Report plenary meeting
Actuele vraag over de beslissing van de IMC Volksgezondheid betreffende de vaccinatie van 12- tot 15- jarigen
Report
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De deltavariant is nu al goed voor ongeveer 50 procent van de besmettingen. Om een echte grote piek van besmettingen te vermijden is de snelheid van vaccinatie heel belangrijk. Vlaanderen doet het goed. De Vlamingen laten zich massaal vaccineren. Dat geldt ook voor onze jongeren. Wij zien via QVAX dat er al heel wat 16- tot 18-jarigen hun eerste prik hebben gekregen.
Deze week richten we ons vooral op de tweede prik, maar we hebben natuurlijk nog altijd die groep van de 12- tot 15-jarigen. De risico’s voor die groep om zwaar ziek te worden van een coronabesmetting zijn relatief klein. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we die groep wel vaccineren, juist om een hogere vaccinatiegraad in onze bevolking te genereren. Hoe meer men zich laat vaccineren, hoe minder het virus en zijn varianten binnen die doelgroep zullen circuleren, en hoe minder de kans om mensen die meer kwetsbaar zijn voor het virus te gaan besmetten.
Vandaag werd er op de interministeriële conferentie (IMC) een beslissing genomen, en blijkbaar is er nu een goedkeuring voor 12- tot 15-jarigen. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we die groep ook snel vaccineren, omdat we in september toch een zo normaal mogelijke start van het nieuwe schooljaar willen. Mijn vraag is dan ook heel simpel. Wanneer gaan we die groep volledig kunnen vaccineren? Zijn er op de IMC ook andere beslissingen genomen?
De heer Parys heeft het woord.
De beslissing die de IMC vanmorgen heeft genomen om aan 12- tot 15-jarigen de kans te geven zich te laten vaccineren, is een goede beslissing. Het is en blijft vrijwillig, dat is heel erg belangrijk. Ik vind het ook heel goed dat u op dezelfde manier zal uitnodigen: men moet zich niet spontaan aanmelden, maar iedereen krijgt een uitnodiging. Omdat ik anders schrik heb dat men de gezondheidskloof nog verder uitdiept, en dat is geen goede zaak.
Ik weet dat de Vlamingen en de Franstaligen hier een heel andere visie op nahielden, zowel in de IMC als binnen de Hoge Gezondheidsraad – en u zei gisteren dat er waarschijnlijk een pittige discussie aan ging voorafgaan – maar de beslissing is alleszins goed.
Mijn heel specifieke vraag aan u, minister, is om een gerichte campagne en een speciale uitnodiging te richten aan ouders van 12- tot 15-jarigen. En ik denk dat daar vijf punten in aan bod moeten komen. Een, het kind beslist samen met de ouders, en de wil van het kind primeert uiteraard. Twee, de persoonlijke gezondheidswinst is natuurlijk veel beperkter voor 12- tot 15-jarigen dan voor 16-plussers. Je hebt wel een aantal chronische klachten zoals extreme vermoeidheid en concentratieproblemen die je kan vermijden. Informeer ook over de gezondheidsrisico’s die vandaag al in kaart zijn gebracht rond Pfizer. Drie, maak in de campagne ook duidelijk dat er voor kinderen wel een persoonlijk voordeel in zit. De collega heeft eraan gerefereerd: de kans dat we weer hele klassen in quarantaine moeten zetten wordt veel kleiner, naargelang meer 12- tot 15-jarigen zich ook effectief hebben laten vaccineren. Vier, de jongeren dragen op die manier natuurlijk wel bij aan die vaccinatiegraad van 90 procent, waarover nu wordt gesproken om de deltavariant effectief de baas te kunnen. De jongere generatie beschermt de oudere hiermee. Vijf, het moet altijd een individuele afweging zijn tussen de gezondheidswinst en de maatschappelijke winst, en de individuele vrijheid die kinderen en ouders hebben om al dan niet te kiezen voor vaccinatie.
