Report plenary meeting
Report
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Freya Perdaens, Orry Van de Wauwer, Stephanie D'Hose, An Moerenhout en Maxim Veys over geweld en discriminatie tegen lgbtqi+-personen.
De bespreking is geopend.
De heer Van Miert heeft het woord.
Collega’s, verder met hetzelfde onderwerp. Lgbtqi-rechten zijn in onze wetgeving vervat als gelijke rechten, maar dat ze op papier verworven zijn, betekent vandaag helaas nog altijd niet dat je je overal in Vlaanderen in alle vrijheid kunt begeven en jezelf kunt zijn. We hebben daar in de voorbije maanden en weken in onze samenleving spijtig genoeg weer de verkeerde voorbeelden van gezien. Collega’s, zolang dat geweld, die bedreigingen, het haatzaaien en de haatspeeches nog kansen krijgen in onze maatschappij, moeten wij de strijd tegen geweld en discriminatie gerelateerd aan lgbtqi+ opvoeren.
Er is wel al een hele weg afgelegd. Wij hebben als Vlaanderen internationaal ook een bepaalde reputatie verworven als het gaat over een voortrekkersrol op het vlak van gelijke kansen. En dat is ook een beetje vastgelegd in het regeerakkoord van deze Vlaamse Regering. Er wordt op veel beleidsdomeinen ingezet en verder gewerkt aan het welzijn van personen uit de regenbooggemeenschap.
Ik wil drie zaken kort aanhalen, collega’s. We hebben gezien dat de laatste decennia, de laatste dertig, veertig jaar, de acceptatie en de rechten van de holebi’s alleen maar versterkt zijn. Maar langs de andere kant hebben we ook weer moeten vaststellen dat het mentale welbevinden van deze personen niet recht evenredig mee geëvolueerd is. We moeten daar dus meer aandacht en meer middelen voor inzetten, om dat welzijnsbeleid meer kansen te geven, in alle levensdomeinen en levensfases.
Er is hier daarnet al verwezen naar bijvoorbeeld een betere communicatie vanuit de overheid en de scholengemeenschappen, in alle netten, op alle niveaus in het onderwijs, om tot een bredere maatschappelijke aanvaarding en een attitudewijziging te kunnen komen. Vanzelfsprekend geldt dat dan ook voor het sport- en jeugdbeleid. Ook daar blijven inspanningen nodig om lgbtqi-gerelateerd geweld en discriminatie te voorkomen.
Een tweede punt dat vrij belangrijk is in dit voorstel van resolutie, is het sensibiliseringsgebeuren. We kennen allemaal onze normale manier van werken binnen dit Vlaamse halfrond, en dat is het informeren van het brede publiek. Dat doen we door onze financiële structuren en financiële ondersteuning van het betrokken middenveld. We kennen de namen allemaal: Transgender Infopunt, çavaria, Wel Jong Niet Hetero, KLIQ, Lumi, Belgian Pride, de regenbooghuizen. Dat kennen we allemaal wel, maar wat is er nu gebleken uit de hoorzitting die we gehouden hebben? Dat het toch wel nodig is om de doelgroepen meer specifiek aan te spreken.
Het onderzoek daarnaar – en dan verwijs ik even naar professor Dewaele – is op dit moment vrij beperkt. Maar we kunnen toch al vaststellen dat als het over daderprofielen gaat en over doelgroepen die we specifiek moeten uitkiezen om meer te gaan sensibiliseren, het toch hoofdzakelijk, als het over daders gaat, gaat over jongere mannen die opgroeien in een heel precair milieu, en een precair milieu dat dan meestal nog wordt aangevuld met een achtergrond van een geloofsovertuiging waar traditionele rolpatronen tussen mannen en vrouwen aan de orde zijn, of de aanwezigheid in een groep waar een soort groepsdynamiek heerst waar intolerantie voor holebi’s heel hoog aan de orde is. Dat zijn de woorden van de professor.
We kunnen daarnaast ook nog een onderzoek over samenleven in diversiteit van een aantal jaren geleden raadplegen, en daar zien we ook heel duidelijk dat als we buitenlandse herkomstgroepen bevragen, holebi’s en holebiseksualiteit voor die mensen veel moeilijker ligt dan de gewone gendergelijkheid, de gewone gelijkheid van man en vrouw. En daar zetten we als Vlaamse Regering en als Vlaams Parlement nog te weinig op in. Er is dus werk aan de winkel.
Een derde en laatste puntje waarop ik wil terugkomen, is alles wat te maken heeft met aangifte, meldingen en de informatieverwerking ervan. We zien dat er nog altijd een grote angst bestaat om aangifte te doen en dat het soms zelfs een te grote stap is om die melding te maken. Twee zaken spelen daarin mee. Eerst en vooral moeten ze hetzelfde verhaal vaak opnieuw vertellen en komen ze moeilijk direct op de juiste plaats terecht. De hulpverlening die zij zoeken, wordt niet altijd meteen aangeboden. Dat weerhoudt mensen er al eens van om zich te richten tot een aangifteloket. Daarnaast moeten we ons er ook van bewust zijn dat het om iets heel persoonlijks gaat waarmee je naar buiten komt en waarmee je de wereld instapt. Collega’s, we moeten werken aan die laagdrempeligheid, zowel aan de structuren als aan het goed gevoel dat we die mensen kunnen geven wanneer zij aangifte doen. Het Vlaams gelijkekansencentrum heeft daarin toch wel een duidelijke taak in de toekomst voorgelegd.
Collega’s, dat alles resulteert in een duidelijke onderrapportering. Dat gebrek aan uniformiteit in de aangifte, een lage meldings- en aangiftebereidheid creëert ergens een ‘dark number’: het verschil tussen het daadwerkelijke incidentengetal en de gemelde incidenten ligt gewoon veel te hoog. Het geeft ons bovendien een te slecht overzicht van de omvang van de daadwerkelijke problematiek. Hierdoor zijn er natuurlijk een groot aantal slachtoffers die niet de hulp en de ondersteuning krijgen waarop ze recht hebben en waaraan ze vooral nood hebben.
Collega’s, tot slot wil ik toch nog even stilstaan bij de gesprekken die we hebben gevoerd met de vertegenwoordigers van de verschillende religies en levensbeschouwingen. Er werd een gezamenlijke verklaring ondertekend tegen intimidatie, geweld en discriminatie op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit, en dat net op de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie. Ik weet dat er veel commentaar op is gekomen. Voor sommigen was het allemaal een beetje te weinig, wat te slap en te minnetjes. Maar, collega’s, ik denk oprecht dat er daar toch een aantal verklaringen zijn gebeurd waarbij we toch eens kunnen stilstaan en waarop we kunnen verder werken. Want voor ons waren die verklaringen misschien niet zo groots en belangwekkend. Maar ik weet zeker dat een aantal religieuze leiders verklaringen hebben afgelegd die wél indruk hebben gemaakt op hún achterban en die daarom wél een grote betekenis hebben. Dus laat ons hierop verder werken.
Collega’s, ik wil hierbij ook niet nalaten om onze collega’s Parys en De Bruyn te bedanken voor de ondersteuning die ze hebben geleverd voor het bijeenroepen van deze groep. Ik wil zeker ook alle collega’s van de vijf politieke families bedanken, collega Van de Wauwer, D’Hose, Moerenhout, Veys en Perdaens, de ondertekenaars van dit voorstel van resolutie, en de vele medewerkers die heel intensief achter de schermen hebben meegewerkt om tot dit resultaat te komen.
Ik rond af, voorzitter, collega’s. In het Vlaanderen van 2021 moet er gelijkheid zijn tussen man en vrouw, maar ook gelijkheid tussen koppels man-vrouw, man-man en vrouw-vrouw. Dat zijn basisvoorwaarden, basiswaarden van onze samenleving. In dit halfrond, maar ook op lokaal niveau dienen wij volksvertegenwoordigers erover te waken dat mensen openlijk hun liefde voor elkaar kunnen tonen zonder dat ze zich daarbij bedreigd hoeven te voelen of slachtoffer zijn van haat of geweld. Met dit voorstel van resolutie is het werk bijlange niet af, maar is er weer een stap gezet, een goede stap. En alle ondertekenaars, alle politieke families hebben zich hier geëngageerd om het werk de komende jaren van deze legislatuur voort te zetten. (Applaus bij de N-VA, CD&V, Open Vld, Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, als je het aan mij vraagt, dan zijn er maar weinig andere landen in de wereld waar ik als holebi zou willen wonen. Dat geldt voor mij als persoon op heel veel vlakken. Wij hebben in dit land een van de beste sociale zekerheden en toegang tot onderwijs. Maar specifiek als holebi wonen wij in een land waarin er enorm veel wettelijke verankering is van gelijke rechten voor holebi’s en gelijke rechten voor transgenders. Dat is mijn persoonlijk aanvoelen, maar het blijkt ook uit alle verschillende internationale onderzoeken die gebeurd zijn. In de Rainbow Index van International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association (ILGA) staat België op de tweede plaats. Andere landen zitten ons evenwel op de hielen. Gelukkig niet omdat wij het niet goed doen, maar wel omdat die andere landen er ook op vooruitgaan.
