Report plenary meeting
Report
De heer Parys heeft het woord.
Collega's, minister, deze week was er schijnbaar goed nieuws, want de dagprijzen in de woonzorgcentra zijn de afgelopen periode die werd gemonitord, stabiel gebleven. En dat betekent eigenlijk dat het beleid van de Vlaamse Regering met investeringen in personeel, in maatregelen om ervoor te zorgen dat er kon worden geventileerd, in beschermingsmateriaal, zijn vruchten heeft afgeworpen.
Maar, minister, er is een heel belangrijke ‘maar’. De foto die werd genomen, eindigt in mei van vorig jaar. En sindsdien is er natuurlijk iets gebeurd. Minister, de energieprijzen zijn door het dak gegaan, de inflatie is gevolgd, en dus lopen de kosten op.
Deze week, gisteren, heeft de Federale Regering een aantal maatregelen bekendgemaakt, waarover ik me verder niet uitspreek. Het zijn een aantal maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de energieprijsstijgingen wat worden gemilderd.
Wat is nu het probleem? 105.000 Vlamingen die kwetsbaar zijn, die oud zijn, die in een woonzorgcentrum of in een assistentiewoning wonen, zijn vergeten. Ze hebben geen recht op een sociaal tarief, ze hebben geen recht op de btw-verlaging op elektriciteit en ze hebben geen recht op de 100 euro energiecheque.
Nu zou je kunnen zeggen: ‘Goed, zij wonen in een woonzorgcentrum, heeft dat woonzorgcentrum dan geen recht op een aantal van die tegemoetkomingen?’ Het antwoord is ‘nee’, want zij worden gecatalogeerd als een onderneming, maar ze kunnen in de praktijk hun btw niet recupereren.
Minister, het beleid en het engagement van het regeerakkoord was om die dagprijs in een woonzorgcentrum betaalbaar te houden. U hebt 150 miljoen euro extra voorzien voor kwaliteit, voor personeel om ervoor te zorgen dat die ambitie ook effectief kan worden waargemaakt.
Maar nu, minister, is er een probleem, en dat probleem valt eigenlijk makkelijk samen te vatten. Als je oud bent en in een woonzorgcentrum woont, dan zul je dit jaar meer voor je elektriciteit betalen dan de rest van Vlaanderen. En dat, minister, is onaanvaardbaar.
Ik wil u vragen om snel spoedoverleg te hebben met uw collega Van Peteghem en met de eerste minister, om ervoor te zorgen dat we dat engagement uit het Vlaamse regeerakkoord om die dagprijs betaalbaar te houden, kunnen realiseren.
Minister Beke heeft het woord.
Dank u wel, collega Parys.
De betaalbaarheid van de factuur voor onze bewoners in de woonzorgcentra is voor ons als Vlaamse Regering inderdaad een bijzonder belangrijk thema. U weet dat wij dat elk jaar monitoren. We hebben vorige week die cijfers bekendgemaakt, en daaruit blijkt dat de prijzen in onze woonzorgcentra nagenoeg niet gestegen zijn.
Dat heeft te maken met verschillende zaken. Ten eerste weet u dat wij een strenge dagprijscontrole doen. Wat mij betreft, kunnen we daar nog een aantal stappen verder in zetten. Ten tweede – en u hebt daar ook aan gerefereerd – hebben wij de voorbije twee jaar in moeilijke omstandigheden heel wat geld op tafel gelegd om onze woonzorgcentra te compenseren, zodat, wanneer men met minder bezetting zat omdat er bewoners naar een ziekenhuis werden overgebracht of omdat er minder bewoners waren aangezien er geen nieuwe intakes konden gebeuren vanwege corona, ze dit niet zouden verhalen op de bewoners, en ten tweede, zodat men bij een mindere bezetting met het personeel meer zorg zou kunnen geven. Want als je minder bedden hebt en je behoudt je personeel, dan heb je uiteindelijk meer personeel per bewoner.
Alles samen heeft dat 245 miljoen euro gekost en dan spreek ik nog niet over een aantal andere zaken, zoals het beschermingsmateriaal en de investeringen in de ventilatie en dergelijke meer. Het was belangrijk om te zien in de monitoring van het voorbije jaar dat de woonzorgcentra hun prijzen effectief niet hebben verhoogd want anders zou de Vlaamse Regering zich wel een beetje bekocht hebben gevoeld, namelijk aan de ene kant veel geld op tafel leggen en aan de andere kant zien dat de prijzen worden verhoogd. Dat is niet gebeurd en dat is een goede zaak.
