Report plenary meeting
Report
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister-president, we hebben afgelopen weekend begrijpelijke feestelijkheden gezien bij de verdiende titel van Club Brugge. (Rumoer)
Ja, er is al meteen gewoel in de plenaire zaal.
Maar we hebben tegelijk gezien dat dat ook wel wat frustraties heeft opgewekt.
We hebben het afgelopen jaar zeer veel gevraagd van onze burgers, van de Vlamingen. We vragen eigenlijk nog altijd om de komende tijd voorzichtig te blijven. Tegelijk zien we dat feestelijkheden die voorspelbaar zijn, zoals bij een kampioenstitel, wat uit de hand lopen en op gespannen voet staan met de maatregelen. En dan hebben de lokale besturen het wat moeilijk om daarop te reageren. Moeten ze hard handhaven? Ik verwijs naar de wantoestanden in het Ter Kamerenbos. Moeten ze helemaal niet optreden? Dat was eigenlijk het antwoord in Brugge. De waarheid ligt vast ergens in het midden, vooral in het anticiperen op een aantal dingen.
En anticiperen kunnen we doen, aangezien we weten dat binnen enkele weken het Europees kampioenschap voetbal begint. Ik ga ervan uit dat we unaniem in deze zaal hopen dat onze Belgische nationale ploeg het goed zal doen in juni. Minister-president, hoe kunnen we daaraan werken? Het is een uitdaging om bijvoorbeeld onze eventsector erbij te betrekken. Het zijn zij die de expertise hebben om op een veilige manier aan handhaving te doen en het crowdmanagement van zulke zaken op een goede manier te leiden. We moeten respect hebben voor de gezondheidszorgsector, die bezorgd blijft over de cijfers. Die cijfers gaan in een zeer goede richting, en hopelijk blijft dat de komende maanden zo. Maar het lijkt ons wel belangrijk om die twee balansen samen te houden en vooral vooruit te kijken. Een aantal weken geleden konden we dit voorspellen. De komende weken komen er nog meer evenementen van die orde aan.
Minister-president, hoe zult u er samen met de Vlaamse Regering voor zorgen dat de lokale besturen enzovoort worden gesteund om op een veilige en goede manier de terechte en voorspelbare feestvreugde te kanaliseren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, wat ordehandhaving en openbare orde betreft, is Vlaanderen niet bevoegd. Dat weet u. Ik ontwaar in uw vraag een stevig pleidooi om die bevoegdheid naar Vlaanderen te brengen. (Applaus bij de N-VA)
Daar zijn wij partners in. Dat willen wij samen met Groen bewerkstelligen. Dat is op zich geen probleem. Maar ik durf te betwijfelen of dat volgende week al in orde zal zijn.
Het behoort tot de autonomie van het lokale bestuur om te oordelen welke festiviteiten op welke manier kunnen plaatsvinden. De lokale overheden zijn wat mij betreft het beste geplaatst om de situatie op het terrein in te schatten en de gepaste maatregelen te nemen. Zij kunnen daarbij gebruikmaken van de eventmatrix en de infrastructuurmatrix. Er zijn daarnaast ook afsprakenkaders en protocollen die met organisatoren van festiviteiten kunnen worden opgesteld. Er is ook de website Vlaanderen Helpt, waarin de concrete voorbeelden en concrete ontwerpprotocollen kunnen worden teruggevonden. Collega Bart Somers is daar in de commissie Binnenlands Bestuur al een aantal keren op ingegaan. We hebben dus de tools ter beschikking voor de lokale besturen.
Maar alles start en eindigt met te weten in welke periode welke maatregelen van toepassing zijn. Want we zijn nu in de fase gekomen dat er maand na maand verdere versoepelingen zullen zijn. Om te vermijden dat iedereen op een onverantwoorde manier uit de bol gaat, zal de Vlaamse overheid oproepen tot blijvend verantwoord gedrag. Op 9 juni, enkele dagen voor het EK-gebeuren losbarst, zal er een campagne starten. Die campagne wordt gelanceerd onder de titel ‘Geniet, maar met maat-regelen’. Dat is toch wel subtiel. Met die boodschap starten we via de klassieke en de sociale media een sensibiliseringsactie om Vlamingen ertoe aan te sporen verstandig om te gaan met de herwonnen vrijheden.
Het is dus voor een deel handhavingsverantwoordelijkheid van de lokale besturen. We stellen protocollen enzovoort ter beschikking van de lokale besturen. En op 9 juni starten we een sensibiliseringscampagne.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor uw antwoord.
Eerst en vooral zeg ik alle steun toe aan de sensibiliseringscampagne en de oproep met deze subtiele woordspeling. Ik denk dat dat een goede zaak is.
Er moet natuurlijk meer gebeuren dan dat. Je merkte aan de uitspraken van de burgemeester van Brugge dat hij het eigenlijk niet makkelijk had in de manier waarop hij daarmee moest omgaan. Hij gaf eigenlijk aan dat hij daar als burgemeester niets aan kon doen. Ik denk dat wij als Vlaamse overheid, die wel degelijk bevoegd is voor de lokale besturen, toch echt wel aan de zijde van onze lokale besturen moeten gaan staan om ze meer handvatten te geven.