Mijn vraag aan u, minister, is of u een campagne en een gerichte uitnodiging wilt maken die al die elementen meeneemt.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we hebben vandaag op de interministeriële conferentie inderdaad een pittige discussie gehad, maar terzelfdertijd ook wel een heel duidelijke beslissing genomen. En dat is een goede zaak.
We hebben vandaag 70 procent van de totale bevolking een eerste prik gegeven. Dat is een belangrijke drempel die we oversteken, en een belangrijke mijlpaal die we opnieuw bereiken. We zijn daarmee, na IJsland, de eerste regio in Europa die de 70 procent vaccinatiegraad voor de eerste prik weet te bereiken.
In totaal zitten we nu, collega’s, aan ongeveer 86 procent van de volwassen bevolking. Als we naar de 90 procent willen gaan, moeten we daar dus nog een 4 procent bijdoen. 47 procent van de volwassen bevolking is ook al een tweede keer gevaccineerd.
Collega Saeys, niet alleen deze week, maar heel deze maand juli staat in het teken van de tweede prik. Zo hopen we de 80 procent vaccinatiegraad tegen het einde van de maand juli te bereiken, weliswaar 80 procent van de volwassen bevolking.
We hebben vandaag inderdaad ook beslist om de groep 12- tot 15-jarigen te vaccineren, en daarmee gaan we dan ook aan de slag. Dat wil zeggen, collega Saeys, dat wij waarschijnlijk over twee weken, de week van 19 juli, de eerste uitnodigingen zullen uitsturen, waardoor we de eerste prikken voor de jongeren tussen 12 en 15 jaar, ook kunnen zetten.
Ik besef natuurlijk zeer goed dat we dat doen in het midden van een vakantie en dat er waarschijnlijk heel wat jongeren op vakantie of op kamp zijn die nog niet onmiddellijk op die uitnodiging kunnen ingaan. Geen paniek: we zullen zorgen dat men eind augustus, begin september een nieuwe kans krijgt. Maar we gaan ermee van start in de week van 19 juli, omdat we eerst moeten zorgen dat de 16- en 17-jarigen aan de beurt zijn. De uitnodigingen voor de 18-jarigen zijn de deur uit. Ik heb daarnet het bericht gekregen dat Brussel extra vaccins ter beschikking zal stellen zodat we dit kunnen doen. We zijn dus alles aan het klaarmaken.
Een goede communicatie is inderdaad heel belangrijk, collega Parys. We gaan een aparte uitnodiging sturen, maar wel volgens hetzelfde systeem omdat het bijzonder succesvol is gebleken in onze vaccinatiecampagne. Uiteraard zullen we met aangepaste brieven werken en zullen we ook op sociale media op een aangepaste manier werken. We zullen ons niet alleen richten tot de jongeren, maar ook tot de ouders. Ik heb zelf een dochter van 15 jaar. Ze vroeg me vorig weekend waarom ze zich zou laten vaccineren omdat ze toch niet ziek zou worden. Ik heb haar toen gezegd dat, als ze geen risico wil lopen dat haar opa of oma nog besmet geraken, ook al zijn ze gevaccineerd, ze er eens heel goed over moest nadenken. Ik had het gevoel dat ik ze over de streep had getrokken, maar met dochters van 15 jaar weet je natuurlijk nooit.
Uiteraard zullen we campagne voeren. Het uitgangspunt zal zijn dat ze het in dialoog moeten doen met de ouders, wat wil zeggen dat ouders mee kunnen gaan naar een vaccinatiecentrum. Als ze om een of andere reden niet kunnen meegaan, kunnen ze schriftelijk toestemming geven. Als er toch een discussie zou ontstaan waarbij kinderen wel en ouders niet willen vaccineren, dan is de stem van het kind wel doorslaggevend. Ik denk niet dat het in de praktijk veel zal voorvallen. Collega Saeys, de huisarts is zeker belangrijk wanneer er toch discussie zou zijn.