Hoewel, stilstaan is ook achteruitgaan. Er zijn in ons land de voorbije decennia heel veel grote stappen vooruitgezet, maar die wettelijke verankering is nog altijd niet volledig gevolgd door een maatschappelijke aanvaarding, zoals collega van Miert ook al zei. Het is daarom ook interessant om die ILGA-ranking en het onderzoek meer in detail te bekijken. Dan zie je inderdaad heel veel gelijke rechten op papier. België staat wel op de tweede plaats, maar scoort toch iets minder goed, en dat komt door het luik hatecrime en hatespeech. Dat was ook net de aanleiding voor deze partijen om werk te maken van dit voorstel van resolutie, in de nasleep van wat er is gebeurd met David Polfliet in Beveren.
Holebi’s en transgenders voelen zich nog altijd niet volledig veilig of volledig geaccepteerd. Zij voelen zich geviseerd, bedreigd, gewoon om wie ze graag zien of hoe ze graag hun genderidentiteit willen beleven. Ondanks die vele inspanningen op federaal en Vlaams niveau voelen we dus dat er nog altijd heel veel werk aan de winkel is om ervoor te zorgen dat al die lgbtqi+-personen zich overal veilig, vrij en zichzelf kunnen voelen. Daarom hebben wij van CD&V met heel veel plezier en vol overtuiging meegewerkt, samen met de meerderheidspartijen, en met Vooruit en Groen, aan dit voorstel van resolutie om echt die stappen vooruit te zetten. Ik denk dat er een heel mooi traject aan is voorafgegaan, niet alleen met deze tekst, waarvoor we ook de regenboogmiddenveldorganisaties hebben uitgenodigd, gehoord en er heel goede gesprekken mee hebben gehad, maar inderdaad ook met die informele gesprekken die we hebben gevoerd met de diverse Vlaamse leiders van alle religies en levensbeschouwingen, waarnaar collega van Miert al verwees. Dat heeft inderdaad geleid tot een charter waarin wij als democratische politieke partijen en de woordvoerders van al die religies samen een heel duidelijke boodschap brengen tegen elke vorm van discriminatie en voor de integriteit van elke mens, ongeacht geaardheid of genderidentiteit.
We hebben het al heel vaak gezegd hier in het parlement wanneer het over de discriminatie van lgbtqi+-personen gaat: dat is een zaak en een taak van iedereen, van alle bevoegdheidsdomeinen, van alle ministers. Daarom hebben we dit voorstel van resolutie ook heel breed aangepakt, met aspecten inzake mentaal welbevinden, zorg en welzijn, onderwijs, het onderzoek naar de daderprofielen, voor de verdere vervolging van daders, maar ook om in te zetten op toekomstige sensibilisering om ervoor te zorgen dat er minder sprake is van geweld en discriminatie. We kijken met het voorstel van resolutie ook ‘naar boven’, zo u wilt, naar de federale overheid. We vragen die om verder werk te maken van het interfederale actieplan. We kijken ook naar beneden, naar het lokale, voor het verder uitbouwen van het vierhoeksoverleg, en naar de rol die Unia vandaag speelt, maar die ook het Vlaamse Gelijkekansencentrum in de toekomst zal moeten spelen.
Ik zal niet op alle details ingaan, want we zijn al heel ver gevorderd in de tijd en in de commissie hebben we het daar heel uitgebreid over gehad. Er is wel één element waarop ik nog even de aandacht wil vestigen, namelijk de belangrijke aandacht in dit voorstel van resolutie voor het melden van alle vormen van discriminatie en geweld en vooral de toeleiding naar die meldpunten. Die willen we doen door te sensibiliseren over die meldpunten, over die hulplijnen, door de capaciteit van de hulplijnen uit te breiden. Er bestaat immers nog altijd een heel grote onderrapportering wat het melden van geweld tegen en discriminatie van lgbtqi+-personen betreft, enerzijds omdat er geen uniforme categorisering bestaat, waardoor we geen volledig zicht hebben op alle meldingen die binnenkomen, omdat die niet altijd juist worden gecategoriseerd, anderzijds door de lage meldingsbereidheid, waarvoor er veel redenen zijn. Collega Van Miert heeft er al een aantal aangehaald.
Er is dus een ‘dark number’, en dat willen we echt aanpakken, want het probleem is veel groter dan de cijfers doen uitschijnen. Een manier om dat te doen is door te bekijken of anoniem melden ook mogelijk kan worden gemaakt. Dat is alvast een van de stappen om die lage aangiftebereidheid weg te werken.
Er is nog een laatste aspect waarop ik wil ingaan. Dit voorstel heeft als titel “voorstel van resolutie over geweld en discriminatie tegen lgbtqi+-personen”. Het is in onze tussenkomsten al veel gegaan over lgbtq-, maar minder over interseksepersonen. Daarover is er tijdens de hoorzitting ook een opmerking gekomen vanuit het regenboogmiddenveld. Geweld en discriminatie, dat is iets waarmee holebi’s en transgenders inderdaad heel veel te maken hebben. Interseksepersonen hebben nog andere heel specifieke eigen noden en uitdagingen. Daarop zijn we in dit voorstel van resolutie niet heel diep ingegaan. Dat was een terechte opmerking uit de hoorzitting. We hebben daar echter ook gesteld dat we in de toekomst ook nog verdere initiatieven zullen nemen om heel specifiek rond die interseksecondities te werken.
Voorzitter, ik wil gewoon iedereen nog bedanken voor de heel fijne samenwerking, niet alleen de collega’s van de andere politieke partijen, maar ook het regenboogmiddenveld en de religieuze leiders. Ik kan alleen beamen wat collega Van Miert ook zei: die woorden hebben impact gehad. Dat heb ik de voorbije weken ondervonden in gesprekken met gelovigen, zowel katholieke als moslimholebi-jongeren. Ik hoop dat we met dit voorstel van resolutie opnieuw stappen vooruit kunnen zetten en, wie weet, in de toekomst kunnen stijgen naar de eerste plaats op de ILGA-regenboogindex.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Vandaag zetten we een volgende en toch wel heel belangrijke stap. Op woorden moeten daden volgen en met dit voorstel van resolutie voeren we de strijd tegen het regenbooggeweld verder op. Collega’s, in een constructieve sfeer en vol overtuiging hebben we samen aan dit initiatief gewerkt en ik ben echt wel trots op het resultaat. Dat mag er zijn. Tegelijk moeten we elke beschikbare hand aan de ploeg slaan. Dat betekent ook dat het Vlaamse en het federale niveau optimaal moeten samenwerken. Dat betekent ook dat er dringend vaart moet worden gezet achter het interfederaal actieplan zoals de heer Van de Wauwer daarnet ook al heeft gezegd.
Eerder dit jaar werd in de Senaat een resolutie aangenomen om een anonieme klacht voor slachtoffers van dit geweld mogelijk te maken en ik ben zeer blij dat dit voorstel van resolutie daarop verder bouwt. Vandaag is de aangiftedrempel nog te hoog en worden deze misdrijven te weinig gerapporteerd. De deur om daar snel werk van te maken staat open. Maar collega's, die deur openen is eigenlijk slechts het halve werk want wanneer slachtoffers aankloppen bij de politiediensten, moeten ze verzekerd zijn van een correct en ernstig onthaal en van een goede opvolging van hun klacht en hun dossier.
Dit voorstel van resolutie betekent enorm veel werk voor de Vlaamse Regering maar ik ben er wel van overtuigd dat dit werk een verschil zal maken. Het zal een verschil maken voor slachtoffers wier naam bekend is maar ook voor de slachtoffers die onder de radar blijven, zodat ze gehoord en geholpen zouden worden, zodat het geweld in de toekomst nooit meer voorkomt.
In dit land heb je het recht om jezelf te zijn, om lief te hebben en om jezelf te uiten zonder angst dat je liefde gevaarlijk is. En wij liberalen steunen het voorstel van resolutie voluit en zullen altijd blijven vechten voor dat recht. (Applaus bij Open Vld, CD&V, Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer Annouri heeft het woord.
