Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat betreft het inschrijvingsrecht in het gewoon onderwijs buiten het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en de regelgeving over het LOP en de CLR.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, we hebben in de commissie over dit ontwerp van decreet uitgebreid van gedachten gewisseld. Ik zal dus proberen het wat kort te houden. Maar ik wil toch een paar elementen aanbrengen die ons heel erg tegen de borst stoten.
Met dit ontwerp van decreet wordt de dubbele contingentering voor het basisonderwijs afgeschaft. Mijn vraag aan de minister en de collega’s is dus eigenlijk: waarom is de maatregel als dusdanig nooit echt geobjectiveerd? Ik stel vast dat onder andere het Kinderrechtencommissariaat maar ook de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) de maatregel van de dubbele contingentering een warm hart toedragen, maar dat u, minister, en een aantal mensen van uw meerderheid de maatregel afbranden. Dus stel ik de vraag wie gelijk heeft. Het lijkt nu een welles-nietesspelletje, terwijl ik het idee heb op basis van wat ik erover weet en lees, dat de dubbele contingentering de gelijke onderwijskansen wel bevordert en dat er een goede sociale mix is in de beide richtingen. Soms zeggen een aantal mensen van de meerderheid dat de dubbele contingentering te veel voordelen geeft aan kwetsbare kinderen ten nadele van de wat sterkere profielen omdat die vaker inschrijven in sterke scholen. Maar niets is minder waar! Het gevolg is dat de sociale mix in de beide richtingen werkt en dat segregatie wordt voorkomen. Mijn vraag is dus: zijn jullie dan niet voor de gelijke onderwijskansen, niet voor de sociale mix, niet voor het voorkomen van segregatie? Waarom willen jullie de dubbele contingentering afschaffen? Dat is de vraag die ik heb. Ik vind het bijzonder problematisch dat de dubbele contingentering op deze manier wordt afgeschaft. Ik weet wel dat ze voor het secundair onderwijs al afgeschaft was, maar ik had toch gehoopt dat we dit voor het basisonderwijs konden laten bestaan met het oog op hogere doelen.
Het klopt dus niet dat de dubbele contingentering de keuzevrijheid van ouders beknopt. Dat is een misvatting. Niet alleen ik zeg dat, het blijkt ook uit onderzoek en de kinderrechtencommissaris en de Vlor zijn ook die mening toegedaan. Dat is een eerste element van twee of drie elementen die ik wil aanbrengen. Ik zal proberen het kort te houden.
In het decreet stond ook geschreven dat er naar lokaal draagvlak wordt gezocht via de gemeenteraad om bepaalde zaken te regelen inzake inschrijvingen. Je zou kunnen zeggen dat niemand daar tegen kan zijn. Toch wel, omdat wij het heel vreemd vinden dat de invloed van het lokaal overlegplatform (LOP) in dezen wordt beknot. Waarom kan het LOP hierin geen beslissende stem hebben? Daarin zitten toch vertegenwoordigers van de lokale gemeenschap, van de gemeenteraad, van het schepencollege? Die zitten in dat LOP vervat en zij kennen die context het beste. Ik begrijp dan ook niet goed waarom de gemeenteraad per se het LOP moet overrulen.
Ik heb er in de commissie ook voor gewaarschuwd dat het LOP een soort van tweederangsgremium zal worden. Wie wil daar nog in zitten als je de slagkracht van zo’n LOP systematisch afbouwt? Dat begrijp ik niet, tenzij het natuurlijk de bedoeling of de agenda is om het lokale middenveld, dat toch voor een stukje wordt vertegenwoordigd door het LOP, wat te beknotten. Elke uitleg of motivatie daarover ontbreekt. Ik vind het bijzonder vreemd, omdat dat toch wel fundamenteel is aangezien het LOP wel zorgt voor een aantal elementen binnen dat lokale onderwijsveld waar anderen helemaal geen aandacht voor hebben.
Ten slotte wil ik een laatste element aanhalen. U hebt in de commissie gezegd dat het lokale bestuur voor 20 procent van de inschrijvingen zelf wat parameters kan opstellen om die sociale mix te bewerkstelligen, aangezien u heel sterk gelooft in het lokale bestuur en in die lokale autonomie. Nu, dat kan allemaal wel zo zijn, maar als je echt gelooft in die lokale autonomie, ongeacht of dat nu het LOP is of de gemeenteraad, dan zou je toch ook kunnen zeggen dat ze kunnen kiezen om het systeem zoals het was, zijnde die dubbele contingentering, te behouden. En dat kan dus niet. U gelooft dus eigenlijk maar halfslachtig in die lokale autonomie, omdat u voor hen toch een aantal drempels opwerpt waarbij wij ons vragen stellen bij de noodzaak ervan, tenzij er ook weer hier een dubbele agenda speelt om die sociale mix te fnuiken, om die gelijke onderwijskansen wat in de kiem te smoren en om te voorkomen dat segregatie wordt tegengegaan.
Om al die redenen zullen wij tegenstemmen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega's, iedere ouder wil het beste voor zijn kind: de beste kansen, de beste toekomst en dus zeker ook de juiste school. Ouders willen zelf kunnen kiezen waar hun kind naar school gaat. Dat is een keuze waar ouders heel veel belang aan hechten. Ik denk dat velen daar ook uit eigen ervaring over kunnen getuigen. Vrije schoolkeuze is dus niet voor niets het eerste basisprincipe van de inschrijvingsregels.
Alleen botst dat principe in de praktijk met de realiteit. We herinneren ons allemaal de toch wel schrijnende beelden van ouders die uren, soms dagen, voor een school kamperen om zich toch van een plaatsje voor hun kind te kunnen vergewissen.
