Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van artikel 12 van het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt en artikel 38 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik denk dat het debat over dit ontwerp van decreet uitgebreid is gevoerd in de commissie, en ik heb sindsdien ook niet bepaald nieuwe elementen. Maar ik ga heel kort en punctueel ons stemgedrag toelichten, en de redenen geven waarom wij straks tegen zullen stemmen.
Er werd bij uw toelichting in de commissie gezegd dat dit ontwerp van decreet alweer een omzetting is van een Europese richtlijn, en dat men daar eigenlijk niet omheen kan als we Europese en internationaalrechtelijke veroordelingen willen ontlopen. Ik heb ook in de commissie gezegd dat de automatische omzettingen van Europees recht in nationaal recht, zonder verder onderzoek of verdere toetsing aan de Vlaamse situatie, wat mij betreft onverantwoord is. Ik vind dat wij de Europese wetgeving best wel op haar Vlaamse democratische merites mogen beoordelen.
Met dit ontwerp van decreet wordt ook de bescherming tegen represaillemaatregelen uitgebreid naar personen die formeel of informeel steun hebben verleend aan iemand die zichzelf als slachtoffer van discriminatie beschouwt. Die uitbreiding is voor mijn fractie niet nodig en niet wenselijk, omdat onder meer de kwaliteit en de oprechtheid van dergelijke getuigenissen moeilijk te controleren valt.
Bovendien is dit een wijziging van decreten die eerder al gepasseerd zijn in dit Vlaams Parlement, met name in 2002 en 2008. Wij hebben daar destijds ook niet voor gestemd, onder meer omdat wij toen van mening waren dat dergelijke decreten kunnen leiden tot discriminatie van Vlamingen in eigen land op de arbeidsmarkt. Ik denk dat een aantal elementen ons daarin sindsdien ook gelijk hebben gegeven. Het kan wat ons betreft alleszins niet de bedoeling zijn dat zelfstandigen en ondernemers niet zelf kunnen bepalen aan welke criteria hun aan te werven medewerkers uiteindelijk moeten voldoen. Er moet vrijheid zijn voor het aanwervingsbeleid van alle bedrijven hier in Vlaanderen.
Kort samengevat: uit respect voor de vrijheid van de ondernemers en het vrij invullen van hun personeelsbestand, maar ook omdat wij niet slaafs de Europese richtlijnen willen volgen, zullen wij straks tegen dit ontwerp van decreet stemmen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wilde starten door te stellen dat dit ontwerp een aangelegenheid regelt die de evidentie zelve zou moeten zijn. Ik ben in die zin een beetje verbaasd over de tussenkomst van collega Janssens. Nu, ik heb de commissiebespreking niet zelf kunnen volgen, dat heeft een collega gedaan.
Maar dit ontwerp van decreet regelt voor ons dus een aangelegenheid dat de evidentie zelve is. Daar waar in discriminatiedossiers tot op heden enkel de slachtoffers van discriminatie en formele getuigen ervan tegen mogelijke represailles beschermd worden, wordt deze bescherming met dit ontwerp uitgebreid naar informele getuigen en naar personen die steun verlenen aan de slachtoffers van discriminatie om die te verdedigen of te vertegenwoordigen.
Met deze aanpassing wordt inderdaad ook tegemoetgekomen aan een procedure van ingebrekestelling door de Europese Commissie, en aan het arrest-Hakelbracht van het Europees Hof van Justitie van 20 juni 2019. De Europese Commissie gaf immers aan dat de omzetting van artikel 24 van richtlijn 2006/54/EG te beperkt en niet correct was.
De bescherming, zoals voorzien in de richtlijn, dient ook andere personen dan het slachtoffer en de formele getuigen van de discriminatie te omvatten, zoals alle andere personen die het slachtoffer verdedigen of voor een slachtoffer getuigen. Ondertussen hebben ook de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Waalse Gewest deze regelgeving in overeenstemming gebracht met richtlijn 2006/54/EG, en ze breiden de werkingssfeer er ook van uit. Met dit ontwerp doet Vlaanderen dat dus ook.
De CD&V-fractie zal dit ontwerp van decreet met veel overtuiging goedkeuren. We doen dat niet alleen omdat het door de EU wordt aangegeven, want wij kijken eveneens kritisch naar de Europese regelgeving, maar omdat we ervan overtuigd zijn dat dit een goed ontwerp van decreet is.