Collega’s, wanneer mijn vrouw en ik 's avonds laat over straat wandelen of een terrasje doen ergens in een uithoek van Vlaanderen of gewoon ons dagelijks leven leiden, dan nemen wij elkaars hand vast, dan geven wij elkaar een kus, dan knuffelen wij elkaar en dan staan wij daar eigenlijk niet bij stil. Voor heel veel mensen is dat geen realiteit. Mijn schoonbroer en zijn vriend twijfelen af en toe of ze elkaars hand wel zouden vastnemen. Mijn vrienden en vriendinnen die een relatie hebben met iemand van hetzelfde geslacht stellen zich heel vaak de vraag of ze zichzelf daarmee niet in de problemen brengen. En dat is iets wat heel duidelijk bewijst dat we in Vlaanderen al heel wat stappen hebben gezet en het eigenlijk op heel veel vlakken goed doen wanneer het gaat over gelijke kansen en het tegengaan van haat en geweld maar dat we er nog niet zijn.
Ik heb als heteroman het comfort en de luxe om er niet bij stil te staan dat dit een logica zou moeten zijn voor iedereen in Vlaanderen, ongeacht van wie, hij, zij, hun houden.
Namens collega Moerenhout die heeft meegewerkt aan dit ontwerp van decreet, wil ik nog even een aantal woorden zeggen. De strijd tegen homohaat is nog niet gestreden. Een van de meest schrijnende voorbeelden bij ons in Vlaanderen was de recente moord op David Polfliet. Dit drukte ons als parlement opnieuw met de neus op de feiten. Alle fracties veroordeelden de moord maar het mag niet alleen bij woorden blijven. Vanuit dat idee is dit voorstel van resolutie er gekomen. Het is een belangrijke eerste stap met heel concrete acties. We zijn als Groen-fractie tevreden met de inspanningen om meldingen vlotter te registreren en met de mogelijkheid om anoniem te getuigen.
Daarnaast is onderzoek in het algemeen en in het bijzonder naar daderprofielen van belang, evenals de structurele samenwerking met de lgbtq+-organisaties. Maar het belangrijkste is de extra inzet op preventie en sensibilisering. Dat is goed uitgewerkt voor de domeinen jeugdwerk en onderwijs want dat zijn domeinen waar nog vooruitgang kan worden geboekt.
Wel verwijst collega Moerenhout graag nog naar de aanbevelingen van Unia en de lgbtq+-organisaties om initiatieven te nemen op het vlak van werk, om de intersekse personen niet te vergeten en om leerkrachten te ondersteunen om met dit thema aan de slag te gaan. Met deze aanbeveling gaat de Groen-fractie ook nog aan de slag.
Ik wil ook nog even vermelden dat het voorstel van resolutie spreekt over het nieuwe gelijkekansencentrum, maar dat wij als Groen volledig achter Unia blijven staan.
Deze kanttekeningen terzijde zijn we ervan overtuigd dat het voorstel van resolutie een belangrijke stap voorwaarts is. We danken de collega’s van de meerderheidspartijen – dit zijn woorden van collega Moerenhout, voor alle duidelijkheid maar ik sta er natuurlijk ook achter – en Vooruit voor de constructieve manier van samenwerken. Het is nu aan de regering om dit voorstel van resolutie in de praktijk om te zetten. Als fractie zullen we dit vanuit het parlement opvolgen evenals de aanbevelingen die uit de hoorzittingen zijn voortgekomen en steunen we de oproep van çavaria om een jaarlijkse opvolgingscommissie te organiseren. (Applaus bij Groen, de N-VA, Open Vld, CD&V, Vooruit en de PVDA)
De heer Veys heeft het woord.
Collega’s, ook de Vooruitfractie is tevreden met het voorstel van resolutie dat voorligt. Het is zeker een goede stap in de juiste richting. Ik zou graag zeggen dat ik best wel trots ben op mijn collega's uit de commissie Gelijke Kansen dat we erin geslaagd zijn om dat over de grenzen van meerderheid en oppositie heen te kunnen doen.
Enkele maanden geleden werd heel Vlaanderen opgeschrikt door een zeer laffe daad ten aanzien van iemand die vermoedelijk in de val werd gelokt wegens zijn geaardheid. Elke fractie uit het halfrond heeft hierover toen het woord genomen om zijn of haar afschuw, meer dan terecht, uit te drukken.
Maar toen we een gesprek voerden met gelijk wie uit de regenbooggemeenschap, hoorden we vaak twee dingen. De agressie tegenover hen wegens wie zij zijn, wie zij liefhebben, gebeurt dagelijks, op kleine manieren en op grote manieren. Dat is iets wat niet iedereen in dit halfrond iedere dag ervaart. Maar dat betekent niet dat het er niet is. We mogen er zeker niet blind voor zijn. Een tweede opmerking was: ‘Begin alstublieft niet met alleen overal regenboogzebrapaden te schilderen en vlaggen uit te hangen, maar doe ook iets.’
Collega's, dat hebben we ter harte genomen, dat mogen we wel zeggen. Het werd al aangehaald door enkele collega's dat ons land recent op de tweede plaats stond in de ILGA-index. Wettelijk-juridisch doen we het dus niet zo slecht. Maar we hebben natuurlijk wel gezien dat we er op het vlak van onze samenleving en mentaliteit nog lang niet zijn. Getuige daarvan de niet minder dan 21 punten waarvan we willen dat deze regering eraan werkt en die we ook gaan opvolgen, zoals het al aangehaald werd. Als ik me niet vergis, zal dat zelfs op 17 mei 2022 zijn.
Het resultaat was dus meer werk in plaats van minder. Zo hoort het ook in een parlement. Mijn fractie maakt zich dan ook sterk om hier blijvend op te werken. Er is nog heel veel werk te doen: de situatie op de werkvloer, mediarichtlijnen over transpersonen, meer onderzoek, meer representatie. Dat is allemaal nodig. Dat werk willen wij verderzetten. Het laatste wat we willen, is dat deze resolutie in een doos blijft liggen, zoals zovele andere hier in dit halfrond. Ik heb daarnet al aangehaald dat dit een werk in voortgang is. We gaan hiermee verder.
We mogen toch niet te hard op onze borst kloppen. Er is nog een hele lange weg af te leggen. We hebben in de hoorzitting gehoord dat het soms slechter is gesteld dan we zouden durven denken. Maar goed, ik ben heel blij met wat we tot nu toe hebben bereikt. We hebben ook samengezeten met de erkende levensbeschouwingen. We hebben een hoorzitting gedaan met het gendercentrum van het UZ Gent, toch wereldvermaard. Ik hoop dat we nog veel zullen doen. Ik kijk alvast uit naar het volgende voorstel van resolutie want we hebben daarnet afgesproken dat we dat dinsdag zullen bespreken in de commissie Buitenland.
Daarmee zou ik willen afsluiten. We kunnen in het Vlaams Parlement niet voor gelijke kansen voor lgbtqi+-mensen pleiten en tegelijkertijd blind zijn voor wat elders in Europa gebeurt. Want zolang men daar niet veilig is, is men het hier ook niet. (Applaus bij Vooruit, de N-VA, CD&V, Open Vld, Groen en de PVDA)
De heer Van Rooy heeft het woord.
Voorzitter, dit voorstel van resolutie is afkomstig van vijf jonge politici, generatiegenoten van mij: Freya Perdaens van de N-VA, Orry Van de Wauwer van CD&V, Stephanie D’Hose van Open Vld, An Moerenhout van Groen en Maxim Veys van Vooruit. We hebben een aantal van hen net gehoord.
Maar het Vlaams Belang, zo moet de Vlaming weten, werd door deze zelfverklaarde tolerante democraten op voorhand uitgesloten bij de totstandkoming van dit voorstel van resolutie. Ze hebben wel gesproken met vertegenwoordigers van de meest homofobe religieuze ideologie op aarde, de islam, maar niet met het Vlaams Belang. Dat is ook te zien aan het resultaat. De titel is nochtans veelbelovend. Want zeg nu zelf, wie is er nu niet tegen discriminatie en geweld tegen lgbtqi+-personen? Maar helaas, wanneer men de inhoud leest, blijkt dit voorstel van resolutie een lichtzinnig politiek correct werkstuk te zijn, dat man en paard niet noemt en dat eigenlijk zo goed als alleen bezig is met slachtofferhulp. We hebben dat daarnet ook gehoord in de diverse tussenkomsten.