Het is een feit dat er op sommige plaatsen, in Brussel en in Antwerpen, nog altijd een tekort is aan plaatsen. De realiteit is dat sommige scholen gewoon meer aantrek hebben dan andere scholen, waardoor er altijd meer gegadigden zijn dan plaatsen en er dus ook altijd ouders en leerlingen worden teleurgesteld. Daar gaat dit decreet niets miraculeus aan veranderen. Laat u dat niet wijsmaken.
Als we de vrije schoolkeuze in Vlaanderen, en ook in Brussel, maximaal willen garanderen, dan moet deze Vlaamse Regering twee dingen doen. Eén, extra blijven investeren in meer plaatsen, zeker op plaatsen met een capaciteitstekort. Twee, blijven investeren in de kwaliteit van alle scholen, zeker in die scholen die vandaag minder populair zijn.
We moeten ouders overtuigen dat elke school in Vlaanderen en Brussel goed onderwijs biedt en schoolteams daarvoor ook de middelen geven. Alleen op die manier zul je echt komaf maken met het fenomeen dat veel ouders zich op dezelfde plaats, op dezelfde school, willen inschrijven. Zo kunnen we de inschrijvingen ook beter spreiden. Dat is onze duidelijke oproep. Ik zal daar ook heel duidelijk voor blijven pleiten, maar zover zijn we vandaag natuurlijk nog niet. De vraag in sommige scholen is groter dan het aanbod en we hebben eerlijke regels nodig om het aantal beschikbare plaatsen toe te wijzen. Die regels bestaan al. Ze zijn vastgelegd in het decreet over het basisonderwijs en in de Codex Secundair Onderwijs en zijn gebaseerd op vier basisprincipes: een, de vrije schoolkeuze; twee, optimale leer- en ontwikkelingskansen voor kinderen in een school in de buurt, drie, het bevorderen van sociale cohesie en vier, het tegengaan van segregatie en discriminatie.
Met dit ontwerp van decreet wil de Vlaamse Regering de bestaande regelgeving aanpassen en laat ze zich wat Vooruit betreft van haar meest asociale kant zien. Waar de minister volledig focust op het eerste principe, de vrije schoolkeuze, vinden we dat de andere principes en vooral de laatste twee doelbewust worden genegeerd. Deze coalitie ligt niet wakker van sociale cohesie en de strijd tegen segregatie. De dubbele contingentering, een systeem om te zorgen voor een evenwicht tussen kansarme en kansrijke kinderen op school, wordt nu ook in het basisonderwijs geschrapt. Meer nog, dat wordt verboden. Het is nochtans een instrument waarvan we weten dat het werkt om die sociale mix te bevorderen, waarvan onderzoek van het Steunpunt Onderwijsonderzoek (SONO) bovendien aantoont dat het niet ten koste gaat van het verkrijgen van de eerste school van keuze. De Vlor en de kinderrechtencommissaris vragen duidelijk dat het zo zou kunnen blijven bestaan. Collega Danen zei het al: het is een systeem dat in twee richtingen werkt, want dat wordt vaak vergeten. Het helpt kinderen die het thuis moeilijk hebben om zich te kunnen inschrijven in bepaalde scholen met veel kansrijke kinderen, maar het geeft evengoed gegoede ouders, die bijvoorbeeld hun kinderen in groep willen inschrijven in een buurtschool met veel kansarme kinderen, de garantie dat ze als groep allemaal een plaats zullen hebben. Dat is cruciaal om projecten zoals Samen naar School of School in zicht een succes te maken. Ik dacht dat u daarop wilde inzetten, maar u lijkt niet te beseffen dat die dubbele contingentering daarvoor ook een troef kan zijn.
De waarheid is, collega’s, dat dit ontwerp van decreet een heel duidelijke keuze is voor het recht van de sterksten. Zo zien wij dat toch. Met de nieuwe regels zullen de best geïnformeerde en de best georganiseerde ouders eerst aan zet zijn om hun kind in te schrijven en krijgen scholen de facto ook meer manoeuvreerruimte om alleen leerlingen in te schrijven die in het plaatje passen. Het is een minderheid, laat dat duidelijk zijn, maar ze bestaan: elitescholen die hun goede reputatie en resultaten in stand houden door alleen sterke leerlingen toe te laten. Van de N-VA had ik niet minder verwacht, maar ik blijf het zuur vinden dat de Open Vld en CD&V, die in de commissie regelmatig de mond vol hebben over kansen voor alle kinderen, ook diegenen die het moeilijk hebben, daarin verzetloos zijn meegegaan. Voor mij is de volledige afschaffing van de dubbele contingentering alweer een trofee in de symbolenkast van de N-VA, waar ook jullie naam onder staat.
Kom niet af met het feit dat er nog altijd de voorrangsregel van 20 procent is voor ondervertegenwoordigde groepen. Ten eerste is die 20 procent in de praktijk beperkter dan wat de voorrangsregeling onder dubbele contingentering mogelijk maakte om een sociale mix te halen. Ten tweede is er natuurlijk geen enkele garantie dat die ondervertegenwoordigde groep lokaal zal worden ingevuld op basis van sociale kenmerken. Dat zal afhangen van het LOP en van het gemeentebestuur, want dat laatste moet de beslissing over hoe de voorrangsregeling moet worden ingevuld bekrachtigen. We vinden dat een motie van wantrouwen ten opzichte van het LOP. We begrijpen niet goed waarom het LOP daar niet alleen aan zet blijft. Voor ons blijft dat toch een heel duidelijke en gemandateerde vertegenwoordiger van het lokale onderwijsveld. We begrijpen trouwens ook niet dat sociale organisaties voortaan een groot deel van hun stem verliezen in het LOP, terwijl hun stem net cruciaal is om de sociale realiteit van het terrein mee te nemen in de discussies over welke groepen voorrang krijgen in de lokale scholen. Dat zegt veel over jullie intenties.