Daarmee is de kous niet af wat betreft de Vlaamse inspanningen. Er zijn nog een aantal andere zaken in het Vlaamse regeerakkoord die we in deze legislatuur willen uitvoeren. Naast de strengere dagprijscontrole is er het zorgbudget voor ouderen en last but not least hebben we een sociaal akkoord afgesloten waarin we bijkomend personeel financieren om op die manier de financiële druk van de woonzorgcentra weg te kunnen nemen en de betaalbaarheid te kunnen garanderen. Ik kom straks in de tweede ronde nog terug op een aantal andere zaken.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, het is allemaal juist wat u zegt. Dat is goed beleid, maar het issue waar we ons vandaag over moeten uitspreken, is het feit dat er een nieuwe stuitende ongelijkheid ontstaat tussen oudere Vlamingen die in een woonzorgcentrum of in een assistentiewoning wonen en de rest van Vlaanderen, die minder zullen betalen voor hun energiefactuur dan onze kwetsbare ouderen. Mijn vraag aan u is om spoedoverleg te hebben met uw collega Van Peteghem en met de eerste minister om ervoor te zorgen dat we daar een mouw aan passen.
Verder maak ik me heel veel zorgen, minister, over het aantal dagprijsindexeringen dat vandaag in aanvraag is bij de administratie. U kunt wellicht zeggen hoeveel er in de pijplijn zitten of sinds mei al zijn toegekend. We gaan naar een situatie waarin mensen tot zelfs honderd euro per maand extra zouden moeten betalen voor hun woonzorgcentrum in de volgende periode waarover we binnen een jaar verslag krijgen. Minister, de vraag is of het niet verstandig is om die inflatie niet één keer per jaar, zoals de decreetgeving het vandaag toelaat, maar ze in tijden van uitzonderlijke inflatie in stapjes te kunnen doorrekenen aan de bewoners, zodat ze niet in een keer honderd euro per maand extra moeten betalen.
De heer De Reuse heeft het woord.
‘Rusthuis wordt onbetaalbaar’, was vorige week in de Krant van West-Vlaanderen de titel van een heel dossier gewijd aan de betaalbaarheid van de woonzorgcentra. De prijzen zijn met 12 procent gestegen in de laatste zes jaar. In West-Vlaanderen passen de OCMW’s 1,4 miljoen euro bij. Dat zal niet anders zijn in de andere provincies.
Minister, de mensen zijn ongerust of ze de factuur wel kunnen betalen als ze naar het woonzorgcentrum moeten. Daar komen nu de stijgende energieprijzen bij. Die treffen de hele bevolking, maar ongetwijfeld ook de bewoners in de woonzorgcentra. We moeten ons daar geen illusies over maken. Volgens de eerste berekeningen gaat het hier over 2 tot 3 euro per dag op de dagprijs. Dat komt neer op minimum 60 tot 90 euro op een maandprijs van gemiddeld 1.800 euro. Dat is al een heel hoge factuur en zeker met een gemiddeld pensioen niet meer te betalen. Mijn vraag is dan ook heel eenvoudig, minister: zorg ervoor dat de factuur betaalbaar wordt en zorg er met uw federale collega’s voor dat het minimumpensioen van 1.500 euro er komt.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, de betaalbaarheid van de woonzorgcentra is ook voor ons en voor de Vlaamse Regering een heel grote prioriteit. De minister heeft het al gezegd. Er zijn al heel wat stappen gezet. Ik denk bijvoorbeeld aan VIA 6 (Vlaams intersectoraal akkoord). Er worden heel wat bijkomende mensen tewerkgesteld. Woonzorgcentra worden gefinancierd in functie van onder meer de zorgzwaarte. Er is de planning om het zorgbudget voor ouderen in een woonzorgcentrum niet meer afhankelijk te maken van de zorggraad omdat iedereen dezelfde behoeften heeft in een woonzorgcentrum of toch zwaar zorgbehoevend is. Tijdens de coronacrisis zijn er compensaties geweest enzovoort.
Die hebben natuurlijk allemaal een impact en die moeten er allemaal mee voor zorgen dat die dagprijs onder controle wordt gehouden. In die dagprijs zitten heel wat verschillende componenten en energie is er daar een van. We maken ons inderdaad allemaal zorgen over die stijgende energieprijzen.
Minister, mijn bijkomende vraag aan u is hoe u de woonzorgcentra, zeker de oudere woonzorgcentra, kunt ondersteunen om aan de slag te gaan om energiezuiniger te kunnen worden.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, de torenhoge energieprijzen zijn een molensteen aan de nek van de hele samenleving. We zien dat bij gezinnen, bij bedrijven, maar we zien dat inderdaad ook bij de woonzorgcentra en trouwens ook in bijvoorbeeld het onderwijs.