Begrijp mij niet verkeerd, slachtofferhulp is belangrijk en dus een goede zaak. Er staan in dit voorstel van resolutie dan ook best wel wat punten waar wij achter kunnen staan, zoals het verstrekken van informatie aan slachtoffers en het ondersteunen van slachtoffers van geweld en discriminatie bij het indienen van een klacht, een betere registratie van meldingen van intimidatie of geweld, met een specifieke categorie voor intimidatie of geweld tegen mensen die behoren tot lgbtqi+, een betere toegang tot de hulplijnen en een verdere professionalisering van de meldpunten, het niet uitsluitend focussen op fysieke letsels, maar ook op de emotionele impact bij slachtoffers, het aanmoedigen van zoveel mogelijk slachtoffers om aangifte te doen en een klacht in te dienen bij de politie, want er is helaas inderdaad een groot ‘dark number’. Velen doen nooit aangifte bij de politie of dienen geen klacht in.
Tot slot kunnen we ook achter het gebruik staan van onderzoek naar daderprofielen om daar met het beleid op in te spelen.
Tot daar het goede nieuws, want net met betrekking tot dat laatste punt wringt het schoentje. Met het beleid worden hier eigenlijk louter sensibiliseringscampagnes bedoeld. De virulente homohaat en de bereidheid om lgbtqi+-personen lastig te vallen, uit te schelden of in elkaar te slaan, valt uiteraard niet enkel met onderwijs en sensibilisering op te lossen. Preventie is het beste medicijn. Voorkomen is beter dan genezen, maar dit voorstel van resolutie focust helaas slechts op het genezen en niet op het voorkomen. Het vermijden van lgbtqi+-slachtoffers van intimidatie, agressie of geweld zou net onze allergrootste bekommernis moeten zijn.
Voor het Vlaams Belang zijn in dit dossier twee grote ‘V’s’ van fundamenteel belang, namelijk vrijheid en veiligheid. Die twee gaan uiteraard hand in hand, want er is geen vrijheid zonder veiligheid. Alle mensen in Vlaanderen, met welke seksuele geaardheid of genderidentiteit dan ook, moeten zich in onze wijken veilig en vrij kunnen voelen om te zoenen, te knuffelen en hand in hand te lopen.
Helaas is dat in de realiteit steeds minder het geval. Ik denk aan de getuigenis van de VRT-journalist Riadh Bahri, die in Molenbeek met zijn vriend niet meer hand in hand durft te lopen. Ik ken zelf homoseksuelen met precies dezelfde ervaringen in Gent en Antwerpen. Dat is niet omdat er in die wijken een grote aanwezigheid van Chinezen, Hongaren, Brazilianen, Joden of hindoes is. Helaas is dit een typerend symptoom van de islamisering van onze samenleving en een groeiend fenomeen in de meeste grote steden in West-Europa.
De weerbarstige realiteit is dat er een islamiseringsproces gaande is waarbij homoseksuelen en transgenders, net als Joden, meisjes en vrouwen, zichzelf censureren, zichzelf anders kleden of gedragen, of indien ze er wonen, zelfs wegtrekken uit met name de wijken waar moslims een groeiend aandeel van de bevolking uitmaken. De waarheid is dat homoseksuelen in asielcentra in Europa worden geïntimideerd, bedreigd en weggepest door orthodoxe moslims. Die asielzoekers worden nota bene later doorgaans als vluchteling erkend en worden gewoon in onze wijken losgelaten. Heel wat wijken op ons grondgebied zijn dus al lang niet meer veilig en dus ook niet meer vrij voor lgbtqi+-personen.
Dat is het rechtstreekse gevolg van het structurele beleid inzake ongecontroleerde massa-immigratie dat al nu al zestig jaar duurt en waardoor grote groepen mensen zijn binnengekomen en nog steeds binnenkomen uit landen waar virulente homohaat de leidende cultuur en/of het regeringsbeleid is. Denk aan landen als Marokko, Turkije, Somalië, Afghanistan, Pakistan, Irak en Syrië. Er is geen land in de islamitische wereld waar homoseksualiteit wordt aanvaard zoals hier. Er is geen land waar de islam dominant is en waar homoseksuelen vrij en veilig zijn. Indien homoseksuelen in een zeldzaam geval niet door het islamitische regime worden onderdrukt of gestraft, worden ze geïntimideerd, bedreigd, gemarteld, gelyncht of vermoord door familieleden, de imam en/of andere leden van de moslimgemeenschap. In maar liefst twaalf geïslamiseerde landen staat op homoseksualiteit zelfs de doodstraf door ophanging, executie of steniging. In de geïslamiseerde wereld, in totaal zo'n 57 landen in Afrika, het Midden-Oosten en Azië, hebben lgbtqi+-personen het meest ellendige bestaan op aarde. Het is een wet van Meden en Perzen. Hoe strikter de islamitische regels en wetten in een land worden gevolgd, hoe slechter het er is voor niet-moslims, andersdenkenden, andersgeaarden en lgbtqi+-personen. Volgens de sharia of islamitische wet, die op de heilige islamitische bronnen de Koran en de Hadith is gebaseerd, moeten homoseksuelen immers al dan niet met de dood worden gestraft.
De islam is de meest homofobe religieuze ideologie op aarde, maar toch blijven de partijen die dit voorstel van resolutie hebben ingediend, een beleid voeren of bepleiten dat geen stop zet op de instroom van virulente homohaters uit de islamitische wereld. Toch blijven de partijen die dit voorstel van resolutie hebben ingediend, een beleid voeren of bepleiten dat de islam, de meest homofobe religieuze ideologie op aarde, in Vlaanderen faciliteert en zelfs subsidieert.
En dus toont onderzoek na onderzoek aan dat de meeste en grootste homohaters zich bevinden binnen de moslimgemeenschappen in West-Europa, ook in Vlaanderen. De Nederlandse socioloog Ruud Koopmans concludeerde na grootschalig onderzoek dat maar liefst 60 procent van de moslims in West-Europese landen, waaronder België, homoseksuelen weigeren als vriend te zien. 60 procent is meer dan de helft. De zogenaamde niet-homofobe partijen die dit voorstel van resolutie indienen, voeren of bepleiten dus een beleid dat heeft geresulteerd in zomaar eventjes honderdduizenden moslims in dit land die weigeren homoseksuelen als vriend te zien. Laat dat tot u doordringen.
Uit een onderzoek van 2017 blijkt dat 90 procent van de Belgische respondenten vindt dat holebi’s hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen. Slechts 2 procent van de Belgische respondenten ging daar niet mee akkoord. Bij Marokkaanse en Turkse respondenten is dat respectievelijk slechts 60 en 48 procent.
Een studie uit 2019 van het Institut français d'opinion publique (IFOP) wijst uit dat 63 procent van de Franse moslims homoseksualiteit als een ziekte beschouwt. Bij niet-gelovigen was dat 10 procent. 71 procent van de Franse moslims vindt het niet kunnen dat personen van hetzelfde geslacht in het openbaar genegenheid voor elkaar tonen.
Een gelijksoortig onderzoek in Duitsland liet zien dat ongeveer 80 procent van de Turkse jongeren het niet vindt kunnen dat twee mensen van hetzelfde geslacht elkaar in het openbaar een zoen geven. 80 procent van de Turken in Duitsland.
Ook in 2019 kwam in Nederland naar buiten dat in islamitische scholen kinderen werd geleerd dat Allah homoseksualiteit verafschuwt en dat de straf voor homoseksuelen een dodelijke stenenregen is.
In 2016 bleek uit een onderzoek in Groot-Brittannië dat niet minder dan de helft van de moslims – de helft – vindt dat homoseksualiteit illegaal moet zijn.
Nog in 2016 – laat ons dat toch niet vergeten – bleek uit een enquête van VTM-nieuws en Humo dat in Vlaanderen een op de vijf moslims begrip toont voor Islamitische Staat en de manier van actievoeren van die terreurorganisatie. Dat gaat dus over ongeveer 80.000 moslims in Vlaanderen die het oké vinden dat homoseksuelen van daken worden gegooid. Zoals u weet, is dat een handelsmerk van Islamitische Staat.
Toch worden de termen 'immigratie' en 'islam' in dit voorstel van resolutie niet één keer genoemd. Nochtans zijn dat dé twee hoofdoorzaken van de toenemende onveiligheid en dus onvrijheid van homoseksuelen en transgenders in onze samenleving.
Professor Alexis Dewaele van UGent kwam er in zijn presentatie in de commissie nog het dichtste bij toen hij stelde dat als het gaat over agressie en geweld tegen de lgbtqi+-personen, etnische minderheden oververtegenwoordigd zijn.
