Report plenary meeting

Verslag

Dames en heren, aan de orde is het verslag namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie over het verzoekschrift over openbaarheidsregels voor medische dossiers van wilsonbekwame personen in het algemeen en in woonzorgcentra in het bijzonder.

Mevrouw De Vreese, verslaggever, heeft het woord.

Beste collega’s, het verzoekschrift werd ingediend op 20 november en verwezen naar de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie. Er was een eerste bespreking op 19 januari 2021, waarbij de commissie besliste het advies van de minister-president in te winnen. Er was een tweede bespreking op 20 april 2021.

Dan ga ik in op de grond van de zaak. De verzoeker haalt aan dat een burger de tussenkomst van de Beroepsinstantie inzake de Openbaarheid van Bestuur had gevraagd omdat het woonzorgcentrum waar zijn wilsonbekwame vader verblijft, nagelaten had een afschrift van het volledige opvolgingsdossier, inclusief medische info, te bezorgen. De verzoeker beriep zich op een zorgvolmacht. Na onderzoek komt de Beroepsinstantie inzake de Openbaarheid van Bestuur tot de bevinding dat het dossier in kwestie niet kan worden vrijgegeven omdat dit afbreuk zou doen aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Deze in het Bestuursdecreet voorziene uitzonderingsgrond op de openbaarheid is een concretisering van het recht op privacy dat beschermd wordt door de Grondwet en het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Uit het advies van de minister-president blijkt dat er veel invalshoeken zijn qua regelgeving, privacy, de federale regeling voor wilsonbekwamen en de rechten van de patiënt.

De commissie oordeelt dat het telkens om delicate situaties gaat, die met veel zin voor nuance en concrete omstandigheden moeten worden beoordeeld. De commissie stelt dan ook dat ze zich in dezen baseert op het oordeel van de betrokken beroepsinstantie. De commissie stelt ook dat het hier weliswaar gaat om een specifiek geval, maar dat ze zeker niet uitsluit dat er in de toekomst decretale initiatieven genomen worden door de volksvertegenwoordigers. Dit antwoord werd bezorgd aan de verzoeker, samen met het advies van de minister-president.