Er zijn ook een aantal positieve punten, minister. Ten eerste vinden we het heel goed dat scholen voortaan alleen kunnen weigeren als ze werken met een aanmeldingssysteem.
We vinden het goed dat er wordt gewerkt met een centrale tijdslijn, dat er een extra overcapaciteit komt voor leerlingen met een verslag in afwachting van specifieke inschrijvingsregels voor het buitengewoon onderwijs. Daar hebben we het in de commissie over gehad. Ten slotte vinden we het een goede zaak dat lokale besturen hun eigen aanmeldingssysteem kunnen ontwikkelen en daar financiële ondersteuning voor krijgen. Dat gebeurt vandaag al op grote schaal en met succes in gebieden als Leuven en Antwerpen. Daar is een groot enthousiasme voor dat centraal aanmelden. Weet dat wij eigenlijk voorstander zijn van centraal aanmelden in heel Vlaanderen en Brussel. Ik weet zeker dat dat het probleem van de dubbele inschrijvingen zou oplossen.
In de discussie is het heel vaak gegaan over lokale autonomie en over het feit dat lokale besturen daar aan zet moeten zijn. In die zin begrijp ik niet dat lokale besturen niet ten volle hun autonomie kunnen uitspelen en dus zelf die keuze maken om toch nog de dubbele contingentering te gebruiken. Dat begrijp ik niet. Ondanks een aantal positieve punten zullen we toch tegen het ontwerp van decreet stemmen.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
We zullen ook tegen dit ontwerp van decreet stemmen. Wij zijn tegen de afschaffing van de dubbele contingentering. Het is vandaag misschien geen perfect systeem en het zou kunnen worden verbeterd, maar het heeft wel bewezen dat het een positieve impact heeft, de sociale mix bevordert en de keuze van ouders niet inperkt, integendeel.
Het heeft een positieve impact op de vrije schoolkeuze. Uit het onderzoek van het Steunpunt Onderwijsonderzoek (SONO) blijkt dat het zowel voor kansrijke kinderen als kinderen in kansarmoede voor een beter systeem zorgt.
Minister, de Vlaamse Regering lijkt niet wakker te liggen van het aanpakken van de segregatie. Ons onderwijssysteem is nochtans een van de meest gesegregeerde, en dat is een groot probleem. Kansrijke leerlingen leren van kinderen in kansarmoede en andersom. Kinderen die beter meekunnen, trekken kinderen die wat meer moeite hebben, mee. Leerlingen die goed Nederlands spreken, trekken leerlingen vooruit die daar meer moeite mee hebben. U zult die dubbele contingentering nu afschaffen om ouders meer vrijheid te geven om een school te kiezen, maar we vrezen dat het zal zorgen voor willekeur en vrijblijvendheid. We vrezen dat de afschaffing van de dubbele contingentering de poort zal openzetten naar een nog grotere concentratie van kinderen in enerzijds scholen met meer kansarmoede en anderzijds scholen waar meer kansrijke kinderen zitten.
U houdt ook geen rekening met adviezen van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) en de kinderrechtencommissaris, die zeggen dat het bevorderen van sociale cohesie en het vermijden van uitsluiting, segregatie en discriminatie in het ontwerp van decreet onvoldoende worden gewaarborgd.
De heer Coel heeft het woord.
Dit is een eerste positief geluid over dit ontwerp van decreet, vanuit onze fractie uiteraard. We zijn heel tevreden dat deze belangrijke ambitie uit het regeerakkoord hiermee gestalte krijgt. Uiteraard, en daar treed ik de vorige sprekers in bij, zal een inschrijvingsdecreet op zich het capaciteitsprobleem niet oplossen en is het geen wonderoplossing. Reden te meer om toe te juichen dat deze regering recordmiddelen inzet om scholen bij te bouwen, en daarbij focust op de gebieden waar dit het meest nodig is.
Een tweede middel om dat inschrijvingsdecreet overbodig te maken, is inzetten op kwaliteit. Wanneer er in de perceptie geen onderscheid zou worden gemaakt tussen goede en minder goede scholen, dan zou de druk op bepaalde scholen natuurlijk ook minder groot zijn. Laat dat nu net de rode draad zijn van het hoofdstuk onderwijs in het regeerakkoord: inzetten op kwaliteit, de lat hoger leggen voor alle leerlingen en voor alle scholen. Dat zijn twee bijgedachten die ik bij aanvang wilde opmerken.
Wij zijn zeer tevreden dat de dubbele contingentering wordt geschrapt naar analogie met wat we eerder al deden in het secundair onderwijs. Het was een niet-transparant systeem waarvan de gewenste effecten veelal uitbleven. We maken nu bewust plaats voor een aanpak op maat. We geven scholen lokaal de kans om een voorrangsgroep te definiëren, facultatief, tussen 0 en 20 procent, om plaatsen te voorzien op basis van de referentiepopulatie in hun school. Er kan dus echt maatwerk per school of per scholengroep worden uitgewerkt. Ik denk dat dat heel goed is.
We geven ook vrijheid en verantwoordelijkheid aan het lokaal niveau. De gemeenteraad krijgt het laatste woord over het voorstel van het LOP. Het is dus niet zo dat het LOP buitenspel gezet wordt of dat die input niet meer wenselijk is, integendeel: zij gaan met een voorstel komen en de gemeenteraad – toch de democratische vertegenwoordiging van de burgers – zal het dan bekrachtigen.
We denken ook dat het logisch is om binnen dat LOP de onderwijspartners de hoofdrol te laten spelen. Ze zijn sowieso de protagonisten in het verhaal. Dat lijkt ons dus logisch en dat doen we ook expliciet met de nieuwe regels. Voortaan wordt er goedgekeurd door een meerderheid van de onderwijspartners en het aantal niet-onderwijspartners mag nooit groter zijn dan het aantal onderwijspartners – een logische hervorming volgens ons.
