Report plenary meeting
Report
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Minister, deze week hebt u in de media, naar aanleiding van een werkbezoek, laten weten – u zei het blijkbaar letterlijk – ‘het onvermijdelijke is dat er ofwel een kilometerheffing ofwel een taks op elektrische wagens zal komen’. Nu, ik weet dat er heel wat tekorten zijn in de Vlaamse begroting, en u hebt nadien ook proberen te nuanceren dat er inderdaad ook nieuwe tekorten zullen ontstaan door elektrificatie van het wagenpark. Accijnzen en btw op brandstof zullen wegvallen, of aanzienlijk verminderen. Maar zowel u, als minister, maar ook uw partij heeft de voorbije jaren reeds uitspraken gedaan tégen kilometerheffing, en ook tegen het invoeren van nieuwe belastingen. Ik vind het ook niet meer dan normaal dat u dat deed in het verleden, want in Vlaanderen is de belastingdruk al zéér, zéér hoog. Maar nu plots deed u een andere uitspraak. Dat verwondert mij, omdat accijnzen en btw bovendien een federaal geïnde materie zijn, qua belastingen en qua taksen. Als u daarover begint dan zijn we toe aan een herfinancieringsdebat. Daar is een grote deal voor nodig met de andere kant van deze federale staat, een grote deal tussen federale staat en deelstaten. U hebt dus nu de doos van Pandora eigenlijk een beetje geopend. Ik begrijp dat de geldnood in Vlaanderen zeer groot is, maar of dat wel verstandig is weet ik niet. Ik wou graag van u wat toelichting over uw uitspraak. Vanwaar plotseling die ommekeer?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel. Eerst en vooral mijn excuses dat ik even te laat was.
Dank u wel voor uw vraag, mevrouw Van dermeersch, want u geeft mij de kans om dat een beetje toe te lichten. Eerst en vooral: we kennen allemaal de situatie van de begroting. U maakt zich daar ook zorgen in, ik ook. Ik heb altijd aangegeven dat we ons voornamelijk gaan moeten richten op de uitgavenzijde. We leven al in het land met de hoogste belastingen, dus als we ons ergens op moeten focussen, is het op die uitgavenzijde.
Dat gezegd zijnde, blijft natuurlijk de feitelijkheid waar ik naar verwezen heb, en die weergegeven is in de krant, en die eigenlijk ook wel met zoveel woorden aan bod gekomen is in de commissie. Wat is die feitelijkheid? Ons beleid werkt. Wij hebben in onze beleidsfiscaliteit een deel vergroening ingebouwd, en die vergroening werkt ook. We zien dat meer en meer in de cijfers, dat de elektrische wagens steeds meer een groter onderdeel van ons wagenpark uitmaken. Die vergroening is niet het enige deel, maar wel een zeer belangrijk deel. We geven daarin een incentive om elektrische wagens te laten rijden. We horen dat ook van veel automerken. Nog maar deze week, of eind vorige week, heeft Audi aangekondigd dat zij proberen om tegen 2026 – dat is echt niet meer zo ver – alleen nog maar elektrische wagens van de band te laten rollen. Dan moet je niet lang naar school geweest zijn om te begrijpen dat dit ook een effect gaat hebben op onze inkomsten. Tot vandaag geven wij een vrijstelling – een uitzondering – voor elektrische wagens. Zij betalen geen BIV (Belasting op inverkeerstelling), en geen verkeersbelasting.
Nu, je weet dat we 1,3 miljard euro inkomsten hebben uit die verkeersbelasting. Als we die helemaal zouden kunnen schrappen, is dat voor mij allemaal geen probleem. Daar staan we voor open. Maar ik denk dat iedereen wel doorheeft dat het op dit moment geen optie is.
Het is natuurlijk ook de ratio legis dat die inkomsten worden gebruikt om ons mobiliteitsbeleid te financieren. En dus hebben we die wel degelijk nodig. Wel, dan is het mijn taak om in een dergelijk, zeer open en aangenaam gesprek, opties te bieden, waarbij trouwens het bedrijf zelf, dat een brandstofleverancier was, aangaf dat ook zij nieuwe markten moeten gaan opzoeken om overeind te blijven. Want zij zien ook in, zij voorspellen dat ook, dat die markt onder druk zal komen te staan en dus gaan zij kijken naar andere opties, en de opties die ik meegegeven heb, waren er daar enkele van. Het was een zeer boeiend gesprek. De opties zijn ongetwijfeld niet exhaustief, maar die oefening, dat vraagstuk gaan we sowieso de komende tien jaar moeten beantwoorden.
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Dank, minister, om uw uitleg te doen over wat u gedreven heeft tot die uitspraak.
Ik vind het toch wel zeer verwonderlijk, hoor, want u hebt als de N-VA geprobeerd om een kilometerheffing in te voeren toen Ben Weyts minister van Mobiliteit was. Hij sprak toen over een gps-tracking, een systeem om kilometerheffing in te voeren. Dat is toen op heel veel protest van het Vlaams Belang gestoten, en net voor de verkiezingen van 2019 heeft de N-VA dat dan ook ingetrokken. Nu ineens komt het opnieuw op de proppen, maar dan deze keer met een taks op elektrische voertuigen. Ik vind dat toch wel heel straf, zo’n verkiezingsbedrog, eigenlijk.