Het is heel duidelijk dat Vlaanderen bevoegd is voor de woonzorgcentra. Vlaanderen wilde autonoom bevoegd zijn voor zijn welzijnssector, en ik denk dat dat een goede zaak is, maar dan kijk ik dus niet alleen naar het federale niveau om te weten wat zij zouden kunnen doen. Het lijkt me een grote opdracht om een extra inspanning te doen om de prijzen van de woonzorgcentra in eigen beheer betaalbaar te houden en om een warm Vlaanderen voor al onze bewoners van woonzorgcentra te garanderen.
Minister, mijn vraag is dan ook vooral dat u niet alleen kijkt naar het federale niveau, maar wat u op het Vlaamse niveau zult doen om de betaalbaarheid van de woonzorgcentra te garanderen.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, laat ons er vooral geen goednieuwsshow van maken. Een beperkte stijging is goed maar een beperkte stijging van veel te veel is nog altijd veel te veel. Die dagprijzen liggen op vele plaatsen al veel te hoog om die met een gewoon pensioen te kunnen betalen. Dat die dagprijzen het laatste jaar niet veel zijn gestegen, heeft inderdaad te maken met de coronasubsidies – goed dat die er waren – maar ook met een heel aantal kortingen die zijn gegeven. Laat ons daar even bij stilstaan: die kortingen geven aan dat er nog altijd excessen zijn in die dagprijs. Vandaar nogmaals de vraag, minister, om daarop toe te zien, om te zorgen dat mensen niet te veel betalen voor de zorg die ze nodig hebben.
Verder ben ik het ermee eens dat we moeten bekijken wat er op Vlaams niveau kan gebeuren. Het ging al over de inflatie die misschien beperkter of gespreid in de tijd kan worden doorgerekend in de rusthuisfactuur, maar u kunt ook zelf dingen doen, minister. U kunt bijvoorbeeld een extra indexering doorvoeren of de zorgbudgetten verhogen, want dan komt het automatisch terecht bij de rusthuisbewoners die dat het meest nodig hebben. Ik denk dat dit ook kan helpen om die stijgende energieprijzen, ook voor rusthuisbewoners, haalbaar te houden.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, die rusthuisfacturen doen duizelen en heel veel ouderen kunnen met hun pensioen het rusthuis niet betalen. De gemiddelde rusthuisprijs bedraagt nu 1850 euro per maand, en dan rekenen we daar nog niet de supplementen bij die de mensen elke maand moeten betalen voor de kapper, de geneesmiddelen, de dokter. Het gemiddelde pensioen ligt bijna 800 euro onder de gemiddelde rusthuisprijs. Dat is niet normaal. Normaal zouden mensen met hun pensioen op zijn minst toch een rusthuis moeten kunnen betalen. Ik denk dat het echt tijd is voor een maximumfactuur waarbij we zien dat de rusthuisfactuur niet over het pensioen gaat.
De facturen zijn nu al heel erg hoog, maar ze zullen nog hoger worden. De stijgende energieprijzen zullen zorgen voor hogere facturen voor de bewoners. Het is dan ook belangrijk, minister, dat u een antwoord formuleert op de vraag hoe u dat zult oplossen. Hoe zult u voorkomen dat die rusthuisfactuur nog eens met een paar honderd euro stijgt?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Dit is inderdaad een heel belangrijk onderwerp en we moeten er alles aan doen om die dagprijs in de gaten te houden. Ik deel de analyses van de collega’s dat we daar snel moeten monitoren. Ik vind de analyse van de heer Parys, dat we eventueel naar een snellere monitoring moeten gaan dan de jaarlijkse die we gewend zijn, wel nuttig. Onze vraag is dan ook of u bereid bent om eventueel te bekijken hoe we die dagprijs op regelmatige basis kunnen nagaan om te zorgen dat die verhogingen niet in één keer op de kap van onze senioren terechtkomen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega Vandecasteele, collega De Reuse, ik begrijp de oproep om aan de Federale Regering te vragen om werk te maken van de uitvoering van het federale regeerakkoord. Ik zal dat met plezier doen. Daarin staat geschreven dat de minimumpensioenen 1500 euro moeten bedragen. Ik heb het eens nagevraagd en in april zal dat 1473 euro zijn, we zijn er dus dichtbij. Ik zal verder uw steun aan het federale regeerakkoord vanuit extreemlinks en extreemrechts overmaken.
Want pensioenen zijn natuurlijk belangrijk. Ze zijn ontzettend belangrijk maar ze behoren niet tot de verantwoordelijkheden van het Vlaams Parlement. De btw behoort ook niet tot de verantwoordelijkheden van het Vlaams Parlement. Wij hebben dit ook besproken toen de discussies over de energieproblematiek aanhangig werden gemaakt in de Federale Regering. Maar ik stel, samen met u, vast dat dit finaal niet weerhouden werd. Uitleg kan ik u daar niet over verschaffen, dat moet gebeuren aan de overkant van de straat.
