, waar je soms wel en soms niet de verschillen ziet tussen de verschillende gewesten voor de verschillende targets. En daarvan heeft het Planbureau er nu 51, die ze blijkbaar goed monitoren. Ze zeggen dat er van die 51 een 16-tal oké zijn, onder andere hernieuwbare energie. 22 ervan zijn niet oké, onder andere de strijd tegen armoede, waarvan zij zeggen dat het waarschijnlijk vooral te wijten is aan het gegeven van covid.
En dus is de vraag van ons uit hoe u nu verder zult omgaan met die cijfers om Vlaanderen sterker te maken.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega Gryffroy. De vraag over de Sustainable Development Goals (SDG’s), zoals ze heten, gaat eigenlijk zeer breed. Het is eigenlijk een vraag die ook aan de minister-president had kunnen worden gesteld, omdat ze zeer breed gaat. Maar bedankt, ik ben heel blij dat u de vraag aan mij stelt.
U zou boos zijn, mocht het niet zo zijn.
Het is een kleine suggestie die ook had gekund, maar het streelt mijn ijdelheid dat u de vraag aan mij stelt. (Opmerkingen)
Niet getelefoneerd, neen.
We zitten met de Vlaamse Regering uiteraard niet stil. We hebben het Vizier 2030 en de Visie 2050. Dat is eigenlijk de vertaling van die VN-doelstellingen op korte en op lange termijn. We hebben dat Vizier eind vorig jaar nog vernieuwd. Dat is een goede zaak. We monitoren ook jaarlijks. U vindt alle resultaten ook op de site.
Als ik dan specifiek naar mijn beleid kijk, want dat is ook de focus van uw vraag, ben ik bijzonder trots dat we er met deze regering in geslaagd zijn om een echte focus te zetten op het economische beleid. Ik geef een paar voorbeelden. Je kunt vandaag maar steun krijgen als je ook de maatschappelijke impact aantoont. Bedrijven zonder klimaatplan kunnen geen Vlaamse subsidies meer krijgen. En vorige week nog maar – want ik had eigenlijk daarover een vraag verwacht, collega Gryffroy – hebben we het kader voor de ICL, de ‘carbon leakage’, een stuk strenger gemaakt.
We doen dat ook allemaal in functie van die duurzaamheidssprong die we moeten maken. Hetzelfde geldt trouwens voor onze investeringen in de circulaire economie. Samen met Zuhal Demir hebben we heel wat voorstellen in dat verband. En iets wat u ook zeer enthousiast zal maken en waar u ook erg in geïnteresseerd bent, is dat we met Vlaanderen binnen Europa ook koploper willen zijn voor duurzame waterstof en CO2-opvang en -hergebruik.
Die Vlaanderenbrede uitdaging, dat is eigenlijk op alle beleidsdomeinen heel veel werk. Maar ik vind wel dat we met de Vlaamse Regering op mijn beleidsdomein Economie en Innovatie echt al knopen hebben doorgehakt om die duurzaamheidssprong effectief te realiseren, niet alleen op papier, maar ook in de realiteit.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het is inderdaad een zeer breed onderwerp. Ik focus mij even op Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO), die ook al herhaaldelijk een paar adviezen heeft verleend aan de regering. Ten eerste: de bedrijven bewuster maken van die duurzame ontwikkelingsdoelstellingen en aan de bedrijven aantonen dat dat voor hen ook een voordeel kan zijn. En een van de aanbevelingen is ook, zoals u zelf net aanhaalde, om die duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te gaan koppelen aan gelijk welke vorm van overheidssteun.
U hebt bijvoorbeeld de duurzaamheidstools voorzien, maar voor de kleinere kmo’s kan ik me best inbeelden dat dat eventueel een grotere administratieve last zou kunnen zijn, waardoor die kleinere kmo’s, die misschien het meest innovatief en veerkrachtig kunnen zijn, misschien afgeremd zullen worden om te gaan voldoen aan die bijkomende duurzaamheidsdoelstellingen. Hoe gaat u dat ondervangen?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Het rapport van het Planbureau is het resultaat van een wet die ik zelf nog heb ingediend ondertussen bijna tien jaar geleden. Ik volg dit dus ook telkens goed op. De visie daarachter is heel eenvoudig, namelijk dat de welvaart die we vandaag creëren niet ten koste mag gaan van de welvaart en het welzijn van toekomstige generaties. Een typevoorbeeld: er worden meer auto’s gekocht, je krijgt meer uitstoot en je krijgt meer files. Je zal dan vaststellen dat je een stijging krijgt in het bruto wereldproduct maar voor de toekomstige generaties is dat niet noodzakelijk een plus. Je kan ook, zoals nu, een heel forse stijging hebben van de economische groei in termen van het bruto nationaal product, maar de mensen ervaren dat niet omdat onder andere de energiefactuur omhoog gaat. Met die aanvullende indicatoren kan je dus beter volgen of de groeiende welvaart het leven van de mensen ook echt op een duurzame manier verbetert.
