Report plenary meeting
Rekening van de Vlaamse Ombudsdienst 2020
Rekening van het Kinderrechtencommissariaat 2020
Rekening van het Vlaams Vredesinstituut 2020
Report
Bespreking en stemmingen
Dames en heren, aan de orde zijn de rekeningen van het Vlaams Parlement, de Vlaamse Ombudsdienst, het Kinderrechtencommissariaat en het Vlaams Vredesinstituut over 2020.
De bespreking is geopend.
Collega Parys, gaat u ze alle vier samen doen?
Als de collega’s dat vragen, wil ik die wel samen nemen.
U hebt dat vorig jaar ook zo gedaan. Maar u mag ze ook apart doen.
Ik stel voor dat ik inderdaad een kleine samenvatting geef van alle vier samen.
Vandaag worden de rekeningen 2020 van het Vlaams Parlement en van de drie paraparlementaire instellingen ter goedkeuring aan de vergadering voorgelegd. De rekeningen werden gecontroleerd door het Rekenhof en goedgekeurd door het Bureau op 14 juni 2021, en worden nu dus ter goedkeuring aan de plenaire vergadering voorgelegd. Ik geef een korte toelichting bij de rekening 2020 van het Vlaams Parlement, waarvan ik secretaris financiën ben. Voor gedetailleerde info verwijs ik naar de parlementaire stukken.
Er is een economische afsluiting, waar de resultatenrekening in zit. Daar kunt u allemaal lezen dat de bedrijfsopbrengsten in 2020 98,1 miljoen euro waren. De dotatie maakte daar het grootste stuk van uit. Dat is 96,5 miljoen euro. De kosten, dat gaat over bedrijfskosten ter waarde van 100,7 miljoen euro. Dat is ongeveer 4,6 miljoen euro minder dan vorig jaar. Dat komt doordat de uitgaven gekoppeld aan de verkiezingen van 2019 niet meer aan de orde waren in 2020. We gaven als parlement dus ook effectief veel minder uit.
Dat resultaat geeft een bedrijfsresultaat van min 2,5 miljoen euro. Na de verwerking van het financiële en uitzonderlijke resultaat bedraagt het economische resultaat van het boekjaar min 1 miljoen euro. De balans en de resultatenrekening van 2020 geven een gedetailleerd inzicht in de rekening van 2020 en zijn opgenomen in de parlementaire stukken.
Als besluit vraag ik u, als plenaire vergadering, om de rekening van 2020 van het Vlaams Parlement goed te keuren.
Wat de rekeningen van de PPI’s betreft: vandaag worden tevens de rekeningen voor 2020 van de Vlaamse Ombudsdienst, het Kinderrechtencommissariaat en het Vlaams Vredesinstituut ter goedkeuring voorgelegd, zoals voorzien in de oprichtingsdecreten van deze instellingen. De stukken hebt u gekregen. In naam van de drie instellingen verzoek ik u met plezier om de rekeningen van 2020 ook goed te keuren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
Wij stemmen nu bij zitten en opstaan over de rekening van het Vlaams Parlement over 2020.
De volksvertegenwoordigers die de rekening wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die de rekening niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
De rekening van het Vlaams Parlement over 2020 is aangenomen.
Wij stemmen nu bij zitten en opstaan over de rekening van de Vlaamse Ombudsdienst over 2020.
De volksvertegenwoordigers die de rekening wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die de rekening niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
De rekening van de Vlaamse Ombudsdienst over 2020 is aangenomen.
Wij stemmen nu bij zitten en opstaan over de rekening van het Kinderrechtencommissariaat over 2020.
De volksvertegenwoordigers die de rekening wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die de rekening niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
De rekening van het Kinderrechtencommissariaat over 2020 is aangenomen.
Wij stemmen nu bij zitten en opstaan over de rekening van het Vlaams Vredesinstituut over 2020.
De volksvertegenwoordigers die de rekening wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die de rekening niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
De heer Dewinter heeft het woord.
Dank u, voorzitter.
Ik weet dat het niet gebruikelijk is dat we bij de rekeningen van deze instellingen, die afhangen van het parlement, het woord voeren, maar ik wilde toch waarschuwen, zeker bij de rekening van het Vlaams Vredesinstituut, voor de politisering van het Vredesinstituut. Twee weken geleden heeft er een webinar plaatsgevonden over wapenbezit in Vlaanderen. Ik heb daar vastgesteld dat de voorzitter van het Vredesinstituut, samen met zijn instelling, een soort van kruistocht tegen legaal wapenbezit aan het voeren is, met de criminalisering van legale wapenbezitters. Ik heb daar mijn allergrootste bedenkingen bij. Ik wil die toch even kort formuleren, ook in dit halfrond. (Opmerkingen)
Collega’s, dit kan. Anders had ik al ingegrepen.