We komen later ook nog met specifieke voorrangsregels voor de Vlaamse Rand. Dat wordt in een apart decreet geregeld. Dat is ook een belangrijke ambitie uit het regeerakkoord.
Er werd daarstraks gezegd – door collega Goeman, denk ik – dat dit decreet het recht van de sterkste zou bevorderen. Daar is helemaal niets van aan, integendeel. Het maakt het juist mogelijk om op toeval te ordenen en om de schoolvoorkeur maximaal te laten spelen. U moet zich dat voorstellen als volgt. Ten eerste kan er niet meer geweigerd worden zonder aan te melden. Dat garandeert juist dat iedereen die naar die school wil, gelijke kansen krijgt om in die school binnen te raken. Het is namelijk zo dat men daarna niet willekeurig kan rangschikken. U zegt dat bij elitescholen alleen de sterke leerlingen binnen kunnen. Neen, ze zullen dat via een algoritme moeten doen, waarbij toeval normaal gezien de grootste factor is. Dus elk kind dat naar die school wil gaan, zal gelijke kansen hebben om in die school binnen te raken. Voor een facultatieve groep is er een voorrang mogelijk.
Dit ontwerp van decreet zorgt ook voor een aantal andere interessante aanpassingen. Over de gemeenteraad had ik het al. Maar ook bijvoorbeeld de ombudsdienstinschrijvingen zullen ervoor zorgen dat er minder juridisch gehakketak is omdat we in eerste lijn een aantal klachten en vragen kunnen oplossen.
We hebben ook een aantal wijzigingen toegevoegd wat betreft de overcapaciteitsgroepen. Ik denk dat het goed is dat geadopteerde kinderen en pleegkinderen voortaan onder de overcapaciteitsgroep kunnen vallen. Ook leerlingen met een verslag worden terecht toegevoegd in het gewoon onderwijs, natuurlijk op voorwaarde dat er plaats is. Er is dus geen verplichte opname in overcapaciteit.
Er is ook planlastvermindering. Zo moeten weigeringsdocumenten niet langer tegen afgiftebewijs of aangetekend worden verstuurd, dat kan ook digitaal. En de verplichting vervalt voor scholen zonder capaciteitsdruk om capaciteit en vrije plaatsen te bepalen. Dat is toch heel wat werk voor scholen dat wegvalt.
De centrale tijdslijn voor inschrijvingen in het basisonderwijs, voor aanmeldende scholen en voor het secundair onderwijs zorgt ook voor een duidelijk kader voor de ouders, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Het is dus niet zo dat we de best geïnformeerde ouder hiermee willen bevoordelen. Neen, we zorgen juist voor transparantie en een duidelijk overzicht van wanneer je welke stappen moet zetten om je kind in een school naar keuze in te schrijven.
Ook het probleem van de dubbele inschrijving pakken we aan. Nieuwere inschrijvingen overschrijven een eerder inschrijving. Dat zal daar dus paal en perk aan stellen.
Wij vinden dus dat er, met dit nieuwe ontwerp van decreet, een eenvoudiger, transparanter en duidelijker communiceerbaar inschrijvingsrecht tot stand komt, waarbij we de keuzevrijheid van de ouders maximaliseren, iets waar onze fractie al jaren voor pleit. Daarom zullen we dit ontwerp van decreet ook met veel enthousiasme goedkeuren.
Er zijn ook nog een aantal amendementen van de meerderheid. Ik weet niet of ik die nu moet toelichten, voorzitter.
Dat is het gemakkelijkst, ja.
Er zijn vijf technische amendementen ingediend. Het eerste amendement vervangt het woordje ‘en’ door ‘of’ in artikel 12. In amendement 2 en 3 wordt er correct doorverwezen. Er was nog een foutje ingeslopen, die doorverwijzingen worden juist gezet. In amendement 4 wordt opnieuw het woord ‘en’ vervangen door ‘of’. In amendement 5 wordt in artikel 37 het woord ‘fout’ toegevoegd in de zinsnede ‘technische fout of zuiver materiële vergissing’. U hoort het: het zijn vijf kleinere technische amendementen. We hopen uiteraard op de constructieve medewerking van eenieder om tot zo goed mogelijk decretaal werk over te gaan.
De heer Laeremans heeft het woord.
Beste collega's, wij hebben deze inschrijvingsdecreten – wat vandaag voorligt en wat de volgende weken nog zal passeren – kritisch beoordeeld vanuit ons uitgangspunt dat de keuzevrijheid van de ouders op de eerste plaats moet komen, naast de vrijheid van de schoolbesturen, om een inschrijvingsbeleid te voeren dat past bij hun pedagogisch project en/of schoolcultuur. Helaas is er de jongste decennia een zeer groot capaciteitsprobleem ontstaan in ons onderwijs, ten gevolge van de hoge immigratiedruk. En u weet dat niet het Vlaams Belang daarvoor verantwoordelijk is, maar wel de traditionele partijen, die de deuren wagenwijd open hebben gezet zonder zich om gevolgen als deze te bekommeren.
De voorgaande regeringen hebben ook onvoldoende extra plaatsen gecreëerd om die bevolkingsgroei op te vangen, en ze hadden ook al nagelaten om het verouderde gebouwenpatrimonium tijdig te vernieuwen. De toestand was dus wel degelijk ernstig genoeg om bij te sturen, en met een nieuwe decretale regeling te komen.
Laat me beginnen met de positieve punten. In tegenstelling tot de linkse partijen vinden wij het zeer goed dat die dubbele contingentering op de schop gaat. Het is een systeem dat de sociale mix van bovenuit wilde opleggen. En het nefaste gevolg daarvan was dat heel wat Vlaamse kinderen niet terechtkonden in hun voorkeursschool. Of ze kwamen op onzekere wachtlijsten te staan, tot grote frustratie van hun ouders, die aangaven dat ze dan nog veel liever hadden willen kamperen.
