Report plenary meeting
Report
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, begin deze week trokken 45.000 sportclubs en culturele verenigingen aan de alarmbel. Wie vrijwilligerswerk doet in Vlaanderen, krijgt een vergoeding, en die wordt beperkt belast. Sinds 2018 konden vrijwilligers in sportclubs en culturele verenigingen tot 6000 euro onbelast bijverdienen. Dat was een goede zaak omdat het aantal vrijwilligers daardoor steeg. In april 2020 kwam er een kink in de kabel toen het Grondwettelijk Hof de wettelijke basis rond die vergoeding vernietigde wegens het discriminatieve karakter. Daarom kwam er in 2021 een tijdelijke regeling, een tussentijdse maatregel, die gold tot eind 2021.
Nu zijn we 2022 en er is nog altijd grote rechtsonduidelijkheid omtrent die vergoeding. Er is geen wet gekomen. Er is in december een koninklijk besluit gekomen. Er zijn problemen rond het softwareplatform vanwege Dimona-redenen. Dat leidde tot de alarmbellen bij de sector. Die zegt dat er dringend duidelijkheid moet komen ter zake, aangezien anders heel wat vrijwilligers dreigen af te haken.
Minister-president, welke initiatieven hebt u al genomen en zult u nemen om op dit dossier druk te zetten?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Deckmyn, het gaat hier om een federale aangelegenheid, maar die inderdaad belang heeft voor de sectoren waar wij dan bevoegd voor zijn. De Vlaamse Regering dringt nu al een hele tijd aan op een definitieve regeling. Zowel collega Weyts als ikzelf hebben reeds tal van initiatieven genomen richting Federale Regering. We hebben hen bestookt met brieven, we hebben dat geagendeerd op interministeriële conferenties (IMC’s) en ga zo maar door.
Eind oktober hebben we binnen de Vlaamse Regering ons standpunt daarrond bepaald. Wat moet die regeling nu eigenlijk omvatten? De elementen zijn de volgende. De nieuwe regeling moet toegankelijk en administratief eenvoudig zijn. Ze moet uitgaan van een eerlijke en realistische fiscaliteit. Ze moet beperkt worden tot die functies in die sectoren, en u hebt verwezen naar de sectoren sport en cultuur, waar er nood is. Er moet een duidelijk onderscheid zijn met de vrijwilligerswet, want dat is nog een andere regeling. Het moet een vrijwaring zijn van de reguliere tewerkstelling. Op vraag van de Vlaamse Regering hebben we dat geagendeerd op het Overlegcomité, dat gaat soms nog over iets anders dan corona, van 24 november. Daar werd kennisgenomen van onze vraag en standpunten.
De situatie is ernstig. Ik deel de bezorgdheid van de sectoren. De Federale Regering moet nu snel duidelijkheid scheppen. Ik stel met u vast dat de Federale Regering er niet in slaagt om snel en adequaat een regeling uit te werken die rechtszekerheid biedt. Ik zal nogmaals bij de premier en de bevoegde minister aandringen op een snelle regeling. Collega Weyts en ik zullen dit bij gebrek aan duidelijkheid nogmaals agenderen op de komende IMC’s en het volgende Overlegcomité. U weet, er zijn twee types: het corona- en het gewone Overlegcomité. Wij kunnen vanuit Vlaanderen alleen maar op die nagel blijven kloppen om te vragen naar een regeling. De bal ligt in het federale kamp.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, het is een neverending story. De Vlaamse Regering dringt er al heel lang op aan – ik heb daar ook in het verleden al vragen over gesteld –, maar er gebeurt niets. Ik stel vast dat er niet snel een duidelijke oplossing komt en dat heel wat vrijwilligers dus effectief zullen afhaken.
Wat willen we doen: voor alternatieven zorgen zoals zwart geld in de sector pompen, de lidgelden verhogen? Want, minister, daar gaan we naartoe als er niet snel een regeling komt. En u zegt wel dat u dat op het Overlegcomité brengt. Ik heb dat ook al vele malen gehoord van minister Weyts, die dat telkens naar aanleiding van mijn vragen opnieuw ging agenderen op het Overlegcomité. Maar er verandert niets. In welke zin denkt u dat er nu wel iets zal veranderen? Want het is een verhaal dat ik al heel lang hoor.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, inderdaad, sinds een week zijn de fanfares, de amateurcultuurverenigingen zo blij dat ze niet alleen weer mogen optreden, maar ook kunnen repeteren. En dit dreigt opnieuw een domper op de feestvreugde te zijn, omdat die wet inderdaad nog altijd niet is goedgekeurd.
Ondertussen weten de sportclubs en de verenigingen niet meer of ze fiscale lasten moeten betalen. Sommige overwegen weer te zwartwerken, lidgelden te verhogen. Er is een leegloop aan trainers. En dat kan echt niet de bedoeling zijn.
Wij begrijpen dat het enige puzzelstukje dat nog moet worden gelegd, zich op het fiscale domein situeert, namelijk een bepaling van belasting van 10 procent. Arbeidsrechtelijk is alles kant-en-klaar.
Dus nu we weer naar een periode van relatief normaal leven gaan, snakt iedereen ernaar om ongehinderd zijn hobby te kunnen uitvoeren, zich in te zetten in verenigingen en sportclubs, de talrijke die ons land rijk is.
Minister-president, Vlaanderen moet alle mogelijke inspanningen doen, maar we moeten er ook ieder op ons eigen niveau voor blijven ijveren om groen licht te kunnen geven aan onze verenigingen.
De heer Meremans heeft het woord.