Collega Parys, we hebben heel veel gesproken over volksgezondheid en over welzijn. De Vlaamse Regering heeft er alles aan gedaan om de scholen open te houden. Ook vanuit dat oogpunt is het belangrijk. Je kunt een individuele afweging maken, maar je kunt ook een afweging maken in het belang van de gemeenschap en in het belang van je eigen welzijn. Ik kan me inbeelden dat er jongeren zijn van 14 of 15 jaar die zeggen dat het voor hen geen welzijn betekent als de scholen in september opnieuw opengaan, maar ik denk dat we met z’n allen ervan overtuigd zijn dat het wel degelijk in het welzijn van de jongeren is.
Zo houden we ook de viruscirculatie onder controle, en met het oog op de deltavarianten, die een grote uitdaging vormen, is dat toch bijzonder belangrijk.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Als ik het goed begrijp, zullen vanaf 19 juli de eerste uitnodigingen naar de 12- tot 15-jarigen worden verstuurd. Als ze begin augustus de eerste prik krijgen, betekent dat dat in september de tweede prik zal worden gegeven. Hoe gaat dat praktisch verlopen? Zal men vrijaf kunnen krijgen om naar een vaccinatiecentrum te gaan? Zijn daarover al beslissingen genomen?
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het wordt moeilijk om er een goede communicatiecampagne en een goede uitnodiging voor te maken die een aantal factoren, die ik daarnet heb vernoemd, ter overweging voorleggen aan ouders en hun kinderen.
Wij vinden het vooral belangrijk dat niemand zich verplicht voelt om zich te laten vaccineren, dat er altijd die vrije keuze blijft, en dat er bijvoorbeeld geen extra rechten worden toegekend aan iemand tussen 12 en 15 jaar die gevaccineerd werd versus iemand die met een PCR-test werkt of die de infectie zou hebben doorgemaakt.
We maken ons wel zorgen, minister, als we het in de vaccinatiecampagne hebben over de zorgkundigen in de woonzorgcentra. In Brussel is minder dan de helft daarvan gevaccineerd, in Vlaanderen zitten we aan 77 procent. Daar is het belangrijk dat de solidariteit begint te spelen en dat daar een tandje wordt bijgestoken.
Mijn vraag luidt als volgt. We zitten in een nieuwe fase van de pandemie. Mensen worden misschien nog wel ziek, maar worden niet noodzakelijk gehospitaliseerd of toch veel minder. Zullen de protocollen – van Kind en Gezin bijvoorbeeld – meer rekening houden met de hospitalisaties en weggaan van de besmettingscijfers om daar een aantal gevolgen aan te verbinden? Zult u dat operationaliseren?
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik denk dat het in bepaalde gevallen, wanneer er twijfel is, niet slecht zou zijn om de kinderarts hierbij te betrekken.
Het feit dat er vaccins over zijn in Brussel zegt natuurlijk veel over de vaccinatiebereidheid in Brussel. We hebben gisteren de cijfers van de vaccinatiegraad bekeken. Ze zouden daar misschien beter een tandje bijsteken. Het is goed dat we die vaccins krijgen en dat ze gebruikt worden, maar dat zegt veel over wat er gaande is in Brussel.
Nog een extra vraag in de marge, er wordt momenteel in een kliniek in Alken een Chinees-Amerikaans vaccin onderzocht. Daarvoor zoekt men proefpersonen, onder andere jongeren tussen 12 en 17 jaar. Ook in Vlaanderen, dat was te zien op de VRT, meen ik, laten jongeren zich vaccineren met dat vaccin en krijgen daarvoor 600 of 700 euro. Ze zeggen natuurlijk altijd dat ze het niet voor het geld doen, maar toch.