Daarnaast steunen we de planlastvermindering voor scholen zonder capaciteitstekorten. Ook worden de regels en procedures bij klachten en weigeringen duidelijker omschreven. En we vinden het goed dat de stemmen van de onderwijspartners voortaan zullen doorwegen in het lokaal overlegplatform. Verder is nog positief dat duidelijk wordt gemaakt welke groepen leerlingen eventueel aanspraak kunnen maken op inschrijving in overcapaciteit. Maar er moet volgens ons wel duidelijk worden gesteld dat zo'n inschrijving een gunst is waar de school uiteindelijk vrij in is. Het is dus geen afdwingbaar recht van de leerling.
Dan komen we tot de punten waar we toch onze bedenkingen bij hebben. Zo is er de facultatieve voorrang van maximaal 20 procent voor ondervertegenwoordigde groepen. Daar zijn wij principieel geen voorstander van. Het blijft nog altijd een artificiële voorrang, die in veel gevallen de zes criteria in acht zal nemen, en dus in feite een ‘ersatz-dubbele contingentering’ zal worden in veel Vlaamse scholen, ook al is het maar maximaal 20 procent. Want in nogal wat steden zijn er enorm veel indicatorleerlingen, met onder andere een andere thuistaal of een schooltoeslag, waardoor die 20 procent ver overschreden wordt. En dat zou dus ook wel tot een felle concurrentie voor die voorrang kunnen leiden.
Wij zouden dat soort zaken aan de scholen zelf hebben overgelaten, op voorwaarde natuurlijk dat zij daarover transparant zouden communiceren. Nu mag de gemeenteraad daarover beslissen, wat, toegegeven, positiever kan uitdraaien dan de huidige situatie, aangezien er nu geen enkel democratisch draagvlak was in zo’n LOP. Maar het kan ook negatief aflopen, wanneer bijvoorbeeld een links bestuur de keuze van een eerder conservatieve school zou willen dwarsbomen. Het zou ook kunnen leiden tot spanningen tussen verschillende gemeentebesturen in eenzelfde LOP, die elk een ander voorrangsbeleid zouden willen voeren. Met andere woorden, dit systeem zou er dan toch ook op kunnen neerkomen dat vrije scholen de speelbal worden van de politiek.
Ik heb nog een laatste puntje, namelijk scholen met een capaciteitsdruk. Ook als ze niet binnen een LOP zitten, worden die verplicht om te werken met een digitaal aanmeldingssysteem. Dat heeft zijn voordelen, maar het is ook weer een inperking van hun autonomie.
Kortom, collega’s, dit ontwerp van decreet is een stap in de goede richting. Maar het valt toch af te wachten hoe dat op het terrein, in de praktijk zal verlopen, en welke rol de lokale politiek hierin zal spelen. Het Vlaams Belang zal zich dan ook onthouden bij de stemming. Bedankt.
De heer Warnez heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik de collega’s Vandromme en Yalçin verontschuldigen omdat ze thuis zijn wegens quarantaineverplichtingen, maar ze volgen dit thema en dit ontwerp van decreet wel nauw op.
Zoals de collega’s ook in de commissie aanhaalden, is de waarde en de kwaliteit van ons onderwijs in belangrijke mate afhankelijk van de vrijheid van onderwijs. Dat betekent natuurlijk als kernelement dat ouders vrij kunnen kiezen voor de school die past bij hun eigen opvoedingsvisie. In het decreet van 17 mei 2019 blijft dat een leidend principe. Daarbij is het voor ons duidelijk dat die keuzevrijheid uiteraard samen moet gaan met het uitsluiten van discriminatie en segregatie bij de inschrijving. En ja, om dat laatste te versterken wordt er niet meer gewerkt via de dubbele contingentering. Ten aanzien van ondervertegenwoordigde groepen zal er een enkelvoudige voorrang van 20 procent ingezet kunnen worden, een instrument dat uitgaat van meer lokale autonomie. Voor onze fractie is het uiteraard evident dat die in veel gevallen ingezet zal worden om segregatie te voorkomen en dat de school er samen met het lokale bestuur alles aan zal doen om de lokale school een goede afspiegeling van de maatschappij te laten zijn.
Om die cruciale doelstellingen te kunnen bereiken, is het heel belangrijk dat het gedaan is met het kamperen aan de schoolpoorten. Daarom hebt u, collega Goeman, ongelijk. Dit is niet het decreet van de sterkste of de rijkste of de weet ik veel wat, want ouders die andere mensen kunnen betalen om daar te kamperen, dat zou een systeem zijn dat ervoor zorgt dat de gegoede mensen – om ze zo te noemen – voorsprong hebben.
U hebt wel gelijk dat we de verwachtingen van het decreet op scherp moeten stellen. Een nieuwe invulling van het inschrijvingsrecht zal de capaciteitsproblematiek nooit oplossen. Iedereen hier weet dat de oplossing voor de druk op de keuzevrijheid ligt in de creatie van meer plaatsen op school. Op dat punt is het regeerakkoord heel duidelijk en bouwt het ook voort op de aanpak van de vorige minister van Onderwijs. De minister heeft in zijn beleids- en begrotingstoelichting (BBT) verzekerd dat de budgettaire inspanningen op dat vlak voortgezet worden, waarvoor dank.
Waar er geen capaciteitsprobleem is, en dat is ook belangrijk, willen we het als fractie de school ook niet moeilijker maken. Dat is ook een focus die in dit ontwerp van decreet een basis krijgt. Collega’s, tot slot is het voor onze fractie vanzelfsprekend dat we dit decreet gaan monitoren, maar we gaan het ontwerp straks met veel plezier goedkeuren.
De heer De Gucht heeft het woord.