Ik heb een zeer concrete vraag. In de maatregelen van het Overlegcomité, waar u ook deel van uitmaakt en waarin mijn partij via het federale niveau vertegenwoordigd is, is beslist dat de horeca na 9 juni binnen tot 22 uur mag open zijn. Dat is midden in de laatavondmatchen van het Europees kampioenschap voetbal. Dat betekent dat je halverwege, rond de rust, de mensen naar buiten moet sturen. Ofwel is er dan nog plaats op het terras ofwel moet je de mensen naar huis sturen. U kunt nu al voorspellen, minister-president, dat dat op sommige plaatsen problemen zal geven en dat de burgemeesters zullen vragen hoe ze daarmee moeten omgaan. Wilt u hierop nog anticiperen met het Overlegcomité, waar u wel degelijk in zit?
De heer Anaf heeft het woord.
Voetbal is emotie. Sport in het algemeen is emotie. Ik ben zelf ook een grote sportliefhebber en ik heb daar op zich begrip voor. Mensen beleven echter ook emoties in hun persoonlijke leven. Dat was het voorbije anderhalf jaar zowel in positieve als in negatieve zin. We vragen aan iedereen om zich ook in die situaties aan heel strenge maatregelen, die voor ons allemaal van belang zijn, te houden. Ik denk dat we wat donderdag en zondag in Brugge is gebeurd eigenlijk niet kunnen goedpraten. Niet dat iemand dat hier doet voor alle duidelijkheid.
We zullen de volgende weken en ook deze zomer inderdaad voor uitdagingen staan. Minister-president, hoe denkt u dat de testen en ook de testevents een rol kunnen spelen bij grote sportevenementen?
De heer Sintobin heeft het woord.
In de eerste plaats ook mijn felicitaties aan Club Brugge voor het behalen van de titel, en ook aan Genk, de ploeg van mijn fractieleider, voor het net niet behalen van de titel.
Minister-president, het was natuurlijk allemaal te voorspellen. Iemand die iets van voetbal kent, weet dat er bij het behalen van een titel een emotionele ontlading volgt. Ik ben mij ervan bewust dat er fouten zijn gebeurd en dat er maatregelen zijn overtreden, maar ik denk dat alles te voorspellen was. Misschien was het verstandiger geweest om in plaats van een testevent met 500 mensen een testevent met 5000 mensen in een stadion voor 28.000 personen te organiseren. Dan hadden we die problemen absoluut niet gehad.
U hebt gelijk, de handhaving is inderdaad een lokale bevoegdheid, maar u bent bevoegd voor het organiseren van testevents. Ik reken erop dat er in de toekomst meer mensen op een testevent worden toegelaten. Als dat was gebeurd, dan zouden we donderdag en zondag deze problemen niet gekend hebben.
De heer Van Miert heeft het woord.
Collega’s, ook namens onze fractie valt te betreuren wat er het afgelopen weekend gebeurd is. We hopen dat de supporters die daar aanwezig waren toch nog het besef hebben dat er boven hun feestvreugde nog altijd een schaduw hangt van al die zorgverleners en medici die nog elke dag in onze instellingen moeten vechten om ervoor te zorgen dat covidpatiënten het halen en dat ze genezen.
Het is echter geen Vlaams gegeven, het is ook geen Belgisch gegeven. We hebben overal in Europa kampioensvieringen gezien en er is ook wel begrip voor op te brengen als je ziet hoelang mensen al voor de buis en in hun zetel zitten.
Wat moeten we daar aan doen, mijnheer Vaneeckhout? Ik denk dat dat heel duidelijk is. We hebben lokaal een ministerieel besluit, dat we samen met onze politie gebruiken als leidraad, als richtlijn, om de organisatoren te begeleiden en om op het veld te kunnen kijken hoe het eraan toegaat. Ik denk dat het daar ligt.
Minister-president, als we naar Vlaanderen kijken, dan kijk ik vooral naar u. Waar kan Vlaanderen ons in helpen? In het vaccinatiebeleid. We zijn nu op kruissnelheid gekomen en ik zou zeggen, minister-president, dat u dat vooral goed in de gaten moet houden en dat u ervoor moet zorgen dat we op dat vlak eventueel een tandje kunnen bij steken, want dan zullen wij op het lokale vlak, samen met de politie, zien wat er nodig is om het feestgedruis dat er met de Rode Duivels zit aan te komen, in goede banen te leiden.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, ik heb de beelden natuurlijk ook gezien, trouwens niet alleen deze week, er waren er de voorbije weken ook al, ook in het buitenland. We begrijpen natuurlijk dat mensen graag feesten, we zouden dat allemaal graag opnieuw doen. Maar toch is wat we hebben gezien, echt wel een slag in het gezicht van die vele mensen die nu al meer dan een jaar werken in de zorg en ook wel van heel veel uitbaters van horecazaken of mensen die werkzaam zijn in de cultuursector, die veel investeringen doen, kosten maken en inspanningen doen om alles opnieuw op een veilige manier te organiseren en dat binnenkort nog meer hopen te kunnen doen.