Hoe staat u tegenover dergelijke onderzoeken? Kan zo’n bedrijf zomaar jongeren lokken met geld om mee te doen aan een proefproject?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik probeer ook een beetje uit te zoomen. We hadden het vorige week al over de deltavariant en de strijd. U zei toen: vaccineren, vaccineren, vaccineren. Nu, dat klopt allemaal, maar één week in de crisis lijkt een eeuwigheid en er kan zoveel veranderen.
We zien dat de tendens van vorige week in het buitenland zich doorzet. Ook in het binnenland geven een aantal experten aan dat ze nadenken over noodsituaties voor als het toch uit de hand zou lopen met die deltavariant. Ik heb toen gezegd dat er geen reden tot paniek was, dat we alleen alert moesten zijn. Ik denk dat dat de boodschap blijft. We moeten hier geen paniek prediken, maar je merkt wel dat die boodschap in de pers meteen een reactie genereert bij de bevolking ‘toch niet weer’ en ‘ze gaan ons toch niet opnieuw opsluiten’.
Bent u ermee bezig? Wat als het scenario zich voordoet? Hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen intussen de basisregels die nog altijd gelden actief blijven naleven? We kennen de verhalen van studenten in het buitenland die terecht nood hebben aan feestjes bouwen maar achteraf met de gebakken peren zitten. Hoe kijkt u daarnaar? Hoe wilt u daar een antwoord op geven?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Vlaanderen staat internationaal aan de top van de vaccinaties. Ik wil deze gelegenheid aangrijpen om iedereen die zich daarvoor – ook op het terrein – elke dag weer de voorbije periode heeft ingezet en dat ook de volgende periode nog zal doen, van harte te bedanken.
Week na week bespreken we hier belangrijke beslissingen. Vorige week was dat de verkorting van de tussentijd voor het tweede AstraZenicavaccin, vandaag gaat het over de vaccinatie van de 12- tot 15-jarigen. Dat is natuurlijk een specifieke groep gezien hun leeftijd en de vraag of ze daar zelf toestemming voor kunnen geven. U bent daarnet ingegaan op de discussie tussen ouder en kind. Als de jongere voldoende oordeelvermogen heeft, kan hij zelf beslissen.
Ik denk, en ik wil u dat ook vragen, dat er een goede communicatie moet zijn, niet alleen naar de ouders en kinderen zelf, maar ook naar de vaccinatiecentra. Nu staat in de richtlijnen: kom met een ouder of met een schriftelijke toestemming. Ik kan me voorstellen dat de mensen in de centra ook nog vragen hebben.
Ik heb nog één bijkomende vraag, minister. De centra gaan nog een tijdje openblijven. Alle 12- tot 15-jarigen gaan nu in de volgende twee weken worden uitgenodigd. Gaan in de volgende periode, gezien de stand van de pandemie momenteel, ook jongeren op hun 12de verjaardag nog worden uitgenodigd, zodanig dat we nog een bijkomende groep vaccineren?
De heer Anaf heeft het woord.
Ik denk dat het een goede en belangrijke beslissing is die daarstraks genomen is om de 12- tot 15-jarigen ook de mogelijkheid te geven om zich te laten vaccineren. Maar ik volg een aantal collega’s die zeggen dat de communicatie zeer belangrijk gaat zijn in dit geval. Ik heb toch ook al een aantal berichten gekregen van ouders die zich wat oncomfortabel voelen. Zij hebben die beslissing voor zichzelf met veel plezier genomen, ook in het belang van ons allemaal, maar hebben dan blijkbaar toch hun twijfels als het over de kinderen gaat, omdat ze zeggen dat die vaccins heel snel ontwikkeld zijn. Ik denk dus dat het belangrijk is dat zij ook echt gerustgesteld kunnen worden en dat er een goede communicatie is naar die ouders dat er voor hun kinderen geen nadelige effecten aan verbonden zijn. Het is belangrijk dat dat op een heel goede manier wordt gekaderd.