Discriminatie om welke reden dan ook heeft geen plaats in onze samenleving. Dat kan niet genoeg worden beklemtoond. Een samenleving die wil vooruitgaan, heeft elk talent en de inzet van iedereen nodig. Als mensen om discriminatoire redenen niet de mogelijkheid hebben de bijdragen te leveren die ze aan de samenleving willen leveren, moet worden opgetreden. Het is dan nodig dat de mensen die discriminatie aanklagen en de mensen die de slachtoffers van discriminatie op welke manier dan ook ondersteunen, de nodige bescherming kunnen genieten. Om die reden zullen we dit ontwerp van decreet volmondig goedkeuren.
De heer Keulen heeft het woord.
Mijnheer Ongena, u hebt in de commissie een mooi beeld gebruikt. Het recht om niet te worden gediscrimineerd, is een van de meest fundamentele westerse waarden. Dat onderscheidt ons op zeer markante wijze van totalitaire regimes. Sensu stricto stelt dit Europees arrest dat de mensen die gediscrimineerde personen verdedigen, mogelijk zelf moeten worden beschermd tegen represaillemaatregelen, bijvoorbeeld door een werkgever die het slecht meent.
De strijd tegen discriminatie is niet enkel de strijd tegen discriminatie op basis van afkomst. Het heeft ook te maken met gender en leeftijd. Iedereen kent de paradox op onze arbeidsmarkt. Alle bedrijven zoeken talent en ervaring, maar het is geen sinecure als 55-plusser aan de bak te geraken. Dat is een ander paar mouwen.
Het is goed dat we ons aan dat Europees arrest conformeren. Dat maakt onze eigen regelgeving moderner en het komt ten goede aan diegenen die het goed menen met onze samenleving.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, wij zullen ook voor het ontwerp van decreet stemmen. Het is heel belangrijk dat getuigen die discriminatie op de werkvloer aankaarten, voldoende worden beschermd, zodat mensen effectief de moed kunnen opbrengen om voor hun collega’ die met welke vorm van discriminatie dan ook te maken krijgen en voor zichzelf op te komen.
Aangezien de Vlaamse Regering dit ontwerp van decreet heeft ingediend, wil ik een kleine kanttekening maken. Als ik er het Vlaams regeerakkoord bij neem, zie ik daar weinig intenties in staan om discriminatie echt aan te pakken. De Vlaamse Regering neemt bovendien zelf maatregelen, bijvoorbeeld met betrekking tot de sociale bescherming, om de bevolking in ‘A-burgers’ en ‘B-burgers’ op te delen. Aan de ene kant is er een ontwerp van decreet om getuigen en klokkenluiders te beschermen en aan de andere kant stelt de Vlaamse Regering zelf discriminerende regelgeving op. Dat is een zekere tegenstelling. Ik vraag me af in welke mate dit een oprechte wens is om discriminatie te bestrijden of louter een verplicht nummertje om de Europese richtlijnen om te zetten. In elk geval zullen we dit ontwerp van decreet steunen.
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, ik zal niet meer herhalen wat al is gezegd. Het inhoudelijke gras is me al voor de voeten weggemaaid. Het spreekt voor zich dat discriminatie, in welke omstandigheden dan ook, voor mijn fractie niet opgaat.
Mijnheer Keulen, u hebt terecht aangehaald dat het niet altijd om afkomst of godsdienst gaat. Het kan om mannen en vrouwen gaan of, spijtig genoeg voor ons, ook om leeftijd. Dit is een heel belangrijke decreetswijziging, want het doet er niet toe of iemand binnen of buiten een officiële procedure getuigt. In die zin is deze aanpassing volgens mijn fractie gewenst.
We doen trouwens niets speciaals, want de andere gewesten zijn ons hierin voorgegaan. Ik heb de indruk dat de federale overheid vooral kijkt naar de teksten die we hier indienen en naar de manier waarop we hiermee omgaan om de aansluiting hierbij te kunnen afronden. Wat ons betreft, wordt het een stem voor dit ontwerp van decreet.
Minister Somers heeft het woord.
Voorzitter, ik wil iedereen bedanken voor de tussenkomsten.
Mijnheer Janssens, het klopt dat we dit in de commissie al op een ernstige manier hebben besproken. Fundamenteel doen we dit omdat we geloven dat we discriminatie in Vlaanderen moeten bannen omdat dit haaks op onze grondwaarden staat.