Misschien hebben mensen al te veel het gevoel dat we er al zijn, dat het allemaal voorbij is, terwijl het virus toch nog circuleert. Er zijn minder ziekenhuisopnames, maar er zijn er nog altijd veel. We moeten dan ook nog altijd heel voorzichtig zijn.
Wanneer we die beelden zien en de politie dan moet optreden, is het al te laat. We moeten proberen die situaties te vermijden. Ik pleit hier zeker niet voor een harder optreden, maar wel voor veel overleg, lokaal overleg met diegenen die evenementen organiseren. Minister-president, ik kan absoluut onderschrijven wat u stelt, namelijk dat er bijkomende acties zullen worden gevoerd om de mensen erop te wijzen dat er maatregelen nodig zijn en dat die moeten worden gevolgd. Want we zijn er nog echt niet.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister-president, u hebt natuurlijk terecht aangehaald dat wij ook via het Vlaams niveau in het Overlegcomité zitten en dat daar allicht de komende weken en maanden over zal worden gesproken. Dan zou mijn oproep, wanneer evenementen zoals het EK op ons afkomen, zijn om het vooral zo eenvoudig en helder mogelijk te houden. Verschillende uren hanteren voor de horeca binnen en buiten lijkt me heel moeilijk. In die zin denk ik dat voor de gezondheid en om toch nog zoveel mogelijk voorzichtigheid van de mensen te kunnen vragen, eenvoudigheid en gezond verstand meer werken dan nog meer dichtgetimmerde besluiten en dat het vertrouwen dat u hebt uitgesproken in de lokale besturen op zijn plaats is. (Applaus bij Open Vld)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, wat de horeca en de verschillende sluitingsuren betreft, verdedig ik altijd loyaal de beslissingen van het Overlegcomité. Maar de positie van Vlaanderen was om binnen en buiten hetzelfde sluitingsuur te hanteren, zo dicht mogelijk bij het uur dat het samenscholingsverbod ingaat. Ik denk dat er een correlatie tussen die twee is. Ik begrijp dat meerdere fracties erop aandringen om dat op het volgende Overlegcomité opnieuw ter sprake te brengen. Zoals steeds ben ik daar uw boodschapper en zal ik dit daar opnieuw op de agenda zetten, omdat ik denk dat dit inderdaad een kwestie van gezond verstand is. In een gremium zoals het Overlegcomité is het echter niet altijd het gezond verstand dat het haalt, maar we doen wel altijd een poging – dat is toch al iets.
Wat de testevenementen betreft, heb ik destijds gezegd die vooral kort in de tijd te houden en niet te proberen het warm water hier helemaal zelf uit te vinden. Er zijn landen om ons heen die ook testevenementen doen en die we daarbij betrekken.
Het is mijn overtuiging dat evenementen in het sportstadium grotendeels veilig kunnen gebeuren. Bij Club Brugge ging het echter over een spontaan ontstane situatie. En inderdaad, wanneer een ploeg kampioen speelt, kan men verwachten dat dit wat volk op de been brengt. Maar ik blijf erbij dat dat op dat moment een zaak is van handhaving van het publieke domein. Ik zou die bevoegdheid heel graag hebben, maar we hebben die voorlopig nog niet. Wij moeten daar dus inzetten op sensibilisering en de lokale besturen daarin bijstaan. De tools worden aangereikt, maar wanneer op een bepaald moment de regels worden overgetreden, moet er worden opgetreden in het publieke domein.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister-president, ik denk dat het hele parlement inderdaad vraagt om gezond verstand, dat mag absoluut geen politieke discussie zijn. We leven echter in een vreemde tijd, waarin het lijkt alsof men alleen voor of tegen de maatregelen kan zijn, alsof men alleen keihard of helemaal niet wil optreden. Ik denk dat er heel veel wegen tussenin zijn en dat vooral anticiperen heel belangrijk is, minister-president. We moeten anticiperen op zaken waarvan we weten dat ze zullen opduiken. Het probleem van de horeca bij het EK, festiviteiten bij een voetbaltitel, discussies over tuinfeesten: we kunnen ze allemaal vermijden wanneer we gewoon gaan voor eenvoudige en leesbare maatregelen, wat ook de collega’s – niet toevallig twee burgemeesters – hier mee benadrukken, met applaus.
We stellen echter ook vast, minister-president, dat we toch een beetje laat zijn met onze testevents. We zijn nu bezig met testevents terwijl de events op het terrein eigenlijk al plaatsvinden. Ik denk dat we sneller moeten handelen om hiermee aan de slag te gaan. Betrek de eventsector en zorg dat grootschalige events op een veilige manier kunnen worden beleefd, met de nodige afstand, maar laat het niet zomaar op u of op de lokale besturen afkomen. Zij verdienen beter.
De actuele vraag is afgehandeld.