Report plenary meeting
Report
Artikelsgewijze stemmingen
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over artikel 1 tot en met 3.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
122 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
99 leden hebben ja geantwoord;
23 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement artikel 1 tot en met 3 aan.
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over amendement nr. 1, van Cathy Coudyser, Orry Van de Wauwer, Stephanie D’Hose, Manuela Van Werde, Karin Brouwers en Marius Meremans, op artikel 4.
Stemming nr. 2
Ziehier het resultaat:
121 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
98 leden hebben ja geantwoord;
23 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement het amendement aan.
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over het aldus geamendeerde artikel 4.
Stemming nr. 3
Ziehier het resultaat:
122 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
99 leden hebben ja geantwoord;
23 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement artikel 4 aan.
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over artikel 5 tot en met 19.
Stemming nr. 4
Ziehier het resultaat:
122 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
99 leden hebben ja geantwoord;
23 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement artikel 5 tot en met 19 aan.
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet.
Stemming nr. 5
Ziehier het resultaat:
122 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
99 leden hebben ja geantwoord;
23 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet aan. Het zal aan de Vlaamse Regering ter bekrachtiging worden overgezonden.
Redenen voor onthouding?
De heer Brusselmans heeft het woord.
Voorzitter, ik wil even duidelijk maken dat wij als cultuurliefhebbers achter het principe van dit ontwerp van decreet staan. Het werd tijd dat er een dergelijk systeem kwam zoals in vele andere Europese landen allang het geval is.
Zoals ook de Topstukkenraad en de Vlaamse Kunstcollectie al opmerkten, betreuren wij natuurlijk dat bruiklenen uit Vlaamse erfgoedinstellingen niet zullen meetellen om de drempelwaarde van 50 miljoen euro te bereiken, en dat kan natuurlijk leiden tot minder tentoongestelde Vlaamse kunst. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn van Vlaams beleid.
Daarbovenop is er geen duidelijkheid over de grootte van het eigen risico dat gedragen zal moeten worden, en daarom hebben wij ons onthouden bij de stemming over dit ontwerp van decreet.