Daarom bespreken we natuurlijk de rekeningen. Wij stellen fondsen ter beschikking, collega’s, van het Vlaams Vredesinstituut. (Opmerkingen)
Het kan volgens het reglement. Collega Dewinter heeft het recht om hier zijn toespraak te houden.
Bij het ter beschikking stellen van die fondsen of bij de controle van die rekeningen moeten wij toch ook onze mening kunnen formuleren?
Collega Dewinter, reglementair mag u tussenkomen. Dus, gaat u vooral verder.
Voorzitter, wees gerust, ik zal het beknopt houden.
Het is een feit dat de voorzitter van het Vredesinstituut gebruik heeft gemaakt van het moment om, zoals ik al zei, legale wapenbezitters te criminaliseren op basis van het feit dat het wapenbezit in Vlaanderen en in dit land licht gestegen is. Ik vind dat een verkeerde houding. Dat kan ook niet de taak zijn van de voorzitter van het Vredesinstituut, om op basis van deze objectieve vaststelling te pleiten voor strengere wapenwetgeving, en voor een zoveelste verstrenging van bepaalde procedures voor sportschutters, jagers en dergelijke. De voorzitter van het Vredesinstituut heeft het ook nodig geacht om te stellen dat het bezit van een wapen in functie van wettige zelfverdediging, een van de mogelijke criteria voor het aanvragen van een wapenvergunning, in de toekomst onmogelijk zou moeten worden gemaakt.
Ik kan begrijpen dat hierover in het parlement een politiek debat wordt gevoerd en dat men stellingen en standpunten inneemt voor en tegen, maar het is zeer de vraag of dit de taak is van de voorzitter van het Vredesinstituut, dat uiteindelijk een instelling is die afhangt van dit parlement. Waarbij we toch moeten vaststellen dat de voorzitter van het Vredesinstituut zeker niet kan rekenen op een breed gedragen consensus voor het standpunt dat hij ter zake vertolkt.
Ik weet dat de betrokkene een specialist is ter zake. Ik vrees dat we het hele Vredesinstituut op den duur aan het verengen zijn tot een soort van antiwapenlobby. Ik heb er geen probleem mee dat men de illegale handel in wapens streng aanpakt. Dat moet het geval zijn, maar ik herhaal: het criminaliseren van legale wapenbezitters – en dat zijn er nogal wat in dit land, meer dan 70.000 Vlamingen zijn sportschutter, vele anderen zijn jager of beoefenaar van de schietsport – kan niet. Dat alles moet in perspectief worden geplaatst, moet genuanceerd worden, moet in het juiste kader worden bekeken. Men mag niet alles en iedereen over dezelfde kam scheren, temeer omdat wapenbezit, en zeker legaal wapenbezit, want daar gaat het toch over, niets met criminaliteit of met een stijging van het geweld te maken heeft, maar wel met burgers die – en ik herhaal het – over een blanco strafregister beschikken. Dat is een absolute en dwingende, wettelijk bepaalde voorwaarde om over een wapen te beschikken.
Laten we dus ophouden met het culpabiliseren van eerlijke burgers die met criminaliteit en geweld niets te maken hebben. Ze worden al streng genoeg gecontroleerd als ze over een wapen beschikken. En laten we er vooral zorg voor dragen dat het Vredesinstituut, dat als parlementaire instelling een belangrijke rol te spelen heeft, niet gepolitiseerd wordt en niet de spreekbuis wordt van een bepaalde antiwapenlobby in ons land. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Collega’s, zoals jullie zien, loopt de stemming nog. Diegenen die nog willen stemmen, geef ik nog eventjes de tijd. Collega Dewinter, tijdens uw redevoering kon u natuurlijk niet stemmen.
Voorzitter, ik weet dat ik niet de kans heb om mij te onthouden, maar ik zal symbolisch niet deelnemen aan de stemming. Ofwel blijf ik zitten, ofwel sta ik op, maar onthouding kan niet, dus bij dezen.
Dat is inderdaad niet mogelijk.
Einde van de stemming.
De rekening van het Vlaams Vredesinstituut over 2020 is aangenomen.