Er zijn al heel veel zaken gezegd. Het ontwerp van Inschrijvingsdecreet dat voorligt, was dringend nodig, maar dat gaat natuurlijk het plaatstekort niet oplossen. We gaan inderdaad dat capaciteitsprobleem moeten oplossen door te blijven investeren. Ik denk ook dat deze meerderheid duidelijk naar voren kan komen met een mooi rapport wat dat betreft.
Wat is een inschrijvingsdecreet? Dat heeft eigenlijk enkel tot doel om regels vast te leggen voor wanneer de vraag het aanbod overstijgt. Dus de redenering die hier gemaakt wordt rond de sociale mix en de dubbele contingentering is niet juist. Daar kom ik straks nog even op terug. De redenering dat dat over het geheel gaat, is niet juist. Dat treedt enkel en alleen in werking op het moment dat je inderdaad meer capaciteit zou moeten creëren, maar niet hebt. Dan heb je inderdaad wat we hier naar voren brengen.
Essentieel in alles wat een inschrijving betreft, is dat het ook gedragen en begrepen wordt door de ouders. Een van de problemen ook met de dubbele contingentering is dat eigenlijk, tenzij ik me vergis minister, bijzonder weinig mensen begrepen wat juist die – alleen al het woord – dubbele contingentering was. Telkens wanneer er een nieuw schooljaar begon, kon je dat lezen in de krant.
Wat is positief? Het is zonet ook al aangehaald door de collega’s die tegen gaan stemmen. We hebben een centrale tijdslijn. Dat zorgt voor een transparantie. De weigering is enkel en alleen mogelijk wanneer er ook met een digitaal aanmeldsysteem gewerkt wordt. Dat is toch wel heel belangrijk. Dat betekent ook dat je geen kampeertoestanden meer gaat hebben. Dat digitale aanmeldsysteem heeft ook het voordeel dat iedereen evenveel mogelijkheden heeft.
Want dat kampeersysteem was allemaal goed en wel, maar wie kon er gaan kamperen of wie kon er iemand betalen om daar te gaan kamperen? Dat waren degenen die daar ook de mogelijkheden toe hadden. Dat waren niet degenen die het nodig hadden om dagelijks op hun job te zijn om te maken dat ze op het einde van de maand goed hun boterham konden verdienen. Dat was zeker en vast een groot probleem met die kampeertoestanden.
Dan is er het LOP. Er wordt aangehaald dat het LOP uitgehold wordt. Ik vind dat altijd heel bizar. Langs de ene kant begrijp ik de opmerking, maar als je dan leest op welke manier het LOP wordt hervormd, is het toch bizar dat we in een parlement er een probleem mee hebben dat de hele democratie verder ingang vindt in dat LOP en dat het lokale gemeentebestuur mee mag beslissen op welke manier het LOP daarmee omgaat. Het is heel bizar om in een parlement te horen dat iets wordt uitgehold, terwijl we er eigenlijk voor zorgen dat de mensen in een gemeenteraad, de verkozenen des volks, mee mogen beslissen op welke manier we daarmee omgaan. Misschien heb ik het niet door, maar ik denk dat daar toch wel ergens iets scheelt.
De dubbele contingentering verdwijnt, maar we hebben inderdaad, zoals al is aangehaald, dat alternatief met inspraak van de lokale besturen. Wat die dubbele contingentering betreft: als je daar in wezen in het begin naar kijkt, denk je dat dat toch wel belangrijk is. Want ik vind inderdaad dat alle scholen een sociale mix zouden moeten hebben. De realiteit is dat dat vandaag zeker en vast niet het geval is. De vraag is op welke manier je dat kunt bereiken. De dubbele contingentering heeft, als je daar vandaag naar kijkt, eigenlijk bijna geen tot geen effect gehad. Daarnaast heeft het geen draagvlak.
Wat ook iets heel speciaals is, is dat men hier elke keer herhaalt: dat trad pas in werking op het moment dat er een plaatstekort was, dat trad daarvoor niet in werking. Iedereen doet hier net alsof die dubbele contingentering dé manier was om het te doen. Neen, dat trad pas in werking op het moment dat er plaats te kort was.
Daarnaast mag je nu dus die 20 procent invullen. Ik denk dat dat minstens even goed is. Daarenboven kunnen we die 20 procent op een democratische manier naar voren brengen. De schrik die de extreemrechtse partijen dan hebben daaromtrent, vind ik wel bijzonder om te horen, moet ik zeggen. Maar ik heb dat wel meer met de opmerkingen van extreemrechts. Ik vind het altijd raar dat jullie in jullie programma zeggen dat jullie heel sociaal zijn en dergelijke meer, maar dat dat sociale eigenlijk vooral geldt voor witte kindjes, en voor de rest eigenlijk niet. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Het is een bijzonder goede zaak dat we dat naar voren kunnen brengen en dat er eindelijk een inschrijvingsdecreet voorligt. We gaan daar in de komende week op voortborduren wat betreft Brussel en de Vlaamse Rand. Het is belangrijk dat die uit elkaar getrokken zijn, waardoor we de zekerheid hebben dat dit onmiddellijk in werking kan treden. Ik hoop dan ook dat we dit op een zo snel mogelijke en duidelijke manier kunnen doen, want de scholen smachten naar een nieuw inschrijvingsdecreet, en ik denk dat dit daaraan tegemoetkomt.
We zullen inderdaad moeten monitoren. En we er zullen inderdaad naar moeten streven dat elk kind op een goede manier een plaats kan krijgen in de school die het verkiest. Dat is capaciteit oplossen. En daarnaast moeten we ervoor zorgen dat er een goede sociale mix is. Maar ik denk dat het feit dat je nu enkel en alleen kunt weigeren als je een aanmeldsysteem hebt, al heel belangrijk is. Ik wil in de commissie gerust verder discussiëren over die scholen die inderdaad – het is daarjuist door collega Laeremans aangehaald – niet meer de vrijheid hebben om dan te weigeren. Ik vind dat persoonlijk een goede zaak, want dat betekent misschien dat de jezuïetencolleges eindelijk ook eens opengesteld worden voor andere mensen dan rijke blanke kindjes.