Er zijn natuurlijk een aantal zaken die hier voor ons wel belangrijk zijn. Collega Schryvers, u hebt terecht gezegd dat de beste manier om op energie te besparen is ervoor zorgen dat er minder energie wordt verbruikt. Dat is niet altijd mogelijk. Zeker voor mensen die wonen in een ouder huis is het een gigantische uitdaging om dat soort extra investeringen te doen met een klein pensioentje. Maar in de ouderenzorg, in onze woonzorgcentra hebben we daar wel een belangrijke prioriteit van gemaakt. Wij voeren energiescans uit en we responsabiliseren en mobiliseren om over te gaan tot nieuwbouw of vernieuwbouw. Dat betalen we dan ook terug, met belangrijke resultaten. Voorkomen is beter dan genezen. Minder energie verbruiken is beter dan te moeten kijken hoe men dat kan compenseren. Dat is een lijn. Dat is geen nieuwe lijn, dat is een lijn die al een tijdje getrokken is maar die haar belang in tijden als deze natuurlijk absoluut aantoont.
Wat het zorgbudget voor ouderen betreft, is het een belangrijke bekommernis hoe we dat gaan betalen, zelfs met een pensioen van 1500 euro in de toekomst. Daarom hebben wij in het Vlaams regeerakkoord ingeschreven dat we dat zorgbudget voor ouderen willen verhogen. Ik zal daartoe ook de initiatieven nemen. We hebben dat in het regeerakkoord afgesproken en dat staat ook in de meerjarentabellen ingeschreven, zoals u weet. We zullen dus met een voorstel naar de regering gaan om dat te doen. Dat betekent ongeveer 400 euro per maand extra aan zorgbudget, in het kader van de Vlaamse sociale bescherming.
Ik herhaal dat we een sociaal akkoord afgesloten hebben. In het verleden zei men: wij moeten hogere prijzen vragen want wij moeten ons personeel betalen en de Vlaamse overheid financiert niet al dat personeel. Daarom hebben we VIA 6 (Vlaams Intersectoraal Akkoord) afgesloten. Wij betalen dat nu. Het grootste probleem vandaag voor de woonzorgcentra is niet de betaalbaarheid van de medewerkers, maar het vinden van medewerkers om de arbeid effectief te kunnen uitvoeren. Zoals u weet, hebben we daarom eind vorig een actieplan (zij)instroom opgemaakt, buiten alle inspanningen die gebeuren om de instroom via het onderwijs te vergroten en de job aantrekkelijker te maken. We hebben daar gisteren in de commissie nog een interessante gedachtewisseling over gehad. Het ging bijvoorbeeld over de vraag wat we nu kunnen doen met de vrijwilligers in onze vaccinatiecentra. Wel, er zijn allicht wel wat vrijwilligers in de vaccinatiecentra die, nu ze het daar gezien hebben, zich niet enkel vrijwillig willen inzetten in de zorg en zich geappelleerd voelen. Met het actieplan (zij)instroom kunnen we deze mensen appelleren om uiteindelijk met een opleiding in die zorg terecht te komen. Dat lijkt mij ook wel een bijzonder belangrijke zaak te zijn. Ik kijk even op mijn blaadje. Ik denk dat ik daarmee de meeste vragen beantwoord heb, voorzitter.
Ik heb gelezen dat u niet mag aflezen, minister.
Excuseer, voorzitter, maar ik wilde zo volledig mogelijk zijn.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik heb drie opmerkingen. Eerst en vooral: wie het terrein goed kent en veel in een woonzorgcentrum komt, weet dat de vraag die vandaag aan hen gesteld wordt om te ventileren, vaak neerkomt op het feit dat ramen en deuren moeten worden opengezet. Dat betekent nog hogere energiefacturen voor een woonzorgcentrum en de bewoners.
Ten tweede, minister, heb ik u niet horen antwoorden – maar dat kan op een later ogenblik nog – op de vraag om te bekijken of we die shock van die eenmalige jaarlijkse indexering kunnen opvangen door een ander systeem, dat geleidelijker werkt.
Ten derde, minister, en dat vind ik het meest kwalijke: mijn verstand is echt te klein om te begrijpen waarom 105.000 Vlamingen die oud en kwetsbaar zijn en in een woonzorgcentrum wonen, dit jaar meer zullen moeten betalen voor hun energie dan de rest van Vlaanderen.
Wat ik nog veel erger vind, minister, is wat u hebt gezegd in uw antwoord. U hebt gezegd: ‘ik heb daarover gesproken met mijn federale collega's.’ Ik dacht dat het een vergetelheid was, maar ik vind het nog veel erger wanneer het een bewuste beslissing is, zoals blijkt uit uw antwoord. Als er inderdaad overleg over is geweest met de bevoegde federale instanties, die toch al hebben beslist om die 105.000 Vlamingen in de kou te laten staan, dan vind ik dat nog veel erger. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.