Wat in dit voorstel van resolutie ook niet wordt genoemd, is de straffeloosheid. Ook wat Justitie betreft, is dit land ziek. Dit land is een onrechtstaat. De regeringspartijen die dit voorstel van resolutie indienen, zijn er na jaren en soms zelfs decennia van regeren, niet in geslaagd om ervoor te zorgen dat geweldplegers tegen homoseksuelen en transgenders een straf krijgen waar de bevolking van zegt: ‘Goed zo, dat is nu eens streng maar rechtvaardig.’ Dat is een algemeen probleem, zoals u weet, want dezelfde straffeloosheid geldt voor verkrachters, plunderaars, geweldplegers tegen de politie en terroristen. In Belgistan komen daders er doorgaans vanaf met een al dan niet voorwaardelijk fopstrafje, met een enkelbandje of met een taakstrafje, tenzij ze natuurlijk een spandoek tegen islamisering en dus tegen islamitische homohaat ontrollen.
Daarvoor zijn CD&V, Open Vld en Vooruit verantwoordelijk, ook wel de traditionele partijtjes genoemd.
Ik ken een homokoppel in Antwerpen dat al vele jaren wordt gepest, getreiterd en bedreigd door de Marokkaans-islamitische buren. Al vele jaren doen ze daarvan aangifte, en dienen ze klachten in, en al vele jaren gebeurt daar zo goed als niets mee. Laat staan dat die Marokkaans-islamitische homohaters worden gestraft. En dan lees ik in dit voorstel van resolutie dat de aangiftebereidheid van slachtoffers inderdaad een groot probleem is. Wel, beste traditionele partijtjes, zorg er nu eens eindelijk voor dat er geen straffeloosheid meer is, en maak de straffen ook veel zwaarder. U zult zien dat veel meer slachtoffers aangifte zullen doen en een klacht zullen indienen.
U mag dus nog zoveel voorstellen van resolutie indienen als u wilt, bedoeld om slachtoffers van homohaat te helpen, en om te sensibiliseren, maar zolang de massa-immigratie niet wordt gestopt, zolang de islamisering van onze samenleving niet wordt tegengegaan, en zolang straffeloosheid in dit land de regel blijft in plaats van de uitzondering, zal de homohaat in onze samenleving toenemen, en zullen homoseksuelen en transgenders zich in steeds meer wijken in Vlaanderen onveilig, en dus onvrij voelen. Het zijn de indieners van dit voorstel, die een beleid voeren, hebben gevoerd, of bepleiten, dat er toe heeft geleid dat er zich vandaag op ons grondgebied talloze moskeeën en Koranscholen bevinden waar homohaat heerst of wordt gepredikt. Bart Brandt, oud-voorzitter van de Vlaamse holebi-jongerenkoepel, tweette afgelopen zondag het volgende, ik citeer: “Ik moet vanaf maandag 2 weken opleiding geven aan een moslim die vindt dat homo's best zelfmoord zouden plegen of zich zouden moeten voordoen als hetero. Hebben deze politici enige aanbevelingen?” Waarna hij de partijen CD&V, N-VA, Groen, Open Vld en PVDA tagde om hen te confronteren met dit probleem en met zijn grote zorg.
Tot op vandaag echter kwam er van de genoemde partijen geen enkel antwoord op die tweet, en dat begrijp ik. Want het zijn de traditionele partijtjes die wel trots meelopen in de Gay Pride, maar tegelijkertijd via asiel en migratie talloze moslims blijven binnenlaten of hebben binnengelaten die vijandig staan tegenover lgbtqi+-personen, die homoseksuelen en transgenders minderwaardig vinden en hen haten of geweld tegen hen zouden goedkeuren of zelfs willen plegen.
Het Vlaams Belang, mijn partij, mag dan misschien wat minder ‘progressief’ zijn omdat wij het knettergek vinden wanneer de Vlaamse overheid genderneutrale toiletten in haar kantoorgebouwen wil plaatsen, maar als mijn partij decennia geleden het migratie- en asielbeleid had kunnen bepalen, dan was de islamitische haatcultuur tegenover homoseksuelen niet massaal onze samenleving binnengelaten en zouden er heel wat minder slachtoffers zijn gevallen. Dát verzeker ik u.
In het maatschappijmodel waar wíj voor staan, waarin onze grenzen kunnen worden gesloten en strikt gecontroleerd, waarin de islamisering wordt teruggedrongen en waarin geweldplegers tegen homoseksuelen en transgenders véél zwaarder worden gestraft, zijn lgbtqi+-personen véél veiliger en dus veel vrijer. Terwijl CD&V, Open Vld, Groen, Vooruit, en misschien in iets mindere mate de N-VA, zich verliezen in symbolische ‘feelgood windowdressing’ zoals regenboogzebrapaden, importeren en faciliteren ze de meest homofobe religieuze ideologie op aarde, de islam. Alsof homoseksuelen door een regenboogzebrapad plots weer hand in hand durven te lopen door geïslamiseerde wijken.
Het zijn dezelfde partijen die, net zoals ze de term ‘racisme’ volledig hebben uitgehold, ook de term ‘homofobie’ dusdanig hebben opgerekt dat hij helaas zowat betekenisloos is geworden. Zij steken alles in dezelfde homofobe zak. Hun principe is alles of niks: of je gaat volledig mee met de extremistische zogenaamde progressieve golf, of je hebt een of meerdere kritische kanttekeningen, en dan word je direct gebrandmerkt als homofoob. Enerzijds pleiten die traditionele partijtjes voortdurend voor diversiteit op het vlak van etnie en cultuur, maar tegelijkertijd willen ze de grote diversiteit aan onderwerpen en opvattingen niet erkennen. Want wie pal staat voor de veiligheid van lgbtqi+-personen, en tegelijkertijd vindt dat een kind recht heeft op een vader een moeder, is volgens hen homofoob, net zoals iemand die homoseksuelen in elkaar slaat.
Dat er ook katholieke of conservatieve homoseksuelen zijn die vinden dat een kind recht heeft op een vader en een moeder of zelfs tegen het homohuwelijk zijn, wordt door hen gemakshalve genegeerd. Het heersende zwart-witdenken is wat dat betreft ’a-intellectueel’, dogmatisch en oneerlijk. Wij daarentegen noemen jullie – de andere partijen – niet homofoob, terwijl zij dan misschien wel pal staan voor bijvoorbeeld de adoptie van kinderen door holebi’s, maar zich absoluut niet sterk maken voor de veiligheid van lgbtqi+-personen in onze samenleving. Anders zouden ze al lang, zoals het Vlaams Belang al zolang voorstelt, de zogeheten drie i’s veel strenger hebben aangepakt, namelijk immigratie, integratie en islam. Wij willen dan ook dit voorstel van resolutie, dat toch een doekje voor het bloeden is, verbeteren met zeven amendementen om de veiligheid en dus de vrijheid van lgbtqi+-personen in onze samenleving echt te verbeteren. Ik licht ze een voor een voor u toe.
Ons amendement nr. 1 heet 'stop de straffeloosheid' en vraagt aan de Vlaamse Regering om er bij de Federale Regering op aan te dringen dat ze eindelijk werk maakt van een strengere bestraffing van geweldsmisdrijven, zodat de bevolking in het algemeen en de holebi’s in het bijzonder zich opnieuw beschermd voelen door het beleid.
Amendement nr. 2 heet 'immigratiestop' en vraagt aan de Vlaamse Regering om er bij de Federale Regering op aan te dringen dat ze werk maakt van een immigratiestop voor landen die homoseksualiteit criminaliseren. Deze algemene immigratiestop moet voor alle duidelijkheid niet verhinderen dat een regering in uitzonderlijke gevallen bescherming biedt aan mensen wier leven in gevaar is, bijvoorbeeld wegens hun geaardheid. Maar vandaag is dus zo dat mensen die vluchten wegens hun geaardheid, in dezelfde asielcentra terechtkomen als de islamitische onderdrukkers die een virulente haat koesteren tegen homoseksuelen. Dat moet stoppen. Dat ongecontroleerd binnenlaten van mensen moet stoppen.
Amendement nr. 3 heet 'de islamisering terugdringen' en vraagt aan de Vlaamse Regering om er bij de Federale Regering op aan te dringen dat ze werk maakt van de sluiting van moskeeën waar geweld tegen holebi’s of transgenders gepropageerd of vergoelijkt wordt, en een ontbinding van organisaties die aanzetten tot geweld tegen holebi’s of dit vergoelijken. Undercoverreportages in moskeeën laten immers steevast zien dat imams naar buiten toe een boodschap van tolerantie uitdragen, terwijl hun preken binnenskamers bol staan van de typisch islamitische minachting en haat ten opzichte van niet-moslims en ook vrouwen en homoseksuelen. Een undercoverreportage in Denemarken, genaamd ‘Moskeeën achter de sluier’, onthulde dat in niet minder dan zeven van de acht onderzochte moskeeën de imam heel andere, haatdragende dingen verkondigde dan in het openbaar. Ook kwam al meermaals aan het licht dat in moskeeën shariaboeken worden verkocht waarin aangezet wordt tot dodelijk geweld tegen homoseksuelen, zoals het boek dat heet ‘De weg van de moslim’. Een citaat hieruit luidt: “Dood hen! Er is geen discussie over, want hierover is men unaniem. Homo’s wacht de doodstraf, door verbranding, steniging of zo: zoek het hoogste gebouw in de buurt waarvan men ze van het terras met het hoofd naar beneden gooit, vervolgens doodt men ze met stenen.” Dat boek wordt in Vlaanderen en in bepaalde moskeeën verkocht. Zulke afschuwelijke lectuur verwacht men helaas in een islamitisch land zoals Pakistan, Nigeria, Afghanistan of Egypte, maar zover is het nu inderdaad ook al gekomen in Vlaanderen anno 2021.