Minister Weyts heeft het woord.
Misschien eerst de vaststelling dat dit een ongelooflijke doorbraak is. Het Inschrijvingsdecreet wordt hier geregeld na een jarenlange discussie en standstill. Deze Vlaamse Regering hakt die knoop door en zorgt voor een inschrijvingsregeling met meer vrijheid, meer verantwoordelijkheid, meer rechtvaardigheid.
Meer vrijheid betekent dat we ouders zelf meer vrijheid geven bij het maken van een keuze voor een school. Scholen krijgen meer vrijheid om zelf te bepalen of ze bepaalde doelgroepen voorrang geven bij de inschrijving, en zo ja dewelke. Dat is vrijheid en verantwoordelijkheid. De lokale democratie bekrachtigt die beslissing. Scholen krijgen meer vrijheid omdat ze zelf mogen kiezen, niet opgelegd, niet gedwongen. Verplicht, maar verantwoordelijk.
Meer rechtvaardigheid? Ja, ik durf zeggen dat de afschaffing van die dubbele contingentering zorgt voor meer rechtvaardigheid, dat Brussel niet meer zomaar bepaalt dat sommige kinderen voorrang krijgen in de rij ten opzichte van andere, eenvoudigweg vanwege het diploma van de moeder. Ik vind dat niet rechtvaardig en het wordt door heel veel Vlaamse ouders niet als rechtvaardig ervaren. Wat we nu doen, is zorgen voor die vrijheid, verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid. In de beslissingsketen zijn het eerst de scholen die beslissen, vervolgens het LOP en dan de lokale democratie, door te zorgen dat de keuzes die men maakt breed gedragen zijn.
Dan komt men hier zeggen dat dit asociaal is. Dan mag u mij zeggen wie u wantrouwt en wie u bestempelt als asociaal. Zijn dat de scholen? Of het LOP? Ofwel de lokale democratie?
Dat de PVDA de lokale democratie iets vies vindt, tot daaraan toe. Maar ook de sociaaldemocraten zeggen dat ze wantrouwen! Ze wantrouwen de scholen en de LOP’s én de gemeenteraad. Wij willen zorgen voor breed gedragen keuzes. Niet zoals nu dat de school moet zeggen: ‘ja, mevrouw, u hebt een dag lang in de rij gestaan en gekampeerd, maar toch geven we voorrang aan andere kinderen vanwege het diploma van de moeder, dat is opgelegd door Brussel’. Nu kan die school zeggen dat ze ofwel zelf keuzes heeft gemaakt ofwel via het LOP, en dat de lokale democratie die heeft bekrachtigd. Dat is een logische, rechtvaardige beslissingsketen die zorgt voor meer draagvlak en vooral meer vrijheid, verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid.
De heer Danen heeft het woord.
Dit is een interessant ideologisch debat. Op zich is het een goede zaak dat dat hier kan gebeuren.
Maar, minister, u wilt het lokale niveau, het gemeentebestuur, het LOP en de scholen meer vrijheid geven, daar kan ik u een stuk in volgen. Maar toch beperkt u de mogelijkheid om voorrangsregelingen uit te werken tot 20 procent. Waarom staat u de scholen, het LOP en de gemeenteraad niet toe om te kiezen voor het oude systeem? U predikt de vrijheid van het lokale niveau maar tegelijk zet u remmen op de invulling van die vrijheid. Dat begrijp ik niet.
De heer Laeremans heeft het woord.
Ik wil nog even reageren op de heer De Gucht natuurlijk. Hij noemt ons steevast extreemrechts. Mijnheer De Gucht, u doet aan ‘etikettenplakkerij’. Ik voel mij niet extreemrechts. Ik voel mij Vlaams Belang’er. Ik voel mij Vlaams-nationalist. U doet aan framing en u doet dat ook met de jezuïetencolleges. Die zijn er zogezegd voor de rijke blanke kindjes. Ik vind dat echt beledigend voor de jezuïetencolleges en wel meer mensen in dit halfrond zullen daar terecht naartoe geweest zijn, zoals ikzelf ook.
Toen ik daar in Brussel naartoe moest, mijnheer De Gucht, moesten wij allemaal testen afleggen. Op die basis kon men selecteren. U vindt dat iets voor de rijken misschien, maar het gebeurde op basis van die testen. Zij hadden hun inschrijvingsmanier en Don Bosco had een andere. Op die manier kon iedereen wel zijn gading vinden.
Ik vind dat nog altijd een zeer democratische manier van inschrijven, maar u hebt daar een ander idee over.
De heer De Gucht heeft het woord.
Dat van extreemrechts, dat is een discussie voor op een ander moment, maar ik moet u inderdaad zeggen dat voor mij het idee over het Vlaams Belang en extreemrechts hetzelfde is.