Ik zou u willen vragen om daar bijkomende aandacht voor te hebben, want zo’n beslissing voor jezelf nemen, tot daaraan toe, maar als het over je kind gaat, merk ik dat er toch een aantal mensen zijn die het daar wat moeilijker mee hebben. Dus ik vraag mij af hoe dat zal gebeuren.
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, misschien eerst over de opmerking over de zorgkundigen en de anderen: we hebben gezien dat er ook in Vlaanderen bij het begin van de vaccinatiecampagne wel wat twijfel was en dat een aantal mensen – eigenlijk beperkt, alles samen – niet zijn ingegaan op de aanvankelijke uitnodiging. We hebben toen gezegd dat zij een herkansing krijgen, maar pas als iedereen de kans heeft gekregen om zich te laten vaccineren. Wel, dat momentum bereiken we nu. En dat is belangrijk.
Ik ben er al verschillende tegengekomen die zich aanvankelijk hebben uitgeschreven, die geweigerd hebben, die zeiden dat er in januari toch veel vragen waren. Maar intussen zijn zij ervan overtuigd dat ze mee op die boot moeten springen. Dat is een zeer goede zaak. Ik kan hier alleen maar van de gelegenheid gebruikmaken om een oproep te doen aan diegenen die toen geweigerd hebben, om nu die tweede kans met twee handen te grijpen, overal en iedereen. Dat is ook absoluut de bedoeling. En ze zullen die kans ook krijgen.
Wat de protocollen betreft, denk ik dat we rekening moeten houden met de groeiende wetenschappelijke inzichten die er zullen zijn. We spreken vandaag over de deltavariant. Ik durf erop te verwedden dat dat niet de laatste variant zal zijn waar we mee te maken gaan krijgen en dat we dus ook zullen moeten kijken wat dat dan betekent, in de zin van: besmetting, gecorreleerd aan hospitalisatie. Als die correlatie zwakker is en zwak blijft, is dat een goede zaak. Als die sterker wordt, is dat een andere zaak. Het is ook gecorreleerd aan de mate waarin onze vaccins effectief zijn tegen nieuwe varianten, vandaar dat we ook zijn mee gestapt in het boostervaccin, om die aankoop te doen voor Pfizer, maar ook voor Moderna, om ons daar op die manier van te verzekeren. De bedoeling is dat als er nieuwe varianten zijn, we dan met die vaccins ook aan de slag kunnen.
Op dit ogenblik hebben we daar geen grote zekerheden over – laat ons daar eerlijk in zijn – en moeten we met bepaalde onzekerheden beslissingen nemen. Maar één zekerheid hebben we wel, en dat is dat de vaccins die we vandaag ter beschikking hebben, ons toch wel een stuk verder brengen in de bescherming. Daarom zetten we ook alles op alles in deze vaccinatiecampagne, om dat maximaal te kunnen garanderen. En dat doen we dus ook.
Collega Sintobin, het is goed dat er mensen zijn, ook jongeren, die zich aandienen om mee deel te willen zijn van wetenschappelijk onderzoek, in de verschillende fases van de studies, fase 3-studies en andere. Want anders kunnen die vaccins en mogelijke vaccins ook niet op de markt komen. Ik vind wel dat dat niet tegen een financieel gewin moet zijn. Dit moet zijn omdat men mee in een onderzoek wil stappen. Ik vind het niet zo oké dat daar grote financiële bedragen – in verhouding toch, zeker voor jongeren – tegenover staan. Dat mag eigenlijk niet de trigger zijn om daarin mee te stappen.