Amendement nr. 4 heet 'de islamisering terugdringen, tweede luik'.
Collega’s, mag ik vragen om even stil te zijn. Collega Van Rooy heeft nog negen minuten.
Dank u wel, voorzitter. Amendement nr. 4 heet 'de islamisering terugdringen, luik B'. Het vraagt aan de Vlaamse Regering om de erkenning van alle Diyanetmoskeeën in te trekken. Ali Erbas, het hoofd van Diyanet en dus ook van de moskeeën in Vlaanderen, zei recent nog naar aanleiding van de coronacrisis, ik citeer: “De islam vervloekt homoseksualiteit. Homoseksualiteit brengt ziektes met zich mee en ondergang van de beschaving. Laten we samenwerken om ons volk van zulk kwaad te behoeden.” Was getekend het hoofd van Diyanet.
Moskeeën die vanuit Turkije worden geleid door iemand met dergelijke achterlijke en gevaarlijke islamitische denkbeelden, kunnen en mogen in Vlaanderen niet actief zijn. Toch zijn er niet minder dan 72 van zulke moskeeën in België, waarvan er maar liefst 13 erkend en gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid, onder andere door de partijen die dit voorstel van resolutie indienen. Laat dat tot u doordringen.
Amendement nr. 5 heeft de titel ‘islamisering terugdringen, luik C’ en vraagt aan de Vlaamse Regering om over te gaan tot de onmiddellijke intrekking van de erkenning van de moskee Yesil Camii in Houthalen. Daar werden de erkenningsvoorwaarden namelijk geschonden wegens uitingen van homohaat door de imam, die dat op zijn Facebookpagina bestempelde als iets dat ziekte en verval meebrengt en een van de grootste bedreigingen is voor de maatschappij. Ondertussen weten we helaas dat de Vlaamse Regering de erkenning van deze homohaatmoskee niet wil intrekken.
Amendement nr. 6 heb ik genoemd ‘de islam bij het nekvel pakken’, en vraagt aan de Vlaamse Regering om de vertegenwoordigers van de islam in Vlaanderen te verplichten de officiële leerstellingen van de islamitische rechtsscholen, waarin wordt gepropageerd dat homoseksuele handelingen bestraft moeten worden, met inbegrip van de doodstraf, ten strengste te veroordelen en te abrogeren. Dat is wel wat anders dan dat vrijblijvende gepraat, dat vrijblijvend afstand nemen van homofobie. De leer van de abrogatie is een principe in de islam dat zegt dat latere Koranverzen eerdere verzen kunnen opheffen, wat dus veel verder gaat dan het zich gratuit uitspreken tegen homofobie. En dat is broodnodig, want de Koran en de Hadith zijn verhalen die het leven van het onfeilbare islamitische rolmodel, Mohammed, beschrijven. Die veroordelen expliciet daden van homoseksualiteit en schrijven de doodstraf voor voor mensen die zich zogenaamd ‘bezondigen’ aan seksuele handelingen met iemand van hetzelfde geslacht. Het is dus, nogmaals, geen toeval dat lgbtqi+-personen in geen enkel geïslamiseerd land veilig en vrij zijn, en ook niet in de moslimgemeenschappen in dit land en in Vlaanderen.
Amendement nr. 7, het laatste amendement, heet ‘meten is weten’ en vraagt aan de Vlaamse Regering om een commissie in te stellen die via gesprekken met de betrokkenen onderzoekt in welke mate holebi’s in wijken met veel vreemdelingen ervoor terugschrikken om hun homoseksuele geaardheid te uiten, uit angst voor verbaal of fysiek geweld. Ik heb dat al toegelicht. Ik denk hierbij aan Johan Leman, die onlangs nog letterlijk zei: “In Molenbeek moet je weten waar je als homo hand in hand loopt.”
Een probleem kan echter alleen worden opgelost als het wordt erkend en wordt gelokaliseerd. Zoals ik al heb gezegd, gebeurt dat erkennen zelfs niet eens in dit voorstel van resolutie. Ik hoop dus van harte dat de N-VA, Open Vld, CD&V, Vooruit en Groen – en uiteraard ook de PVDA, maar ik citeer eerst de indieners van dit voorstel van resolutie – onze amendementen ook goedkeuren en dus voor één keer de veiligheid, en dus de vrijheid van lgbtqi+-personen boven de pro-immigratie-ideologie en boven het islamitische electoraat stellen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Mijnheer Van Rooy, ik heb eigenlijk niet zoveel tijd en woorden nodig om mijn punt te maken. Maar laat me starten met een persoonlijk verhaal. Mijn beste vriend is homo. Hij is eigenlijk de broer die ik nooit gehad heb. Tijdens een van de zoveelste coronawandelingen, enkele maanden geleden, liepen mijn vriend en ik hand in hand, maar Dennis en Wim niet. Dat is eigenlijk heel raar. We zijn al zo lang vrienden, ik heb daar nooit bij stilgestaan. Ik vroeg: ‘Waarom pakken jullie elkaar eens niet vast? Dat is toch leuk, in deze coronatijden, een dikke knuffel?’ Hij zei: ‘Kijk, Stephanie, ik lees dat een parlementslid van het Vlaams Belang vindt dat het feit dat ik trouw en het feit dat ik kinderen heb, een brug te ver is.’ Daarom, mijnheer Van Rooy, hebben ik noch generatiegenoten met u of uw partij gesproken over dit voorstel van resolutie. Zolang u homohaat verengt tot een godsdienst, zolang uw partij parlementsleden telt en uw gelederen mensen kent die homohaatdragende uitspraken doen, zolang u gigantisch zwijgt over toestanden in het katholieke Polen en Hongarije, zolang, mijnheer Van Rooy, zullen we nooit maar dan ook nooit op één lijn staan met u, met uw partij of met uw amendementen. (Applaus bij Open Vld, de N-VA, CD&V, Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer De Bruyn heeft het woord. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Ik ga eerst de ronde af en dan mag u repliceren op iedereen. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Dat is altijd zo, mijnheer Van Rooy. Het is de bespreking van een voorstel van resolutie. Ik laat nu eerst iedereen opnieuw aan het woord en dan krijgt u zo lang als u wilt het woord. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Alstublieft, ik bepaal hier de regels! Het is elke keer hetzelfde met u.
De heer De Bruyn heeft het woord. (Opmerkingen van Sam Van Rooy. Rumoer)
Mijnheer Van Rooy, het is toch niet de eerste keer dat u een plenaire zitting bijwoont. U hebt dat toch nog al meegemaakt. U hebt hier, en dat was uw volste recht, bijna dertig minuten uw standpunt uit de doeken gedaan, uw volste recht. Nu vragen de andere partijen om te repliceren. Zij mogen dat en u mag subiet zoveel tijd nemen als u wilt om te antwoorden op wat zij hebben gerepliceerd. Zo werkt dat hier.
De heer De Bruyn heeft het woord. (Applaus)
Collega's, toen in 2003 de openstelling van het burgerlijk huwelijk, het homohuwelijk, werd goedgekeurd, stond mijn partij daar om ja te stemmen. Toen in 2006 de adoptie door koppels van gelijk geslacht mogelijk werd, stond mijn partij daar om ja te zeggen. Toen in 2009 voor de allereerste keer in dit Vlaams Parlement de link werd gelegd met transgenders en de bekommernis om hun welzijn, was het mijn partij die die vraag stelde. Toen in 2014 de allereerste resolutie in dit Vlaams Parlement werd aangenomen waarin de gelijke positie van transgenders in de samenleving voorop werd gesteld, stond mijn partij daar om ja te zeggen. Toen in 2017 de nieuwe Transgenderwet werd goedgekeurd, stond mijn partij daar om ja te zeggen. Toen in 2021, heel recent, in Europa gestemd werd voor Europa als een lgbt ‘freedom zone’, stond mijn partij daar om ja te zeggen. Meer heb ik op de onzin die ik gehoord heb van de heer Van Rooy niet te zeggen. (Applaus bij de N-VA, CD&V, Open Vld, Groen en Vooruit)
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Mijnheer Van Rooy, we werken inderdaad niet met u samen, niet voor voorstellen van resolutie die gaan over holebi's en transgenders en ook niet voor andere zaken. Een van de redenen daarvoor is u en mensen zoals u in uw partij. U hebt vandaag opnieuw aangetoond waarom dat is, door telkens te focussen op één bevolkingsgroep en die volledig te stigmatiseren en opnieuw holebi's te misbruiken voor uw haatdragende, polariserende verhaal. Dat is een van de redenen waarom wij nooit met u en uw partij zullen samenwerken.