Buiten dat gegeven, moet u kijken naar de cijfers, collega, en ik wil ze u gerust opsturen. Als u kijkt naar de cijfers van de jezuïetencolleges in Vlaanderen en naar de dichtstbijzijnde school van het GO!, en u kijkt dan naar de samenstelling en het verschil wat de achtergrond betreft, dan is dat toch wel kenmerkend. Ik zeg niet dat de jezuïetencolleges slechte scholen zijn, allesbehalve. Het gaat ook niet over een test, want ze komen tegenwoordig ook binnen zonder test. Ik zeg alleen: hoe komt het dat in heel Vlaanderen, met een afstand van soms maar enkele honderden meters, een dermate groot verschil zit in achtergrond tussen die twee? Dat is een open vraag. Als u mij daarop een antwoord kunt geven, dan ben ik heel benieuwd. Ik zeg u alleen dat dit een probleem is. Ik vind dat een probleem. Dat staat los van uw exteemrechts gedachtengoed. Het gaat gewoon over het feit dat ik vind dat het een probleem is dat bepaalde scholen in Vlaanderen te weinig inzetten op een juiste mix van de achtergronden die Vlaanderen rijk is. Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is dat je, als je opgroeit, met verschillende achtergronden in contact komt. Ik heb dan niet alleen over migratie of wat dan ook, maar gewoon sociale achtergronden in het algemeen. Dat zorgt ervoor dat je als kind op een goede manier opgroeit binnen de realiteit die onze samenleving vandaag is, en dat je ook sociaal voelend bent, en weet op welke manier andere mensen in onze maatschappij leven. Dat vind ik belangrijk, en dat is eigenlijk het enige wat ik zeg.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik wil nog kort tussenkomen, collega’s, omdat ik daarnet nog iets hoorde waarvan ik dacht: dat staat niet in het decreet.
Ten eerste, wat het LOP betreft, dat moet eens goed worden nagekeken, denk ik. De samenstelling van het LOP vandaag is zo dat er één vertegenwoordiger van het gemeentebestuur mag inzitten. Daarbij is gespecifieerd dat de vertegenwoordiger van het gemeentebestuur geen lid van een inrichtende macht mag zijn, en dat hij een adviserende functie heeft. That’s it! Als ouders dan vragen hoe het komt dat het LOP, met die bepaalde samenstelling, iets heeft beslist, hoe ze die mensen verantwoording kunnen vragen, of hoe het komt dat iemand van een bepaalde organisatie daarin zit, dan moet je antwoorden dat je daar niets over te zeggen hebt, en dat je die mensen niet ter verantwoording kunt roepen. Je kunt er zelfs geen vraag aan stellen, je kent hen zelfs niet en je hebt niet mee mogen beslissen dat ze in het LOP zitten. Maar zij beslissen vandaag wel hoe die procedure eruitziet. Ik treed de collega’s bij dat je daar als democraat toch minstens vragen bij moet stellen. Zeker als ik daarnet de debatten hoorde over overheidsbedrijven. Daar moet alles democratisch, en er moet gestemd worden, wie of wat. Maar dit niet? Dat vind ik raar. Dat is één.
Ten tweede, een school kan niet zeggen: ‘U schrijf ik in, en u schrijf ik niet in’. Dat wil ik toch wel heel duidelijk stellen: het is een inschrijvingsdecreet. Iedereen die langskomt wordt ingeschreven, als er plaat is. Dat geldt voor de groep van scholen waar geen capaciteitsprobleem is. Als er een capaciteitsprobleem is, dan is het niet de school die bepaalt wie wel, en wie niet. Neen, dan loopt het systeem met al dan niet de ondervertegenwoordigde groepen tussen nul en 20 procent, zoals collega Coel beschreven heeft. Het loopt binnen dat afgesloten systeem, met de criteria die gestemd zijn door de gemeenteraad. Ik kan me natuurlijk wel inbeelden dat het, hier gezeten, iets gemakkelijker is om iets naar voren te schuiven, maar de mensen van alle partijen hier aanwezig, die in de lokale gemeenteraden zitten, moeten dan wel aan hun kiezers uitleggen waarom het ene criterium wel, en het andere niet voor voorrang zorgt.
Ik kan alleen maar vaststellen dat een aantal partijen er blijkbaar niet zo zeker van zijn dat hun lokale mandatarissen hetzelfde zouden doen als wat ze hier verkondigen.
Een laatste punt: als er dan leerlingen worden geweigerd, dan wordt dat geregistreerd. Er is een weigeringsdocument. Vroeger, en dan spreek ik niet over toen het vorige Inschrijvingsdecreet er was, kon het inderdaad zijn dat, als er een leerling langskwam, men beweerde helaas vol te zitten, terwijl men voor een andere leerling daarna dan toch nog een plaatsje had. Collega’s, dat kan niet meer. Dat is weg met dit ontwerp van decreet. Dat vind ik ook zeer belangrijk. Die willekeur kan niet meer. Dat zijn de redenen waarom wij dit ontwerp inderdaad enthousiast goedkeuren.
De heer Danen heeft het woord.
We gaan het commissiedebat wel niet overdoen.
Absoluut niet.
Ik denk dat we moeten bekijken vanwaar het LOP komt, wat de decretale opdracht is van het LOP. Het LOP moest net zorgen voor het geven van gelijke onderwijskansen aan iedere leerling. Wij vinden het dus perfect normaal dat een LOP een krachtige stem heeft in het bepalen van hoe die gelijke onderwijskansen worden ingevuld. U zegt dan dat de gemeenteraden en zo erover moeten gaan. Het zal allicht toch zo zijn, het zal allicht zo worden goedgekeurd, maar waarom geeft u de gemeenraad dan niet het vertrouwen om verder te kunnen gaan dan die 20 procent, om bijvoorbeeld het systeem te houden zoals het was, om de dubbele contingentering aan te houden? Waarom kan dat niet? Zet u een rem op die vrijheidsgraden tot 20 procent omdat u de gemeenteraad wantrouwt? Ik heb die vraag meermaals in de commissie gesteld, en vandaag ook, en ik krijg daar geen antwoord op.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1054/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1 tot en met 11.
Er is een amendement op artikel 12. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1054/3)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 13 tot en met 18.
Er zijn amendementen op artikel 19. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1054/3)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 20 tot en met 36.
Er zijn amendementen op artikel 37. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2021-22, nr. 1054/3)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 38 tot en met 60.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen, de artikelen en het ontwerp van decreet houden.