Het zijn allemaal verdoken belastingen en taksen, enkel en alleen om de Vlaamse putten te dichten, om de Vlaming zwaarder te belasten, en we zijn al zo zwaar belast. Ik vind dat toch een heel, heel merkwaardige manier van werken.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik denk, voorzitter, leden van de regering, goede collega’s, dat we inderdaad in de luwte hierover moeten nadenken. Deze legislatuur is het duidelijk: er zijn afspraken gemaakt in ons regeerakkoord en we gaan op dat vlak geen stappen zetten.
Herinner u dat we geregeld opstoten hebben. We hebben de vermaledijde Brusselse stadstol gehad. Ik denk dat we absoluut moeten nadenken over hoe we inderdaad onze verkeers- en autofiscaliteit in de toekomst zullen vormgeven. Hoe gaan we dat aanpakken? We kunnen impulsen geven via een klantvriendelijk openbaar vervoer en eventueel compensaties wat betreft de verkeers- en autofiscaliteit. Terzelfdertijd proberen we ook om op die manier een model shift via diezelfde fiscaliteit te bewerkstelligen en zitten we met de drie gewesten rond de tafel.
U hebt daar nu nog een paar jaar de tijd voor. Dat is een complexe oefening, ook met de nodige budgettaire impact. Gebruik die tijd om daarrond beleid, in de echte betekenis van het woord, te ontwikkelen.
De heer Bex heeft het woord.
Eerst en vooral, minister, proficiat met uw politieke moed. De collega heeft gelijk: we moeten dat debat voeren. Het zijn niet alleen die 1,3 miljard euro Vlaamse verkeersbelastingen, maar ook 9 miljard euro federale inkomsten uit belastingen op fossiele brandstoffen, waarover het hier gaat. Wanneer we de elektrificatie zullen hebben, die we allemaal willen, dan moet worden gekeken naar een alternatieve financiering. Dat gaan we niet alleen kunnen doen door de uitgaven te beperken, dat beseft ook het kleinste kind, denk ik.
Ten tweede wil ik ook een oproep doen aan de minister van Mobiliteit, die hier ook zit. Zie autofiscaliteit niet alleen als middel om geld in het laatje te brengen, maar vooral om een betere mobiliteit te krijgen. Die studie van de Vlaamse overheid heeft uitgewezen dat de invoering van een slimme kilometerheffing zorgt voor minder vervuiling, minder files, een grote economische winst. Groen vindt het zeker goed dat de Vlaamse Regering dat debat opnieuw wil voeren. Dat blijkt ook uit uitspraken van de minister van Mobiliteit, en nu ook van de N-VA.
En ten derde, en dan stel ik mijn vraag. Minister, er zijn belangrijke budgettaire consequenties bij een elektrificatie van het wagenpark. Dat is niet alleen Vlaamse, maar ook federale materie. Hoe plant u hierover overleg te plegen met de Federale Regering om tot een structurele visie daarop te komen?
De heer Muyters heeft het woord.
Collega Van dermeersch, ik ben echt niet zo verbaasd over de uitspraak van de minister. En waarom niet? Ik denk dat we de minister hebben leren kennen als iemand die transparant over de cijfers communiceert, maar – zoals hij daarnet nog heeft gezegd – ook als iemand die altijd heel bezorgd is om die begroting in orde te krijgen, in de juiste lijn te krijgen.
En als je dan natuurlijk ziet dat de maatregelen die de elektrificatie versnellen, een effect van – u zei het – 1,3 miljard euro maximaal op je begroting hebben, dan lijkt het mij vanzelfsprekend dat deze minister zoekt naar maatregelen die kunnen compenseren en die er uiteindelijk kunnen voor zorgen dat de begroting opnieuw in evenwicht is.
Minister, ik heb één vraag voor u. Gaat u dat effect specifiek monitoren, zodat u tijdig de nodige maatregelen kunt nemen? Er zijn hier en daar versnellingseffecten, en dat zou dus sneller dan oorspronkelijk voorzien een effect kunnen hebben op uw begroting.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, minister, bedankt voor de helderheid. Ik had verwacht, minister, dat u de deur hier hard dicht zou slaan voor een kilometerheffing zoals uw partij in het verleden heeft gedaan, maar u hebt ze wagenwijd opengezet. U zegt dat wij het land zijn met de hoogste belastingen, en dat is zo voor gewone werkende mensen. Voor de hoge vermogens en grote bedrijven die amper belastingen betalen, zijn wij geen belastinghel maar een belastingparadijs.
Als jullie naar oplossingen kijken om gaten in de begroting te dichten, kijken jullie altijd naar beneden, nu opnieuw naar de auto van gewone werkende mensen die met de auto naar het werk moeten, omdat de mobiliteit in Vlaanderen met het openbaar vervoer op niet veel trekt.