Dat hebt u hier vandaag in de plenaire bewezen. Dat hebt u bewezen tijdens de bespreking in de commissie toen u met verschillende amendementen kwam die u nu opnieuw herhaalt en die met de tekst niets te maken hebben. Maar ook inhoudelijk. Ik heb tijdens de bespreking in de commissie uitgebreid de tijd genomen om op uw amendementen in te gaan. Ik vond dat u daar voor uw doen een gematigde, onderbouwde, mooie tussenkomst had gebracht, en dat waardeerde ik ergens wel.
Ik zal nu weer op een aantal zaken reageren. U zegt dat de indieners van het voorstel van resolutie problemen niet durven te benoemen. Wel, mijnheer Van Rooy, ik denk dat u de tekst van het voorstel van resolutie niet goed hebt gelezen. U zegt dat we de problemen niet durven te benoemen en vervolgens haalt u cijfers aan uit een onderzoek over de vraag hoe ouders er tegenover zouden staan indien een van hun kinderen een relatie zou hebben met iemand van hetzelfde geslacht en dat er verschillen in aanvaarding zijn tussen de verschillende gemeenschappen. Wel, mijnheer Van Rooy, wat u zegt staat letterlijk in ons voorstel. U had het daaruit kunnen kopiëren. Wat wilt u dan zeggen met dat wij de problemen niet benoemen? Het staat erin. Alleen gaan wij er vervolgens wel mee aan de slag.
Als u het al gelezen hebt, dan is het wel selectief. U laat het hier uitschijnen alsof er geen sprake meer zou zijn van discriminatie tegen holebi's en transgenders indien we alle moslims – cru gezegd – zouden deporteren. Mijnheer Van Rooy, het klopt inderdaad dat daders van Afrikaanse origine een lichte oververtegenwoordiging zijn in de cijfers, maar wat u niet zegt is dat 58 procent van de daders van homofoob geweld jongemannen van West-Europese afkomst zijn. Stel het dus alstublieft niet voor alsof met het niet-toelaten van moslims of nieuwkomers in ons land, het probleem zich niet meer zou stellen. Ik geef het maar aan om aan te tonen hoe selectief u bent in de lezing van het voorstel van resolutie en hoe u opnieuw alleen maar holebi's en transgenders wilt misbruiken voor uw haatzaaiende en polariserende discours, terwijl de indienende partijen het probleem erkennen en vervolgens wel aan de slag gaan en met echte oplossingen willen komen. Dat is ook een verschil tussen uw partij en alle andere hier. (Applaus bij CD&V, de N-VA, Open Vld, Groen en Vooruit)
De heer Annouri heeft het woord.
Dank u wel voor uw tussenkomst, collega Van Rooy, en voor de helderheid en de duidelijkheid. Dat is belangrijk. Voor mij is dit persoonlijk een belangrijke discussie. Ik ben zelf Vlaamse moslim, ik ben progressief, ik ben getrouwd met een atheïstische Vlaamse, mijn moeder draagt een hoofddoek en mijn schoonbroer is homoseksueel. Ik hoop dat u ondertussen geen kortsluiting hebt van alle verschillende clichés die al met één zin zijn doorbroken.
Maar als ik hier dit soort debatten voer, doe ik dat dus met al die verschillende identiteiten. En ik voel mij daar zeer complexloos bij, want ik loop mee met de Pride en ik vind dat homoseksuele leden van de lgbtq-gemeenschap die hier geboren zijn, ontzettend veel meer geluk hebben dan iemand die in Saoedi-Arabië geboren zou zijn, of in Jemen, of in Qatar of zelfs in Marokko, het land van mijn ouders. Want in al die landen wordt er inderdaad vanuit een conservatieve religieuze invalshoek keer op keer aan mensen verteld dat van wie zij houden en hoe zij hun identiteit invullen, ongelooflijk problematisch is. En ze worden daarvoor vervolgd. Ze worden daarvoor opgesloten. Ze worden daarvoor aangepakt. Dat zijn dingen waar wij vanuit het vrije Westen, met onze idealen van Verlichting, resoluut tegen ingaan.
En weet u wat ik zie, collega’s? De afgelopen vijftig jaar is er iets moois gebeurd, namelijk migratie. Het gevolg daarvan is dat ik mensen zie, in mijn omgeving, die fier zijn om migratieroots te hebben, maar die minstens even fier zijn – en dat is echt een fenomeen dat ik de laatste jaren zie – om op de bres te gaan staan voor hun homoseksuele geaardheid, voor hun lgbtq-identiteit. Je ziet dat ook in de Verenigde Staten. Je ziet dat op heel veel plekken in Europa. Je ziet daar een combinatie van de eigen identiteit, zelfs mensen met een hoofddoek, die queer zijn en die daar activisme voor voeren. Dat zijn de mensen die de meest ondankbare taak hebben op dit moment. Want zij zijn niet alleen maar de strijd aan het voeren tegen mensen die inderdaad oerconservatief de religie invullen en zeggen dat zij niet mogen houden van wie ze willen. Ze zijn tegelijkertijd ook de strijd aan het voeren tegen mensen zoals u, mijnheer Van Rooy, die zeggen dat zij, ook nog eens met hun migratieroots en wat dan ook, hier niet horen, en dan alle clichés en zaken die u daarnet hebt opgesomd, wat natuurlijk uw volste recht is.
Doe dus niet alsof u en uw partij op de bres staan voor die mensen die opkomen om hun eigen identiteit in alle vrijheid te kunnen beleven, wat bij uitstek een teken van integratie is, namelijk de waarden en de normen van de Verlichting fier uitstralen. Want dat is wat u nu doet. Voor die mensen, die op dit moment een ongelooflijk moeilijke strijd voeren, daar heb ik ontiegelijk veel meer respect voor in de strijd voor lgtbq-rechten, die dan langs beide kanten hun strijd voeren, dan voor u. Want wat doet u? En daarvoor bedank ik u. U hebt een tussenkomst gehouden om heel erg hard te schieten op één bepaalde hoek. En dat doet u bij elke tussenkomst van uw partij. Het begint ondertussen wel een beetje heel triest te worden. Bij eender welk thema is er één probleem, namelijk moslims. Nu ja, hier ben ik dan.
Maar wat u niet doet, is spreken over Hongarije en Orbán, en wat ze gisteren hebben gedaan. Uw eigen partijvoorzitter heeft vorige week nog de lof gezongen van Hongarije: ‘Hongaren zijn echte mannen. Ze knielen ten minste niet op het EK. Enkel als ze hun vrouw ten huwelijk vragen.’ Want godbetert als een man zijn partner ten huwelijk zou vragen, nietwaar collega’s? U rept met geen woord over het feit dat daar mensen van de lgbtq-gemeenschap op dit moment, in ons Europa, haast op dezelfde manier worden behandeld als in de landen die ik net heb opgesomd in de conservatieve islamitische wereld, waar men steeds verder en verder wil gaan, en hun identiteit wil uitwissen, omdat men het niet eens is met hoe je zelf je eigen liefde en je eigen partnerkeuze gaat invullen. Daar hoor ik u niet over. Over Polen ook niet. Dat is een ongemakkelijke realiteit. En dat is ‘cherry picking’. Dat is niet op de bres staan voor de identiteit van de lgbtq-gemeenschap. Neen, dat is gewoon vijandschap, uzelf profileren en scoren bij de achterban.
U mag dat doen, mijnheer Van Rooy, maar het is doorzichtig. Iedereen doorziet het. En doe niet alsof u het opneemt voor de lgbtq-gemeenschap, zoals alle andere partijen hier in dit halfrond wel doen. (Applaus bij Groen, de N-VA, CD&V, Open Vld en Vooruit)
De heer Veys heeft het woord.
Voorzitter, ik doe deze tussenkomst niet met veel plezier, want ik weet dat de heer Van Rooy eigenlijk blij is als we dit doen. Dan krijgt hij aandacht, dan staat hij in the picture. Zo is hij wel.
