Report plenary meeting
Voorstel van resolutie over het collectieve vervoer van leerlingen in het buitengewoon onderwijs
Voorstel van resolutie over het invoeren van een bovengrens van 60 minuten per busrit voor leerlingen die gebruikmaken van het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs
Report
Voorstellen tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Björn Rzoska bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Stijn Bex, Elisabeth Meuleman, Johan Danen, Jeremie Vaneeckhout, Ann De Martelaer en Björn Rzoska over een sterk collectief leerlingenvervoer op maat.
De heer Hannes Anaf heeft bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Hannelore Goeman, Els Robeyns, Steve Vandenberghe, Annick Lambrecht, Hannes Anaf en Conner Rousseau over het collectieve vervoer van leerlingen in het buitengewoon onderwijs.
De heer Jos D’Haese heeft bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Jos D’Haese en Kim De Witte over het invoeren van een bovengrens van 60 minuten per busrit voor leerlingen die gebruikmaken van het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs.
We behandelen de drie voorstellen samen.
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, moet er nog zand zijn, na de discussie die we deze namiddag hebben gehad? Kinderen zitten tot 6,5 uur per dag op de bus naar en van school. En wanneer we een minister daarover ondervragen, dan begint die een geschiedenis af te steken van in de jaren 80, zonder daarbij met concrete oplossingen te komen. Als parlement moeten we hoogdringend duidelijk maken dat wij 120 minuten het maximum vinden dat kinderen op de bus mogen zitten, zoals het Kinderrechtencommissariaat vraagt, en dat wij snel een oplossing willen. Daarom is het nodig om bij hoogdringendheid daarover een resolutie goed te keuren met een duidelijke boodschap aan de regering.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Voorzitter, ik houd het heel kort. Deze middag hebben alle fracties in dit halfrond ervoor gekozen om een actuele vraag te stellen over deze onmenselijk lange busritten. Dat wil enerzijds zeggen dat het gaat over een ernstig onderwerp en probleem en anderzijds dat het acuut en dringend is dat dit wordt opgelost. 5 à 6 uur per dag zitten die kinderen vandaag op de bus. Dat is onmenselijk, dat is een welstellende regio als Vlaanderen onwaardig.
Voorzitter, die kinderen en ouders zitten niet te wachten op het zoveelste rondje werkgroepen en praatbarakken. Zij vragen nu initiatief. Daarom leggen wij nu dit voorstel van resolutie neer, om inderdaad die 120 minuten per dag decretaal te verankeren en daarvoor de nodige middelen te voorzien.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, beste collega's, of we nu heel veel geloof hebben of niet, in de regering of in iets anders, iedereen heeft daarnet in het debat kunnen vaststellen dat bij de ministers die aanwezig waren elke urgentie ontbreekt om nu bijkomende maatregelen te nemen. Of we het nu eens zijn over welke maatregelen wel of niet, de kwestie van de urgentie om nu zaken te doen, ontbrak. Binnen twee maanden zullen we een werkgroep samenbrengen om dan te bekijken wat mogelijke oplossingen zouden kunnen zijn. Dat is mijn eerste opmerking.
Mijn tweede opmerking is dat het heel duidelijk is dat er geen duidelijk engagement is over hoelang kinderen op een bus mogen zitten. Om die twee redenen vind ik het absoluut nodig dat wij als parlement die regering achter de veren zitten. Dat is onze taak. We moeten dat hier dan ook met spoed behandelen.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik zou de collega's van de meerderheid en ook andere collega's willen vragen om de hoogdringendheid weg te stemmen. Iedereen is doordrongen van de acute nood. We hebben de regering gehoord. Daar is duidelijk het signaal gegeven dat dat is aangekomen, dat men daar werk van maakt. Vijf ministers onderschrijven het voluntarisme om het probleem, de schrijnende toestanden weg te werken. Zowel Mobiliteit als Onderwijs, maar ook Welzijn en Jeugd hebben zich daarin verbonden, en ook nog een vijfde minister. Het is heel erg duidelijk dat men hier vanuit de regering dringend werk van wil maken.
We gaan vanuit de meerderheid ook zelf met een tekst komen, een resolutie. Dat is niet te nemen of te laten. We staan zeker open voor inbreng vanuit de oppositie. Wat dat betreft, is voor ons de oplossing datgene wat vooropstaat. We willen daar ook aan werken. Dat moet niet langer duren dan noodzakelijk. Dat zal gaan om het samenbrengen van een aantal aspecten, zowel wat betreft opvang als wat betreft mobiliteit, mobiliteitscoaches en ook de ouders.
Wij willen niet weglopen van het probleem, we willen het oplossen. We zullen het alleen niet met een resolutie doen, maar door de regering achter de veren te zitten. We doen dat vanuit de meerderheid. De regering heeft zich geëngageerd om dit probleem op te lossen, om de schrijnende toestanden weg te werken.
Daarom verzoeken we de collega's, op de eerste plaats die van de meerderheid, om de hoogdringendheid van de collega's van de oppositie, weg te stemmen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over de voorstellen tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die de voorstellen tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die de voorstellen tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
De voorstellen tot spoedbehandeling zijn niet aangenomen. Derhalve blijven de voorstellen van resolutie van Stijn Bex, Elisabeth Meuleman, Johan Danen, Jeremie Vaneeckhout, Ann De Martelaer en Björn Rzoska over een sterk collectief leerlingenvervoer op maat, van Hannelore Goeman, Els Robeyns, Steve Vandenberghe, Annick Lambrecht, Hannes Anaf en Conner Rousseau over het collectieve vervoer van leerlingen in het buitengewoon onderwijs en van Jos D’Haese en Kim De Witte over het invoeren van een bovengrens van 60 minuten per busrit voor leerlingen die gebruikmaken van het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs naar de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken en de Commissie voor Onderwijs verwezen.
Het incident is gesloten.
Voorstel tot het verlenen van voorrang in commissie
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, aangezien de spoed is weggestemd, zou ik bij dezen toch gebruik willen maken van artikel 50, punt 1, i), van het reglement en de plenaire toch ten minste voorleggen dat, gezien de urgentie van de situatie, we de drie voorstellen van resolutie waarvan de spoedbehandeling net is weggestemd, voorrang verlenen in de commissie in de behandeling.
Dus ik vraag de toepassing van artikel 50, punt 1, i), van het reglement om toch ten minste te vragen om die niet achteraan op de agenda te zetten, maar ze voorrang te verlenen in de behandeling.
De heer Keulen heeft het woord.
Dat lijkt mij geen probleem te zijn.
Dat is duidelijk.
We lopen niet weg van het probleem, laat dat duidelijk zijn.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot het verlenen van voorrang in commissie.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot het verlenen van voorrang in commissie wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel tot het verlenen van voorrang in commissie niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het voorstel tot het verlenen van voorrang in commissie is aangenomen.
Het incident is gesloten.