Wat uw opmerking over Brussel betreft, ben ik blij dat wij in de schoot van de IMC een solidariteitsmechanisme hebben weten te bereiken. Ik heb daar de voorbije weken heel sterk op aangedrongen. Ik denk dat men ook in Wallonië en Brussel bijkomende inspanningen doet om de vaccinatiegraad zo hoog mogelijk te krijgen. Dat is op zich een goede zaak. Tezelfdertijd – en dat heb ik de voorbije weken gezegd – kunnen we ons niet permitteren dat er ergens vaccins worden gestockeerd want de volgende weken zullen er nog bijkomende leveringen zijn. We kennen het leverschema van Pfizer. We kunnen er van uitgaan dat dat zal worden gerealiseerd. Ik zeg dat omdat we hier spreken over jongeren en over Pfizer. We spreken niet over die andere vaccins. Dan is het goed dat we daar ook een mechanisme voor gevonden hebben. Als er regio’s zijn die extra vaccins vragen en als andere ze niet nodig hebben omdat ze met de levering van de volgende week verder kunnen, is dat solidariteitsmechanisme geïnstalleerd. Wij hebben daar op dit ogenblik wat dat betreft het voordeel van.
De beslissing is genomen voor de groep van 12 tot 15 jaar. Collega Schryvers, dat doen we omdat deze vaccins zijn goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenagentschap. Dat is ook het antwoord op de opmerking van collega Anaf. Op dit ogenblik is dat alleen Pfizer. Die andere zitten er niet in. Die duidelijke keuzes worden gemaakt op basis van die elementen. Dat is ook voor de ouders een ontzettend belangrijk gegeven. Wij nemen daar geen nodeloze risico’s. Wij zeggen niet dat iedereen zomaar gevaccineerd moet kunnen worden en dat we daarvoor alles gebruiken wat we bijeen kunnen scharrelen. Neen, we doen dat op basis van een aantal heel duidelijke parameters: wat zegt het Europees Geneesmiddelenagentschap daarover, wat zeggen onze experten daarover. Het is op basis van die elementen dat we dat doen.
Het is heel belangrijk dat we dat doen met een goede communicatie. Het is absoluut onze bedoeling om dat op die manier te doen: met een communicatie die de jongeren en de ouders verstaan, die het mogelijk maakt dat daarover aan de keukentafel een gezonde discussie kan plaatsvinden. Het is een communicatie die het algemeen belang aangeeft van een sterke vaccinatie. Het kan misschien een trigger zijn voor de mensen die nog niet gevaccineerd zijn, ook ouders, om ook mee op de boot te stappen en om te proberen om op die manier de vaccinatiegraad in Vlaanderen nog hoger te krijgen dan hij vandaag al is.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Het is een heel goede zaak dat de doelgroep van 12 tot 15 jaar wordt meegenomen want we willen een zo hoog mogelijke algemene vaccinatiegraad bereiken. Dat is ons belangrijkste wapen tegen het coronavirus. Ik hoop alleen dat de praktische uitwerking ervan snel zal worden gecommuniceerd. Kunnen zij tijdens het schooljaar verlof nemen, ja of neen? Wie kan hen begeleiden? Dit zijn allemaal elementen die zo snel mogelijk duidelijk moeten zijn.
De heer Parys heeft het woord.
Het is een goede zaak dat de 12- tot 15-jarigen zich kunnen laten vaccineren en dat ze dat vrijwillig kunnen doen, en dat de ouders en kinderen samen tot een beslissing komen nadat ze door de overheid op een heel objectieve manier zijn geïnformeerd, zowel met een campagne als met hun uitnodigingen. Zo kunnen ze een individuele afweging maken.
Minister, ik vond het ook positief dat u zei dat we altijd volgens de laatste wetenschappelijke inzichten moeten handelen. Wanneer het nodig mocht zijn om onze protocollen aan te passen en meer nadruk te leggen op de hospitalisatiecijfers en wat minder op de besmettingscijfers, dan zult u dat doen. Ik hoop dat u daar binnenkort werk van maakt, wanneer die wetenschappelijke inzichten dat inderdaad mogelijk maken.
De actuele vragen zijn afgehandeld.