Ik heb vorige week zelf een conceptnota ingediend in het parlement om deze doelstellingen in Vlaanderen op dezelfde manier te volgen als op federaal niveau. Op federaal niveau heeft een collega van mij een voorstel ingediend om van die 150 indicatoren, die over van alles en nog wat gaan, te komen tot 10 indicatoren, zoals in Nederland, en op die manier een veel toegankelijker beeld te hebben van vooruitgang.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega’s, het is inderdaad zo dat er heel veel indicatoren zijn die een beetje alle richtingen uitgaan. Maar ik heb goed nieuws, want ik zal het een beetje vereenvoudigen: de basis om iets te doen aan die indicatoren komt eigenlijk neer op vier dingen. Dat komt neer op: meer mensen aan het werk krijgen, een hogere productiviteit, meer innovatie en meer ruimte voor ondernemerschap. Dat zijn de vier pijlers waarop al die andere zaken, inzake armoede, klimaat et cetera, gebouwd zijn.
Ik heb daarbij een vraag aan u, minister. Ik heb in de commissie al een aantal keren deze bezorgdheid geuit. We hebben nu een historisch hoog relancebudget van meer dan 4 miljard euro. Er moet nog ongeveer 60 procent daarvan toegekend worden. Mijn oproep is om dat budget voornamelijk in te zetten op die vier dingen. Laten we dit gebruiken om de economie te versterken. Ik heb zeer goed nieuws, want innovatie, werk, mensen aan de slag krijgen en ondernemerschap behoren allemaal tot uw bevoegdheden. Dus eigenlijk zou u verantwoordelijk moeten zijn voor het gros van dat relancebudget om onze economie vooruit te stuwen. Ik vraag u om daar bij de verdere vastlegging van die relancebudgetten heel veel aandacht voor te hebben.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Collega Van Rompuy, ik zal met veel plezier uw conceptnota lezen. Ik heb ze eigenlijk al gelezen en ik ga er uiteraard ook akkoord mee. Er is op dit ogenblik ook al wel een Vlaamse monitoring van het beleid. Dat was dus getelefoneerd, dat is waar.
Collega Gryffroy, ik vind dit eigenlijk een heel goede zaak. Het is voor de eerste keer dat onze werkgevers expliciet pleiten voor de opname van de duurzame ontwikkelingddoelstellingen (SDG’s) als voorwaarde voor bedrijfssteun. Dat komt dus van de werkgevers. Dat is goed. Maar ik deel uw bezorgdheid. Vele mooie innovaties komen van de kleintjes. En we moeten zorgen dat de manier waarop we dat nu vertalen, geen bijkomende belemmeringen schept voor onze kleintjes. Ik zal daar ook over waken. Maar ik was natuurlijk wel blij met wat de VARIO aangaf, omdat het feit dat ze dat echt willen incorporeren, twintig jaar geleden niet mogelijk geweest zou zijn. Nu is elk bedrijf in Vlaanderen bezig met duurzaamheid en een duurzame toekomst. Dat is dus zeker oké.
Collega Vande Reyde, ik ga echt heel gelukkig weggaan uit deze zaal, denk ik. Want na de vorige vraag pleit u er nu voor om de budgetten nog meer aan mij toe te vertrouwen. Ik vind dat fantastisch, dat grote vertrouwen van de coalitiepartner. Een zakdoek heb ik nog net niet nodig, maar straks misschien wel. Ik vind dat u ook een punt hebt. We hebben met de regering ook gezegd dat er in die relance drie dingen van belang zijn voor ons: digitalisering, duurzaamheid maar ook de innovaties in de zorg. We zetten daar ook massaal budgetten voor in. Ik zal erover waken dat dat ook in de toekomst zo blijft.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Bedankt voor de antwoorden en bedankt voor de reacties. Laat me eerst en vooral stellen dat het goed is dat er gemonitord wordt. Het is goed dat er gemonitord wordt op de manier van indicators.be, waardoor je kan zien welke richting je kan uitgaan. Kan dat nog beter? Waarschijnlijk wel. We moeten dat misschien louter enten op het Vlaamse niveau maar daarbij ook onze regio kunnen vergelijken met andere regio’s. Ik vind dat dus goed. We monitoren en dat kan waarschijnlijk nog beter, maar we kunnen er lessen uit halen.
Ten tweede zou een beperkt aantal indicatoren het voor de mensen in elk geval duidelijker maken. Als je nu spreekt over 169 indicatoren, dan zien de mensen door de bomen het bos niet meer.
Ten derde ben ik blij dat u bevestigt dat het de bedrijven zelf zijn die het vragen, het zelf mee opnemen omdat ze er het nut van inzien, minister, maar je moet wel opletten dat het geen rem zal zijn op de innovatieve veerkracht van de kleinere kmo’s.
De actuele vraag is afgehandeld.