Ik vraag u om eens te kijken naar de zwaarste schouders in plaats van altijd te kijken naar de kleine man, naar de mensen die gewoon naar het werk moeten met de auto. Mijn vraag is heel helder. Wat is het standpunt van de N-VA en deze Vlaamse Regering, is dat ja of nee?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, vooraf wil ik duidelijk maken dat CD&V niet zou willen dat de opkomst van elektrische wagens wordt afgeremd door allerlei berichten in de media over nieuwe fiscale lasten.
Ik lees dat u stelt dat er nieuwe tekorten zullen ontstaan door de elektrificatie van het wagenpark, omdat de accijnzen op brandstof wegvallen. Dat klopt en het is heel sympathiek dat u zich zorgen maakt over de accijnzeninkomsten van de Federale Regering. Het zou dan wel eigenaardig zijn dat Vlaanderen de hap uit het federale budget zou gaan invullen met Vlaamse belastingen. Als u denkt in de richting van een kilometerheffing – daar moet absoluut over kunnen worden nagedacht – dan wil ik benadrukken dat die idee nooit bedoeld was – ik volg dat hier al enige tijd in het parlement – als cashcow maar als vervanging van taksen op het bezit van de wagen, dus de belasting op inverkeersstelling (BIV), de jaarlijkse verkeersbelasting. Zo zou men het gebruik van de auto slim kunnen sturen, dus geen platte domme belasting.
Maar u weet ook dat de kilometerheffing voor personenwagens maar kan als er voldoende alternatieven voor de wagen zijn. Ik ben blij dat uw collega Peeters hier is. Zij werkt heel hard aan een verbetering van het openbaar vervoer en een hogere fietsveiligheid.
Ik heb aan u de vraag, als minister van Fiscaliteit, wat precies uw visie is op de toekomstige verkeersbelasting als er overwegend emissievrije wagens zullen gaan rondrijden.
Minister Diependaele heeft het woord.
We zijn het over één ding eens, mijnheer Keulen, en dat is dat het debat zal moeten worden gevoerd. We gaan daar moeten naar kijken.
Je hebt bij fiscaliteit altijd een sturend element en het inkomstenelement. De vergroening hier is een deel van de fiscaliteit, maar het is nooit een volledige fiscaliteit. Als je natuurlijk vasthoudt, mevrouw Van dermeersch, aan het feit dat je elektrische wagens vrijstelt van elke vorm van belasting, ga je natuurlijk die kosten die je hebt aan het mobiliteitsbeleid en de weginfrastructuur afwentelen op degenen die niet in staat zijn om wat vandaag nog altijd een dure wagen is, want een elektrische wagen is nog altijd een dure wagen, niet kan betalen. Dan zit je met een probleem. Dan ga je effectief de kosten afwentelen op degene die niet in staat is om een elektrische wagen te kopen. In die zin moet die optie zeker worden opengehouden, we moeten dat bekijken. Dat gaat nu niet moeten. De federale overheid heeft daar in haar maatregelen ook een lange tijd voor genomen. Dat is een debat dat we grondig gaan moeten voeren. Daar zal in de komende jaren tijd voor zijn. We gaan dat ook monitoren, mijnheer Muyters, wat het echte effect gaat zijn.
Inderdaad, mevrouw Brouwers, en dat komt trouwens ook niet van mij, het zijn niet de accijnzen en de btw, die zitten helemaal federaal. We zaten bij een brandstofproducent en daar is dat ook wel aan bod gekomen, maar dat zijn niet mijn woorden, zoveel kunt u wel raden. Het blijft wel mijn bezorgdheid dat als we naar de autofiscaliteit kijken, we niet de fout mogen maken om de volledige kost van ons mobiliteitsbeleid af te wentelen op degene die niet in staat is om een dure elektrische wagen te kopen.
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Voorzitter, minister, u werd zojuist gefeliciteerd door Groen en door de PVDA. Proficiat met uw politieke moed, zeiden ze. (Rumoer)
Voor mij is dat een barometer dat u niet goed bezig bent. (Rumoer)
Versta me niet verkeerd, ik ben zeer zeker voor de elektrificatie van de wagens. Dat is heel goed. Dat heeft zijn effect op de begroting, en ja, ik had niet van een N-VA-minister verwacht de hij ineens in een kramp zou schieten en plots zou afkomen met belastingen op de kap van de automobilisten.
De automobilist is geen melkkoe. Ik dacht dat dat voor de N-VA ook zo was. Ik dacht dat wij, het Vlaams Belang en de N-VA, de enige partijen in dit halfrond waren die nog voor de automobilist opkwamen. Maar ik stel vandaag vast dat wij als het Vlaams Belang blijkbaar nog de enige partij zijn die opkomt voor de automobilist, zowel de op brandstof rijdende automobilist als degene die mee voor de elektrificatie zorgt.
De actuele vraag is afgehandeld.