Collega's, het is heel simpel: dat is schuldig verzuim. Het is schuldig verzuim van de Federale Regering, waardoor onze verenigingen, onze clubs en onze vrijwilligers het gelag betalen, voor de zoveelste keer. Het is een duidelijk voorbeeld, mijnheer Deckmyn. Het is collega Muyters, toen minister Muyters, die die regeling naar voren heeft gebracht. Hij heeft gepusht, en dat is overgenomen door de Federale Regering. Ik heb het duidelijk geschetst. Maar de moeilijkheid ligt in die grijze zone tussen vrijwilligerswerk en reguliere arbeidscontracten.
En wat taxering en lasten betreft: voor mijn part mag dat gerust belastingvrij zijn en moet de Belgische staat daar geen winsten op nemen. De winsten zijn voor onze clubs en voor onze vrijwilligers. Zeker na corona hebben zij net die push nodig. Collega's, ik reken erop dat ook jullie die partijen hebben in de Federale Regering, op tafel zullen slaan, zodat dit zo snel mogelijk wordt geregeld. (Applaus van Karl Vanlouwe)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, collega's, naar ik heb vernomen van de Sportfederatie zou die 10 procent fiscaliteit in orde zijn en zou men vasthouden aan dat politieke akkoord. Dus ik weet niet of zij meer weten dan u, minister?
Waarover zij zich wel nog wat zorgen maken, is dat het zou kunnen dat dat wel wat administratieve rompslomp met zich zal meebrengen, onder andere alle arbeidsrechtelijke verplichtingen. De vraag aan de Vlaamse Regering is dan ook wat jullie zelf nog zullen doen om ook die administratieve rompslomp en lasten weg te nemen, bijvoorbeeld via ondersteuning van sportwerk en dergelijke. Kan er vanuit Vlaanderen ook nog een tandje bij worden gestoken om er, na heel moeilijke coronatijden voor onze verenigingen, zowel op het vlak van sport als van cultuur, voor te zorgen dat het hen zo gemakkelijk mogelijk wordt gemaakt om verder te kunnen bestaan en opnieuw te kunnen bloeien?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Wat ik hierover via ons federaal kabinet heb vernomen, is dat er effectief heel hard wordt gewerkt aan een snelle invoering van een juridisch correct fiscaal stelsel voor de vergoedingen die worden gegeven in het verenigingswerk.
Het is juridisch allemaal niet zo simpel. Er is een advies van de Raad van State binnen. Dat wordt momenteel bekeken. Blijkbaar is er nog een advies nodig van de Gegevensbeschermingsautoriteit. We hebben dat in Vlaanderen ook. We moeten altijd overal adviezen vragen vooraleer er zaken kunnen worden beslist. Men heeft mij bevestigd dat men er zo snel mogelijk mee doorgaat. Als al die adviezen binnen zijn en kunnen worden verwerkt in een correct stelsel en … Dat is belangrijk voor de verenigingen, want dat is onze bekommernis: de sportverenigingen, de cultuurverenigingen … Het zal retroactief zijn. Het zal vanaf 1 januari gelden. Dat is mij bevestigd. Ik vind het heel belangrijk om dat hier mee te geven.
Minister-president, dring gerust nog verder aan. Men zit daar op dit ogenblik met een juridisch kluwen. Er is spoedig uitzicht.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Voorzitter, dit is een interessante ronde, waarbij we allemaal op tafel leggen wat we van het federale niveau te horen hebben gekregen over de regeling. Het is natuurlijk ook een vraag die over een bevoegdheid van de andere kant van de straat gaat. Mijn fractie deelt natuurlijk de bezorgdheid van al die vrijwilligers en bestuurders van sport- en cultuurverenigingen. We hebben nood aan een snelle oplossing, maar ook aan de rechtszekerheid van die oplossing. We kunnen het ons niet nog eens permitteren om die mensen in de onzekerheid te storten. Dus ik zou zeggen: bekwame spoed op het federale niveau. U mag er zeker op aandringen in het Overlegcomité, minister-president, maar zorg er ook voor dat de regeling standhoudt en neem daar, als het nodig is, een beetje meer tijd voor.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, u vraagt mij wat ik zal doen. Eigenlijk vraag ik dat de vier collega’s die zijn tussengekomen, die in de regering zitten die daarover gaat … Het is gemakkelijk om hier in het Vlaams Parlement heel eloquent te komen zeggen wat het allemaal is. Ik merk dat de collega’s van CD&V en Open Vld op dat vlak hun huiswerk maken. Ik roep de andere fracties op om hetzelfde te doen. Dan moeten wij vanuit dit parlement gewoon de vier Vlaamse partijen in de Federale Regering achter hun veren zitten.
Mevrouw Meuleman, u maakt een eigenaardige redenering! U zegt dat men er op het federale niveau administratief een heel complex ding van maakt. Om dan te zeggen: ‘Vlaamse Regering, wilt u alstublieft steun verlenen aan die verenigingen om de federale complexe complexiteit voor de verenigingen behapbaar te maken?’ Ik denk dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn bevoegdheden. Ik zou ook niet willen dat het federale niveau op het terrein van onze bevoegdheden komt. (Applaus bij de N-VA)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, wat één ding betreft wil ik mij wel aansluiten bij jullie. Ik hoor het de collega’s van de Vivaldipartijen hier graag zeggen dat het niet simpel is en dat het allemaal moeilijk gaat en dat er tijd voor nodig is. Maar het arrest van het Grondwettelijk Hof dateert potverdikke van april 2020! Dat is al een tijdje geleden! En er is ondertussen, in 2021, een tussentijdse regeling geweest, die eind vorig jaar stopte. U moet mij niet komen vertellen dat er tijd nodig is. Het is alsof u geen tijd had. Dit bewijst, collega’s, dat België vierkant draait, dat niets in dit land op een goede manier opgelost kan worden. Ik hoop dat onze vrijwilligers hier niet de dupe van worden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.