Tot nu toe beschermden we zeer goed de slachtoffers en de formele getuigen, maar we willen ook informele getuigen en personen die steun verlenen beschermen tegen mogelijke represailles. De mensen die gediscrimineerd kunnen worden vormen natuurlijk een hele groep in onze samenleving. Mensen kunnen gediscrimineerd worden op basis van gender, op basis van leeftijd, zoals hier al gezegd is, op basis van afkomst, op basis van seksuele oriëntatie. Op zo’n moment is het belangrijk dat de burgers die het opnemen voor Vlamingen die gediscrimineerd worden beschermd kunnen worden. Wanneer men iets ziet of vaststelt, wanneer men getuige is van het feit dat iemand de toegang wordt geweigerd tot een sportfaciliteit, om niet over de arbeidsmarkt te spreken, omdat hij tot de holebigemeenschap behoort of omdat hij een handicap heeft of omdat hij een bepaalde leeftijd heeft – omstanders die dat zien en die dat melden, die daarvoor opkomen, moeten kunnen beschermd worden tegen represailles. Dat is het wezen van het ontwerp van decreet dat we hier voorleggen.
De tweede reden is even valabel, maar voor mij ondergeschikt. We moeten ons accorderen met het Europese recht. Mijnheer Janssens, u zegt dat u dat niet slaafs wilt volgen. We moeten natuurlijk wel beseffen dat indien Vlaanderen zich niet zou willen inschakelen in de omzetting van die richtlijnen, we dwangsommen en geldboetes riskeren, met andere woorden belastinggeld, en dat we ons uiteindelijk, op het einde van de dag, toch zullen moeten conformeren. En waarom is dat zo? Omdat dat een internationaalrechtelijke en Europees-rechtelijke afspraak is die wij op een democratische manier in dit parlement en in andere parlementen hebben gemaakt. Wij hebben ons bij meerderheid geëngageerd binnen dat rechtssysteem. Dan moeten we daar ook als een volwassen samenleving, als een volwassen maatschappij, de consequenties van dragen en moeten we dat ook toepassen. We kunnen niet zeggen dat we akkoord zijn maar dat we, als het niet in ons kraam past, er absoluut van willen afwijken. Dat houdt natuurlijk geen steek. Dat onderuit halen, namelijk de plicht om richtlijnen in ons intern recht om te zetten of om de directe werking van internationaal recht in onze interne rechtsorde te erkennen, is de internationale rechtsorde totaal veranderen op een manier die ons zou isoleren van de rest van Europa. Ik denk dus dat dat geen verstandige piste is die ons ver kan brengen.
Laatste beschouwing. Hier werd een opmerking gemaakt alsof de Vlaamse Regering discriminerende regelingen zou willen invoeren. Niets is minder waar. Zelfs als we dat zouden willen, quod non, kan dat niet. Dat zou botsen op rechtspraak, op internationaalrechtelijke veroordelingen. Rechtbanken zouden daartegen opkomen. Het is niet omdat wij in de sector waarvoor mijn goede collega Matthias Diependaele de verantwoordelijkheid draagt vragen aan mensen die willen in aanmerking komen voor een sociale woning om gedurende een bepaalde tijd een duurzame binding te hebben met de woonplaats waar die sociale woning gevestigd is, dat dat een discriminerende maatregel zou zijn. Mocht dat zo zijn… Vandaag zijn er meer dan honderd huisvestingsmaatschappijen die die regeling al toepassen en er is nooit een klacht gekomen die geleid heeft tot een veroordeling op basis van een discriminatiemaatregel. Dat verhaal is dus iets te gratuit, iets te kort door de bocht. Dat klopt niet met de beleidsintenties van de Vlaamse Regering.
Collega’s, ik ben blij dat er een brede meerderheid is in het parlement, over de grenzen van de meerderheid en een deel van de oppositie heen, om dit mogelijk te maken. We gaan Vlamingen beter beschermen. We gaan zorgen voor een rechtvaardigere samenleving. En we gaan de mensen die de moed hebben om hun nek uit te steken voor een medeburger die op een oneerlijke manier bepaalde rechten ontzegd wordt op een goede manier ondersteunen en beschermen tegen represailles.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 611/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 tot en met 3.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het ontwerp van decreet houden.