Maar u bent een beetje voorspelbaar aan het worden, mijnheer Van Rooy, en dat betreur ik toch. We hebben het er daarnet over gehad dat we hier in de commissie Gelijke Kansen best hard rond gewerkt hebben. We hebben ook heel wat hoorzittingen gehouden. Maar als het hoorzittingen zijn, dan is het precies alsof u niet in die commissie bent. Uw camera staat uit. U stelt geen vragen aan die professors, nota bene professors van wie u de cijfers daarnet aanhaalde. U komt hier af met een hele resem cijfers, die u niet checkt bij die experten. Het zou misschien het moment zijn om dat eens te doen.
Maar wat doet u wel? U had het daarnet over Twitter. Ik ben blij dat u dat deed. Tijdens die hoorzitting zit u te tweeten ‘dat ze daar linkse brolprogressiviteit zitten te verkondigen’. Maar dat is toch net uw kans om die vermaledijde elitaire professor op hun plek te zetten? Maar dan doet u dat niet. (Opmerkingen van Chris Janssens)
Ik heb daarnet ook beleefd geluisterd naar de tussenkomst van uw fractie, mijnheer Janssens.
Maar op zich is het simpel. Ofwel vind je dat de mensen van de lgbtqi+-gemeenschap echt gelijke rechten verdienen en echt als gelijke burgers moeten worden behandeld. En dan steek je je nek uit om daarnaartoe te werken. Maar dit zijn alle zaken die het Vlaams Belang ooit heeft gedaan om holebi’s vooruit te helpen in dit land: een blanco pagina. (Maxim Veys houdt een blanco document omhoog.)
En dat zien we in het Europees Parlement, wanneer u daar ook stemt. U haalde daarnet verschillende landen aan. Maar ik ken een heel christelijk land, in het midden van Europa. U kent het ook. Ze zijn gisteren met 2-0 verloren van Portugal. En daar zijn de grenzen gesloten geweest. Daar is er zeer weinig migratie. Maar daar is er gisteren wel over een amendement gestemd op een wet die homofilie gelijkstelt met pedofilie. En hebben we uw partij daar iets tegen horen zeggen? Neen. En zullen we hen daar iets tegen horen zeggen? Ik denk het niet. We zullen het dinsdag zien.
Wat u doet en waarin uw partij heel goed is, is doen alsof u het goed voorhebt met iemand anders, maar eigenlijk geen ballen doen om daarin vooruitgang te maken. Ik ben van Kortrijk en daar zeggen ze ‘foutre la merde’. Dat is wat jullie continu doen. En ik ben het een beetje beu. Ik stel voor dat we gewoon over dit voorstel van resolutie stemmen. (Applaus bij Vooruit, de N-VA, CD&V, Open Vld en Groen)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik houd het heel kort. Ik zal de bespreking van het voorstel van resolutie even laten. Ik sluit mij aan bij een aantal zaken die door een aantal collega’s werden gezegd.
Maar toch nog dit. Het is ongelooflijk om te zien hoe het Vlaams Belang opkomt voor holebirechten wanneer ze ermee kunnen bashen op moslims om likes te scoren op Facebook en Twitter, terwijl jullie eigen parlementsleden ondertussen afgeven op transgenders om likes te kunnen scoren op TikTok.
Beste mensen van het Vlaams Belang, dat heeft een naam: dat is hypocrisie. Jullie geven geen moer om gelijke rechten van wie dan ook. Het enige waar jullie om geven, is haat en uitsluiting. Dus stop met ons daar hier mee te ambeteren. Doe dat bij uw eigen en laat ons ermee met rust. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
De heer Van Rooy heeft het woord.
Collega Sintobin, uw eigen collega heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Mijn excuses dat ik daarnet wat te voortvarend was in het niet afwachten van mijn beurt.
Maar u begrijpt ... Deze reacties zijn natuurlijk voorspelbaar. En ik zou wensen dat deze partijen op een dag beseffen dat het riedeltje dat zij al decennialang afsteken de reden is dat zij zo ongeloofwaardig zijn geworden voor de burgers. Het is zo doorzichtig om mijn woorden – die straks online komen via video en die worden opgenomen in het verslag – zo te verdraaien en te liegen over wat ik heb gezegd. Ik ben dat hier gewend. (Opmerkingen)
Collega’s, collega Van Rooy heeft het woord.
Ik heb bijvoorbeeld op geen enkel moment gezegd dat het alléén moslims zijn die zich bezondigen aan homobashing. Ik heb op geen enkel moment gezegd dat het álle moslims zijn die zich bezondigen aan homobashing. Maar als ik hier dan weer hoor dat het zonlicht opnieuw wordt ontkend en dat mevrouw D’Hose met een potsierlijk verhaal komt aanzetten, alsof homoseksuelen bang zijn om hand in hand te lopen vanwege een parlementslid dat zijn conservatieve visie geeft over het homohuwelijk. Dat is te potsierlijk voor woorden, mevrouw D’Hose.
Ik herhaal het nog eens, voor iedereen en voor de Vlamingen thuis, die dat natuurlijk allemaal snappen. Zij horen die verhalen in hun vriendenkring en maken dat zelf mee. Het zijn de wijken met een meerderheid of met een grote minderheid aan mensen uit Noord-Afrikaanse, uit islamitische landen, waar homoseksuelen angst hebben. Dát zijn de wijken. Niet in Knokke, niet in Sint-Martens-Latem, maar in die wijken in Molenbeek en in Borgerhout bijvoorbeeld. Dáár is het onheil voor homoseksuelen. Dáár hebben ze schrik. Dáár vluchten ze weg. Dáár is het grote probleem. En daar kijkt u met z’n allen al decennia van weg, decennia. En vandaag doet u dat opnieuw. En ik vind dat eerlijk gezegd onbegrijpelijk. Ik vind dat echt waar onbegrijpelijk.
Ja, natuurlijk hebben wij ook ‘homobashers’ in ons eigen midden in Vlaanderen. Helaas is dat zo. Wij hebben ook criminelen, wij hebben ook terroristen, helaas. Wie echter ontkent dat de meest homofobe religieuze ideologie en cultuur de islamitische is, die ontkent het licht van de zon. Mijnheer Annouri, daar kunnen die moslims met hoofddoek die inderdaad hun best doen, niet tegenop. Ik ken die ook. Ik heb er al genoeg over geschreven. Gaan die in Molenbeek ervoor zorgen dat homoseksuelen daar opnieuw hand in hand durven te lopen? Doen die dat? Is er de jongste decennia eigenlijk al iets verbeterd in Molenbeek en in Borgerhout wat dat betreft? Neen. Het is alleen maar verslechterd. De verhalen van homoseksuelen die tot bij ons komen, mensen die ook op ons stemmen en niet meer op jullie, die bevestigen dat. Die bevestigen dat zij zijn weggevlucht uit die wijken door uw beleid, dat al decennia aan de gang is, van massa-immigratie uit islamitische landen.
U haalt de onderdrukten binnen, maar ook de onderdrukkers, en dát is de kern van het probleem, dat steeds meer Vlamingen zien, waardoor ze steeds meer op ons stemmen en steeds minder op jullie, telkens u zo tegen mij tekeergaat dat ik een haatzaaier ben, dat ik veralgemeen. Terwijl ik hier een resem aan cijfers heb genoemd die net tonen dat ik niet veralgemeen: 60 procent, 70 procent, 80 procent. Dat betekent dat 20 en 30 en 40 procent géén probleem is, nietwaar? Jullie zijn toch naar school geweest, hoop ik. Jullie snappen toch dat 60 procent niet 100 procent is. Ja? Dat mag ik hopen.
Ik zou dus zeggen: leer eruit, luister naar mijn woorden, debatteer op een volwassen manier en op inhoud en stop met al die lege woorden van ‘haatzaaierij’ en ‘racisme’, want het haalt niks meer uit. Ook ‘homofobie’. Ik heb het gezegd: jullie hebben dat begrip opgerekt tot alle fatsoenlijke mensen die misschien een probleem hebben met het homohuwelijk, die misschien tegen adoptie van kinderen door holebi’s zijn. Zijn dat allemaal homofoben? Zijn dat allemaal verschrikkelijke mensen? Mogen die mensen nog een conservatieve en een katholieke mening hebben in dit land? Misschien is die niet de mijne, maar dat mogen ze toch. Jullie zetten die allemaal op dezelfde hoogte als de jonge moslims in Molenbeek en in Borgerhout die ervoor zorgen dat holebikoppels niet meer hand in hand durven te lopen. Maak nu eens een onderscheid, alstublieft. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen en het voorstel van resolutie houden.